Pulled pork…

procureur, voorbereiding voor pulled pork
Ik wilde dit al heel lang eens klaarmaken maar het kwam er maar niet van. Pulled Pork vindt zijn herkomst in de zuidelijke Amerikaanse staten en wordt daar vaak op enorme barbecues bereid. Pulled Pork, letterlijk getrokken varkensvlees, wordt heel langzaam gebraden op de barbecue, in de slowcooker, op het fornuis of in de oven, het maakt niet uit, als het maar heel langzaam gebeurd onder hele lage temperatuur. Het vlees wordt meestal eerst een nachtje gemarineerd. Waarmee daar verschillen de meningen over, ieder heeft zo zijn of haar eigen kruidenmix. Welk vlees gebruikt wordt is wel belangrijk, de bedoeling is dat je na uren smoren een boterzacht gaar stuk vlees overhoudt, dat je met twee vorken uit elkaar trekt. Draadjesvlees moet niet te lang van draad zijn en niet te droog. Gebruik daarom varkensvlees van de schouder zonder bot, ook wel procureur genoemd. Ik kocht een mooi stuk van 2700 gram bij de Hanos groothandel. Pulled pork is geen gerecht dat je voor twee personen maakt, minder dan een kilo is de moeite niet waard. Bovendien zou een klein stukje procureur niet echt het gewenste effect hebben. Voor een mooi gezelschap dus. Wij aten zaterdag de Pulled Pork met acht personen, er bleef een klein beetje over. Ik besloot het vlees in de oven klaar te maken. Handig, je hebt er nauwelijks omkijken naar. Ik maakte vrijdagavond een marinade en wreef het vlees daarmee stevig in. Zaterdagmorgen om half elf ging het vlees in de oven op 110 graden en om zeven uur was het heerlijk, botermals gaar.

  • marinade
  • 1 eetlepel raz el hanout kruiden
  • 1 eetlepel gerookt paprikapoeder
  • 1 eetlepel gedroogde oregano
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 eetlepels olijfolie

Procureur, voorbereiding voor pulled pork
Alles goed mengen en het vlees stevig inwrijven. Laat het zeker 12 uur in de marinade staan. Ik heb het vlees heel licht ingekerfd aan de bovenkant om de marinade er goed in te laten trekken.

  • Maak een mengsel van 150 ml bouillon
  • 2 eetlepels wijnazijn
  • 4 eetlepels barbecuesaus
  • 4 eetlepels bruine basterdsuiker
  • 1 eetlepel chilisaus
  • wat zout
  • 1 eetlepel olijfolie

Verwarm de oven voor op 110 graden. Giet de olijfolie in een braadslede waar het vlees precies inpast. Leg het vlees erin en lepel het mengsel over het vlees. Leg er wat bakpapier over en sluit het dan af met alufolie. ( Omdat er zuur in het mengsel zit moet je zorgen dat de alufolie de ‘saus’ niet raakt.) Zet het vlees in de oven en ga gezellig iets anders doen. Kijk zo om de twee uur of alles goed gaat, voeg eventueel wat vocht, bouillon, toe. Na zo’n 6 uur zal het vlees een kerntemperatuur hebben van 90 graden. Je voelt, als je er een vork insteekt dat het helemaal gaar is. Haal het vlees dan uit de oven en laat het onder folie 15 minuten rusten. Neem twee vorken een trek het uit elkaar.

pulled pork, procureur

Wij aten er tortilla’s bij en Dutchmens Coleslaw. En Chocolademousse toe. Van harte aanbevolen! Ik ga dit vaker maken!

© ellen.

Eerste asperges jaargang 2015…

IMG_3327
Het zat eraan te komen, zoveel bleek al enkele weken duidelijk. En vandaag was het dan zover: bij onze vaste leverancier, de Familie van Dinter uit kerkdorp Mortel, gingen de eerste asperges in de vrije verkoop.

