Kalfswang in rode wijn

kalfswang
Wij zijn sinds een paar dagen in het bezit van een pasje van de Hanos Groothandel en natuurlijk gingen we dinsdag  meteen een kijkje nemen in de Eindhovense vestiging; Geweldig! Een werkelijk prachtig assortiment. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben het. Alles mooi vers, veel biologisch. Goede produktinformatie, bijzonder aardig, behulpzaam personeel. Hier zullen wij nog vaak terugkomen! Nadeel is dat je wel een dikke portemonnee moet meenemen, er is zoveel lekkers te koop dat de keuze moeilijk is. Voortaan dus een degelijke boodschappenlijst maken.

Voor ons Nieuwjaarsdinertje kocht ik er kalfswangen. Een lekker stukje vlees dat je ergens anders bijna nooit kunt kopen. Ze waren niet extreem duur en per drie verpakt. De wangen moeten bij een lage temperatuur garen. Het bindweefsel is heel gelatineus. Het geeft de saus een mooie binding en zorgt dat het vlees sappig blijft. Ik las laatst een klacht van een Foodblogger dat ze kalfswangen maar taai vond. Het vlees viel heel erg tegen. Ze had de wangen gebakken alsof het biefstuk was. Dat gaat dus echt niet. Dit vlees moet je heel langzaam garen bij lage temperatuur.

  • voor twee personen
  • drie kalfswangen
  • 1/2 wortel in stukken gesneden
  • 2 sjalotten, in stukken gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en grof gesneden
  • 1 plak knolselderij, in blokjes gesneden
  • 1 glas rode wijn
  • 1 glas kalfsbouillon
  • een eetlepel tomatenpuree
  • olijfolie
  • zout en peper
  • een pan met deksel die in de oven kan.
  • verwarm de oven voor op 120 graden.

Snijd overtollig vet weg en verwijder eventuele vliezen. Verhit de olie en bak daarin de sjalot, wortel, knoflook en knolselderij even aan. Schep de groenten uit de pan. Bak de kalfswangen op hoog vuur aan in dezelfde pan. Voeg de groenten weer toe en doe er de tomatenpuree bij. Blus af met rode wijn en kalfsbouillon. De wangetjes moeten mooi onder de vloeistof staan. Zet de pan in de oven en laat alles zo 4 tot 5 uur stoven. Controleer regelmatig of er nog genoeg vloeistof in de pan is. Voeg eventueel bouillon toe.

Terwijl de wangentjes stonden te garen kregen we bezoek, nog meer bezoek en nog meer bezoek… en het was zo gezellig dat er van het nuttigen van de wangentjes niets meer kwam. De drie wangentjes waren niet genoeg voor al het Nieuwjaar wensende volk. Ik draaide na vier uur de oven uit en besloot de wangen voor de volgende dag te bewaren. We aten gisteren met z’n allen gewoon maar wat lekkere hapjes; een paar slakjes in kruidenboter, mooie worst, stukjes brood met konijnrilettes, brood met gerookte zalm, een paar oesters, blokjes kaas, kapperappeltjes en niet te vergeten plakjes Ibericoham. Ach, er was voor elk wat en het werd een hele gezellige middag en avond.

Vandaag maakte ik de wangentjes verder af. De pan op het gas even verwarmen en de wangentjes eruit scheppen. De groenten eruit zeven en de saus even flink laten inkoken. Dan de wangentjes weer terug in de saus leggen en nog even goed doorwarmen.

We aten er Rozeval aardappeltjes bij en spruitjes. Een glas Madiran: Chateau Laffitte – Teston, 2009 combineerde prima. Een mooie Nieuwjaars maaltijd al was het dan een dagje later…

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Spaghetti met peper, ansjovis en kappers…

spaghetti met kappers, ansjovis, pepers en knoflook.

Ik heb altijd gedacht dat het een volkse klassieker was, maar hoe ik ook zoek, ik kan het recept in geen enkel kookboek terug vinden. Laat ik ervan uitgaan dat het een bedenksel van Ellen is…

Het gerecht staat al jaren op onze menulijst, we eten het vaak. In zijn eenvoud benadert het die andere (échte) klassieker: spaghetti aglio, olio e peperoncino. Het is in een handomdraai klaar, de ingrediënten zijn goedkoop en de smaak is superbe… Het geraffineerde zit ‘m in de toevoeging van ansjovisflites. Een stevige lunch voor twee personen:

  • 1 verse peper,
  • 1 uitje,
  • 2 tenen knoflook.
  • 1 eetlepel kappertjes,
  • 2 rijpe tomaten,
  • 3 ansjovisfilets
  • olijfolie.

