Kruisbessentaart…


Wij wonen zoals je misschien wel weet, in een dorp in Brabant. Er is hier volop, of eigenlijk véél teveel landbouw en veeteelt. Varkens, kippen, nertsen, prei asperges, aardbeien, noem maar op, we fokken en telen het hier, hoewel die nertsen nu geloof ik wel allemaal weg zijn… Je zou dan denken dat het aanbod van verse groenten hier ook prima zou zijn, helaas is dat niet zo. Ja, prei is overal te koop en de asperges en aardbeien zijn op een aantal plaatsen bij de telers aan huis te koop maar daar houdt het dan ook wel een beetje op. Voor verse doperwtjes moeten we naar de markt in de stad, laat staan kapucijners, rode en zwarte bessen en kruisbessen. Raar toch eigenlijk? Deze week had ik mijn zinnen gezet op verse tuinboontjes. Die bij Appie zagen er niet uit, niet vers en te duur ook nog. De boerderijwinkel was dicht, tja en dan houdt het op. We besloten er dan maar een dagje uit van te maken en voor het eerst sinds de Coronacrisis de grens naar Duitsland over te steken. Nét over de grens, in Uedem is een grote verswinkel; de Bauernmarkt Lindchen. Groenten, fruit en wat vleeswaar van prima kwaliteit, deels bio worden er verkocht tegen zéér redelijke prijzen. We kochten er de eerste cantharellen, kraakverse tuinboontjes, een kruidenpakketje voor de Grüne Sose, mooie abrikozen en een bakje met kruisbessen. Kruisbessen, ook zoiets wat je hier nog zelden in de groentenwinkels kunt kopen. Er ligt een keur aan tropisch fruit uit verre landen maar bessen zijn in onmin geraakt; vergeten fruit dus. Toch erg lekker. Ik maakte een taartje met deze kruisbessen.

Voor het deeg;

  • Fonceerdeeg:
  • 250 gram basterdsuiker
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 500 gram patent bloem
  • snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 10 gram bakpoeder

Meng de zachte boter, de basterdsuiker, het zout , het ei en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in de koelkast. Rol het deeg dan uit en bekleed er de ingevette bakvorm mee. Vries het deeg dat je niet gebruikt verpakt in folie in.

  • Voor de vanillepudding:
  • 2 eidooiers
  • 50 gram suiker
  • 25 gram vanillepuddingpoeder
  • 2,5 dl melk

Doe de dooiers met de suiker in een mengkom en klop tot het mengsel schuimig en zachtgeel is. Voeg het puddingpoeder toe en meng goed. Verwarm de melk in een steelpan tot het kookpunt. Schenk een beetje van de melk bij het dooiermengsel en klop goed los. Giet dat dan bij de rest van de hete melk. Meng goed en laat de pudding op een zacht vuurtje even doorpruttelen tot je een mooie gebonden massa hebt. Haal de pan dan van het vuur en laat even afkoelen.

  • en verder een paar lepels aardbeienconfiture
  • 500 gram kruisbessen
  • wat poedersuiker

Was de kruisbessen en pluk de steeltjes en de kroontjes er af. Bestrijk de deegbodem met een laagje aardbeienconfiture. Giet daarop de pudding en strijk mooi glad af. Bedek de pudding met de kruisbessen. Bak de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven op 175 graden. Laat de taart even afkoelen en bestrooi met poedersuiker.

Heerlijk met een kopje espresso!

© ellen.

Kleine taartjes, met chocoladeganache met gember en ganache van vruchtenchocolade

kleine taartjes

Nu we toch allemaal binnen moeten blijven is er tijd genoeg om te bakken en uitgebreide maaltijden klaar te maken. recepten genoeg op deze site. Ik ging verder met de Kleine taartjes. Ik schreef het hier al. Het deeg is altijd hetzelfde. De baktijd varieert. Deze taartjes met een vulling van chocolade ganache met gember worden na het bakken gevuld. Ze hebben dus een veel kortere baktijd. Je moet ze ‘blind’ bakken. Dat is wel even gepriegel met die kleine vormpjes. Het recept voor het deeg is voor 12 taartjes. De recepten voor de vulling zijn steeds voor 6 taartjes zodat je met een portie deeg twee verschillende soorten taartjes kunt bakken.

