Kruisbessentaart…


Wij wonen zoals je misschien wel weet, in een dorp in Brabant. Er is hier volop, of eigenlijk véél teveel landbouw en veeteelt. Varkens, kippen, nertsen, prei asperges, aardbeien, noem maar op, we fokken en telen het hier, hoewel die nertsen nu geloof ik wel allemaal weg zijn… Je zou dan denken dat het aanbod van verse groenten hier ook prima zou zijn, helaas is dat niet zo. Ja, prei is overal te koop en de asperges en aardbeien zijn op een aantal plaatsen bij de telers aan huis te koop maar daar houdt het dan ook wel een beetje op. Voor verse doperwtjes moeten we naar de markt in de stad, laat staan kapucijners, rode en zwarte bessen en kruisbessen. Raar toch eigenlijk? Deze week had ik mijn zinnen gezet op verse tuinboontjes. Die bij Appie zagen er niet uit, niet vers en te duur ook nog. De boerderijwinkel was dicht, tja en dan houdt het op. We besloten er dan maar een dagje uit van te maken en voor het eerst sinds de Coronacrisis de grens naar Duitsland over te steken. Nét over de grens, in Uedem is een grote verswinkel; de Bauernmarkt Lindchen. Groenten, fruit en wat vleeswaar van prima kwaliteit, deels bio worden er verkocht tegen zéér redelijke prijzen. We kochten er de eerste cantharellen, kraakverse tuinboontjes, een kruidenpakketje voor de Grüne Sose, mooie abrikozen en een bakje met kruisbessen. Kruisbessen, ook zoiets wat je hier nog zelden in de groentenwinkels kunt kopen. Er ligt een keur aan tropisch fruit uit verre landen maar bessen zijn in onmin geraakt; vergeten fruit dus. Toch erg lekker. Ik maakte een taartje met deze kruisbessen.

Voor het deeg;

  • Fonceerdeeg:
  • 250 gram basterdsuiker
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 500 gram patent bloem
  • snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 10 gram bakpoeder

Meng de zachte boter, de basterdsuiker, het zout , het ei en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in de koelkast. Rol het deeg dan uit en bekleed er de ingevette bakvorm mee. Vries het deeg dat je niet gebruikt verpakt in folie in.

  • Voor de vanillepudding:
  • 2 eidooiers
  • 50 gram suiker
  • 25 gram vanillepuddingpoeder
  • 2,5 dl melk

Doe de dooiers met de suiker in een mengkom en klop tot het mengsel schuimig en zachtgeel is. Voeg het puddingpoeder toe en meng goed. Verwarm de melk in een steelpan tot het kookpunt. Schenk een beetje van de melk bij het dooiermengsel en klop goed los. Giet dat dan bij de rest van de hete melk. Meng goed en laat de pudding op een zacht vuurtje even doorpruttelen tot je een mooie gebonden massa hebt. Haal de pan dan van het vuur en laat even afkoelen.

  • en verder een paar lepels aardbeienconfiture
  • 500 gram kruisbessen
  • wat poedersuiker

Was de kruisbessen en pluk de steeltjes en de kroontjes er af. Bestrijk de deegbodem met een laagje aardbeienconfiture. Giet daarop de pudding en strijk mooi glad af. Bedek de pudding met de kruisbessen. Bak de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven op 175 graden. Laat de taart even afkoelen en bestrooi met poedersuiker.

Heerlijk met een kopje espresso!

© ellen.

Druivenoogst en een mooi brood; Schiaccia con l’uva.

Druivenbrood (Schiaccia con l'uva)...

Paul was er even druk mee; het oogsten van onze druiven in ons kleine achtertuintje verrast ons steeds weer. Het lijkt allemaal niks, maar we plukken ieder jaar toch weer kilo’s druiven van die paar struiken. Ik maakte al eens gelei, jam, en sap van de druiven. Dit jaar heb ik al zoveel jam gemaakt dat dat geen optie was. En, eerlijk gezegd, ik had er gewoon even geen zin in. Paul besloot de druiven dan maar te schenken aan Café Ruis, hier in ons dorp. Ze stoken, helemaal legaal overigens, prima drankjes van fruit. Kweeperen, goudrenetten, druiven, pruimen… alles wordt verwerkt tot prima destillaten. Onze druiven zullen samen met nog meer druiven uit het dorp verwerkt worden tot Grappa! Een mooi doel dus. In totaal gingen er 30 kilo druiven naar café Ruis om verstookt te worden tot grappa, ongeveer 5 kilo snoepten we zo op en verwerkte ik in twee grote druivenbroden. Een rijk oogstjaar!

