Eenvoudige spaghetti met cantharellen…

Spaghetti met cantharellen...

Ik maak het artikeltje eigenlijk omwille van de foto. Die foto geeft namelijk zo aardig weer wat ik van dit gerechtje vind: majestueus vind ik het, niet meer en niet minder!

Echt waar, iedere keer wanneer ik de foto tegenkom (en dat is vaak) nemen mijn speekselklieren een loopje met me. Ik krijg er een acute lust tot eten van, ik bibber een beetje, ik duik onverhoeds in koelkast of voorraadkast en grabbel naar wat op dat moment het smakelijkst schijnt. Altijd fout natuurlijk…

Enfin, een simpelere (en smakelijkere) pastaschotel is nauwelijks denkbaar. Het gaat over cantharellen, sjalotjes, room, blokjes ham, nootmuskaat, peterselie, peper, zout en een scheut olijfolie (of een lik roomboter, dat is aan jou). En natuurlijk ook pasta. Da’s écht alles! En hoe je de paddenstoelenragout maakt wist je intussen zelf al wel lezer. En zo niet dan klik je maar op de verwijzing onder dit artikel. ( Het recept kan met alle voorkomende paddenstoelen gemaakt worden, cantharellen blijven mijn voorkeur houden.)

Al vaker vertelde ik je over het volk van Rome dat ervan overtuigd is dat pasta met té ingewikkelde en té prijzige ingrediënten tot niks leidt. Geldverspilling, vinden ze, en je proeft de kapitaalinjectie in ingrediënten nooit terug in het eindproduct. Dus houd het goedkoop en simpel!

Het volgende verhaal uit de Italiaanse volkscultuur maakt die overtuiging nog eens duidelijk, we lazen het in het Italiëboek van Onno Kleyn.

Het belangrijkste personage uit de Commedia dell’arte, namelijk Pulcinella (zoiets als onze Jan Klaasen), wordt op enig moment tot koning uitgeroepen van een of ander staatje. Hij vindt het allemaal prima tot duidelijk wordt dat zijn nieuwe status met zich meebrengt dat hij geen ordinaire, simpele pasta meer zal mogen eten. Onmiddellijk ontdoet hij zich van de soevereine status, luid schreeuwend: Mò me sprincepo! (Ik ontprins me!)

© paul

Spaghetti vongole, troosteten voor een rommelig begin van onze vakantie.

Spaghetti vongole...

We zouden naar Bourgondie, zo’n tien dagen vakantie in een mooi huisje in Joncy was ons doel. Zoals meestal startten we deze korte vakanties in Luxemburg. Een paar dagen in ons huisje aldaar. Wat boodschapjes doen, wat spullen verzamelen om mee te nemen, wat rondrijden en wat bijkletsen met de mensen uit het dorp, zoals dat gaat. Zaterdagmorgen zouden we vertrekken naar Bourgogne. Vrijdagmiddag nog even tanken en een paar boodschappen doen… Opeens, oh help; het display van de auto geeft aan ‘Motersysteemherstel Spoed’.

Wij zijn allebei absolute ondeskundige klunzen met auto’s dus deze mededeling hakte er wel even in. Wat nu? Tot voor kort reden we in een oude Volvo en als daar wel eens een lampje brandde ging het vanzelf weer uit. Nu we in deze veel geavanceerdere versie rondrijden krijgen we dus serieuze mededelingen vanuit de boardcomputer van de auto. Dat hadden wij nog nooit voor onze kiezen gehad. Zou de auto er acuut mee ophouden? Spoed? De auto reed gewoon door en vertoonde geen rare streken, maar toch…

We reden in de periferie van de stad Luxemburg dus we besloten maar snel de aanwijzingen van het instructieboek te volgen: Zoek zo snel mogelijk een erkende Volvo dealer. Tja, vrijdagmiddag vier uur. File rondom de stad, en eer we daar weer uit waren… Terug naar ons huisje leek het ons het slimst om daar eens grondig uit te zoeken hoe en wat. Maar ja, een mens moet toch eten, dus eerst maar snel een paar boodschapjes in de grote Super. Mijn kop stond echt niet naar zorgvuldig inkopen doen dus we grabbelden wat bij elkaar. Uien, knoflook ( je kunt niet zonder), wat sla, tomaten. En er lagen netjes met prachtig verse Vongole. Dat was genoeg voor een troostrijke maaltijd!