Wat aan de vroege kant, zou je zeggen, gezien de deplorabele staat van het weer. Maar al jaren maken ze bij Van Dinter gebruik van een techniek die er voor zorgt dat er in het voorseizoen geoogst kan worden: blaastunneltechniek heet die vorm van telen.

In de lengterichting worden plastic tunnels gespannen over de bedden. De lucht die zich bevindt tussen de bedden en het plastic wordt verwarmd door het zonlicht en er ontstaat een soort mini-broeikasatmosfeer. De bodem onder de bedden wordt nog eens extra verwarmd met restwarmte uit de tuinbouw. Het is daarom dat de asperges aanmerkelijk eerder hun kopjes laten zien dan die van de koude grond.

De traditie op het Ministerie wil dat de eerste asperges van het jaar in alle eenvoud worden genuttigd. Met gekookt ei, plakken goede ham en een lik gesmolten boter. Een heel miniem snuifje nootmuskaat mag eventueel, maar daar houdt het dan ook op. Later in het seizoen is er weer ruimte voor frivoliteiten en fantasierecepten, die eerste asperges dienen echter gegeten te worden zoals we vandaag deden…

Ze smaakten meer dan voortreffelijk…

© paul

 

Chocolademousse met cointreau

IMG_3260chocolademousse met cointreau
Gisteren maakte ik Pulled Pork, ik beschreef hoe ik het vlees klaargemaakte, maar nu hier eerst het dessert.
Op zaterdag kook ik meestal iets speciaals, ik probeer nieuwe gerechten uit. Het Kind met haar Kruimel, echtgenoot Andy, De Jongste Bediende en vriendin Marleen willen mijn experimenten altijd wel proeven. We drinken wat, we kletsen wat en genieten van een mooie maaltijd. Deze zaterdag schoven ook Maartje en Walter aan aan  tafel. Walter kent een plaatselijke jager en wordt ieder seizoen ruim bedeeld met de opbrengsten van de jacht. Zo ruim dat wij regelmatig ook een deel mogen ontvangen. Twee diepgevroren fazanten, een paar wildworstjes en nog wat Italiaans edelhert, lekker! Daar lees je hier binnenkort meer over.

Reden genoeg dus om te zorgen voor een goede maaltijd met een mooi dessert. Het dessert is hier altijd een beetje ondergeschoven kindje. Wij eten vaak kaas als dessert en als ik dan eens iets zoet maak als naspijs vergeet ik foto’s te maken en schrijf er vervolgens ook maar niet meer over.

Omdat het Kind tijdens haar zwangerschap een aantal keren moest passen voor ‘gevaarlijke’ gerechten zoals Tiramisù (alcohol en rauwe eieren) besloot ik haar nu maar eens te verwennen met haar lievelingsdessert; Chocolademousse, mét rauwe eieren en drank!

Niet voor zwangere vrouwen dus! Wel lekker. Ik paste een oud recept aan maar had niet goed gekeken. Ik dacht dat er stond voor vier personen en verdubbelde de hoeveelheid. Ik vond het wel erg veel voor acht personen. Vanmorgen nog eens gekeken en toen bleek dat het recept voor 6 personen bedoeld was! Nou ja, iedereen vond het een heerlijk mousse. De verhoudingen waren prima en er zijn een paar porties overgebleven die vandaag gretig opgesnoept worden. De hoeveelheid hieronder is dus voor 12 personen maar gewoon de helft van alles nemen kan ook. Dan heb je een mooi dessert voor 6 chocohollics.

  • 300 gr pure chocolade
  • 8 eiwitten
  • 4 eidooiers
  • 2 eetlepels poedersuiker
  • 300 ml slagroom
  • 1 scheutje Cointreau of Grand Marnier.