IMG_4550

Schiaccia con l’uva (Druivenbrood):

  • 400 gram bloem 00
  • 7 gram droge gist (1 zakje)
  • 300 ml lauw water
  • 2 eetlepels  + 2 eetlepels olijfolie en een beetje om de vorm in te vetten
  • 1 theelepel zout
  • 800 gram blauwe druiven
  • 100 gram fijne suiker
  • een ronde vlaaivorm, 30 cm doorsnee

Los de gist op in het water. Zeef de bloem, voeg het zout en de olie toe en schep even om. Giet dan het gistmengsel bij de bloem en kneed tot je een mooi samenhangend deeg hebt. Zet het deeg dan, afgedekt met folie of een vochtige doek op een tochtvrije warme plek en laat het ongeveer anderhalf uur rijzen tot je het dubbele volume hebt.

Vet het bakblik goed in en verdeel de helft van het deeg over de bodem. Verdeel de helft van de druiven over het deeg en bestrooi met de helft van de suiker. Leg daarop de tweede helft van het deeg en verdeel de rest van de druiven erover. Bestrooi met de rest van de suiker en druppel er wat olijfolie over. Bak het druivenbrood in een voorverwarmde oven op 180 graden  ongeveer 45 minuten.

Een prima manier om de eerste geoogste druiven te verwerken.

Je kunt het brood warm of koud eten,  lekker met een kopje espresso erbij.

© ellen.

Abrikozen-lavendel sorbetijs

Abrikozen-lavendelsorbet...

Het is hier op dit moment 37 graden in de schaduw *), je begrijpt lezer dat dit geen temperaturen zijn om ingewikkelde recepten uit te proberen. Wij hangen de hele dag een beetje lui in de schaduw met een mooi boek en drinken sloten water. Toen ik de weersvoorspellingen voor de komende dagen hoorde besloot ik in ieder geval alvast wat ijs te gaan maken. Ik maakte onder andere sorbetijs, dus zonder room en eieren. Sorbet van abrikozen met lavendel en sorbet met aardbeien *). De vruchten worden niet gekookt dus je eet echt puur vers fruit, met toevoeging van wat suiker en honing.

Ik maakte het ijs met behulp van een eenvoudig ijsmachientje. Het kan ook zonder. Schep de sorbet dan in een ruime vriesdoos, zet die in de vriezer en schep regelmatig om.

  • Voor ongeveer 1 liter sorbetijs:
  • 500 gram mooie rijpe abrikozen
  • 150 gram fijne suiker
  • 150 ml water
  • 2 eetlepels honing
  • wat citroensap
  • 5 druppels lavendelolie

Was de abrikozen, halveer ze en verwijder de pit. Maal ze samen met 50 gram van de suiker in de blender tot een gladde pulp.

Verwarm de rest van de suiker met de honing en het water en laat dit inkoken tot een mooie suikerstroop. Laat de suikerstroop afkoelen. Meng dan met de staafmixer de suikerstroop door de abrikozenpulp. Voeg naar smaak wat citroensap toe en de lavendelolie.

Laat de massa nu in de ijsmachine draaien tot het bevroren is en schep het ijs in vriesdozen. Haal het ijs even vóór het gebruik uit de diepvries. Ik hield een beetje ijs apart om voor Jop ijslollies te maken. Je kunt daarvoor allerlei handige vormpjes kopen.

Abrikozenijsje van oma...

Smakelijk, en wij zijn wel toe aan een kopje espresso, héérlijk met dit warme weer.

*) dat was vanmiddag, de temperatuur is nu nog maar 33 graden…

*) je kunt de aardbeiensorbet op dezelfde manier maken, vervang de abrikozen door aardbeien.

© ellen.