Verhit de olie in een koekenpan en bak dan op halfhoog vuur de gesnipperde ui, de gehakte knoflook en de gehakte peper tot de uisnippers mooi glazig zijn (niet bruin!). De in blokjes gehakte tomaten erbij en ook de kappertjes. Snijd de ansjovisfilets kort en laat ze vervolgens smelten in de saus. Kook intussen spaghetti naar believen. Schep de spaghetti dan door de saus en dien heet op. Zo simpel, zo lekker…

Die ansjovisjes smelten echt weg in de saus. We gebruiken ze regelmatig op deze manier. Denk aan gestoofd lamsvlees, denk aan romige tomatensoep….

Nou nog een naam bedenken voor dat gerecht…

© paul

Bonenstoofpot met avocadosaus…

bonenstoofpotje met avocadosaus

Morgen zal Ellen helpen om de laatste bonen, spekbonen, uit de tuin van Marleen en de Jongste Bediende te oogsten. De tuin wordt winterklaar gemaakt. Alles moet eruit, alleen de prei mag nog even. Over een eerdere oogst vertelde ik je al eens, het betrof piepers en bonen. We hebben er intussen volop van gegeten.

Vorige week nog maakte ik een maaltje Picassobonen klaar. Ik bereidde de bonen op dezelfde wijze als ik al eerder deed met citroenboontjes: al fiasco… En ook deze keer liet ik de bonen relatief kort weken, een goede drie uren. Dat werkte toen prima bij de citroenboontjes, maar deze bonen hadden definitief een langere tijd nodig. Toen de bonen uiteindelijk uit de kookpot kwamen waren niet alle schilletjes zacht. Volgende keer dus maar weer ouderwets een nacht in het water zetten…picassobonen

En natuurlijk hielden we ook een ferme portie over van de maaltijd. Ik bewaarde de boontjes twee dagen in de koelkast en maakte er later een schotel mee die iets weg had van chili con carne.

Ik maakte een eenvoudige tomaten- gehaktsaus. Gesnipperd uitje in de pan, gesnipperde knoflook erbij. Wanneer het aankleurt gaat het gehakt erbij. Is het vlees gebruind, dan twee gehakte tomaten en een flinke slobber passata toegevoegd. Peper en zout uit de molen.

In deze saus mochten de gare bonen heel langzaam opwarmen. Ik liet het geheel een goed half uur doortrekken. Dan kon het gerecht heet op tafel.

Erbij wat stukjes taco, opgewarmd in de koekenpan en een flinke lik avocadosaus. Die avocadosaus is heel snel te maken, effectief bij allerlei gerechten en verschrikkelijk lekker.

Zorg dat je een rijpe avocado hebt. Halveer hem , wip de knikkerpit eruit en schep het zachte vruchtvlees met een lepel uit de schil. Druppel er onmiddellijk wat citroensap over om verkleuren te voorkomen. Voeg twee eetlepels crème- fraiche toe en wat tabasco. Pureer het geheel en je saus is klaar. Er kan dan nog vanalles aan smaakmakers bij, maar de simpele versie zoals hierboven beschreven voldoet in al zijn eenvoud.

© paul

Hazenrug met Amarenekersen

hazenrug met amarenekersen
De dag begon gisteren heel mooi hier in Gemert. Een lekker zonnetje scheen op de prachtig kleurende bomen. Goed weer voor een wandeling met Hond Jaros. Maar ik was nog niet buiten of het begon te betrekken en te stormen. Ik kwam door en door koud thuis met een verschrikkelijke enthousiaste hond. Hij wel, hij vindt het heerlijk om achter de vallende blaadjes aan te rennen… Ik krijg dan zin in heel andere dingen; lekker met een boek op de bank, een beetje rommelen in de keuken, kaarsjes aan en troostrijk eten.
Ik had een mooie hazenrug in de diepvries liggen en die leek me precies geschikt om deze herfstdag aangenaam mee te besluiten. Natuurlijk moet daar dan een mooie saus met rode wijn bij.
Deze week schreven een aantal Foodbloggers op Facebook dat er bij de Lidl supermarkten allerlei lekkers te koop zou zijn voor weinig geld; vanillestokjes, noten en allerlei andere bakproducten. Hier in Gemert viel dat wat tegen maar ik kocht er wel een paar mooie potten met Amarenekersen op siroop. Ik ben dol op de bijzondere, licht bittere smaak van deze kersen en gebruik ze dan ook graag om taarten en ander gebak mee te maken, maar ook in een rode wijnsaus geven deze kersen een bijzondere toets.
Als ik rode wijnsaus maak bij haas of ander wild voeg ik meestal een lepeltje appelstroop toe om een zoete toets te krijgen. Vandaag verving ik de appelstroop door wat siroop van de kersen toe te voegen en garneerde ik het vlees met een paar hele kersen.

