Het recept voor veertig liter soep. Ik denk niet dat er veel lezers op zoek
zijn naar zo’n recept, veertig liter soep koken is voor de meeste mensen geen
alledaagse bezigheid.
Toch schrijf ik mijn bevindingen hier op. Voor mezelf,
als curiositeit, of voor je-weet-nooit-wanneer-het-nog-eens…
Uitgangspunt was de enorme pan die De Jongste Bediende even mocht lenen;
inhoud vijftig liter. Een mooie roestvrijstalen pan met een goede dikke
bodem.
Die pan was veel groter dan ik gedacht had, niet meer te tillen met
inhoud bedacht ik. Dus besloten we de soep ter plaatse te maken, in het nieuwe
huis, aan de Witte Brug.
De ingrediënten:
1 kilo kalfsschenkels
1 kilo ossenstaart
1 kilo
speklappen in stukjes gesneden
500 gram varkensribbetjes
2 grote gerookte
Ardenner worsten
1 kilo Portugese ogenboontjes
1 kilo ingevroren groene
bonen
6 literblikken witte bonen
3 uien, (1 in de bouillon, 2 twee in
fijne stukjes gesneden)
5 zakken prei (uit eigen tuin, gewassen, gesneden en
diepgevroren)
16 bouillonblokjes
4 struiken bleekselderij
1 kilo
sperzieboontjes in stukjes gesneden
1 bos peterselie, 1 bos selderij, 6
blaadjes laurier, 1 eetlepel gemalen witte peper, 3 eetlepels gedroogde oregano,
een tak verse rozemarijn, 4 teentjes knoflook
De avond vooraf maakte ik thuis een sterke bouillon in onze eigen grootste
soeppan.
1 kilo kalfsschenkels, 1 kilo ossenstaart, wat varkensribbetjes, een flinke
ui, wat laurier, peper, en bos selderij en een bos peterselie.
Het vlees in
de pan en afvullen met koud water. Langzaam aan de kook brengen en afschuimen
tot het vocht helder is. Dan de ui en kruiden erbij en de bouillon langzaam op
een zacht vuurtje laten trekken.
De ogenboontjes een nacht in ruim (koud)
water laten weken.
De volgende ochtend heb ik het het vlees uit de pan geschept en de bouillon
door een puntzeef gegoten. Het vlees ontdaan van vellen en drellen en in stukjes
gesneden.
De ogenboontjes afgegoten en met ruim koud water aan de kook
gebracht. Ze moeten ongeveer 1 1/2 uur koken. Zout mag er pas bij als ze gaar
zijn, anders worden de boontjes taai.
Daarna brachten we alle ingredienten naar het nieuwe huis. De gezeefde
bouillon ging als eerste in de grote pan. Daarna de ogenboontjes met
kookvocht.
Vervolgens de ui, knoflook, kruiden, bouillonblokjes en de helft
van de prei.
Dan de verse groenten. Eerst de sperzieboontjes, dan de
bleekselderij, de rest van de prei en tot slot de uitgelekte witte bonen.
Ten slotte de Ardenner worsten in kleine stukjes gesneden en nog even mee
laten trekken in de soep. Als alle smaken vermengd zijn, proeven, misschien nog
wat zout of peper. De rest van de prei en voor een mooie groene toets nog wat
peterselie en selderij erbij gedaan.
Roeren ging nog net, maar de soep uitscheppen was niet zo simpel. De afstand
tussen de afzuigkap en de pan was te klein om, zonder je armen te verbranden, te
kunnen scheppen. We bedachten een simpele oplossing; de pan werd met vereende
krachten van het vuur getild en op een krat geplaatst!
Natuurlijk was deze soep alleen niet genoeg om de magen van de hongerige
verhuizers te stillen. De moeder van Marleen smeerde ook nog eens 200 broodjes
en belegde ze met ham (gekookte en gerookte), worst en kaas.
We sneden 4 grote stokbroden in dunne sneetjes en ik maakte daarbij
kruidenboter.
Verschillende mensen vroegen mij het recept van de kruidenboter op dit weblog
te schrijven. Zo lekker! Het geheim is simpel; gebruik goede boter, gebruik géén
voorgedroogde kruidenmengsels maar verse kruiden!
500 gram goede biologische boter, 1 bos verse platte peterselie en een bosje
bieslook uit eigen tuin, 3 á 4 tenen verse knoflook, beetje peper en zeezout uit
de molen. Hak de kruiden samen met de knoflook zeer fijn en werk dat mengsel,
met een beetje peper en zout door de boter.
© ellen.