Perentaart met amandelspijs voor een nepverjaardag

IMG_8638

Jop had iets te vieren gisteren, een nepfeestje, zei hij zelf. Dat zit zo; gisteren ging Jop voor de laatste keer naar zijn groepje op de peuterspeelzaal. Volgende week mag hij naar de kleutergroep van de échte school. Op 13 februari wordt Jop vier jaar en hij mag dus iets eerder naar de grote school. Gisteren vierde hij samen met zijn juffen en de peuters alvast zijn verjaardag en zijn afscheid van de peutergroep. Een plechtig moment, zo jong en dan al afscheid nemen… Nou ja, ook bij een nepfeestje hoort een mooie papieren kroon, traktaties voor de peuters en dan thuis maar een taart. Elke reden om een taart te bakken is er één! Ik bakte een perentaart met amandelspijs. Een klein taartje ditmaal. Ik maak het deeg altijd in een wat grotere hoeveelheid, genoeg voor twee grote bodems van 30 cm, of één grote een twee kleine van 21 cm. Het deeg dat ik niet meteen gebruik vries ik in. Dat gaat prima en je kunt snel een taartje maken met dit ‘kant-en-klaar-deeg’.

  • Fonceerdeeg:
  • 250 gram basterdsuiker
  • 250 gram boter een half ei
  • 500 gram patent bloem
  • snuifje zout
  • 2 eetlepels 
  • 10 gram bakpoeder

Meng de zachte boter, de basterdsuiker, het zout , het ei en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in de koelkast. Vries het deeg dat je niet gebruikt verpakt in folie in.

Perentaart doorsnee 21 cm

  • 250 gram fonceerdeeg
  • 100 gram amandelspijs
  • 1 ei
  • 125 ml  crème fraîche
  • eventueel een eetlepel rum
  • 2 handperen
  • abrikozenjam/moes

Verwarm de oven voor op 200 graden. Rol het fonceerdeeg uit tot 2mm dikte en bekleed er een ingevette vlaaipan van 24 cm mee. Meng de amandelspijs en het losgeklopte ei. Werk er de crème fraîche door en de rum en roer tot een glad mengsel. Giet het mengsel op het deeg in de vorm. Schil de peren, snij het klokhuis eruit. Leg helften/kwarten peer in een cirkel in de taartvorm, bolle kant omhoog. Bak de taart 30 minuten in de voorverwarmde oven. Bestrijk de afgekoelde taart met warme abrikozenjam/moes.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

Schiaccia con l’uva; druivenbrood

IMG_7162De druivenstruik bij ons Luxemburgse stekje stond er prachtig bij toen we weer naar huis vertrokken maar de druiven waren nog niet rijp. Het is een witte consumptiedruif en altijd vrij laat eetbaar, begin oktober ongeveer. Ik moet zeggen dat we er zelden iets van kunnen oogsten, meestal zijn we er even niet en hebben de vogels alles op vóór we kunnen plukken. Ach, misschien gaat het dit jaar lukken. In het Luxemburgse Tageblat stond deze week een artikel over de wijndruiven aan de Moezel. Het gaat prima met de druiven en men verwacht een excellente oogst! Men verwacht zeker een maand eerder dan normaal te kunnen oogsten. Eind augustus begint men al met de Pinotdruiven, gevolgd door de druiven voor de crèmants de Rivaner en Auxerrois en zoals altijd, lest best de Riesling. Het enige wat er nog kan gebeuren zijn rampzalige hagelbuien. Laten we hopen dat de wijnboeren daarvan verschoond blijven.

Hier thuis hebben we vijf struiken met blauwe consumptiedruiven. Meestal zo rond half september kunnen we daarvan de eerste druiven plukken. Toen we zondag thuiskwamen leken ze al mooi op kleur en na even proeven bleek dat het merendeel al helemaal rijp en zoet is. Ik plukte vanmorgen een vergiet vol en besloot nog maar een keer dat lekkere druivenbrood te maken. Een recept van Antoinette van Italiaans koken met Antoinette. Gebruik hiervoor kleine blauwe druiven, liefst recht van de struiken geplukt. Een vlaaivorm van 30 cm doorsnee. IMG_7154