Ik fileerde de hazenrug en trok van de botjes een pannetje bouillon. Dat fileren is niet zo moeilijk als het klinkt. Snijd met een scherp mes langs de bovenkant van de rug over de lengte voorzichtig tot aan het bot en schuif dan de filets van het bot af.

De filets inwrijven met peper en zout en in geklaarde boter bruin bakken, afhankelijk van het gewicht zijn ze in ongeveer 10 minuten mooi rosé. Bak ze niet helemaal gaar dan wordt het vlees erg droog.

Rodewijnsaus met Amarene kersen;

  • 1 kop bouillon
  • 1 kop rode wijn ( ik gebruikte een Côtes du Rhône; Chateau Courac, 2011, één van de wijnen die we deze vakantie in Luxemburg kochten)
  • een klein klontje boter
  • 1 zeer fijngehakte sjalot
  • 1 paar takjes tijm
  • 2 theelepeltjes sap van Amarene kersen
  • een paar kleine klontjes ijskoude boter

De sjalot even uitzweten in de boter. Dan de bouillon erbij doen en tot de helft inkoken. De rode wijn erbij en de tijm, en weer reduceren tot de helft. Zeef de saus en voeg het kersensap toe en een paar kersen. Nog even doorwarmen en snel opdienen met de hazenfilets.
De saus was, mede door de sterk gegeleerde bouillon, mooi stroperig. Heb je minder gelatineuse bouillon, klop er dan vlak voor het opdienen een paar piepkleine klontjes ijskoude boter door.

Wij aten er gegrilde witlof bij en wat aardappelpuree.

En een kopjes espresso toe! Heerlijk Herfst!

© ellen.

 

Makreel in pittige saus…

makreel in pittige saus

Het kwam zo: Walter en Harm gingen uit vissen. Op de Waddenzee. Het hoe en waarom was me niet geheel duidelijk. Of het nu hun jaarlijks uitstapje was, of dat ze het vaker deden? Ze hebben het me beslist verteld, maar ik onthoud niet alles. Evengoed, na een welbestede dag kwamen de mannen terug met een voorraad makrelen. Kakelvers! We kregen er een aantal toegeschoven.

Ik dacht meteen: dat wordt makreel pepesan. Ik zocht dan ook naarstig in de archieven van het Ministerie, maar kon niets bevredigends vinden. Ik had die pepesan ooit gemaakt, naar receptuur van Maja en haar Molukse schoonmoeder, maar kennelijk kwam het er toen niet van om een en ander te beschrijven. Uiteindelijk heb ik dan maar wat recepten door elkaar gehusseld, ik had ook rekening te houden met wat ik nog in huis had. De meer ingewikkelde Indonesische ingrediënten zijn in ons dorpje niet te krijgen en er was geen mogelijkheid om nog even te shoppen in de Grote Stad. Het uiteindelijk resultaat was evenwel alleszins bevredigend. Ik maakte de vissen zo:

  • 4 kleine makrelen,
  • 1 kleine ui,
  • 4 sjalotjes,
  • 2 verse rode pepers,
  • 3 tenen knoflook,
  • 5 cm. verse gember,
  • sap van een halve limoen,
  • 1 theelepel kunyit ( kurkuma, geelwortel),
  • scheutje olie,
  • zout.

Maak de makrelen schoon, spoel ze goed af en dep ze droog met wat keukenpapier. Ontdoe de pepers van zaad en zaadlijsten en snijd ze fijn. Rasp de gember grof en snijd ui, sjalotten en knoflook grof. Doe alles in de keukenmachine, samen met de kunyit en het limoensap. Maal de ingrediënten tot een pasteuse, niet helemaal gladde pap, er mag nog wat structuur in zitten. Verwarm de oven voor op 200 graden. Wrijf de bodem van een ovenschaal in met wat olie. Leg de vissen hierop. Vul de vissen met een flinke schep van het mengsel en bestrijk ze met de rest. Zet de schaal in het midden van de oven en laat het geheel voor tien minuten gaan bij 200 graden, zodat de ingrediënten van de saus beginnen te garen. Daarna nog twintig minuten bij 160 graden en je makreel is klaar.