  • voor twee personen
  • 1 netje vongole
  • scheutje olijfolie
  • 1 finke sjalot
  • 1 flinke teen knoflook
  • 1 grote tomaat of wat tomatenblokjes uit blik
  • scheut witte wijn
  • spaghetti of linguine

Was de schelpjes even zorgvuldig. Kijk goed of er geen zandschelp tussen zit. Verwarm intussen de olie en smoor daarin de sjalot en de knoflook. Bak de tomaat even mee. Blus af met de witte wijn. Breng op smaak met peper en wat zout. Laat de saus even inkoken.
Zet de pasta op en kook ze al dente. Voeg de schelpjes toe aan de saus en dek de pan af met een deksel. Schep een keer om. Let op: de schelpjes zijn heel snel open en de Vongole moeten niet te lang doorgaren, dan worden ze taai. Schep als alle schelpjes open zijn de afgegoten pasta bij de saus. Slobber de schelpjes, eet de pasta met de saus en geniet.

Kopje espresso toe.

Nou ja, en over die autoperikelen; Eenmaal thuis in Luxemburgs huisje vonden we via internet een goede garage bij Arlon (B). Na telefonisch contact zouden ze ons maandagmorgen kunnen helpen. En ach lezer, het kwam allemaal goed. De mensen in de garage waren bijzonder aardig, na een flinke tijd wachten was de auto uitgelezen en de kleine reparatie gedaan. Het garagepersoneel wuifde ons uit en wenste ons een fijne vakantie. De dinsdag verbleven we nog even in ons kleine huisje in Luxemburg om een beetje bij te komen van de schrik. Woensdag reisden we af naar het mooie Bourgondië. Een fijn huisje hier, met een prachtig uitzicht. Je hoort er nog over lezer!

© elen.

Linzen-rijstschotel met gekarameliseerde uien…

Linzen en rijst met gekarameliseerde uien...

De foto dateert van begin juli. En al die tijd loop ik te denken dat ik het gerecht nog moet beschrijven. Ik bereidde het op die datum voor het eerst en intussen hebben we het al een paar vaker gekookt. Het wordt denk ik wel een blijvertje.

Ik vond het recept bij Mevrouw Roden in haar boek De Beproefde Mediterrane Keuken, (Uitgeverij BZZTôH). Mevrouw Roden heeft een speciaal plaatsje in mijn hart. Haar Joodse Keuken is een van de mooiste kookboeken uit onze collectie. En ook haar andere uitgaven zijn immer de moeite waard. Kopen, lezen en nakoken, die vrouw…

Het gerecht komt oorspronkelijk van de oostkant van het Middellands Zeegebied, en het schijnt er razend populair te zijn. Het is de ideale begeleider voor vlees- en vismaaltijden, zeker wanneer je het even gehad hebt met aardappeltje of pasta als maaltijdvuller. Ook kan het dienen in een vegetarische maaltijd. Je eet het gerecht warm of op kamertemperatuur, en vaak wordt het geserveerd met yoghurt.

Ik paste de hoeveelheden van Mevrouw Roden aan aan onze behoefte, het werd dus een gerecht voor twee personen.

  • olijfolie,
  • 300 gram ui, in halve ringen gesneden,
  • 125 gram linzen,
  • 125 gram (langkorrelige) rijst,
  • 500 cc water,
  • 5 verse blaadjes salie, klein gescheurd,
  • zout en peper uit de molen.

