De bijen van Antoon…

Deze of gene wil nog wel eens een potje honing achter laten op het Ministerie. En wij weten dat te waarderen. Suiker wordt in ons huishouden zelden gebruikt, maar voor goede honing komen we ons bed uit. We gebruiken honing bij het bakken van taarten, of in het deeg voor koekjes, bij het stoven van vruchten en bij de bereiding van een mooi stuk vlees. Soms als toetje en soms gewoon sec op de boterham…

Het merendeel van onze honing betrekken we via Marleen en de Jongste Bediende. (Nou ja, betrekken… “Zij schenken” is een betere aanduiding, want de transacties vinden altijd plaats met gesloten knip.) Marleen op haar beurt haalt de honing in Noord-Limburg. Haar broer houdt daar domicilie. Hij is naast nog een aantal andere agrarische aktiviteiten ook imker.

Gisterenavond kwam ze even langs. En de boodschap die Marleen bracht was niet mis. Broer Antoon was altijd de trotse bezitter van acht bijenvolken, nu restte hem er nog slechts één! Zeven volken uitgestorven, morsdood, vernietigd.

Oorzaak van die ellende is een klein plantje, mogelijk staat het ook in jou tuin. Het heet Gebroken hartje, maar wordt ook wel Tranend hartje genoemd (Dicentra spectabilis).

Er is geen reden om dat plantje nu direct uit je tuin te verwijderen. In kleine hoeveelheden levert het geen schade op voor de bijen. Het giftig stuifmeel en de giftige pollen gaan op in de massa goed spul. Alleen bij grote concentraties komen bijenvolken in de gevarenzone.

In de buurt van Antoons kasten is een plantenkweker begonnen op grote schaal Gebroken hartje aan te planten, een aantal velden. Natuurlijk, iemand moet dat doen en het is helemaal legaal. En jij wilt in het voorjaar toch je nieuwe plantjes kunnen kopen bij het tuincentrum.

Voor Antoon en zijn bijen is het een hard gelag. Het heeft weinig zin om in de omgeving van zijn woonst nog kasten te zetten. De volken zullen het niet overleven. En hoe het verder moet weet ik niet, ik heb Antoon niet gesproken. Wel vertelde Marleen dat er gefluisterd wordt dat het laatste volk misschien naar ons dorpje wordt verplaatst, misschien wel naar de Witte Brug… Het lijkt me een goed idee.

Moluga, de nepkaviaar…

Eén maal in ons leven proefden we echte Beluga kaviaar; 50 gram per persoon, gekoeld op ijs en gegeten met een benen lepeltje. Het was in het Boheemse kurort Karlsbad (Karlovy Vary). Kwestie van een degelijke Tsjechisch-Russische connectie en een beetje ruilhandel. Het moet in 1985 zijn geweest. We waren straatarm in die tijd, maar men had ervoor gezorgd dat we ons dit konden permiteren. Ellen was er dol op, en ook ik vond de steureitjes heel smakelijk.

Ellen had laatst wat te vieren en ik wilde haar verrassen. Toen ik me tijdens de jacht op een doosje Belugakaviaar echter bewust werd van de prijzen die heden ten dage gelden was het snel uit met de pret. Voor een portie zoals we in Bohemen aten moest ik ruim € 450,- neertellen. Ik heb er dan maar vanaf gezien.

Puur per ongeluk kwam ik een blikje nepkaviaar tegen (of misschien toch niet zo per ongeluk?). Het spul heet Moluga en wordt geproduceerd door een Spaanse delicatessenmaker en het kost een goede € 15,- per 145 gram.