  • 400 gram bloem 00
  • 7 gram droge gist (1 zakje)
  • 300 ml lauw water
  • 2 eetlepels  + 2 eetlepels olijfolie en een beetje om de vorm in te vetten
  • 1 theelepel zout
  • 800 gram blauwe druiven
  • 100 gram fijne suiker

Los de gist op in 2 eetlepels water en twee eetlepels olie. Zeef de bloem en maak er een kuiltje in. Giet daarin het gistmengsel. Kneed de gist door de bloem en voeg beetje bij beetje water toe tot je een mooi samenhangend deeg hebt. Kneed alles even flink door en zet het deeg dan op een tochtvrije warme plek en laat het ongeveer anderhalf uur rijzen tot je het dubbele volume hebt.

Vet het bakblik goed in en verdeel de helft van het deeg over de bodem. Verdeel de helft van de druiven over het deeg en bestrooi met de helft van de suiker. Leg daarop de tweede helft van het deeg en verdeel de rest van de druiven erover. Bestrooi met de rest van de suiker en druppel er wat olijfolie over. Bak het druivenbrood in een voorverwarmde oven op 180 graden  ongeveer 45 minuten.

Een prima manier om de eerste geoogste druiven te verwerken.

Je kunt het brood warm of koud eten,  lekker met een kopje espresso erbij.

© ellen.

Zelfgemaakt ijs met Amarene kersen en Mort Subite Kriek Lambic

Zelfgemaakt ijs met Amarene kersen en Mort Subite Kriek Lambic...
De temperaturen zijn al dagen en dagen ver boven het gemiddelde en ik wil niet klagen, maar van mij mag het best ietsje minder. Na een dag werken en een reis per openbaar vervoer plus wandeling van bushalte naar huis, kan ik nog nauwelijks de moed opbrengen om te koken. We eten een beetje hap-snap. Laat in de avond vooral. Een eenvoudige maaltijd, wat vlees of vis, een stuk brood en een salade. Goed, ik moet niet zeuren. Eén ding waar we deze warme dagen allemaal wel zin in hebben is ijs. Ook al is bewezen dat je helemaal niet afkoelt van koude dranken of ijsjes, we consumeren massaal van deze versnaperingen.

Ik beschreef al hier en hier al  een aantal van mijn experimenten met zelfgemaakt ijs. Zondag las ik dat Nell van Eetplezier en meer ook ijs gemaakt had en wel met yoghurt en Amarene kersen. Ik had toevallig net een pot van die heerlijke kersen gekocht (aanbieding bij Lidl) en kreeg trek in zo’n kersenijsje. Tja, geen yoghurt in huis en te lui om naar de winkel te lopen. Wél room en een flesje Mort Subite Kriek Lambic en zo werd het weer eens heel iets anders dan ik eigenlijk van plan was.

  • 150 gram uitgelekte Amarene kersen
  • 200 ml room
  • 200 ml Mort Subite Kriek Lambic (je zou een ander soort fruitbier kunnen gebruiken maar ik prefereer deze Kriek omdat het een echte natuurlijke smaak heeft en niet te zoet is)
  • 1 eetlepel honing
  • 60 gram fijne suiker
  • 3 eidooiers

Hak de kersen tot grove pulp. Bewaar er een paar om als garnering te gebruiken. Klop de dooiers met de suiker tot een schuimige, lichtgele crème. Breng de Kriek samen met de room en de honing aan de kook. Giet deze vloeistof voorzichtig, onder goed kloppen bij de dooiercrème. Giet het als alles goed gemengd is terug in de pan en laat even indikken. Niet laten koken, dan gaan de dooiers schiften. Haal de pan van het vuur en meng de kersenpulp erdoor. Laat de crème afkoelen in een ijskoud waterbad. Dek dan af met folie en laat het zeker een paar uur koelen in de koelkast. Schep de crème in de ijsbekers of ijsmachine en draai er ijs van. Bewaar het ijs in de vriezer, afgedekt met folie. Haal het ijs ongeveer 15 minuten vóór het serveren uit de vriezer. Schep bolletjes van het ijs in een coupe, garneer met een paar kersen en wat van de siroop.

Meer ijsrecepten vind je als je in het zoekmachientje IJS intikt.

Kan met een kopje espresso maar een glas Mort Subite Kriek Lambic is ook heel lekker!