Verhit de olijfolie in een grote pan, doe de uien erbij en laat ze op een minimaal vuurtje en met de deksel op de pan 20 minuten garen, heel zachtjes. Roer een paar keer om. Haal vervolgens de deksel van de pan en laat de uien (onder veelvuldig roeren)  op een wat hoger vuur goudbruin worden.

Spoel de linzen in koud water en laat ze uitlekken. Doe ze vervolgens in een grote pan en voeg de halve liter water toe. Breng aan de kook en laat de linzen vervolgens 20 minuten zachtjes koken. Voeg nog geen zout toe.

Voeg na de kooktijd van de linzen de rijst toe en de helft van de gebakken uien en roer goed om. Breng op smaak met peper en zout. Laat het geheel nog eens twintig minuten sudderen op een laag vuurtje. Doe er eventueel wat extra vocht bij wanneer de massa te droog wordt. Helemaal op het laatst van de kooktijd gaat de salie erbij.

Zet de resterende uien weer op het vuur en bak ze (op matig tot hoog vuur) tot ze mooi donkerbruin zijn en bijna gekarameliseerd.

Wanneer linzen en rijst zacht en gaar zijn kunnen ze overgeschept worden op een schaal. De gekarameliseerde uien gaan erover en het geheel wordt besprenkeld met olijfolie.

© paul

Spaghetti carbonara…

Spaghetti carbonara...

Pasta carbonara, ach wie kent het niet. Het lijkt zo gewoontjes dat je vergeet om erover te schrijven, hoewel het gerecht vaak op je bord licht te pronken. In een verder verleden vertelde Ellen er al een paar keer over, de laatste keer was evenwel alweer acht jaar geleden. Ik moest daar maar eens iets aan doen…

Een uiterst eenvoudig gerecht is het. Je hebt er spaghetti of linguine voor nodig, maar andere pastavormen komen ook in aanmerking. De saus wordt bereid met harde kaas (pecorine, parmazaan), met panchetta (of bacon, of dobbelsteentjes spek) en een ei… En altijd afkruiden met peper uit de molen, dat moet! Het gerecht komt overigens uit de omgeving van Rome, zoveel is duidelijk…

Over de oorsprong van het gerecht doen allerhande romantische verhalen de ronde. Carbonara zou verwijzen naar de Carbonari, de kolenbranders uit de negentiende eeuw en hun eenvoudig in het bos te bereiden lunchmaaltijd. Maar ook mag men graag vertellen over het geheime genootschap ten tijde van Vader des Vaderlands Garibaldi, ook genaamd Carbonari. Die gasten streden zij aan zij met de Grote Leider met als doel Italië tot één natiestaat te smeden, en dat is ze gelukt. Oh ja, en dan is er ook nog een dialect woord, veelal gebezigd in Rome en ommelanden: Carbonada, Het betekent simpelweg: Spek...

Enfin, het mag zo zijn, maar bijzonder blijft wel dat een geschreven bericht over pasta carbonara geheel ontbreekt in de uitgebreide Italiaanse kooklectuur van vóór de Tweede Wereldoorlog. Er komen wel gerechten voor die erg lijken ( spaghetti alla griciapasta cacio e uova), maar van carbonara is nergens sprake. Ook niet in Ada Boni’s standaardwerk over de keuken van Rome: La Cucina Romana uit 1930.

Pas in 1950 bericht de Italiaanse krant La Stampa van Pasta Carbonara. Een en ander wordt in verband gebracht met de Amerikaanse GI’s, die vanaf 1944 in Rome verbleven. Zij voorzagen de (min of meer) hongerende bevolking van bacon en eieren (of eierstruif, instanteieren, eierconcentraat). En zij lieten Romeinse huismoeders voor zich koken…

Hoe dan ook: een eenvoudig gerecht, al dan niet historisch verantwoord, maar snel klaar en overheerlijk. Ik maakte de iets uitgebreidere versie voor twee personen:

  • 1 sjalot, gesnipperd,
  • 1 teen knoflook, fijn gehakt,
  • 60 gram pancetta in blokjes (of bacon, of ontbijtspek),
  • 50 gram vers geraspte Parmazaanse kaas,
  • 2 eierdooiers,
  • 160 gram droge spaghetti,
  • olijfolie (boter mag ook),
  • zout,
  • peper uit de molen.

