Stekjes van de salie (salvia officinalis)…

Stekjes van de salie...

De chefkok van Bistrot an der Ho, nabij ons optrekje in Luxemburg, zat te miepen over de kwaliteit van zijn salie. En ja, het was ook een schamel plantje dat daar op zijn terras stond te kwijnen. Weinig geur, weinig smaak en een belabberd voorkomen.

Ik wees hem dan op een plant die weelderig in het blad zat en uit zijn krachten stond te groeien, een goede vijftig meter van zijn bedoening. De plant stond iets verscholen achter de oude gele Castle-stacaravan, die ons tot onderkomen diende in lang vervlogen tijden. Helmuth had de plant al wel zien staan, maar ervan geplukt had hij nog niet. Is ie echt goed? vroeg hij me. En ik dacht: ja man, jij bent hier de chef, probeer het dan uit… Maar ik zei: Ja Helmuth, hij is echt goed, en ik kan het weten want we hebben hem zelf geplant, een goede achttien jaar geleden.

En ik meende het ook: het was een fantastische salieplant. Robuust van voorkomen en volop in het blad. Sterk geurend ook, want barstensvol etherische olie. Als de tijd daar was bloeide hij overdadig met prachtige lipvormige paarse bloemen. We kregen de plant als uit de kluit gewassen stek van een bejaarde Italiaanse Heer. (Zie artikelverwijzing onderaan de pagina.)

Of Helmuth intussen van de plant heeft geplukt weet ik niet, want onze conversatie over de salie vond plaats op de vooravond van ons vertrek, fin de vacance. En de dag daarna heb ik Helmuth niet meer gezien. Wel weet ik dat de plant binnenkort het loodje zal leggen. De oude gele Castle wordt gesloopt en de salie staat dermate dicht tegen het gevaarte dat hij het niet zal overleven. Ik ken de slopers: die hebben geen groene vingertjes, écht niet…

Dus sneed ik ‘s ochtends, vlak voor het vertrek, een tiental stekken van de plant. Ik verpakte ze in nat keukenpapier en draaide er nog wat keukenfolie omheen. Daarna verdwenen ze in de electrische koelbox die al zoveel diensten bewees tijdens verzengende autoritten. Thuis verplaatste ik de stekjes dan onmiddellijk naar de buitenkoelkast… Om ze vervolgens te vergeten!

Na een dag of tien vond ik ze terug, helemaal verstopt, verborgen achter potten Rotwurst, flessen Bouillabaisse en (niet meer zo) verse pasta. Gelukkig had ik (bij thuiskomst) het plastic voor een deel verwijderd, anders had je het nu wel kunnen schudden. Het vochtige keukenpapier had de stekken uiteindelijk behoedt voor uitdroging, maar het hing wel allemaal wat slapjes.

Ik ben ze dan toch maar gaan oppotten. Overtollige bladjes werden afgescheurd en daarna kregen de stekjes een behandeling met stekpoeder. De bedoeling is dat er wortelontwikkeling plaats vindt op de plaatsen waar de stek wondjes heeft door het afscheuren. Het stekpoeder van Marleen helpt bij de ontwikkeling.

De foto van de stekjes is alweer enige dagen oud, ze zien er daar wat verwaaid uit. Intussen echter staan de blaadjes van de stekken in het gareel, het ziet ernaar uit dat de late zomerstekken wel degelijk nieuwe planten op gaan leveren.

Ik schat dat we zelf drie stekken kunnen plaatsen, en één is gereserveerd voor Helmuth. Van de rest komen we gemakkelijk af: wie het eerst oogst, die het eerst maalt…

Ik houd je op de hoogte…

Lees ook: De salie van een Italiaanse Heer…

© paul

Ravioli in tomatensaus met spek en salie…

ravioli in tomatensaus met spek

Een goede week geleden schreef Ellen over de zelfgemaakte ravioli, gevuld met spinazie en ricotta. Er ging een saus bij met gorgonzolakaas.

Nu heeft het weinig zin om één maaltje ravioli te draaien. Het kan wél, maar het is handiger om een aantal porties tegelijk te maken. Je kunt het spul prima invriezen, verpakt tussen laagjes folie of bakpapier. De ravioli behouden beslist hun smaak. We hebben altijd wat ravioli op voorraad.

Zo kwam het dus dat we gisteren voor een snelle maaltijd uit eigen vriezer konden putten. De overweging was even om er weer gorgonzolasaus bij te maken; gul, zacht en romig. Ellen besloot evenwel om vanwege de bloedhete buitentemperatuur een lichtere saus te maken. Met tomaten en spek en salie.

  • 50 gram spek,
  • 1 sjalot,
  • 1 teen knoflook,
  • 6 blaadjes salie,
  • 1 rijpe tomaat,
  • scheut witte wijn,
  • eventueel wat olijfolie,
  • peper en zout.

Snijdt het spek in dobbelsteentjes. Bak ze uit in een ruime koekenpan (eventueel met wat olijfolie, afhankelijk van hoe vet of mager het spek is). Doe de gesnipperde sjalot erbij. Wanneer die glazig begint te worden gaat de salie in de pan en de fijn gesneden tomaat. Een flinke scheut witte wijn bij de massa en laat vervolgens de saus even stoven. Afmaken met peper en zout. Wanneer je besluit dat je saus goed is stort je er de gekookte ravioli bij. Even doorstoven en dan heet opdien.