Kleine taartjes blind bakken....

Bekleed de ringen of bakvormpjes met het deeg. Prik met een vork wat kleine gaatjes in de deegbodem. Knip van bakpapier kleine rondjes en leg daarop de blindbakparels of gebruik gedroogde bonen. Bak de taartvormpjes dan 15 minuten op 170 graden. Laat de bodems afkoelen en maak intussen de ganache:

  • 80 gram room
  • 10 gram verse gember in kleine stukjes
  • 125 gram pure of melkchocolade (40 % vaste cacaobestanddelen
  • 2 gram gezouten boter
  • 20 gram gekonfijte gember in piepkleine stukjes gehakt

Breng de room met de gember en de honing aan de kook. Haal de pan van het vuur en laat dit ongeveer 20 minuten afgedekt trekken. Smelt de chocolade au bain Marie of in de magnetron. Verwarm de room opnieuw en giet bij de gesmolten chocolade. Roer met een pannenlikker in het midden van de kom tot alles mooi gemengd is. Voeg het klontje boter tot en vul de taartbodems. Garneer met een stukje gekonfijte gember of met gesuikerde gemberblokjes.

Kleine taartjes...

Voor deze ganache gebruikte ik vruchtenchocolade Delicata, Ruby Rood Fruit, eigen merk AH. Cacaobestanddelen tenminste 40 %

  • 180 gram Ruby Rood Fruit chocolade
  • 90 gram room
  • 12 gram honing

Hak de chocolade in stukjes en smelt ze au bain Marie of in de magnetron. Breng de room met de honing aan de kook en roer met een pannenlikker vanuit het midden tot alles mooi gemengd is. Giet de ganache in de deegbakjes.

Heerlijk met een kopje espresso!

© ellen.

Kleine taartjes; tijdverdrijf voor wie binnen moet blijven

kleine taartjes

We kunnen hier natuurlijk net doen alsof er niets aan de hand is maar we bevinden ons toch echt in een wereldwijde crisis. Corona beheerst ons leven. Voor de één wat meer ongemak dan de ander, maar allemaal ondervinden we op z’n zachts gezegd grote hinder van de omstandigheden. Kinderen thuis, opa’s en oma’s zonder bezoek. Vrienden op afstand, geen geknuffel, nou ja, noem maar op. En dan heb ik het maar even niet over de mensen in de zorg en de bestuurders van ons land. Moeilijk allemaal. Wij hier op het Ministerie blijven zoveel mogelijk thuis. Wij behoren tot de risicogroep en gaan het allemaal niet nog erger maken dan het is. We moeten ons dus thuis zien te vermaken. Eigenlijk gaat dat hier best redelijk; we lezen allebei graag, kijken af en toe een goede film, spelen een spelletje Wordfeut en maken een praatje met kleinzoon Jop via de App. Jop, 5 jaar, kreeg via de mail ‘huiswerk’ van zijn juf. Een bladzijde vol taaktje voor een hele week. Binnen een halve dag had hij alle taken volbracht. Zo, en nu… Tja, zie die kinderen maar bezig te houden. Misschien een idee om samen koekjes of taartje te gaan bakken? Ik maakte vandaag twaalf kleine taartjes naar ideeen uit “Kleine taartjes” van Meike Schaling. Ik schreef er hier al eerder over. Het leuke van dit boek is dat het vooral ideeën geeft. De bodem is altijd hetzelfde deeg, met de vulling kan je eindeloos variëren. Je kunt ook prima koekjes bakken met dit deeg. Dan rol je het simpel uit en steek er met een vormpje leuke figuurtjes uit. Het deeg is genoeg voor 12 kleine taartjes van 6 cm doorsnee. Je kunt ringen gebruiken zoals in het boek beschreven maar heb je die niet dan kan het ook goed met cupcake vormpjes.