Verhit de olie in een stevige pan en bak daarin zachtjes de pancetta uit. Vervolgens gaat de sjalot en de knoflook erbij. Laat alles glazig worden op een laag vuurtje. Kook intussen de pasta in ruim, gezouten water. Doe de geraspte kaas in een kommetje en voeg enkel eetlepels van het spaghettikookvocht toe. Meng tot een papje. Giet de spaghetti af en stort die bij de ui en pancetta. Ben niet te zuinig met peper uit de molen. Werk er dan snel het kaaspapje door en dien op. Geef de rauwe eierdooier bij het gerecht en werk die op je bord door de pasta. Een snippertje vers gehakte peterselie kan geen kwaad. Klaar…

  • Opmerking:
  • In veel recepten worden de eierdooiers (en soms de hele eieren) vooraf in de pan door de pasta gewerkt.

© paul

 

Spaghetti met bundelzwammetjes…

Spaghetti met bundelzwammetjes...

Het werd tijd voor een gerecht met verse paddenstoelen, het was per slot alweer augustus. Ik speurde al dagen naar cantharellen, maar om een of andere reden werden ze nog niet aangeboden, althans niet op de plaatsen waar ik zocht (te droog misschien?). Ik begon er al snel een beetje sacherijnig van te worden, zeker toen ik hoorde dat Ellen op haar vakantieadres zich al dagen vermaakte met die eierdooierkleurige zwammetjes. (Met spekjes, bij de gebakken aardappeltjes, in een soepje: toe maar, het kon niet op. Terwijl ik hier thuis…)

Enfin, ik ben dan maar uitgeweken naar een alleszins redelijk alternatief; ik kocht een maaltje bundelzwammetjes (Pholiota Nameko). Je kent ze ongetwijfeld, of je hebt ze op z’n minst wel eens gezien. Ze worden doorgaans aangeboden in pakketjes met andere zwammensoorten en heten dan met z’n allen te samen: Bospaddenstoelen of soms ook Bospaddenstoelenmix (nog gekker: roerbakpaddenstoelen of roerbakpaddenstoelenmix).

In de Oosterse keuken komt het paddenstoeltje veelvuldig voor. Het is de belangrijkste kweekpaddenstoel in Japan (ナメコ), maar ook in de diverse Chinese keukens vind je het te pas en te onpas, doorgaans onder de naam 滑子蘑, maar soms ook heet het 滑菇. In de V.S. noemt men het dan weer butterscotch mushroom en in Rusland luistert het naar de naam опёнок.

Bij ons heeft de paddenstoel de naam Goudkopje gekregen. Hij wordt tegenwoordig volop geteeld in Nederland en het broed biedt men ook aan voor de thuiskweker. Echt spectaculair vind ik het paddenstoeltje niet, maar het is smakelijk (lichte notig) en overal inzetbaar. Je vindt het ook wel in gedroogde toestand.

Het beschreven recept voldoet voor twee personen. Maak er een salade bij en je hebt een maaltijd. Ik (als bestoven weduwnaar) had in mijn eentje teveel aan deze hoeveelheden, maar ik vind het zo lekker dat ik met het restant de dag erna nog eens een feestmaal voor mezelf inrichtte, geen enkel probleem…

  • 150 gram Goudkopjes (Pholiota microspora, Pholiota Nameko),
  • 200 gram spaghetti,
  • 1 sjalotje, gesnipperd,
  • 1 teentje knoflook, gesnipperd,
  • tomatenpuree,
  • scheutje witte wijn,
  • peper en zout uit de molen,
  • wat blaadjes basilicum, in stukjes gescheurd,
  • olijfolie.