  • Je zou in het voorproces de ui, sjalot en knoflook even kunnen aanbakken, maar bij deze manier van bereiding is dat niet nodig, het gaart toch wel en de smaak van de ui en sjalot is verrassend.
  • De kenner zag het allang, dit is géén pepesan. In die klassieker hoort onder andere kemieri, veel meer lombok (peper) en zo nog een en ander.
  • Wil je dit gerecht, met deze ingrediënten, nog wat pittiger hebben, gebruik dan ook de zaadjes van de verse pepers.
  • Een volgende keer zal ik iets meer ui en peper gebruiken, ik kwam nu nét iets massa tekort.

Al met al een eenvoudig gerecht. Het smaakte ons prima. We aten er witte rijst bij en Ellen maakte vliegensvlug een frisse komkommersalade.

© paul

Eenvoudige karbonade in uienroomsaus…

DSC_0041

Ik weet niet wat jij ervan vindt, maar ik prefereer een lapje varken boven een lapje rund. En uiteindelijk zal ik kiezen voor een karbonaatje boven de luxere delen van het varken. Een schouderkarbonade wel te verstaan.

Een eenvoudig lapje vlees, een eenvoudige bereiding. We beschreven het hier al vaak, we doen het nog maar eens. En altijd zeggen we erbij: zorg wel dat je vlees van blije varkens komt. Wij betrekken ons vlees van de Sumiran boerderij.  Biologisch, dus diervriendelijk geproduceerd en kwa smaak topkwaliteit.

  • 2 karbonades,
  • 1 ui, in ringen gesneden,
  • 2 tenen knoflook, gehakt,
  • flinke lik mosterd,
  • olijfolie,
  • peper en zout uit de molen,
  • 1 glas witte wijn,
  • scheut room.

Wrijf het vlees in met peper en zout en smeer er flink mosterd over. Doe olie in een braadpan en bak het vlees aan twee kanten bruin. Laat in een andere pan de ui en de knoflook bakken tot ze glazig worden. Neem het vlees uit de braadpan en zet het even weg. Schenk de witte wijn in de braadpan, breng aan de kook en roer dan de aanbaksels op de boden los (de mosterd laat bij het bakken een en ander achter). Schud de uien in de braadpan en leg het vlees er weer in. Deksel op de pan en op een zacht vuurtje laten stoven. Na een goed uur is het vlees klaar, maar ik laat het doorgaans langer gaan. Het wordt zo mals als boter. Let er wel op dat er voldoende vocht in je pan blijft. Indien nodig aanvullen met een scheutje water. Wanneer je bepaald dat je vlees klaar is neem je het uit de pan en legt het op een voorverwarmde schaal. Dek het eventueel af met aluminiumfolie. Kook de uiensaus op een hoog vuur op en giet er de room bij. Laat de saus inkoken tot je de consistentie hebt die je je wenst. Giet wat saus over het vlees en de rest in een kom en dien op.

We aten er aardappelpuree bij en gesmoorde venkel.

© paul

Parelhoen, gestoofd in groentesaus…

DSC_0006

In de Volkskrant van woensdag schreef Onno Kleyn een verhaaltje over paprika’s en pepers. Uiteindelijk mondde de geschiedenis uit in de beschrijving van een recept. Poulet basquaise heet het en het is een klassieker. In het uiteindelijk gerecht dienen de kleuren van de Baskische vlag terug te keren. Het rood van paprika, het groen van paprika en het wit van ui. Wel paste Kleyn het recept aan; hij gebruikte kwartel in plaats van kip, voegde spekjes toe en liet de tomaat weg.

Wat een goed idee dacht ik, rommelen met een klassieker is altijd leuk. Laat ik zien wat ik ervan kan maken met wat ik zoal in huis heb. Enfin, het is dan uiteindelijk iets geheel anders geworden. Anders, maar wel smakelijk. Indien je het recept min of meer origineel wilt maken, kijk dan op de website van Onno Kleyn. Ik beschrijf hier wat ik vanavond kookte. Het gerecht voldoet voor twee personen.