Het deeg:

  • het deeg
  • 120 gram bloem
  • 50 gram poedersuiker
  • 20 gram amandelmeel (ik maal zelf amandelschilfers in de blender. Dat gaat prima en is goedkoper dan amandelmeel)
  • mespuntje zout
  • 75 gram koude boter
  • 1 biologisch ei, losgeklopt
  • siliconen cupcake vormpjes of ringen van 6 cm doorsnee

Doe de bloem, poedersuiker en het amandelmeel en zout in een kom. Breek de koude boter in kleine stukjes en verdeel die over de droge ingrediënten. Wrijf net zolang tot er een kruimelige massa ontstaat. Voeg dan een eetlepel van het geklopte ei toe en meng  de deegmassa tot een samenhangende bal. Is het deeg nog te droog dan voeg je wat ei toe. Wordt het deeg te nat dan voeg je wat bloem toe. Kneed het deeg losjes tot een mooie bal en verpak die in plasticfolie. Laat het deeg zeker een uur rusten in de koelkast. Het deeg voor deze kleine taartjes is altijd hetzelfde. Ik dacht eerst dat het veel te weinig deeg was maar de hoeveelheid blijk prima te kloppen.

Nadat het deeg gerust heeft en gekoeld is kneed je het nog een keer door en rol je het uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van ongeveer 3 mm dik. Gebruik een uitsteekvorm van 9 cm doorsnee. Steek rondjes uit en vul de vormpje met het deeg. Prik een paar gaatjes in de bodem.

Ik maakte 6 taartjes met amandelcreme en frambozen. en 6 met chocolade. Ik zal de chocoladetaartjes in een apart artikel beschrijven. Dat lijkt me duidelijker. Ik gebruikte diepvries frambozen. Die had ik nog en we gaan nu even geen onnodige boodschappen doen.

  • 50 gram amandelmeel (in het boek worden de amandelen eerst nog eens in de oven geroosterd, daar was ik te lui voor. Het zal ongetwijfeld meer smaak geven)
  • 1/2 vanillepeul
  • 50 gram boter op kamertemperatuur
  • 50 gram poedersuiker
  • 1biologisch ei
  • 5 gram maizena

Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap met een mes het merg er uit. Roer de boter zacht en romig. Voeg het vanillemerg, de poedersuiker en het amandelmeel toe en roer alles tot een gladde massa. Klop dan met een garde het ei en de maizena erdoor.

Schep een flinke eetlepel  amandelcreme in de deegbakjes. Leg in elk deegbakje 3 á 4 frambozen en bak de deegbakjes dan in een op 170 graden voorverwarmde oven ongeveer 25 minuten. Laat de taartjes afkoelen en bestrijk ze met wat verwarmde confiture (Framboos of bessen, maakt niet uit).

Een fijn klusje op een druilerige middag! Prima om de tijd te verdrijven met een stel hangerige kinderen.

Kopje espresso erbij!

© ellen.

Gevulde speculaas.

IMG_0221

Tsja, het leven gaat gewoon door, of je nu even uit de running bent of niet: de klok staat weer op Wintertijd, de dagen worden korter, de kaarsjes en de verwarming gaan aan. Sinterklaas arriveert per trein of boot, kinderen maken verlanglijstjes…

Voor mijn gevoel heb ik een stukje overgeslagen. Eind september: We waren op vakantie, het was nog steeds mooi warm weer. Slippertjes of sandaaltjes zonder sokken, zomerkleding, fijne avonden buiten met een mooi glas wijn… En dan opeens is dat alles voorbij en zit ik hier met een dikke trui aan achter de computer…

Paul schreef al over het gedoe met mijn gezondheid en de vervelende ongemakken die de afgelopen maanden over mij heen denderden. Ik ga daar verder niet veel meer over schrijven maar het gaat langzaam vooruit en het heeft allemaal veel tijd nodig. Het was heel fijn om van zoveel mensen bemoedigende berichtjes te krijgen; kaarten, bloemen, bezoekjes, telefoontjes, appjes en berichten op Facebook en praktische hulp. Fijn, dank jullie wel, het doet mij goed te weten dat zoveel mensen met ons meeleven!