De grondstof bestaat voor 50 % uit Noordzeeharing. De rest is smaakmaker en verdikking. De kleur wordt gevormd door de inkt van inktvis. Qua vorm en kleur lijkt Moluga op echte steurkaviaar. De smaak wijkt af, is wat minder uitgesproken, maar beslist niet beroerd. Het verschil in prijs met echte kaviaar beloopt zo’n € 600,- terwijl het verschil in smaak en kwaliteit veel kleiner is. Het is net zoiets als bij wijnen. Een “Grote Cru” uit Bourgogne mag een paar honderd euro kosten, hij zal het waard zijn. Ik houd het bij de “kleinere” Cru van Ellen. Die kost een goede dertig euro. Het verschil in prijs drink ik er niet aan af.

Enfin, die Moluga is dus nep. Maar hele aardige nep, heel acceptabele nep. Ik toverde uit het doosje ongeveer dertig van die kleine voorgerechtjes. Heel simpel met schijfjes ei en een blokje geroosterd brood. Je kunt het spul ook prima eten met verse zachte kaas, in kleine cupjes, of gewoon “puur” uit het doosje.

Er is intussen een hoop imitatiekaviaar op de markt. Gemaakt van zeewier en gemaakt van allerehande vis. Doorgaans zijn de prijzen redelijk. Ook eitjes van een aantal soorten vis worden aangeboden als imitatiekaviaar; zalm, forel, pollock.

Ik was heel tevreden over de Moluga, Ellen houdt haar twijfels. Overigens wordt de nepkaviaar aangeboden in blikjes die bedrieglijk veel lijken op de verpakking van echte kaviaar. En de afbeelding van die vis doet me denken aan een haring, vermomd als steur…

Schotel met cantharellen…

Champignons kun je het hele jaar door krijgen, ze worden per slot gekweekt. En dat is maar goed ook, want anders zou je door de tijd heen regelmatig verstoken blijven van paddenstoelen. Soms moet je even zoeken naar de passende kwaliteit, je betaalt er meestal ook iets meer voor, maar dan heb je ook wat…

Maar nu aan het eind van de zomer worden er weer volop cantharellen aangeboden. Ze komen uit Midden Europa, later in het jaar uit Canada en de Verenigde Staten.

Bij mijn weten kunnen ze nog steeds niet gekweekt worden, ze komen dus uit het wild. Mits het plukken met overleg gebeurd hoeft het geen schade aan de bestanden op te leveren. In de meeste Cantharellen-landen is de pluk gereguleert met wet- en regelgeving.

Efin, wij kwamen de paddenstoeltjes tegen op de Helmondse zaterdagmarkt. En natuurlijk kochten we een maaltje. We aten ze eenvoudig, gebakken met aardappeltjes, ui en spek. Meer hoeft het niet te zijn, dit smaakt al hemels genoeg.

Ellen maakte een foto, maar daar kan ik nu even niet bij. Ik gebruik dan maar die foto van twee jaar geleden. Ook augustus, ook spek, ui, aardappel en cantharel. Ach, de mens is een gewoontedier…

Gesmoorde venkelknolletjes…

Gisteren maakte ik weer eens venkelknolletjes klaar. Het is zo’n heerlijk gerecht en nog eenvoudig ook. Het recept beschreef ik al eens, dat doe ik nu niet over. Wel heb ik een paar aanvullingen.

Eerst en vooral maakte ik een beginnersfout. De knolletjes worden namelijk in bouillon gestoofd. En mijn bouillon is altijd gezouten. Je moet dus niet tijdens het koken ook nog eens kwistig met de zoutmolen aan de slag. Ik deed dat wel… Jammer, het gerecht werd iets te zout. Opletten geblazen!

Verder schreef ik eerder dat ik de wortelaanzet van de knollen snijd. Intussen gebeurde het me een paar keer dat daarna de knolletjes deels uit elkaar vielen. Tegenwoordig laat ik de wortelaanzet gewoon zitten. De plant blijft heel en het resultaat is toch bevredigend. Je snijd het overtollige er gewoon af op je bord.

We kregen bezoek toen ik aan het koken was. Ik heb de zaak dan maar op een heel laag pitje gezet. De smoortijd werd aanmerkelijk verleng, het resultaat was er niet minder om.