Poets indien nodig de paddenstoelen. Snijd de wortelaanzet van de bundels zodat je allemaal losse kleine paddenstoeltjes krijgt. Verhit in een pan met dikke bodem de olijfolie. Laat er vervolgens de gesnipperde sjalot en de gesnipperde knoflook in garen op een niet te hoog vuur. Wanneer ui en look mooi glazig zijn gaan de paddenstoelen erbij. Ze mogen ongeveer een minuut of tien meebakken. Laat daarna de tomatenpuree even meebakken en roer alles goed om. Na een enkele minuut gaat er een scheut vocht bij. In mijn geval witte wijn, maar je kunt ook het kookvocht van de spaghetti gebruiken, een paar eetlepels. Roer met een houten lepel de aangezette tomatenpuree van de bodem, zodanig dat het met het vocht een emulsie gaat vormen en alle paddenstoeltjes omhuld raken met de saus. Breng op smaak met peper en zout.

Kook in de tussentijd de pasta gaar in ruim kokend gezouten water en stort die daarna op de paddenstoelensaus. Strooi de gescheurde basilicum erover en werk het hele zaakje goed door elkaar. Dien warm op.

Het levert je een snelle en verrassend lekkere maaltijd op. Pastagerechten zijn niet ingewikkeld…

© paul

 

Spaghetti met verse doperwtjes en gerookte zalm…

Spaghetti met verse doperwtjes en gerookte zalm...

Een dag zonder pasta is een verloren dag. De Italiaanse filmdiva Sofia Loren laat het ons te pas en te onpas weten. En geheel ongelijk durf ik haar niet te geven. Pastaschotels verzorgen in ons huishouden (meer dan eens per week) de lunchmaaltijd, en ook schuiven ze meerdere malen per week aan aan de avonddis.

Het kenmerk van (bijna alle) pastaschotels is eenvoud; eenvoud van samenstelling, eenvoud van bereiding. En vaak zijn ze in een mum van tijd klaar. De mogelijkheden van ingrediënten combineren zijn schier onuitputtelijk, het lukt altijd wel om een maaltijd te bereiden met wat er zoal nog in huis slingert. Zo ook de spaghettischotel van de foto…

We kochten bij het groentevrouwtje in Erp een maaltje verse doperwten in de peul. Aangezien het zaterdagmiddag was schonk het vrouwtje ons de restanten die in de kist achterbleven nadat ze een kilo had afgewogen. Ze kreeg dat toch niet meer verkocht. Dat was heel lief, maar nu zaten we zomaar met anderhalve portie. Enfin, we maakten er een ruime maaltijd van met kropslahartjes en zilverui, zoals we vaak plegen te doen (zie onder…). En het restant aan erwtjes bestemden we dus voor de pastaschotel. Ook de gerookte zalm behoort tot de standaardvoorraad, want ook die is breed inzetbaar en altijd handig wanneer er even niets anders is.

Het gerecht zoals ik het maakte voldoet als hoofdmaaltijd voor twee personen. Indien je je pasta traditioneel inzet als de primo van een Italiaanse maaltijd, dan kun je met gemak vier gasten bedienen.

  • 150 à 200 gram droge spaghetti,
  • 200 gram verse erwten,
  • olijfolie,
  • 1 flinke sjalot, gesnipperd,
  • 1 teen knoflook, gesnipperd,
  • 1 1/2 deciliter room,
  • 1 glaasje witte wijn,
  • snuifje nootmuskaat,
  • 100 gram gerookte zal in plakken,
  • peper en zout uit de molen.

Zet de doperwtjes op in koud gezouten water en breng aan de kook. Kook de erwtjes vervolgens 6 minuten tot ze beetgaar zijn en giet ze af. Verhit in een hapjespan (of braadpan, of sauspan) de olijfolie en laat daarin de gesnipperde sjalot en de knoflook glazig worden op een middelhoog vuur. Voeg dan de room en wijn toe en laat even opkoken. Zet het vuur laag, stort de erwtjes in de saus en breng op smaak met vers geraspte nootmuskaat en peper en zout uit de molen. Voeg dan een kwart van de gesnipperde zalm toe en laat de saus zachtjes gaan (De zalm zal aan smaak verliezen, maar de saus wordt er rijker van.)