  • 2 parelhoenpoten,
  • 1 groene paprika in reepjes,
  • 1 ui in halve ringen,
  • 2 tenen knoflook, gehakt,
  • 2 tomaten in achten gedeeld,
  • 1 tak tijm,
  • scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • zwarte peper uit de molen,
  • zout.

Wrijf de poten in met peper en zout. Bak ze dan in een stoofpan aan tot ze mooi bruin worden. Voeg de paprika, ui, knoflook en tijm toe en laat het geheel op een halfhoog vuur een goede vijf minuten doorbakken. Doe er nu de tomaat en een scheut bouillon bij en laat het geheel stoven op een laag vuurtje. Na 45 minuten zijn de poten gaar en is de saus klaar. Breng op smaak met peper en zout. Klaar!

  • Zoals je ziet is het iets geheel anders geworden dan het gerecht van Kleyn.
  • Na de vijfentwintig minuten die Kleyn geeft waren de poten gewoonweg niet gaar (oude vogels?). Noodgedwongen verlengde ik de gaartijd.
  • Aangezien ik nogal wat vocht gebruikte stoofden de groenten tot een dikke saus. Heerlijk geurend en prima van smaak, maar nog weinig rood-wit-groen.

Evengoed een prima hoofdgerecht. Gekookte aardappeltjes erbij (ratten!) maakten een prima combinatie. Volgende keer laat ik de aardappelen meestoven in de saus.

Trek een fles Côtes du Rhône open, besluit Onno Kleyn zijn artikel. Wij hielden het bij een glas Pays d’Oc. Ook best.

Espresso en een glas armagnac toe.

© paul

 

Ravioli in tomatensaus met spek en salie…

ravioli in tomatensaus met spek

Een goede week geleden schreef Ellen over de zelfgemaakte ravioli, gevuld met spinazie en ricotta. Er ging een saus bij met gorgonzolakaas.

Nu heeft het weinig zin om één maaltje ravioli te draaien. Het kan wél, maar het is handiger om een aantal porties tegelijk te maken. Je kunt het spul prima invriezen, verpakt tussen laagjes folie of bakpapier. De ravioli behouden beslist hun smaak. We hebben altijd wat ravioli op voorraad.

Zo kwam het dus dat we gisteren voor een snelle maaltijd uit eigen vriezer konden putten. De overweging was even om er weer gorgonzolasaus bij te maken; gul, zacht en romig. Ellen besloot evenwel om vanwege de bloedhete buitentemperatuur een lichtere saus te maken. Met tomaten en spek en salie.

  • 50 gram spek,
  • 1 sjalot,
  • 1 teen knoflook,
  • 6 blaadjes salie,
  • 1 rijpe tomaat,
  • scheut witte wijn,
  • eventueel wat olijfolie,
  • peper en zout.

Snijdt het spek in dobbelsteentjes. Bak ze uit in een ruime koekenpan (eventueel met wat olijfolie, afhankelijk van hoe vet of mager het spek is). Doe de gesnipperde sjalot erbij. Wanneer die glazig begint te worden gaat de salie in de pan en de fijn gesneden tomaat. Een flinke scheut witte wijn bij de massa en laat vervolgens de saus even stoven. Afmaken met peper en zout. Wanneer je besluit dat je saus goed is stort je er de gekookte ravioli bij. Even doorstoven en dan heet opdien.

De temperaturen liepen deze septemberherfstdag in ons zuiden op tot boven de dertig graden. Alle reden om de saus vloeibaar, dun en licht te houden. Voor meer winterse kost laat je de saus op een middelhoog vuur indikken.

© paul

 

Wortelpuree, maar anders…

wortelpuree

We kwamen thuis van vakantie en vonden op de berg kranten en poststukken maar liefst drie briefjes van KPN/TNT (Tante Post voor intimi…). Het Kind had ze als prioriteit voor ons gesorteerd en boven op de stapel gelegd. De briefjes lieten ons weten dat er op diverse adressen in onze buurt pakketjes lagen te wachten op onze thuiskomst. ( De Post doet dat tegenwoordig, je spullen afgeven, ergens in de buurt, wanneer je er even niet bent. Ik vind dat prima. Het bevordert impliciet het noodzakelijk contact met je buurtjes en je hebt snel je spullen ter beschikking.)