© ellen.

Kleine taartjes, ofwel Petit Gâteau van Meike Schaling

 

9789021568591_front

Ik denk steeds dat er aan onze kookboekenverzameling niets meer toe te voegen is. De kasten puilen uit en ik stop regelmatig niet meer gebruikte boeken in het boekenkastje naast ons huis. Toch wordt ik nog af en toe verrast door een nieuwe uitgave. Zo las ik twee weken geleden in de Volkskrantbijlage in de rubriek van Yvette van Boven over een taartjeswinkel in Amsterdam. Yvette van Boven schrijft lovend over de taartjes en hoe zij al lang van plan was om het recept van dat deeg te verkrijgen. Dan is er opeens het boek; “Kleine taartjes”, met alle geheimen over dat deeg, én de vullingen, én de toppings. Yvette maakt en beschrijft in haar rubriek in de Volkskrantbijlage het recept voor een rababertaart á la Meike Schaling.  De rabarber wordt gepocheerd in aardbeiensap, bijzonder. Daar wil ik meer van weten. Ik zoek even verder op internet en ben meteen ‘verkocht’! Dit boek wil ik ook! Dat is tegenwoordig snel te regelen, even internetten en toettoet, het pakje ligt al bij de buren… Vol verwachting opende ik het boek en las, en las, en las… Lekker geschreven, mooie illustraties, maar vooral heel bruikbaar.

Meike Schaling, de auteur en maker en eigenlijk ook de uitvinder van de Kleine taartjes ging na haar Gymnasiumopleiding in Nederland een jaartje als au pair werken in Parijs.. Een jaartje werden er meer en ze besloot in Parijs te blijven en aan de tolkschool te gaan studeren. Ze werd eigenaar van een tolk-vertaalbureau, trouwde en kreeg kinderen. Op een dag bedacht ze dat ze eigenlijk haar droom nu eindelijk eens waar wilde maken; Patissier worden. Dat was altijd al een echte wens; een klein bakkerijtje, mooie taartjes maken… Nu bleek dat in Frankrijk niet zo simpel. De Franse Kamer van Koophandel eist dat je voor het openen van een bakkerij of taartjeswinkel een patisseriediploma moet hebben. En zo ging Meike Schaling opnieuw naar ‘school’. Leerde alles over bloem en chocolade, maar ook over scheikunde en het runnen van een bakkerij. Ze liep stage in het sterrenrestaurant La Grande Cascade in Parijs en vond een perfect pand voor een eigen winkel in Saint Germain-en-Laye.  Daar ontdekte ze een nieuwe ‘markt’. Mensen willen niet één grote taart maar liever veel verschillende soorten kleine taartjes met verschillende smaken. Ze maakte de ‘kleine taartjes’ tot haar specialiteit.

Ze ontmoette daar ook haar nieuwe partner Partice en samen gingen ze terug naar Nederland waar ze nu een echte “Kleine Taartjeswinkel” runnen in de Haalrlemmerstraat in Amsterdam. Een bijzonder verhaal, een bijzondere vrouw. En nu heeft Meike Schaling een boek geschreven met al bijzondere taartjes, en vullingen en toppings en wat al niet meer. Het boek leest als een verhaal maar geeft ook zeer goede, professionele recepten.

Eén ding staat vast; het deeg, is altijd hetzelfde, en de maat van de kleine taartjes: doorsnee 6 cm, hoogte 3 cm ook . Verder krijg je recepten over de vulling: crème, crumble, fruit, jam en gelei, chocolade en  recepten voor speciale feesten. Ik heb er altijd een hekel aan als een kookboek mij voorschrijft ‘doe dit, doe dat…’. Dat komt dan nèt niet uit, heb ik net niet in huis… Met dit boek wordt je uitgedaagd zélf met de diverse mogelijkheden aan de slag te gaan. Combineren, zelf uitproberen. Met de diverse recepten en tips bouw je zelf je eigen taartjes! De recepten zijn duidelijk, kloppen en bieden volop inspiratie! Kortom een geweldig boek!  