Kook de pasta volgens voorschrift. Wanneer de pasta bijna gaar is laat je de saus op een hoog vuur even inkoken tot gewenste dikte. Voeg nu de rest van de zalm aan de saus toe. Giet de pasta af, doe de saus in een schaal en stort de pasta daarop. Schep snel op en dien direct op.

  • Opmerkingen:
  • Sommige mensen vinden dat doperwtjes langer zouden moeten koken. Enfin, ieder zijn meug, maar bedenk dat de erwten nog nagaren in de roomsaus.
  • Driekwart van de zalm gaat pas bij de saus, vlak voor het opdienen. Zo behoudt de vis zijn delicate smaak.
  • Bij pasta reken ik op ongeveer 100 gram per persoon in gedroogde staat. Ik houd daar altijd wel wat van over, maar dat wil ik ook. De restanten worden later op de dag gegeten of dienen de lunch van de dag erop.

Zie ook: Doperwten met slaharten en zilveruitjes…

 

© paul

Casanova’s saus van tomaat, ansjovis en olijven…

Maccheroncini met saus van ansjovis en olijven...

In tegenstelling tot wat velen geloven heeft Giacomo Casanova wel degelijk écht bestaan. Zijn moeder was een actrice en zijn vader violist. Twee van zijn broers verdienden hun geld met lang niet onverdienstelijke schilderkunst, je vindt hun werken terug in musea in Frankrijk en Italië. Casanova had ook twee zussen die verwijlden in gezelschap van de gegoede middenklasse van hun tijd. En Casanova had een beschermheer uit de hogere kringen (mogelijk zijn biologische vader) die hem financieel genereus bijstond.

Casanova werd in 1725 geboren in Venetië en hij stierf in Bohemen in 1798. Hij liet een omvangrijk literair oeuvre na in de vorm van Dagboeken. Het oorspronkelijk manuscript omvatte een goede 6000 pagina’s. Histoire de ma Vie verhaalt van de avonturen van Casanova, soms verzonnen, maar grotendeels berustend op (enigszins gekleurde) werkelijkheid.

Ik heb de Nederlandse vertaling in mijn kast staan; de paperback editie,12 delen, ruim 4000 pagina’s, vertaald door Theo Kars. En geloof me, Casanova kon schrijven. De dagboeken lezen heerlijk weg. Het is avontuur en branie, maar ook filosofisch doordachte levenswijsheid. Casanova formuleert ongedwongen maar mooi. Grote literatuur…

En ja, uit alle vertelsels blijkt dat Casanova een schuinsmarcheerder was, hoewel hij dat zelf volkomen anders zag. En hij was een schurk en een leugenaar, een libertijn en een bedrieger, een avonturier en een spion, een occultist en een vrijmetselaar. Maar ook was hij een warm en mededogend man, filosoof, muzikant en acteur. Dan weer was hij schatrijk, dan weer arm als een kerkmuis. Hij ontmoette de groten van zijn tijd; paus Clemens XIII en de vrijdenker Voltaire, filosoof Jean-Jacques Rousseau en componist Wolfgang Amadeus Mozart. Hij kuste de hand van keizerin Catherina de Grote.

Giacomo Casanova was ook een groot liefhebber van de culinaire geneugten. Tijdens zijn reizen (en hij was vaak onderweg) sleepte hij kookgerei mee en vooral Italiaanse ingrediënten en kruiderij. In zijn dagboeken verhaalt hij van maaltijden, banketten en slemppartijen. Casanova schrijft met heel veel liefde over voedsel en drank. En met tijden geeft hij complete recepten ten beste, recepten die gewoon nagekookt kunnen worden.