Afgelopen vrijdag mocht ik voor het eerst wat testen doen. Een fietstest is dan één van de beproefde oefeningen om te kijken hoe het herstellend vermogen is. Dat ging naar omstandigheden redelijk goed. Ik heb mijn hele leven al een gruwelijke hekel aan fietsen en zelfs dat is bespreekbaar bij de Cardioartsen; volgende keer mag ik wandelen in plaats van fietsen! Voor mij was nog veel belangrijker dat onze kleinzoon Jop die nacht voor het eerst weer bij ons kwam logeren en dan ook nog de volgende dag samen met ons de Sinterklaasintocht op de televisie kijken. Een hele goeie reden om weer eens te gaan bakken; speculaas voor Kind en Sint! Met een klein beetje hulp van Jop; gevulde speculaas;

  • 160 gram lichte basterdsuiker
  • 140 gram roomboter
  • 20 gram water
  • 275 gram bloem
  • 20 gram speculaaskruiden
  • 5 gram bakpoeder
  • 1 losgeklopt ei
  • amandelen om te garneren
  • (eventueel een snuifje zout, ik gebruik even geen zout, dus ik liet dat weg. Kan ook)
  • 400 gram amandelspijs

Meng de suiker met de boter, het water en eventueel zout. Meng dan de gezeefde bloem, de speculaaskruiden en het het bakpoeder erdoor. Laat het deeg zo, verpakt in vershoudfolie, een paar uur in de koelkast rusten zodat de smaken de kans krijgen om goed in te trekken.

Verwarm de oven voor op 160 graden. Rol het deeg, samen met (klein-) kinderen, uit tot een grote lap van ongeveer 3 mm dik. Snijd het deeg in twee gelijke stukken. Leg één stuk op een met bakpapier beklede plaat. Meng de amandelspijs met de helft van het losgeklopte ei en rol het voorzichtig uit tot de grootte van de deegplak. Leg de spijs op het deeg en dek af met de tweede deegplak. Druk de randen goed aan en bestrijk de bovenkant met de rest van het losgeklopte ei. Versier met de garneeramandelen. Bak de speculaas ongeveer 40 tot 45 minuten in de oven. Hmmm, die geur… het wordt winter…

Lekker met een kopje espresso!

© ellen

 

Druivenoogst en een mooi brood; Schiaccia con l’uva.

Druivenbrood (Schiaccia con l'uva)...

Paul was er even druk mee; het oogsten van onze druiven in ons kleine achtertuintje verrast ons steeds weer. Het lijkt allemaal niks, maar we plukken ieder jaar toch weer kilo’s druiven van die paar struiken. Ik maakte al eens gelei, jam, en sap van de druiven. Dit jaar heb ik al zoveel jam gemaakt dat dat geen optie was. En, eerlijk gezegd, ik had er gewoon even geen zin in. Paul besloot de druiven dan maar te schenken aan Café Ruis, hier in ons dorp. Ze stoken, helemaal legaal overigens, prima drankjes van fruit. Kweeperen, goudrenetten, druiven, pruimen… alles wordt verwerkt tot prima destillaten. Onze druiven zullen samen met nog meer druiven uit het dorp verwerkt worden tot Grappa! Een mooi doel dus. In totaal gingen er 30 kilo druiven naar café Ruis om verstookt te worden tot grappa, ongeveer 5 kilo snoepten we zo op en verwerkte ik in twee grote druivenbroden. Een rijk oogstjaar!

IMG_4550

Schiaccia con l’uva (Druivenbrood):

  • 400 gram bloem 00
  • 7 gram droge gist (1 zakje)
  • 300 ml lauw water
  • 2 eetlepels  + 2 eetlepels olijfolie en een beetje om de vorm in te vetten
  • 1 theelepel zout
  • 800 gram blauwe druiven
  • 100 gram fijne suiker
  • een ronde vlaaivorm, 30 cm doorsnee

Los de gist op in het water. Zeef de bloem, voeg het zout en de olie toe en schep even om. Giet dan het gistmengsel bij de bloem en kneed tot je een mooi samenhangend deeg hebt. Zet het deeg dan, afgedekt met folie of een vochtige doek op een tochtvrije warme plek en laat het ongeveer anderhalf uur rijzen tot je het dubbele volume hebt.