De temperaturen liepen deze septemberherfstdag in ons zuiden op tot boven de dertig graden. Alle reden om de saus vloeibaar, dun en licht te houden. Voor meer winterse kost laat je de saus op een middelhoog vuur indikken.

© paul

 

Stoofpotje van kleine uitjes met salie en bouillon…

  • gestoofde uitjes met salie

Ze zijn er maar héél af en toe, die kleine, verse, zilveruitjes. Je vind ze niet bij de Grootgrutter in het schap, maar op de markt heb je meer kans. Lekker zijn ze, en te gebruiken op allerlei manieren. Het is alleen een beetje gefriemel om al die schilletjes van de toch al piepkleine uitjes af te pellen. Paul zocht vandaag op internet en in onze kookboeken en vond een goede methode;
‘leg de uitjes even in warm water en ze pellen een stuk makkelijker”. Sommigen blancheren de uitjes, sommige recepten schrijven alleen ‘even in het warme water’. 10 minuten in heet water was voor ons vandaag een goede oplossing. De uitjes pelden na deze behandeling prima. ( wij keken elkaar snotterend en betraand aan en concludeerden dat we goeie uitjes gekocht hadden!)

De rest is simpel; je kunt ze stoven, meestoven, bakken, grillen, gratineren, als die velletjes er maar eenmaal vanaf zijn…

gestoofde kleine uitjes:

  • 500 gram verse zilveruitjes: gepeld of geschild, noem het hoe je wilt
  • een flinke lepel boter (ik gebruikte tomatenboter, die was nog over van Het Feestje, (boter met tomatenpuree, zout en citroenrasp)
  • citroensap
  • peper en grof zout
  • bouillon
  • 8 blaadjes salie
Verwarm de boter en leg de uitjes erin. Schep om en om en laat ze zachtjes kleuren, niet bruinen. Voeg de salieblaadjes erbij en peper en zout. Schep nog eens om en giet er een flinke lepel bouillon bij. Deksel op de pan en laat dan de uitjes rustig, op een zacht vuurtje, ongeveer 20 minuten stoven. Voeg eventueel nog wat bouillon toe. Haal als de uitjes bijna gaar zijn, de deksel van de pan en laat de saus wat indikken. Voeg helemaal op het laatst nog wat verse salie toe voor de decoratie.
Wij aten er aardappelpuree bij en een kalfskarbonade én, zomaar op een mooie herfstige donderdag een glas Santeney Beauregard, Premier Cru. Soms moet je jezelf eens verwennen…
Kopje espresso toe!
© ellen.

 

Gefrituurde salieblaadjes…

gefrituurde salie

Wij hebben achter onze caravan een prachtige salieplant, echte Italiaanse salie! We kregen de plant zo’n 10 jaar geleden van de toenmalige buurman van de camping, een Italiaan van geboorte. Paul schreef er al eens over op dit weblog. De plant groeit en bloeit nog steeds weelderig en vandaag bedacht ik maar weer eens ‘Muizen’ te maken. Je hebt er mooie aromatische salieblaadjes voor nodig. Onbespoten en vers geplukt, liefst met het steeltje eraan. De blaadjes worden in deeg gedompeld en daarna gefrituurd in hete olie. De vorm lijkt dan een beetje op een muisje, van daar dat deze gefrituurde blaadjes in Italie ook wel Muisjes genoemd worden.

Je eet de gefrituurde blaadjes als voorgerecht of borrelhapje.

Voor ongeveer 20 salieblaadjes:

  • 150 gram gezeefde bloem
  • 1 groot ei, dooier en eiwit gesplitst
  • wat zout
  • ijskoud bronwater
  • een scheut witte wijn
  • olie om in te frituren (zonnenbloem- of arachideolie)

Meng bloem en zout en de eidooier in een schaal. Voeg dan een scheut witte wijn toe en roer goed. Voeg bronwater toe en klop tot je een dik beslag krijgt. De consistentie moet ongeveer zijn als die van créme fraiche. Zet de schaal zeker 30 minuten in de koelkast. Klop dan het eiwit stijf en schep dit voorzichtig door het beslag. Verwarm intussen de olie in een frituurpan, (de olie moet zo heet zijn dat een korstje brood in een minuut mooi goudbruin kleurt).

Pluk de salie (mét steeltje!) en poets de blaadjes schoon. Haal ze door het beslag zodat ze helemaal bedekt zijn en bak ze in de hete olie aan alle kanten goudbruin. Schep ze met een schuimspaan uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken. Bedenk dat de eerste vijf exemplaren er altijd een beetje raar uitzien. Maar heb je eenmaal grip op het procedee dan worden ze vanzelf prachtig.

Serveer de ‘Muizen’ warm bij een aperitief of als voorgerecht met wat tomatensalade.

gefrituurde salie

En dat buitenfornuisje is een echte uitkomst op de camping!

© ellen.