Ik zou de dagboeken weer moeten lezen, maar of dat er bij leven en welzijn nog van komt? Vierduizend pagina’s is niet niks, en er ligt nog zoveel literatuur te wachten tot ik tijd vrijmaak. (En het oeuvre van Louis Paul Boon dient herlezen, en dat van Jeroen Brouwers. Dat alleen al gaat me jaren kosten…) Ellen ziet de bui al hangen. Ze spoort me dan ook regelmatig aan om die Casanova’s van de hand te doen, ze staan daar maar werkeloos in de boekenkast. Maar ik kan er geen afscheid van nemen…

Dit alles zat ik te denken nadat ik het artikeltje van Marie Louise Schipper had gelezen in de Volkskeuken, de kookrubriek van de Volkskrant. Schipper heeft het in dat stukje over Casanova en ze geeft aansluitend een recept van de man. Een macaronischotel met een saus van tomaat, ansjovis en olijven. Een Tongstreler noemt ze het.

Vandaag heb ik de saus nagekookt, maar wel met enige wijzigingen. Ik geef je het recept zoals ik het maakte.

  • olijfolie,
  • 90 gram ansjovis, uitgelekt, grof gehakt,
  • chilivlokken naar behoefte,
  • 1 teen fijngehakte knoflook,
  • 1 blik tomatenpulp,
  • 1 eetlepel tomatenpuree,
  • 4 eetlepels zwarte olijven, ontpit en grof gehakt,
  • wat kookvocht van de pasta,
  • maccheroncini (of andere pasta), naar behoefte.

Neem een braadpan of hapjespan en verwarm de olie. Bak hierin de grof gehakte ansjovis en voeg de chilivlokken en knoflook toe. Wanneer de visjes smelten (uit elkaar vallen) kan de tomatenpulp erbij. Schep om en laat alles even op middelhoog vuur verbinding aangaan. Doe dan de tomatenpuree erbij en roer goed om. Voeg de olijvenpulp bij de saus, roer om en zet weg op een klein vuurtje. Laat de saus een minuut of twintig pruttelen. Kook intussen de pasta al dente. Voeg eventueel tegen het eind van de kooktijd een beetje van het kookvocht bij je saus, als die te droog wordt. Giet de pasta af en meng die door de saus. Dien zo snel mogelijk op.

  • Opmerkingen:
  • Maccheroncini is een buisvormige lange pasta (zeg maar: een ruim verlengde macaroni). Schipper gebruikt in haar versie van het gerecht Bucatini. Ook dat is een buisvormige pasta, maar wat dunner. Het staat je natuurlijk vrij om welke pasta dan ook te gebruiken.
  • Ik hakte mijn olijven grof, Schipper gebruikt ze heel. Ontpitten is geen voorwaarde, maar het eet wat makkelijker…
  • Knoflook hoort niet thuis in het oorspronkelijk recept, ik deed het er toch bij, gewoon omdat ik dat lekker vind.
  • Ansjovisjes ingelegd in olie laat je even uitlekken, gezouten ansjovis kun je beter  ontzilten, anders wordt je gerecht te zout. Leg ze even in melk en dep ze droog voordat je ze bakt.
  • Tongstrelend noemt Marie Louise Schipper het gerecht, en zo is het maar krèk…

© paul

 

linguine met spinazie en gerookte zalm

linquine met spinazie, room en zalmGelukkig is het hier eindelijk wat afgekoeld, er viel zelfs wat regen. De rozen fleuren weer op en wij ook. Na dagen slecht slapen door de warmte zijn we allebei moe. Geen zin in moeilijke dingen, weekend! Een snelle maaltijd dan, maar eens lekker voor de televisie hangen en vroeg te bed.

    • Snelle pasta voor twee personen
    • linguine voor twee personen (normale portie, zoals je gewend bent)
    • 1 fijngesneden sjalot
    • 1 fijngesneden teen knoflook
    • wat olijfolie
    • 200 gram spinazie
    • 150 ml room
    • 100 gram mooie gerookte zalm
    • peper, zout, nootmuskaat.