Smelt de chocolade au-bain-marie. Klop de eidooiers met de poedersuiker tot een romige, schuimige massa.  Laat de gesmolten chocolade intussen afkoelen tot 50 graden. Klop de slagroom stijf. En dan in een andere, brandschone kom ook de eiwitten stijfkloppen. Een enorme hoeveelheid afwas dus, dat wel…

Voeg eerst de geklopte eidooiers en een scheutje Cointreau  bij de afgekoelde chocolade. Dan voorzichtig, beetje bij beetje de slagroom bij het chocolademengsel voegen. Probeer te mengen zonder al te veel te roeren.  Meng dan heel voorzichtig de geklopte eiwitten door de chocolademassa. Niet kloppen of mixen, dan sla je alle lucht eruit. Gebruik liefst een lepel met een gat en ‘vouw’ de eiwitten door de massa. Als alles mooi egaal gemengd is schep je de mousse in kleine schaaltjes of kopjes. Laat de mousse in de koelkast opstijven.

IMG_3275chocolademousse met cointreau
Wij dronken er nog een klein glaasje Cointreau bij en vergaten de espresso.
© ellen.

‘n Zompige zaterdag…

Jonge artisjokken...
De foto heeft niks met dit stukje te maken, en dit stukje niks met de foto.

Achter me roept Ellen: we steken de kaarsen aan, we dimmen de verlichting en vieren Herfst 2015… En waarlijk, het waait kil, het miezert en soms regent het door. Het heeft er geen schijn van dat de Lente is begonnen. Tijd voor een ordentelijk stukje is er niet; het is zaterdag en nog afgezien van de gebruikelijke gasten komen Maartje en Walter aanschuiven aan de weekend-dis.

Ellen is nagenoeg de hele dag bezig met de maaltijd. Ze maakt daarbij een ongelofelijke hoop rommel en afwas. En je hoeft heus niet te raden wie er dan verantwoordelijk is voor de schoonmaaklogistiek van de spoelkeuken. (Voor het uiteindelijk afwaswerk ook…) Morgen beschrijft Ellen haar versie van Pulled Pork.

Vanochtend bezocht ik de zaterdagmarkt in Helmond. Laat het nu uitgerekend Voorjaarskermis zijn in de stad. Het wil zeggen dat de markt voor een groot deel is verplaatst. De hele Koninginnenwal en nog wat hoeken en gaten worden nu gebruikt als marktplaats, terwijl de twee Marktpleinen vol staan met autoscooters, rupsen, draaimolens en ijzingwekkende moderne stellages. En een degelijke logica in de nieuwe standplaatsen van onze vertrouwde leveranciers kon ik niet ontdekken.

Bij geluk liep ik onmiddellijk onze citrusboer tegen het lijf. Maar daarna was het zoeken geblazen; ik sjouwde de hele markt wel drie keer over. De Shoarmamevrouw stond ergens verstopt aan een uithoek, met de standplaats van de Poolse Mevrouw was het nauwelijks beter gesteld. De Keniaanse Mevrouwen heb ik überhaupt niet gevonden. De Kaasboer had echter een prominente ruimte weten te bemachtigen, er was nu zelfs plaats voor een extra stalletje. En onze Turkse Groentemevrouw kwam ik puur per ongeluk tegen. Omdat ik nog even de stad in moest om bij de Indonesische Toko in de Passage wat specerijen in te slaan zag ik van verre onze Bloemenboer. Hem had men, samen met zijn collega’s een paar honderd meter van de eigenlijke markt gestald. (Toen ik later door de Ameidestraat terug liep naar de markt sprak een vertwijfelde dame me aan; waar ik die bloemen had gevonden? Ze zocht al geruime tijd, en ook zij had al een paar rondjes over de markt gemaakt, zonder resultaat…

De Visboeren ja, de visboeren die stonden gezamenlijk in het eerste gelid. Maar laat ik nu juist vandaag geen vis nodig hebben. Enfin…

Nog even over de artisjokken: het zijn de eerste verse kleine artisjokjes van dit jaar. Ze komen uit het zuiden van Italië. We aten ze vorige week in een stoofpotje met aardappel. Wat zien ze er mooi uit….

