Bami Rasa Sayang…

 

hondenspul 004

Eigenlijk had je een afbeelding van een Chinees potje verdiend lezer, want we aten gisteravond weer van de afhaalchinees. Maar omdat ik deze foto zo mooi vind krijg je dié gepresenteerd.

Het gerecht heet Bami Rasa Sayang. Daar is geen woord Chinees aan. Het is een samengestelde schotel die vaag geïnspireerd lijkt door de Indonesische keuken. Je krijgt gegrild varkensvlees in een zoete rode saus, kip met kleine garnaaltjes in een pittige rode saus, het gesmoorde runsvlees van de foto in een pittige rood-bruine saus en twee stokjes sate in een plens pindasaus. En daarbij bami. Ach, het vult, maar het houdt niet echt over… We betalen voor één portie € 11,-. Dat is voldoende voor ons twee.

© paul

Hondensnoep…

 

hondenspul 006

Het Kind kwam even langs om te informeren of er nog geholpen kon worden bij de carnavalsvoorbereidingen. En zoals ze wel vaker doet, bracht ze iets lekkers mee voor hond Max.
Een worstachtig staafje was het, verpakt in een modern ogend blister. De hond vond het goed ruiken, deed zijn kunstje en nam het snoepgoed in ontvangst. Het kostte hem elf seconden en op was het worstje. Maar het had hem gesmaakt. Hond tevreden, Kind tevreden, Ouders tevreden.

Het was wel een min worstje voor zo’n forse modern ogende verpakking, maar het kostte slechts luttele zestig cent. Een zeur die daar verder over zou vallen.
Hoeveel zou het eigenlijk gewogen hebben dacht ik. De verpakking vermeldde: 12 gram. En toen ging ik toch even rekenen…
Eén kilo kostte dus € 50, – (zegge: vijftig euro!).
Bij onze bio varkensboeren kost een kilo varkenshaas nog géén twintig euro. Voor een kilo kogelbiefstuk betaal je daar eenentwintig vijftig en twee mergpijpen kosten € 1,25.
Ga je naar het slachthuis dat koop je voor twee euro een kilo “vuile” pens. Met andere woorden, voor de prijs van één kilo van dat prachtig verpakte hondensnoep koop je vijfentwintig kilo pens.
Stel je die stinkende blubberberg eens voor. En dat een hond daar dan zomaar bij mag. Het beest vreet zich natuurlijk het schompus, er is niet één hond die niet onmiddellijk valt voor die delicatesse. En als hij dan vol gevreten is gaat hij heerlijk in de restanten rollen. Want ook dat doen ze allemaal.
En denk maar niet dat je die geur de komende maand nog uit zijn vel krijgt. Daar helpt echt geen sopje  Andrelon tegen. En ook geen hondenshampoo, Andy, Jiff of Meister Propper.
Voor het beest de hondenhemel op aarde, zoveel is zeker.

Je moet niet te lang nadenken over de prijs die je betaalt om je huisdier te verwennen. Hondensnoep, kattenbrokken, muizenkaasjes, caviadropjes, het is altijd te duur. Die spulletjes zijn ook niet ontwikkeld om je huisdier een plezier te doen, ben je gek. Ze zijn zo gemaakt dat ze op jouw gemoed werken, jouw sentimenten aanspreken. Big business. Wereldwijd gaan er miljarden in om!
En dan hebben we het nog niet gehad over liposuctie voor dikke boxers, oogcorrecties voor Syrische katten, gebitsbeugels voor paarden en gehoorapparaten voor kwartels.
Enfin…

© paul

Ossobuco Milanese…

 

kalfsschenkel 004

Wat vreemd… Ik zou toch zweren dat we het gerecht nog niet zo heel lang geleden gegeten hebben. En ook zou ik er een eed op doen dat het sinds aanvang van dit web-log al talloze keren gepasseerd zou zijn. Niets is minder waar. Ik vind het slechts één maal terug, en wel in het hele prille begin van ons digitale dagboek. Wel het afgeleide recept met ossenstaart, dat verschijnt regelmatig. Wat vreemd…. Laat ik het erop houden dat we het dan toch vóór die tijd heel vaak aten.

Ossobuco Milanese, zo heet deze vleesschotel. Het is een klassiek Italiaans recept, en er bestaan tal van varianten. Ik geloof dat Ellen altijd vrij aardig bij de bron blijft met haar bereiding. We hadden de schenkels en de groenten maandagavond al laten stoven, zodat het op dinsdag alleen een kwestie was van opwarmen en afwerken. Dat kwam wel zo goed uit, want Ellen besteedde die dinsdag afwisselend aan het thuiswerk voor de baas en de verdere afwerking van een deel van de carnavalskostuums. Van de prille ochtend tot laat in de avond. De beide klussen vorderen gestaag.