De hoeveelheid deeg is steeds voor 12 kleine taartjes. (of één grote taart van 22 cm doorsnee) Ik ging meteen aan de slag en maakte op verzoek van Paul zes taartjes met Ganache van melkchocolade met gember en zes taartjes met amandelroom en verse frambozen en bramen. Super! IMG_6659

Wij genoten zondag van de taartjes, kopje espresso erbij… heerlijk

Kortom; van harte aanbevolen dit boek!

Meike Schaling. Kleine taartjes.€ 17,99. ISBN 9789021568591

© ellen.

IJs met rozenblaadjes, frambozen en bosbessen…

IJs van rozenblaadjes, bosbes en framboos...Het eens zo vergeten ijsmachientje draait overuren, het is er natuurlijk ook weer voor. Temperaturen hier boven de dertig graden doen verlangen naar een koel ijsje. Gisteren was het te heet om ook maar iets te verzinnen. We aten wat, we dronken een glas en zaten te puffen tot het bedtijd werd. Tot ik bedacht dat er nog wat frambozen in de koelkast lagen en wat bosbessen… Ach, nét niet genoeg fruit om een portie ijs te maken. Nu bloeien onze rozenstruiken op dit moment overdadig dus besloot ik met de rozenblaadjes het gewicht aan te vullen. Natuurlijk bespuiten wij onze rozen nooit met weet-ik-wat-voor gif, de mezen houden ze prima luis- en ander ongedierte vrij. Gebruik dus rozen waarvan je zeker weet dat ze niet bespoten zijn. Voor de bosbessen zou je ook best blauwe bessen kunnen gebruiken.

  • voor 750 ml ijs
  • 30 gram rozenblaadjes (ik gebruikte de blaadjes van de roze klimroos Compassion)
  • 100 gram bosbessen
  • 150 gram frambozen
  • 85 gram poedersuiker
  • 2 eidooiers
  • 200 ml room
  • 200 ml volle melk
  • 1 1/2 eetlepel honing

Pureer de vruchten en de rozenblaadjes met de helft van de suiker en zet het mengsel koel. Klop de dooiers met de rest van de suiker tot een lichtgele schuimige massa. Breng melk, room en honing aan de kook in een pan met een dikke bodem. Giet dit beetje bij beetje bij de dooiers en klop goed. Doe dan alles samen terug in de pan en laat de crème even indikken. Het mag niet koken, dan gaan de dooiers schiften.

Laat de crème in een ijskoud waterbad afkoelen en voeg als het afgekoeld is de vruchten- rozenblaadjes puree toe. Meng goed en zet de crème, afgedekt met vershoudfolie, nog een uurtje in de koelkast zodat de smaken goed mengen.

Vul nu de ijskoude bekers van het machientje en laat ongeveer 20 minuten draaien tot de massa ongeveer verdubbeld is. Schep het ijs in een plastic diepvriesdoos, dek het ijs af met plasticfolie en laat het in de vriezer verder bevriezen.

IJs van rozenblaadjes, bosbes en framboos...

Haal het ijs 15 tot 20 minuten voor je het wilt eten uit de vriezer.

Het is wonderbaarlijk hoe geur en smaak van de rozenblaadjes heel subtiel, maar overduidelijk, het karakter van dit ijs bepalen.

© ellen.

eigengemaakt aardbeienijs

IMG_6458Het is hier heet, bloedheet! Sommige mensen genieten volop van deze tropische temperaturen, sommige mensen hebben er een hekel aan en gaan liefst de hele dag binnen zitten met de gordijnen dicht. Tja, verschil moet er zijn, maar één ding hebben we allemaal wel gemeen; als het warm is willen we koele dingen eten, liefst ijs! Nu ben ik al een tijdje aan het experimenteren met een klein ijsmachientje, ik schreef hier al over de eerste resultaten en over hoe het machientje werkt. Daarna vergat ik het apparaat en bleef het in de kast staan in ons Luxemburgse optrekje. Daar maakte ik in de meivakantie weer een paar ladingen chocoladeijs en ik experimenteerde met aardbeienijs. Heel geslaagd, vond ons gezelschap. Na de vakantie ging het machientje mee naar huis en dit weekend maakte ik nog eens dit heerlijk frisse aardbeienijs.

