Het kwam zo: Walter en Harm gingen uit vissen. Op de Waddenzee. Het hoe en waarom was me niet geheel duidelijk. Of het nu hun jaarlijks uitstapje was, of dat ze het vaker deden? Ze hebben het me beslist verteld, maar ik onthoud niet alles. Evengoed, na een welbestede dag kwamen de mannen terug met een voorraad makrelen. Kakelvers! We kregen er een aantal toegeschoven.
Ik dacht meteen: dat wordt makreel pepesan. Ik zocht dan ook naarstig in de archieven van het Ministerie, maar kon niets bevredigends vinden. Ik had die pepesan ooit gemaakt, naar receptuur van Maja en haar Molukse schoonmoeder, maar kennelijk kwam het er toen niet van om een en ander te beschrijven. Uiteindelijk heb ik dan maar wat recepten door elkaar gehusseld, ik had ook rekening te houden met wat ik nog in huis had. De meer ingewikkelde Indonesische ingrediënten zijn in ons dorpje niet te krijgen en er was geen mogelijkheid om nog even te shoppen in de Grote Stad. Het uiteindelijk resultaat was evenwel alleszins bevredigend. Ik maakte de vissen zo:
- 4 kleine makrelen,
- 1 kleine ui,
- 4 sjalotjes,
- 2 verse rode pepers,
- 3 tenen knoflook,
- 5 cm. verse gember,
- sap van een halve limoen,
- 1 theelepel kunyit ( kurkuma, geelwortel),
- scheutje olie,
- zout.
Maak de makrelen schoon, spoel ze goed af en dep ze droog met wat keukenpapier. Ontdoe de pepers van zaad en zaadlijsten en snijd ze fijn. Rasp de gember grof en snijd ui, sjalotten en knoflook grof. Doe alles in de keukenmachine, samen met de kunyit en het limoensap. Maal de ingrediënten tot een pasteuse, niet helemaal gladde pap, er mag nog wat structuur in zitten. Verwarm de oven voor op 200 graden. Wrijf de bodem van een ovenschaal in met wat olie. Leg de vissen hierop. Vul de vissen met een flinke schep van het mengsel en bestrijk ze met de rest. Zet de schaal in het midden van de oven en laat het geheel voor tien minuten gaan bij 200 graden, zodat de ingrediënten van de saus beginnen te garen. Daarna nog twintig minuten bij 160 graden en je makreel is klaar.
- Je zou in het voorproces de ui, sjalot en knoflook even kunnen aanbakken, maar bij deze manier van bereiding is dat niet nodig, het gaart toch wel en de smaak van de ui en sjalot is verrassend.
- De kenner zag het allang, dit is géén pepesan. In die klassieker hoort onder andere kemieri, veel meer lombok (peper) en zo nog een en ander.
- Wil je dit gerecht, met deze ingrediënten, nog wat pittiger hebben, gebruik dan ook de zaadjes van de verse pepers.
- Een volgende keer zal ik iets meer ui en peper gebruiken, ik kwam nu nét iets massa tekort.
Al met al een eenvoudig gerecht. Het smaakte ons prima. We aten er witte rijst bij en Ellen maakte vliegensvlug een frisse komkommersalade.
© paul
Paul dit uitstapje had ik cadeau gekregen voor mijn verjaardag.
Ik ben blij dat ik jullie een plezier heb kunnen doen met de vissen.
Wij hebben een leuke dag gehad op zee.
Welke stad is de ‘grote stad’ bij Gemert?
Helmond .