Bessentaartje met boragebloemetjes

taartje met rode bessen en boragebloemen
Het is toch verschrikkelijk beste lezer, nu is het hier eindelijk mooi zomerweer, en bijna iedereen klaagt dat het te héét is… Het is ook nooit goed! En, nou ja, toegegeven, als je móet werken met deze temperaturen is dat niet echt prettig en als je overdag móet slapen omdat je de hele warme nacht gewerkt hebt, is dat nog minder aangenaam. Maar laten we toch maar even genieten van dit prachtige zomerweer… Zo konden we vandaag eindelijk eens echt aan de grote tuintafel genieten van de ‘zaterdagborrel’; Het Kind, Vriend Andy, de Keizer van Monera en vriendin Marleen (de Jongste Bediende was er niet. Hij blaast in Geel (B) de longen uit zijn lijf om de feestvreugde aldaar te verhogen. Het valt niet mee op de suzafoon te blazen bij 35 graden, maar toch, voor een goed doel…)

Wij praatten nog wat na over het fantastische feest bij vriend Jan, haalden diverse vakantie herinneringen op, kletsten en roddelden wat, en dronken daarbij een glas. Zo gaat dat hier op zaterdag…

Toen ik vanmorgen in alle vroegte door de muggen mijn bed uitgeprikt werd bedacht ik het menu voor deze zaterdag;  meloen met plakjes Seranoham, spaghetti Bolognese, een salade van tomaten en mozarella, een taartje toe. Ik maakte vanmorgen alvast een flinke pan Bolognesesaus en een taartje met rode besjes voor het dessert:

Maak deeg van

  • 250 gram bloem
  • 100 gram koude boter
  • 100 gram poedersuiker
  • mespuntje zout
  • 2 eieren

Zeef de bloem op het werkvlak en maak een kuiltje in het midden. Verdeel hierover de in kleine stukjes gesneden boter. Voeg de suiker en het zout toe en daarna de eieren, meng alles goed en schuif er geleidelijk de bloem bij.
Kneed het deeg een paar maal met de palm van je hand goed door. Rol het deeg tot een bal en leg die met folie afgedekt een uurtje in de koelkast.
Rol het deeg dan uit tot een schijf, groot genoeg om bodem én randen van de springvorm te bedekken.
Leg het deeg met behulp van de roller in de ingevette vorm. Druk de randen goed aan en bekleed dan het deeg met bakpapier. Lees hier gerust even over de dingen die hier ook wel eens fout gaan; Eerst dus bakpapier!
Stort op het bakpapier dan iets om het deeg te verzwaren cq op zijn plaats te houden, bijvoorbeeld gedroogde boontjes, knikkers of ,te koop in kookwinkels, aluminium palletten. Ikzelf gebruik hiervoor Portugese gedroogde ogenboontjes. Je kunt ze heel veel keren gebruiken.
taartje met rode bessen en boragebloemen
Bak de taartvorm dan 30 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden.

Laat de taartbodem afkoelen.

  • Voor de vulling gebruikte ik
  • 400 gram besjes,
  • een eetlepel fijne suiker
  • 6 blaadjes gelatine
  • eetlepel fijne suiker
  • 1/2 liter water of half water half vruchtensap (ik gebruikte vandaag Caravan Cevitam Appel/bessen siroop gemengd met water. Extra suiker is dan niet nodig.
  • boragebloemen

Week de blaadjes gelatine vijf minuten in koud water. Verwarm het water/vruchtensap met de suiker. Haal de pan van het vuur en los de geweekte geatine op in de vloeistof. Roer goed tot alles opgelost is. Koel het mengsel zeker 1 1/2 uur.

Was de besjes en verwijder de steeltjes, roer er de suiker door. Schep wat van het gelatinemengsel over de besjes en zet ze in de koelkast. Herhaal dat tot de gelatine bijna opgestijfd is. Schep dan alles op de taartbodem en strijk nog wat van de gelatine over de vulling. Strooi er wat  *) boragebloemen over en zet het taartje nog een half uurtje in de koelkast om verder op te stijven.