Twee van de pakketten bevatten onderwijs gerelateerde uitgaven, bestemd voor Ellen d’r bibliotheek. Het andere poststuk was afkomstig van Uitgeverij Van Dishoeck. Eindelijk weer eens een kookboek! En ach, het gebeurt wel vaker dat uitgeverijen belang stellen in de mening van het Ministerie. Dus sturen ze ons hun nieuwste uitgaven op gastronomisch gebied. En of het Ministerie er dan ook iets aardigs over wil schrijven…

We schrijven er heus wel over, zie de rubriek Lezen en Eten. Maar alleen schrijven we erover wanneer het gebodene ons ook aanstaat. Al in de oertijd van deze website besloten we de slechte zaken simpelweg dood te zwijgen (een enkele uitzondering daargelaten). Wijnen, restaurants, winkelketens, groot- of kleingrutters, bieren of kookboeken. We zullen ze prijzen indien de geboden waar het waard is. En anders hoor je er hier niets over. Met al de foute rommel die we ook tegenkomen zouden we wel drie websites kunnen vullen. We hebben daar geen zin in en ook de ons beschikbare tijd is niet toereikend…

Enfin, Van Dishoeck stuurde ons een kookboek. Simple Pleasures van de Nieuw-Zeelandse auteur Annabel Langbein. Je zou haar kunnen kennen, lezer. Haar televisie kookrubriek wordt regelmatig uitgezonden op de zender 24Kitchen. Ze heeft overigens een goede twintig kookboeken op haar naam staan, dat is niet niks.

Deze uitgave ziet er verzorgd uit. Mooi drukwerk, suggestieve plaatjes. Niet allen worden de gerechten uiterst smakelijk op foto getoond, ook is er plaats voor human interest; Annabel in de moestuin (met aarde onder haar vingernagels), Annabel schenkt de gasten wijn, soep, cocktails, Annabel schikt de tafels. Allemaal niks mis mee…

Het is alleen niet zo mijn keuken, bedacht ik.  Dat zegt overigens niet zo veel over Annabel, het zegt meer over mij. Ik ga het nu niet allemaal uitleggen, dat komt misschien nog wel, later.

Ellen evenwel is overtuigd van dit boek. Aan haar dan ook de eer om er een mooi artikel over te schrijven. En om mijn echtgenote een weinig te plezieren en niet direct de zeikerd uit te hangen koos ik voor de avonddis een gerecht uit dat boek van Annabel.  En eerlijk is eerlijk, het smaakte ons prima en de bereiding voldeed aan mijn culinaire beperkingen. Wortelpuree, maar dan anders

  • 5 middelgrote wortelen (500 gram),
  • 2 eetlepels olijfolie,
  • 2 tenen knoflook,
  • 2 theelepels komijnzaad,
  • 75 gram feta kaas,
  • 60 ml citroensap,
  • 2 theelepels vloeibare honing,
  • 2 eetlepels gehakte dragon,
  • Zouten peper uit de molen.

Schil de wortelen en hak ze grof in stukken. Kook ze met een beetje zout tot ze zacht zijn. Giet ze af en laat ze uitlekken.

In een grote koekenpan verhit je de olie. Bak daarin de fijngehakte knoflook en de komijnzaadjes op een middelmatig vuur tot het begint te geuren (laat de knof niet verbranden!).

Doe knof en komijn samen met de verbrokkelde feta, honing, kruiden, citroensap en uitgelekte wortel in de keukenmachine. Snuif zout erbij en een paar flinke draaien met de pepermolen. Hak alles fijn en breng het op smaak. Klaar! Het gerecht vergt al met al een goede tien minuten van je kostbare tijd. Vooruit dan, erbij vijf minuten voorbereiding…

  • Mevrouw Annabel rept er niet over, maar mijn smaak zegt me dat ik de volgende keer op een of andere manier extra peper toevoeg.  Misschien biber, misschien  harissa ? Het mag in ieder geval gerust pittiger…
  • Ellen opperde dat de smaak ook versterk zou kunnen worden met een paar reepjes ingelegde ansjovis.
  • In de plaats van dragon kun  je ook peterselie of munt gebruiken. Misschien zelfs koriander.
  • Je kunt het gerecht maken, ruim voordat je het gaat gebruiken.
  • Het gerecht diende als bijspijs bij onze maaltijd, het groentegerecht.
  • Bij het opdienen wordt geadviseerd om wat hele goede olijfolie over het gerecht te sprenkelen.  Misschien ook wat geroosterde komijnzaadjes…
  • Te gebruiken als bijgerecht bij geroosterd vlees, als dipsaus, als groentegerecht.
  • Ere wie ere toekomt: heerlijk, Mevrouw Langbein!