    • Voor ongeveer 750 ml ijs:
    • 300 gram mooie, rijpe aardbeien, de groene kroontjes verwijderen
    • 85 gram poedersuiker
    • 3 eidooiers
    • 50 ml volle melk
    • 200 ml room
    • 1 1/2 eetlepel honing
    • wat citroensap

Pureer de aardbeien met de helft van de suiker en het citroensap met een staafmixer tot de suiker volledig opgelost is. Zet de puree in de koelkast. Klop de eidooiers met de rest van de suiker tot een schuimige, lichtgele massa. Breng in een pan met een dikke bodem de melk, room en honing aan de kook. Giet dit mengsel beetje bij beetje bij de eidooiers. Klop goed en giet dan alles terug in de pan en laat de massa een paar minuten net onder het kookpunt indikken. Zet de pan dan in een ijskoud waterbad en laat de massa zo afkoelen. Klop dan de aardbeienpuree door de afgekoelde crème en zet het, afgedekt met vershoudfolie, in de koelkast. Laat de massa zo een paar uur koelen. Schep de massa dan in de ijskoude bekers van de ijsmachine en laat al draaiend bevriezen. Schep het ijs in een plastic vriesdoos en dek af met folie. Laat het in de vriezer nog wat verder bevriezen. IMG_6460

Haal het ijs 15 minuten voor het serveren uit de vriezer zodat het makkelijke te scheppen is. Serveer met een paar verse aardbeien.

© ellen.

Marmelade van bloedsinaasappels

IMG_5176Het seizoen voor bloedsinaasappels loopt ten het einde maar gelukkig kon ik afgelopen zaterdag nog een flinke portie kopen. Ik bakte al eerder een mooi taartje met bloedsinaasappels, maar met deze wilde ik een voorraadje marmelade maken. Ik ben eigenlijk niet zo´n liefhebber van jam of confituur maar deze marmelade vind ik toch wel heel lekker. Heerlijk op een vers geroosterde boterham… Tijd dus voor een jaarlijkse portie.

    • 2700 gram bloedsinaasappel
    • sap van 4 citroenen
    • 250 gram frambozen (diepvries, mooi voor de kleur)
    • 1250 gram geleisuiker extra

 Was de jampotjes en de dekseltjes goed af en spoel ze na met heel heet water. Zet ze omgekeerd op een schone theedoek. Was de sinaasappels en laat ze dan in ruim water zachtjes ongeveer 2 uur koken op een laag vuurtje. Laat de vruchten in het kookwater afkoelen. Haal de vruchten uit het kookvocht en halveer ze. Bewaar het kookvocht. IMG_5161

Schep met een lepel het vruchtvlees en de pitten uit de schil, schraap ook wat van de witte laag van de schil af. Dat wit en de pitten bevatten de meeste pectine die er mede voor zorgen dat de marmelade straks gaat stollen. Bewaar de schillen apart en snijd ze in fijne reepjes. Doe het vruchtvlees met het wit van de schillen, de pitten, het citroensap en de frambozen samen in een ruime pan en voeg 3 dl. water toe. Laat dit 7 minuten in een gesloten pan zachtjes koken.
Schep dan het vruchtvlees en frambozen in een passevite en draai ze door de fijne zeef die je op een kom gezet hebt. Draai het vruchtvlees door de passevite tot er alleen nog taaie vezels en pitten overblijven. Dat is een langdurig klusje, maar toch volhouden. Filter de overgebleven massa dan nog eens door een fijne zeef zodat je mooi helder sap overhoud.
Weeg het vruchtensap en de schilletjes en vul het aan met het kookvocht tot je totaal ongeveer 3000 gram hebt.
IMG_5168Doe het sap, de schilletjes en het kookvocht in een ruime confituur pan en laat alles 15 minuten zachtjes koken. IMG_5155
Voeg dan de geleisuiker toe en breng de massa opnieuw aan de kook. Dan nog 3 minuten doorkoken.
Schep de jam in de potjes. Gebruik een passende trechter, dat bespaard een hoop geknoei. Draai de dekseltjes meteen op de potjes en zet ze omgekeerd op de theedoek. Draai de potjes na een paar minuten om en klaar is je eigengemaakte bloedsinaasappelconfituur! Wat rest is een enorme hoop afwas, dat wel.

¢ ellen.