Vet het bakblik goed in en verdeel de helft van het deeg over de bodem. Verdeel de helft van de druiven over het deeg en bestrooi met de helft van de suiker. Leg daarop de tweede helft van het deeg en verdeel de rest van de druiven erover. Bestrooi met de rest van de suiker en druppel er wat olijfolie over. Bak het druivenbrood in een voorverwarmde oven op 180 graden  ongeveer 45 minuten.

Een prima manier om de eerste geoogste druiven te verwerken.

Je kunt het brood warm of koud eten,  lekker met een kopje espresso erbij.

© ellen.

Perentaart met amandelspijs voor een nepverjaardag

IMG_8638

Jop had iets te vieren gisteren, een nepfeestje, zei hij zelf. Dat zit zo; gisteren ging Jop voor de laatste keer naar zijn groepje op de peuterspeelzaal. Volgende week mag hij naar de kleutergroep van de échte school. Op 13 februari wordt Jop vier jaar en hij mag dus iets eerder naar de grote school. Gisteren vierde hij samen met zijn juffen en de peuters alvast zijn verjaardag en zijn afscheid van de peutergroep. Een plechtig moment, zo jong en dan al afscheid nemen… Nou ja, ook bij een nepfeestje hoort een mooie papieren kroon, traktaties voor de peuters en dan thuis maar een taart. Elke reden om een taart te bakken is er één! Ik bakte een perentaart met amandelspijs. Een klein taartje ditmaal. Ik maak het deeg altijd in een wat grotere hoeveelheid, genoeg voor twee grote bodems van 30 cm, of één grote een twee kleine van 21 cm. Het deeg dat ik niet meteen gebruik vries ik in. Dat gaat prima en je kunt snel een taartje maken met dit ‘kant-en-klaar-deeg’.

  • Fonceerdeeg:
  • 250 gram basterdsuiker
  • 250 gram boter een half ei
  • 500 gram patent bloem
  • snuifje zout
  • 2 eetlepels 
  • 10 gram bakpoeder

Meng de zachte boter, de basterdsuiker, het zout , het ei en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in de koelkast. Vries het deeg dat je niet gebruikt verpakt in folie in.

Perentaart doorsnee 21 cm

  • 250 gram fonceerdeeg
  • 100 gram amandelspijs
  • 1 ei
  • 125 ml  crème fraîche
  • eventueel een eetlepel rum
  • 2 handperen
  • abrikozenjam/moes

Verwarm de oven voor op 200 graden. Rol het fonceerdeeg uit tot 2mm dikte en bekleed er een ingevette vlaaipan van 24 cm mee. Meng de amandelspijs en het losgeklopte ei. Werk er de crème fraîche door en de rum en roer tot een glad mengsel. Giet het mengsel op het deeg in de vorm. Schil de peren, snij het klokhuis eruit. Leg helften/kwarten peer in een cirkel in de taartvorm, bolle kant omhoog. Bak de taart 30 minuten in de voorverwarmde oven. Bestrijk de afgekoelde taart met warme abrikozenjam/moes.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

Kerstkoekjes; walnotenkoekjes…

IMG_8359

Ieder jaar zo rond eind november krijg ik van de Duitse site Essen und Trinken recepten voor Weihnachtsplätzchen in mijn mailbox. Echte kerstkoekjes in allerlei maten en soorten. Ik bakte al eerder kerstkoekjes
met deze recepten, er staan er verschillende op onze site. Ik kreeg dit jaar van een aantal vrienden zakken met walnoten, het is kennelijk een zeer goed notenjaar. Het recept voor deze walnotenkoekjes kwam dus goed van pas.

  • voor ongeveer 50 koekjes
  • 250 gram walnoten, gedopt
  • 300 gram bloem
  • 1,5 theelepel bakpoeder
  • 1 vanillepeul
  • wat geraspte nootmuskaat
  • 250 gram zachte boter
  • 100 gram poedersuiker
  • 1 mespuntje zout
  • rodebessengelei

100 gram walnoten grof hakken en 50 gram in de keukenmachine fijnmalen. Meng dat door de bloem, de rest van de walnoten is voor de garnering. Dan het merg uit de vanillepeul schrapen en in een kom samen met met de nootmuskaat, boter, poedersuiker met de kneedhaken van de handmixer mengen. De bloem toevoegen en alles tot een mooi deeg kneden. Het werkvlak met bloem bestuiven en daarop het deeg kort met de hand tot een bal kneden. Vorm dan twee rollen deeg van ongeveer 35 cm lang en laat die in folie in de koelkast 30 minuten rusten.