© paul

Geboortekoekjes…

Geboortekoekjes.
Omdat het Kind die stoffige beschuiten-met-muisjes ter ere van Kruimels geboorte grondig zat was, maar er evenwel nog volop getrakteerd diende te worden, besloot ze het over een heel andere boeg te gooien.

Bij het televisieprogramma Koffietijd zag ze ooit een knutselmoeder in de weer met Lange-Vingers en chocolade. Iets dergelijks stond haar dan ook voor ogen toen ze bij Ellen die koekjes bestelde. Ellen gebruikt voor haar Tiramisu doorgaans een goede kwaliteit Savoiardi, de Italiaanse uitvoering van die koekjes. Ze zijn minder stoffig, wat steviger van structuur en ze nemen vocht op zonder onmiddellijk in elkaar te storten.

Vervolgens kocht het Kind een paar tabletten chocolade bij AH. De muisjes waren nog rijkelijk op voorraad. De chocolade smolt ze au bain marie en doopte daar de Savoiardi over de lengte in. In de nog zachte chocolade liet ze dan de muisjes vallen. Er kwam nog een kék cellofaantje om en een blauw strikje, en dat was dat…

Ex collega’s onder de indruk, echtgenoot onder de indruk, Ellen onder de indruk. Zozeer zelfs dat Ellen een forse opdracht plaatste bij het Kind. Ze moest zelf nog trakteren ter ere van het omaschap en dit leek dé versnapering…

Gisteravond konden we twee trommels koekjes ophalen, het Kind had er uren aan gewerkt. Wel zonder cellofaanverpakking, dat vond Ellen niet nodig. Aansluitend bezochten we Ans en Vriend Jan, want uitgerekend deze dag waren zij voor de tweede maal Grootouder geworden. Maud heette hullie Kruimel. Het meisje verkeerde in blakende welstand, zo ook moeder Fraukje en vader Gijs. Tegen de tijd dat wij naar huis gingen was de eerste trommel koekjes al goeddeels geconsumeerd. Enfin…

Ach, vandaag was het een komen en gaan in Ellens biebje; het sprak zich snel rond onder het studerend volkje dat er wat te versnaperen viel in de mediatheek, men deed de ontwerpster van het spul enthousiast eer aan.Alteratieve beschuiten met muisjes...

Laat ik je nog een blik werpen op het Chocolateriefabriekje van HdV te G. Lopende bandwerk lijkt het Kind op het lijf geschreven… Overigens laat Jop weten dat het hem prima vergaat. Sinds vandaag weegt hij negen pond. Ook laat hij weten dat z’n pa en ma blaken van gezondheid…

© paul

Ossobuco met gremolata

osso buco
Italianen kunnen heerlijk harrewarren over hun dagelijkse kost; wel of geen tomaten in de saus. Wel of geen spek gebruiken, boter of olie. Nou ja, ga zo maar door. Wij buiten Italie hoeven ons gelukkig niet aan de strenge regels te houden en er ook geen strijd over aan te binden. Als ik tomaten bij de Ossobuco wil doen, dan doe ik dat, en dat deed ik gisteren. Dan mag het gerecht dus geen Milanese als toevoeging krijgen, want dan zou het niet meer kloppen…
Ik maakte gisteren lekkere kalfsschenkels, want dat is die ossobucu; letterlijk vlees met een gat.
Voor 2 personen;

  • 2 kalfsschenkels (van de achterschenkel van het kalf, ongeveer 3 cm dik),
  • beetje bloem,
  • scheutje olijfolie.
  • De groenten fijngehakt; 1 grote ui, 2 wortelen, 2 stengels bleekselderij, 2 teentjes knoflook,
  • 2 dl droge witte wijn,
  • eventueel bouillon,
  • 300 gram tomaten,
  • kleingesneden takje verse tijm, 1 laurierblad, zwarte peper en zout.