We aten er een mooi stuk kortgebakken varkensvlees bij. En een paar sneden knapperig stokbrood. Geweldige maaltijd! We hielden evenwel een schaaltje over. Prima dipsaus om mee te nemen naar het Café van Meester Jan, morgen…

© paul

Over warm weer en koude asperges met dragonmayonaise…

asperges met ei en dragonsaus
Ik weet niet hoe het elders in Nederland is, maar hier in het Zuiden was het gisteren heet, broeiend heet. Mijn dag begon goed, ik wandelde vroeg in de morgen naar de bushalte, prima temperatuur, dus witte broek, slippers, géén jas… Al onderweg werd mij duidelijk dat de weersomstandigheden toch anders werden dan ik voorzien had. De eerste knallende bliksembui begon bij Lieshout en tegen de tijd dat ik bij het Terrein van de Technische Universiteit Eindhoven uit de bus stapte kwam het water met knallende bliksembakken uit de lucht. Gelukkig had ik in mijn tas een pakje met een plastic poncho. Een reclameding dat ik van onze conciërge Jan gekregen had… Ik hulde mij dus in de verknipte plastic zak en prees me gelukkig dat ik toch iets had om me enigszins droog te houden. Ik kwam al glibberend op mijn slippers, volkomen onder de modder aan op mijn werk. Brrr. Na de bui werd het overigens gewoon onmiddellijk weer broeiend heet… Geen dag om veel kookinspiratie op te doen dus.
Toen ik om zes uur thuis kwam was alles in diepe rust. Hond Max deed één oog open en kwispelde wat flauw. Hij wordt oud en kan niet meer tegen de warmte. Paul sliep nog. Hij werkt deze week s’ nachts en moet dus overdag slapen… Normaal staat Paul rond half vijf in de middag op dus was het duidelijk dat ook hij moeite had om te slapen bij deze temperaturen. Nog maar even laten doorslapen dacht ik. Maar wat te doen met het eten?

Na een tijdje een beetje apathisch in een stoel gehangen te hebben begon ik toch wel trek te krijgen… en er waren mooie verse asperges… geschild en al… *)
Ik besloot Paul te laten slapen tot hij uitgerust was en alvast een maaltijd te maken die op het gewenste moment genuttigd kon worden; een salade van lauwwarme asperges met dragonmayonaise. Daarbij een aardappelsalade en een stukje op de huid gebakken zalm. Prima eten, je kunt het grootste deel van tevoren bereiden. Weinig warmte in de keuken en toch snel en smakelijk.

  • 1 kilo asperges, geschild en niet al te gaar gekookt. Uit het kookvocht scheppen en uit laten lekken. Serveer ze niet recht uit de koelkast. Echt oud is niet lekker. Een beetje lauwwarm is prima.

erbij dragonmayonaise gemaakt van:

  • drie eidooiers
  • zonnebloemolie
  • 1 theelepel mosterd
  • citroensap
  • zout en peper
  • 1 koffielepel verse gehakte dragon
  • 1 eetlepel kappertjes

 

  • wat geraspte schil van een  (liefst onbespoten) sinaasappel
  • 2 hard gekookte eieren, gepeld en fijngehakt

Maak een mooie zalvige mayonaise en voeg op het laatst de dragon, een deel van de kappertjes en één van de fijngehakte eieren toe. Schik de asperges op een mooie schaal en schik het fijngehakte ei in een cirkel op de asperges. Strooi er wat sinaasappelrasp over en de rest van de  kappertjes. Serveer de dragonmayonaise in een schaaltje apart.

Erbij gewoon gekookte aardappeltjes en een stukje zalm, op de huid gebakken.

gebakken zalm

Prima maaltijd voor warm, broeierig weer.

Kopje espresso toe!
*) de asperges kregen we van onze buren. Ze maakten deel uit van een mooi dank-je-wel-pakket. Prachtig, alles in het wit, asperges, mijn lievelingsbloemen Lathyrus, een mooi dienblad, soesjes, wijn, een borrel en zelfs een kluif voor Hond Max. Leuk te zien  hoe je zelf met een beetje moeite een mooi persoonlijk cadeau kunt samenstellen!

© ellen.