We aten pasta bij de ossobuco en dronken een simpele Barbera d’Asti. Witte wijn was beter geweest, maar er was even niets van dien aard op temperatuur. Kaas en espresso toe. De beschrijving van het gerecht vind je hier

© paul

Naaiatelier “Witte Brug”…

 

pekskes... 020

We hadden een rustige avond gepland op het Ministerie. Lekker eten, dan een aflevering kijken van Tatort, uit Köln, met als thema: Carnaval. Commisaris Freddie Schenk is verkleed als cowboy en tussen de feestelijkheden wordt er en pasant een moord opgelost, zag ik in een aankondiging. Mijn vooruitziende blik gebood me om ‘s ochtends toch maar vast de video te programeren, en dat was maar goed ook, want ‘s avonds kwam het er niet meer van om nog te kijken. Er moest gewerkt worden…

De carnavalskostuums op het Bollywoodthema beginnen vorm te krijgen. De patronen zijn gesneden, de accessoires aangekocht. En op zondag moest er genaaid worden. Maar liefst met vier machines. In een ander deel van het huis werd geknipt en gesneden, gepast en hersteld. Een lichte onderschatting van de hoeveelheid werk maakte dat er tot laat in de avond werd doorgewerkt. Niks koken, niks Tatort. Maar goed, ik geef het toe, het wordt dan ook wat! Morgen weer een “gewone” maaltijd.

pekskes... 015    pekskes... 002

© paul

Hap-snap…

 

pekskes... 027

Een “hap-snap”maaltijd, ook vandaag weer. Samengesteld uit wat er zoal aan snelle hap te vinden was in huis. Geen evenwichtige maaltijd, wel lekker…

Er waren nog eieren en aardappeltjes om te bakken, er waren nog garnaaltjes. Verder plunderden we het kaasplateau door van elk kaasje een dubbele portie te nemen. En er was rundercarpaccio, kant en klaar gekocht bij de slager. Een klein beetje zout en flink wat peper uit de molen erop. Wat druppels olijfolie en een paar schaafjes kaas. En een pluk basilucum voor de “mooi”, maar ook voor de smaak.

© paul

Tong met mosterdsaus…

 

tong uit de oven 001

Paul schrijft het al een paar dagen; we zijn druk bezig met het maken van de carnavalspakjes. Telefoon en bezoekjes over en weer, dit moet nog gekocht, die moet nog opgemeten worden, dat moet nog gemaakt, er moeten nog gouden kettingen bijkomen en ga zo maar door…Er blijft steeds maar weinig tijd over om een uitgebreide maaltijd te maken, laat staan er een deugdelijk verslag van te doen op het weblog.
Ik had me voorgenomen me deze week niet meer te bemoeien met het naaien van de pakjes. Vrijdag ben ik vrij en dan zal ik de finishing touch wel voor mijn rekening nemen. Ik moet de rest van de week vroeg op en dan blijft er geen tijd over. Morgen heb ik echter onverwacht een thuiswerkdag. Dat betekent, niet zó vroeg opstaan, dus vanavond toch nog maar even gekeken bij Neel en nog wat afspraken gemaakt…en is het toch weer laat voor ik hier mijn stukje kan gaan schrijven.

Een gewone maaltijd was er vanavond gelukkig wel. Na drie dagen zo’n beetje hapsnap eten wil ik wel eens iets echt lekkers; tong uit de oven met een romige mosterdsaus.
Eigenlijk horen er kleine, grijze garnalen bij de tong, maar die zijn al hapsnap opgegeten. Gelukkig was de tong bij aankoop zaterdag kraakvers.

Voor twee personen;
2 mooie tongen, schoongemaakt en het vel verwijderd
2 flinke stukken alufolie dubbelgevouwen, dik beboterd
1 citroen, in ragfijne plakjes gesneden
2 eetlepels gehakte platte peterselie
peper, zout, wat boter

Leg de vis op de beboterde folie. Strooi rondom wat peterselie en peper en zout. Leg een paar plakjes citroen op de vis en vouw dan de folie zorgvuldig dicht. Zorg dat de folie niet te strak op de vis ligt.
Leg de pakketjes zo ongeveer 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200 graden.

Saus;
Een klassieke saus met garnalen, dat was eigenlijk de bedoeling. Helaas waren de garnalen op. Die moet je ook niet zo lang bewaren. Zaterdag had Paul ze gepeld en van de schillen heb ik meteen een bouillon gemaakt. Een mooie basis voor sauzen.

1 lepel boter
1 lepel bloem
1 lepel mosterd (ik gebruikte mosterd met witte wijn uit Charroux)
2 lepels garnalenbouillon
een scheutje witte wijn
125 ml room
De boter smelten en de bloem toevoegen. Even goed verhitten, de mosterd toevoegen en dan het vocht er beetje voor beetje bij doen.
Het laatste de room. Nog even zachtjes doorkoken en op smaak brengen met peper en eventueel zout.
Als je nog garnalen over hebt, voeg ze dan vlak voor het opdienen bij de saus. Niet meer laten koken, alleen even verwarmen.

Wij aten er gekookte aardappeltjes bij en een salade.
Stukje kaas.
En espresso toe!
© ellen.