Bestuif de schenkels met wat bloem in bak ze in de hete olie snel aan alle kanten bruin. Schep ze uit de pan en houd ze even apart. Bak nu in dezelfde pan eerst de uien, dan de knoflook erbij en vervolgens de rest van de groenten. Smoor even en schep goed om. Voeg de kruiden toe en blus dan af met de witte wijn en laat alles weer op temperatuur komen. Voeg de schenkels bij de groenten en stoof op een heel zacht vuurtje ongeveer anderhalf uur. Het ligt aan de grote en de kwaliteit van de schenkels hoe lang je moet stoven.

Maak de gremolata van een klein bosje fijngehakte peterselie, de geraspte schil van een citroen en een geraspt teentje knoflook. Sommigen laten de gremolata even meestoven, ik strooi het liever op mijn bord over de schenkels.

Erbij een stuk knapperig brood en een groene salade. Ennuh, vergeet niet de merg op te eten… Een ware delicatesse op een stukje brood.

merg...

… en daarna is het botje voor Jaros!

Kopje espresso toe!
© ellen.

Pasen; zoete Frambozenbroodjes

paasbrunch De Paasdagen: tijd om te genieten van de eerste zonnestraaltjes, misschien eieren kleuren en verstoppen, misschien ook een mooie Paasbrunch met familie en vrienden organiseren. Wij houden het dit jaar maar weer bij onze traditionele champagnebrunch met vrienden en familie; wat eten, wat drinken een mooi verhaal en wat nog meer ter tafel komt…
Zo doen we dat al jaren hier op het Ministerie, de champagnes (gekregen met Kerst, relatiegeschenken en wat dies meer zij) worden verzameld en gekoeld, ik denk na over bijpassende gerechten en dan eten we en drinken we en vertellen we verhalen over de nieuwe lente en de plannen voor de komende zomer…
Zo als het er nu naar uitziet kunnen we in ieder geval asperges verwachten van eigen Gemertse telers. Dat is natuurlijk al een feestje op zich maar meestal maak ik voor de Paasbrunch ook wat zoete broodjes of een brioche. Ik beschreef al de zoete sinaasappel-amandelbroodjes die ik vorige week bakte, nu toch ook even het recept van de Frambozenbroodjes met amandel. Ook echt iets voor de Paasbrunch, ooit gemaakt, maar ergens in de vergetelheid geraakt en nooit beschreven.
Bij deze dus:

  • voor 12 broodjes
  • deeg
  • 500 gram bloem
  • 7 gram gedroogde gist
  • 2 eetlepels custardpoeder
  • 1 ei
  • 225 ml melk
  • snufje zout
  • 75 gram zachte boter
  • Vulling
  • 250 gram frambozen (mag diepvries zijn)
  • 250 gram amandelspijs
  • 1 ei
  • 1 theelepel geraspte schil van een bio citroen
  • 1 1/2 theelepel gemalen kaneel
  • 2 eetlepels honing
  • voor de afwerking 75 gram poedersuiker, wat citroensap en wat amandelschaafsel

Laat de frambozen ontdooien en vang het sap op.
Kneed in een kom van bloem, gist, custard, ei, melk, snufje zout en de zachte boter een soepel deeg. Dat kan met de mixer met deeghaken of in de keukenmachine of met de hand. Kneed tot je een mooi deeg hebt waar je een ‘vliesje’ van kunt trekken. Vorm een bal en laat die onder plasticfolie 1 uur rijzen. Druk het deeg plat en kneed het met de hand nog even door. Rol het dan op een, met wat olie bestreken, werkvlak tot een lap van ongeveer 25×35 cm.