* over de boragebloemen later meer. Ze groeien dit jaar in overvloed in onze tuin; goed voor de bijen, eetbaar en mooi als decoratie.

© ellen

 

 

 

3 Monts…

Ik wist dat Jan en Ans op de terugreis van hun Italiëvakantie onze Luxemburgse stek zouden aandoen. We verheugden ons daarop en ik nam me voor wat bijzondere bieren in te kopen. Bijzondere bieren die we zo mogelijk geen van beiden al gedronken hadden, zodat we onze periodieke thuisproeverijen gewoon konden voortzetten tijdens de vakantie.

Ik zag dat bier staan. Op het etiket las ik dat het van de brouwerij St-Sylvestre kwam, een Noord-Franse brouwerij. Een vaag besef kabbelde door mijn brein, ik had al wel eens van die brouwerij gehoord, misschien erover gelezen. Ach, Noord-Frans bier, artisinaal, hoge gisting, ongefilterd, altijd het proberen waard. Dacht ik…

Om toch een beetje beslagen ten ijs te komen zocht ik voor alle zekerheid nog even wat deze of gene liefhebber mogelijk gepubliceerd had op het internet. Na enig doorklikken kwam ik dan terecht bij het Ministerie van Eten en Drinken.

Beduust zat ik naar mijn eigen artikel te staren. Ik had het geschreven naar aanleiding van een thuisproeverij met Vriend Jan. Helemaal vergeten…

Onze conclusie toen:3 Monts van Brasserie de Saint Sylvestre uit St. Sylvestre in Frans Vlaanderen. Traditioneel gebrouwen, hoge gisting, 8,5%, blond. Zeer uitgesproken van smaak. Vol, middelbitter, geen zoet. De smaaktoevoeging hielden we op koreander, de brouwerij zegt er niets over. Forse afdronk. Heel bijzonder.

Onze conclusie nu:Goed geproefd destijds. We dachten er heden ten dage nog net zo over. Misschien hoort er nog een aanvulling bij: het bier is zacht

Bière de Flandre staat er op het etiket. We hebben het dan wel over Frans Vlaanderen.

3 Monts is mondjesmaat ook in Nederland te verkrijgen. Ik schafte mijn fles(sen) in België aan. Ik betaalde voor 70 cl. een goede drie euro.

 

Klevener de Heiligenstein…

Ik was de foto alweer vergeten en ook de betreffende wijn speelt geen rol van betekenis in onze dagelijkse gang van zaken. Terwijl, wanneer ik dan een glas van die Klevener voor mijn neus heb, ik helemaal lyrisch kan worden.

Deze fles duikelde ik een goed jaar geleden op, ergens in Luxemburg. Het is een zeldzaamheid, want je komt de wijn nauwelijks tegen. In het verleden bezochten we het kleine wijngebied van de Klevener enkele keren. Het ligt ten zuiden van Obernai in de Elzas, met als centrum Heiligenstein. En steeds namen we een paar dozen mee naar huis. (En steeds was de wijn veel te snel op…).

Klevener de Heiligenstein is de naam van de druif. Savagnin rose heet de druif officieel. De druif werd volop aangebouwd in de Elzas, maar ook op Duitse bodem, aan de andere kant van het dal van de Bovenrijn. In Duitsland heet de druif Traminer.

In de negentiende eeuw werd de druif verdrongen door de Gewürztraminer en dat is zo gebleven. Slechts het klein gebied rond Heiligenstein verbouwt de Klevener nog. En slechts de wijnen uit dat gebied mogen de AOC aanduiding dragen: Alsace-Klevener de Heiligenstein.

Het is een prachtwijn, die Klevener. Niet zo opdringerig als zijn broertje de Gewürztraminer. Die wil nog wel eens erg nadrukkelijk aanwezig zijn in geur en smaak. Nee, de Klevener is subtiler, ingetogener.