IMG_8368

Verwarm intussen de oven voor op 180 graden (hete lucht 160 graden). Snijd van de deegrollen kleine plakjes van 1 cm en vorm die tot balletjes. Leg de deegballetjes op een bakplaat en druk daarin een halve walnoot. Tip  wat bessengelei op de koekjes en bak ze in de voorverwarmde oven in 12 minuten gaar.

Je kunt de koekjes in blikken trommels tussen lagen bakpapier bewaren. Ze blijven dan ongeveer 6 weken houdbaar, tenminste dat zegt het recept. Hier blijven ze nooit zolang liggen. Zes dagen is al lang!

Lekker met een kopje espresso!

Meer recepten voor kerstkoekjes; tik in het zoekvenster op de site kerstkoekjes

© ellen.

Schiaccia con l’uva; druivenbrood

IMG_7162De druivenstruik bij ons Luxemburgse stekje stond er prachtig bij toen we weer naar huis vertrokken maar de druiven waren nog niet rijp. Het is een witte consumptiedruif en altijd vrij laat eetbaar, begin oktober ongeveer. Ik moet zeggen dat we er zelden iets van kunnen oogsten, meestal zijn we er even niet en hebben de vogels alles op vóór we kunnen plukken. Ach, misschien gaat het dit jaar lukken. In het Luxemburgse Tageblat stond deze week een artikel over de wijndruiven aan de Moezel. Het gaat prima met de druiven en men verwacht een excellente oogst! Men verwacht zeker een maand eerder dan normaal te kunnen oogsten. Eind augustus begint men al met de Pinotdruiven, gevolgd door de druiven voor de crèmants de Rivaner en Auxerrois en zoals altijd, lest best de Riesling. Het enige wat er nog kan gebeuren zijn rampzalige hagelbuien. Laten we hopen dat de wijnboeren daarvan verschoond blijven.

Hier thuis hebben we vijf struiken met blauwe consumptiedruiven. Meestal zo rond half september kunnen we daarvan de eerste druiven plukken. Toen we zondag thuiskwamen leken ze al mooi op kleur en na even proeven bleek dat het merendeel al helemaal rijp en zoet is. Ik plukte vanmorgen een vergiet vol en besloot nog maar een keer dat lekkere druivenbrood te maken. Een recept van Antoinette van Italiaans koken met Antoinette. Gebruik hiervoor kleine blauwe druiven, liefst recht van de struiken geplukt. Een vlaaivorm van 30 cm doorsnee. IMG_7154

  • 400 gram bloem 00
  • 7 gram droge gist (1 zakje)
  • 300 ml lauw water
  • 2 eetlepels  + 2 eetlepels olijfolie en een beetje om de vorm in te vetten
  • 1 theelepel zout
  • 800 gram blauwe druiven
  • 100 gram fijne suiker

Los de gist op in 2 eetlepels water en twee eetlepels olie. Zeef de bloem en maak er een kuiltje in. Giet daarin het gistmengsel. Kneed de gist door de bloem en voeg beetje bij beetje water toe tot je een mooi samenhangend deeg hebt. Kneed alles even flink door en zet het deeg dan op een tochtvrije warme plek en laat het ongeveer anderhalf uur rijzen tot je het dubbele volume hebt.

Vet het bakblik goed in en verdeel de helft van het deeg over de bodem. Verdeel de helft van de druiven over het deeg en bestrooi met de helft van de suiker. Leg daarop de tweede helft van het deeg en verdeel de rest van de druiven erover. Bestrooi met de rest van de suiker en druppel er wat olijfolie over. Bak het druivenbrood in een voorverwarmde oven op 180 graden  ongeveer 45 minuten.