Meng de amandelspijs met het ei en de citroenrasp tot een smeuïge massa. Strijk deze massa over het deeg, verdeel de frambozen hierover en bestrooi met wat kaneelpoeder. Druppel wat honing over de vulling. Rol het deeg losjes op en verdeel de rol in 12 dikke plakken. Leg de plakken dicht tegen elkaar op een met bakpapier bekleed bakblik. Laat het deeg nu nog eens 45 minuten afgedekt rijzen op een lauwwarme plaats. Een variant is om in plaats van frambozen het deeg gewoon te bestrijken met een mooie ( zelfgemaakte) confituur. De rest van het verhaal is hetzelfde, bestrooi het dan bijvoorbeeld met poedersuiker of maak glazuur met poedersuiker en wat citroensap. Ook lekker!

paaszaterdag

Verwarm de oven voor op 200 graden. Bak de frambozenbroodjes in ongeveer 20 tot 25 minuten gaar een lichtbruin.
Kook intussen het opgevangen frambozensap in tot 2 eetlepels en roer dit beetje bij beetje door de poedersuiker tot je een dik glazuur hebt. Voeg een klein beetje citroensap toe tot je de gewenste dikte hebt gekregen. Rooster het amandelschaafsel in een droge koekenpan.
Neem de broodjes van de bakplaat, giet er de glazuur over en bestrooi met het amandelschaafsel. Bestuif de broodjes eventueel nog vlak voor het gebruik met wat poedersuiker.

En, natuurlijk volgen er de komende dagen nog wat meer gerechten voor een mooie Paasmaaltijd… Nu maar hopen op mooi, zonnig lenteweer…

© ellen.

Keniaanse oliebollen…

Kenyaanse oliebollen..
Het assortiment van de Keniaanse dames op de Helmondse zaterdagmarkt breidt zich langzaam uit. Ik liet je die fraaie gehaktbroodjes al eens zien, ze maken die dingetjes intussen ook met een vegetarische vulling. De vulling bestaat uit een pittige bonenpuree en gestoofde bladgroenten. De dames vertelden dat de inhoud nogal kan variëren, maar vegetarisch zijn ze en blijven ze. De smaak is goed  en doet in de verte wat aan de gehaktbroodjes denken. De broodjes zouden zomaar als vleesvervangende snack kunnen dienen. Ik heb er nog geen foto van.

Wel heb ik een afbeelding van hun oliebolletjes. We waren even vergeten om te vragen naar de samenstelling van het deeg, dat doen we dan maar bij een volgende gelegenheid. De oliebollen zijn mooi rul van binnen, het deeg is niet te vast, wel stevig. De koeken zijn niet te vet, maar wel machtig. Het deeg is gezoet en geparfumeerd met rozenwater. Voor bij de thee, zeggen de dames. Maar je zou ze evengoed als begeleider bij sommige kazen of andersoortig hartigs kunnen gebruiken.

Op 6 juni van dit jaar organiseren de dames een Afrikaans feest in Helmond. Er wordt dan gegeten, gedronken, gemusiceerd en gedanst op een zaterdag, van 13.00 uur tot 18.00 uur. Iedereen is welkom en de opbrengst van het festival komt ten goede aan een school in Kenia. Volgende week krijgen we meer informatie.

© paul

Rata rapide…

Rata rapide (pommes au lard)...

Het boek heet À LA SOUPE! Le repas du poilu. Het bevat een verhandeling over eten en koken in en om de Franse loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Ik ben al dagen bezig aan een artikeltje over de publicatie, maar ik kan er geen fatsoenlijk einde aan breien. Je mag er dus nog een dag of wat op wachten.

Wel heb ik al gekookt uit het boek, er staan namelijk ook recepten in. Het rata rapide mag vrij vertaald worden met ratjetoe-snel-klaar. Het is een eenvoudig gerecht van aardappelen, spek en uien, en het levert een voor die tijd volledige maaltijd op. In 1914 ging men ervan uit dat een maaltijd compleet was wanneer hij de componenten eiwit, koolhydraten en vetstof bevatte. Ik beschrijf het recept voor vier personen, zelf maakte ik een kleinere hoeveelheid klaar.

  • 2 kilo vastkokende aardappelen,
  • 100 gram gerookt spek,
  • 1 grote ui,
  • water,
  • peper en zout.