Het geurt naar plantjes, naar citroenen en limoentjes, ook naar appeltjes en een beetje hooi. De smaak is verbazingwekkend vol, fris en een tikje zurig. De wijn fonkelt goudgeel in het glas.

Op de web site van Vins d’Alsace vind je een verhaal over de achtergrond van deze druif en de wijn die daaruit voortspruit.

En kom je die wijn onverhoopt tegen, laat hem niet aan je neus voorbij gaan. Probeer hem uit en ontdek het plezier dat wij beleven aan de Klevener. Iedere keer weer…

Mosterdaardappelpuree…

Het fabeltje dat het altijd moeilijk moet zijn met de kokerij op het Ministerie kan elke trouwe lezer onmiddellijk ontzenuwen. Het is gewoonweg niet waar. Dat het goed moet zijn, dát is een waarheid als een koe…

Neem nou bovenstaand gerecht. Eenvoudiger is nauwelijks mogelijk. En iets lekkerders vind je ook niet snel. Je reinste troost-eten. Je hebt nodig goede aardappelen, goede boter en een flinke lik (of twee) goede mosterd. Dat is alles, mits de kwaliteit van je producten maar goed is!

Kook de aardappelen (met zout) tot ze gaar zijn. Knijp ze door de pureeknijper. Verdeel de klont boter in vlokken en strooi die over de massa. Voeg een flinke lik mosterd toe (in mijn geval twee, kwestie van smaak). Roer nu de massa voorzichtig om, je wilt je puree luchtig houden. Stort de massa in een schaal en je gerecht is klaar. Zo eenvoudig is dat.

Erbij zou je in wijn gestoofde uien kunnen serveren. Vlees erbij kan, het is evenwel niet noodzakelijk. Man-o-man, wat een maaltijd…

 

Primeur: onze eerste mosseltjes…

Toen wij onze culinaire ontdekkingsreis begonnen, in de pre-historie van ons samenzijn, gold het credo: mosselen eet je wanneer de “R” in de maand zit!

Door anders te kweken en moderne productiemethoden te bezigen is dat standpunt allang achterhaald. Eind juli, begin augustus zijn de “nieuwe” mosselen volop te krijgen. Zo zit dat!

Ik ben alweer enige nachten aan de gang voor mijn broodheer, Ellen heeft nog vakantie. Ze besteedt haar tijd nuttig met het schilderen van de badkamer. De muren getext in een warm roze, het houtwerk gelakt in een afgezwakt rood. Het ziet er heel mediterraan uit; fris en warm tegelijk…

Ik sliep overdag slecht. De atmosfeer was broeierig en er kwam een hoop geluidsvervuiling mijn kamertje binnen gedreven. Ik werd om de haverklap wakker. Toen ik om een uur of zes eindelijk opstond was ik alles behalve uitgerust. Ik hing dan maar wat voor de computer zonder enig doel. Het achterhuis rook naar opdrogende verf. Het bleef warm en plakkerig, en buiten was de lucht was betrokken. We besloten om later te eten, zo rond een uur of acht.

Op enig moment rook ik de ui en de knoflook. En boven alles uit de geur van stovende prei. De verflucht werd er zelfs door verdreven. En dan het ziltige van de mosseltjes…

En ik dacht: Stik, de “R” zit in de maand, het is herfst! En ik werd op slag blij…

Enfin, de mossels waren prachtig, de frieten groots, de mayonaise zalvig en de wijn koel. De espresso-toe was straf. Buiten werd het intussen écht donker. Tijd voor het ommetje met de hond…

 

 

En dan nog even dit…

Vandaag bestaat het Ministerie dan zeven jaar!

Hulde aan de lezer, hulde aan onszelf. Hulde aan al die mensen die de moeite nemen om een reactie achter te laten. En ook al is het lang niet altijd mogelijk voor ons om daar weer op te reageren: blijf volhouden lezer. Wijn stellen dat enorm op prijs (en met ons een hele hoop bezoekers van de web site…).

Wij blijven ons best doen…