Een prima manier om de eerste geoogste druiven te verwerken.

Je kunt het brood warm of koud eten,  lekker met een kopje espresso erbij.

© ellen.

Kleine taartjes deel een, met abrikozen en amandelcrème

Kleine taartjes met abrikoos en amandelcrème...
Ik schreef hier enthousiast over het boek “Kleine taartjes” en natuurlijk wilde ik meteen zelf van deze schattige kleine taartjes maken. Probleem was dat ik niet van die mooie vormpjes had. Natuurlijk kun je via internet de juiste vormpjes kopen maar daar had ik even niets aan in het weekend. Ik gebruikte dus voor de eerste taartjes siliconenvormpjes voor cupcakes van ongeveer dezelfde doorsnee. De hoeveelheid deeg was genoeg voor 10 vormpjes.

  • het deeg
  • 120 gram bloem
  • 50 gram poedersuiker
  • 20 gram amandelmeel
  • mespuntje zout
  • 75 gram koude boter
  • 1 biologisch ei, losgeklopt
  • siliconen cupcake vormpjes of ringen van 6 cm doorsnee

Doe de bloem, poedersuiker en het amandelmeel en zout in een kom. Breek de koude boter in kleine stukjes en verdeel die over de droge ingrediënten. Wrijf net zolang tot er een kruimelige massa ontstaat. Voeg dan een eetlepel van het geklopte ei toe en meng  de deegmassa tot een samenhangende bal. Is het deeg nog te droog dan voeg je wat ei toe. Wordt het deeg te nat dan voeg je wat bloem toe. Kneed het deeg losjes tot een mooie bal en verpak die in plasticfolie. Laat het deeg zeker een uur rusten in de koelkast. Het deeg voor deze kleine taartjes is altijd hetzelfde. Ik dacht eerst dat het veel te weinig deeg was maar de hoeveelheid blijk prima te kloppen.

Nadat het deeg gerust heeft en gekoeld is kneed je het nog een keer door en rol je het uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van ongeveer 3 mm dik. Gebruik een uitsteekvorm van 9 cm doorsnee. Steek rondjes uit en vul de vormpje met het deeg. Prik een paar gaatjes in de bodem.

Dit is de basis van de taartjes, nu kun je verder eindeloos variëren met smaken en texturen. Fris, fruitig, chocolade, karamel, crumble, noem maar op. Ik geef je wat ideetjes, koop het boek en je maakt je eigen variaties!

  • Klassiek is de vulling met amandelcrème, die maak je zo;
  • 50 gram amandelmeel (in het boek worden de amandelen eerst nog eens in de oven geroosterd, daar was ik te lui voor. Het zal ongetwijfeld meer smaak geven)
  • 1/2 vanillepeul
  • 50 gram boter op kamertemperatuur
  • 50 gram poedersuiker
  • 1biologisch ei
  • 5 gram maizena

Snijd het vanillestokje in de lengte open en schraap met een mes het merg er uit. Roer de boter zacht en romig. Voeg het vanillemerg, de poedersuiker en het amandelmeel toe en roer alles tot een gladde massa. Klop dan met een garde het ei en de maizena erdoor.

Schept een dessertlepel  amandelcreme in de deegbakjes en bak ze dan in een op 170 graden voorverwarmde oven ongeveer 8 minuten. Laat de taartjes afkoelen en maak intussen de topping.

5 abrikozen, in reepjes gesneden, pocheren in water met een theelepeltje honing en een steranijs. Laten uitlekken. Leg de abrikozenreepjes op de afgekoelde taartjes. Abricoteer ze met wat verwarmde abrikozenconfituur en strooi er wat amandelschilfers over.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

 

 

 

Kleine taartjes, ofwel Petit Gâteau van Meike Schaling

 