Druk op zaterdag…

 

garnalen 001

Drukte aan huis is ‘s zaterdags eerder regel dan toeval. Terwijl ik in mijn goed verdonkerde kamer lag te slapen was Ellen de hele dag bezig. Hetzij met achterstallig poetswerk, hetzij met bezoek. Vroeg in de ochtend bezochten we de zaterdagmarkt in Helmond. We kochten er groente, maar vooral toch vis. Tong, zeewolf, zalm, snoekbaars, dorade en grijze garnalen.

We zouden Noordwijkse tong eten (of Katwijkse, of Scheveningse? In ieder geval met garnaaltjes en room.). Aangezien het bezoek tot een eind in de avond bleef buurten moesten die plannen echter danig bijgesteld worden. Het werd te laat om te koken. Ik had gelukkig in de ochtend nog even de garnalen gepeld. Een deel gebruikten we voor onze avonddis. Erbij knapperige sla met een uitje en een eitje, besprenkeld met de laatste druppels van onze super-olijfolie. Oh ja, en een lik mayonaise. Ellen at ook nog pizza. Kaas en koffie toe, prima maaltijd.

Gisteren haden we lamskarbonaadjes, gegratineerde venkel en gebakken aardappeltjes. Ook lekker!

lam en venkel 024    garnalen 011

© paul

Spitskool…

spitskool

Is het geen bjoetie? En nog biologisch geteeld ook…

De foto stond al weer een week of zo op onze foto-provider. Nog even en hij zou zijn weggezakt in het archief. En dan is het maar de vraag of-ie er nog ooit uit komt. Vandaar dat ik hem nu maar plaats.

Er was overigens via Flickr (de foto-provider) al wel een reactie gekomen op de kool. Een Amerikaan vond het zo’n mooi ding. Wat was het en waar kon hij het krijgen? Tsja, we kennen het groenteaanbod van V.S. niet. Geen idee of er spitskool te koop is. (Hoewel, je zou toch zeggen…)

Bij ons worden de kooltjes nu in ieder geval volop aangeboden, ook al hoort de groente eigenlijk meer in de zomer thuis. Het is een wittekool-ras. De smaak is mild en aangenaam. Hij is goedkoop en je kunt er van alles mee doen. Saldes maken, roerbakken, koken, stoven, bedenk het maar. Ellen gebruikte dit exemplaar voor haar koolpastei. Enfin.., het is een smakelijk en gezond ding, dit kegeltje.

Kalfsreepjes met room en comté…

 

kalfsreepjes met comté

Vanmorgen stond er op de receptenpagina van onze krant een lekker gerecht met kalfsvlees; geschnetzel ofzoiets. Ik maak iets dergelijks zelf ook af en toe maar wilde vandaag het recept van de krant eens proberen. In een bijzondere opruimbui van Paul verdween de krant bij het oud papier zodat ik alsnog zelf iets moest verzinnen:
Kalfsvlees met room, een beetje Zwitsers stond in de krant. Ik had een mooi stukje oude Franse  Comté kaas. Dus een echt Frans / Zwitsers Alpengerecht zullen we maar zeggen.

Voor vier personen;
4 kalfsschnitsels, in fijne reepjes gesneden, heel licht met bloem bestoven.
boter
scheut witte wijn
1 bekertje room
een paar gezouten kappertjes
100 gram comtékaas in kleine blokjes gesneden (als een flinke doperwt)

Laat de boter heet worden en bak daarin het vlees snel om en om. Laat het niet té bruin worden.
Schep de reepjes vlees uit de pan en houd ze warm.
roer de aanbaksels in de braadpan los met een scheut witte wijn. Voeg de room toe en de kappertjes en laat op een hoog vuur wat inkoken.
Doe op het laatst de blokjes kaas erbij en roer even goed.
Voeg het vlees bij de saus en verwarm nog even.
De blokjes kaas hoeven niet allemaal gesmolten te zijn.
© ellen.

Gebakken witlof op Italiaanse wijze…

 

gebakken witlof

We gaan nog maar even door met onze goede voornemen om zoveel mogelijk producten te kopen die dicht bij huis geteeld worden. Echte wintergroenten dus. Aten we al kool, pastinaak, winterwortel en knolselderij, vandaag zag de witlof er prima uit.
Een heel veelzijdige groente, witlof.
Vandaag maakte ik de witlof  volgens een Italiaans recept voor radicchio.
De langwerpige milde variatie van de radicchio wordt in Italië voor dit recept gebruikt. Die is hier in de buurt niet te koop en ik bedacht dat dit recept met witlof vast ook wel zou smaken.

voor 2 personen:
3 struikjes witlof, in de lengte middendoor gesneden
4 eetlepels olijfolie
grof gemalen zout en zwarte peper.

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Meng olie, peper en zout en leg de witlof met de gesneden kant naar boven in een schaal waar ze precies in passen.
Giet het oliemengsel erover en zet de schaal in de oven. Bak de witlof zo 10 minuten.
Draai de witlof om en bak nog eens 6 minuten.
Draai ze nog een om en bak nog ongeveer 6 minuten tot de witlof gaar is. Laat ze even staan voor het serveren.

Wij aten er kalfsreepjes in room en comtésaus bij en vonden het een prima combinatie, het zacht-romige vlees met de licht bittere witlof.
En natuurlijk, espresso toe.