Schil de aardappelen, snijd ze in schijven en kook ze min of meer gaar. Snijd het spek in kleine dobbelsteentjes. Hak de ui in dunne ringen. Laat vervolgens het spek in een stoofpan uitsmelten en doe er dan de uien bij. Laat de ui op een middelhoog vuur glazig worden. Vervolgens worden de aardappelen toegevoegd en voorzichtig, maar grondig omgeschept. Daarna gaat er zoveel water bij dat het geheel nét onderstaat. Breng op smaak met wat peper en eventueel zout. De zaak mag stoven op een niet te laag vuur, zodat een deel van de vloeistof kan verdampen. Na een minuut of vijftien is je potje klaar, de ingrediënten drijven in een mooie dikke sausachtige bouillon. Dien heet op…modelbouwtentoonstelling Ethe (Gaume)

  • Opmerkingen:
  • Twee kilo aardappelen is niet niks, je kunt gewoon wat minder nemen.
  • Ons spek is over het algemeen minder vet dan dat van 100 jaar geleden, ik moest wat extra boter toevoegen om de uien mee te kunnen bakken. Let overigens op met extra zout, je spek is al gezouten. En heb je de aardappelen gekookt in gezouten water dan hoef je in het geheel geen zout meer te gebruiken.
  • Houd de vloeistof in de gaten.
  • Het gerecht is gemaakt naar basisrecept. In alle keukens van de Eerste Wereldoorlog ging men ervan uit dat soldaten hun maaltje zelf wel opleukten. Dat heb ik ook gedaan.
  • Stel je voor: die ene verdwaalde Waalse soldaat die jullie Franse regiment was komen versterken bracht van thuis een zak Plate de Florenville mee. Nou, dan konden ze op het hoofdkwartier toch mooi hun varkensaardappelen zelf houden. En dat ranzige spek trouwens ook, want Jean uit de Gers had van zijn schoonvader een zij van het prachtigste spek meegekregen. Ongeblutste uien waren er wel te krijgen bij een vrouwtje dat met groente ventte, achter de linie. Misschien verkocht ze zelfs wel sjalotjes. Het zout kwam gewoon van de regimentsveldkeuken, maar de peper was van Pierre. Hij had wel een pond op voorraad. Jammer alleen dat Jérôme uit Bourgondië op verlof was, naar de verse peterselie kon je dit maal wel fluiten.
  • Poilu uit de titel van dit stukje is de algemene benaming van de Franse infanteriesoldaat. Het betekent letterlijk: de behaarde…

© paul

Communietaart…

Eerste communietaart.

De multipuzzle van Vrij Nederland krijg ik niet opgelost zonder te spieken op het internet, vervolgens loopt de supersudoku vast en tot overmaat van ramp breng ik het artikel waar ik aan werk niet tot een goed einde. En die veronderstelling van Nell, dat ik mogelijk teveel hosties heb geslikt in mijn katholieke jeugd wil ook niet uit mijn kop. Ach, ik weet het niet…

Evenwel, de gekte van de foto is me gelukkig bespaard gebleven, in mijn jeugd, en ook in het huidig tijdsgewricht. We troffen de taart (want dat is het) aan bij een bakker in de Concorde Shopping Mall, vlak bij stad Luxemburg.

Je wilt als kind toch niet zo’n ding voor je Eerste Communie, je bent amper zeven jaar oud. Een taart met Disneyfiguren, dat kan. Gebak met de zojuist overleden K3-meisjes erop, ook goed. Maar dit?..

En het is nog slecht gedaan ook. Aan de ene kant van het taartmissaal heeft de bakker zitten rommelen met chocolade, dat heeft nog wel iets. De andere kant wordt bedekt met een soort pre-fab afbeelding zoals ik er in mijn Roomsche Jeugd veel te veel heb gezien. Qua stijl slaat de samenvoeging van de twee taartenpagina’s als een tang op een varken.

Stiekem ben ik wel benieuwd hoe die taart smaakt, dat dan weer wel…

© paul