9789021568591_front

Ik denk steeds dat er aan onze kookboekenverzameling niets meer toe te voegen is. De kasten puilen uit en ik stop regelmatig niet meer gebruikte boeken in het boekenkastje naast ons huis. Toch wordt ik nog af en toe verrast door een nieuwe uitgave. Zo las ik twee weken geleden in de Volkskrantbijlage in de rubriek van Yvette van Boven over een taartjeswinkel in Amsterdam. Yvette van Boven schrijft lovend over de taartjes en hoe zij al lang van plan was om het recept van dat deeg te verkrijgen. Dan is er opeens het boek; “Kleine taartjes”, met alle geheimen over dat deeg, én de vullingen, én de toppings. Yvette maakt en beschrijft in haar rubriek in de Volkskrantbijlage het recept voor een rababertaart á la Meike Schaling.  De rabarber wordt gepocheerd in aardbeiensap, bijzonder. Daar wil ik meer van weten. Ik zoek even verder op internet en ben meteen ‘verkocht’! Dit boek wil ik ook! Dat is tegenwoordig snel te regelen, even internetten en toettoet, het pakje ligt al bij de buren… Vol verwachting opende ik het boek en las, en las, en las… Lekker geschreven, mooie illustraties, maar vooral heel bruikbaar.

Meike Schaling, de auteur en maker en eigenlijk ook de uitvinder van de Kleine taartjes ging na haar Gymnasiumopleiding in Nederland een jaartje als au pair werken in Parijs.. Een jaartje werden er meer en ze besloot in Parijs te blijven en aan de tolkschool te gaan studeren. Ze werd eigenaar van een tolk-vertaalbureau, trouwde en kreeg kinderen. Op een dag bedacht ze dat ze eigenlijk haar droom nu eindelijk eens waar wilde maken; Patissier worden. Dat was altijd al een echte wens; een klein bakkerijtje, mooie taartjes maken… Nu bleek dat in Frankrijk niet zo simpel. De Franse Kamer van Koophandel eist dat je voor het openen van een bakkerij of taartjeswinkel een patisseriediploma moet hebben. En zo ging Meike Schaling opnieuw naar ‘school’. Leerde alles over bloem en chocolade, maar ook over scheikunde en het runnen van een bakkerij. Ze liep stage in het sterrenrestaurant La Grande Cascade in Parijs en vond een perfect pand voor een eigen winkel in Saint Germain-en-Laye.  Daar ontdekte ze een nieuwe ‘markt’. Mensen willen niet één grote taart maar liever veel verschillende soorten kleine taartjes met verschillende smaken. Ze maakte de ‘kleine taartjes’ tot haar specialiteit.

Ze ontmoette daar ook haar nieuwe partner Partice en samen gingen ze terug naar Nederland waar ze nu een echte “Kleine Taartjeswinkel” runnen in de Haalrlemmerstraat in Amsterdam. Een bijzonder verhaal, een bijzondere vrouw. En nu heeft Meike Schaling een boek geschreven met al bijzondere taartjes, en vullingen en toppings en wat al niet meer. Het boek leest als een verhaal maar geeft ook zeer goede, professionele recepten.

Eén ding staat vast; het deeg, is altijd hetzelfde, en de maat van de kleine taartjes: doorsnee 6 cm, hoogte 3 cm ook . Verder krijg je recepten over de vulling: crème, crumble, fruit, jam en gelei, chocolade en  recepten voor speciale feesten. Ik heb er altijd een hekel aan als een kookboek mij voorschrijft ‘doe dit, doe dat…’. Dat komt dan nèt niet uit, heb ik net niet in huis… Met dit boek wordt je uitgedaagd zélf met de diverse mogelijkheden aan de slag te gaan. Combineren, zelf uitproberen. Met de diverse recepten en tips bouw je zelf je eigen taartjes! De recepten zijn duidelijk, kloppen en bieden volop inspiratie! Kortom een geweldig boek!  

De hoeveelheid deeg is steeds voor 12 kleine taartjes. (of één grote taart van 22 cm doorsnee) Ik ging meteen aan de slag en maakte op verzoek van Paul zes taartjes met Ganache van melkchocolade met gember en zes taartjes met amandelroom en verse frambozen en bramen. Super! IMG_6659

Wij genoten zondag van de taartjes, kopje espresso erbij… heerlijk

Kortom; van harte aanbevolen dit boek!

Meike Schaling. Kleine taartjes.€ 17,99. ISBN 9789021568591

© ellen.