Ilinquine met spinazie, room en zalm

Zet water met zout op voor de pasta. Snijd de sjalot en de teen knoflook fijn. Verwarm de olie in een wijde pan en smoor daarin de sjalot en knoflook even aan. Voeg de gewassen spinazie toe en smoor even tot de blaadjes geslonken zijn. Schep dit mengsel dan in de blender of pureer het met een staafmixer. Voeg de room toe en breng op smaak met peper en wat nootmuskaat. Voorzichtig met zout, de zalm is al zout. Schep alles weer terug in de pan en voeg wat stukjes zalm toe. Bewaar de rest van de zalm om te garneren. Intussen heb je de linguine gekookt. Giet de pasta af en meng door de spinazie/room. Warm nog even op en serveer met de rest van de zalm.

Supersnel, smakelijk!

Kopje espresso toe!

(Paul probeerde de pasta nu eens net zo mooi op het bord te rollen als Jeroen Meus, maar ja.. zo’n vorkje… (bijna niet te bekomen, zo’n vorkje van Jeroen, met zo’n geel plastic heft. Hele discussies op het Meus-forum…)

© ellen.

Risotto met vers lentegroen…

IMG_5698
Wat zijn we toch een knorrig volkje! Na een paar zonnige dagen, met hier in het Zuiden zelfs héél hoge zomerse temperaturen, is het nu opeens koud en winderig en meteen loopt iedereen alweer te mopperen; “Is dit nou zomer?”, “Het is hier ook altijd rotweer, Ik ga boeken naar de Canarische Eilanden”…

Tjé, het is nog maar Lente! Laten we daarvan genieten! De bomen en struiken schieten in het blad, bloesems bloeien overdadig, bijna alles spruit tegelijk uit en het daslook in onze tuin bloeit al bijna. Laten we hopen dat het niet té vroeg is. Er is nog altijd nachtvorst mogelijk en dan zijn de rampen voor onder andere de fruittelers niet te overzien…

In Foodbloggersland is nu een Italiaanse week gaande dat leek me voor onze avondmaaltijd vandaag een uitstekend compromis; Italiaanse risotto met verse lentegroenten en een plukje van die daslook uit eigen tuin! Verwarmende, troostende stevige kost met een frisse lentetoets.

  • Voor twee personen
  • 170 gram risottorijst (liefst die met stukjes truffel)
  • klontje boter
  • sjalot, zeer fijn gesneden
  • een flinke klont koude boter
  • een glas witte wijn
  • ongeveer 600 ml bouillon
  • klontje boter
  • een flinke sjalot, ragfijn gesneden
  • 250 gram verse spinazie
  • 50 gram verse daslook
  • peper en zout
  • Parmezaanse kaas

Verwarm een klein klontje van de boter in een pan en smoor daarin de helft van de sjalot zachtjes aan. Voeg de spinazie en de daslook toe en laat de blaadjes zachtjes slinken. Laat de spinazie en daslook even uitdruppen en hak alles fijn. Verwarm de bouillon en houd de bouillon tegen de kook aan. Smelt de rest van de boter in een pan met een dikke bodem. Doe de rest van de sjalot erbij en smoor ze zachtjes lichtbruin. Voeg dan de rijst toe en roer alles om en om. Alle rijstkorrels moeten bedekt zijn met een flinterdun filmpje boter. Blus  af met de witte wijn en smoor tot de wijn helemaal verdampt is. Voeg nu een flinke hoeveelheid bouillon toe en roer goed en laat de risotto zachtjes garen. Voeg telkens een lepeltje warme bouillon toe en blijf roeren. De risotto moet smeuïg blijven en mag dus niet helemaal droog worden.

Proef af en toe en voeg zout en peper naar smaak toe. De rijst moet van buiten zacht zijn maar nog een stevige ‘beet’ hebben. Reken op ongeveer 18 minuten. Als de rijst bijna de juiste gaarheid heeft voeg je de spinazie en daslook toe. Roer alles goed om en sluit de pan. Draai je het vuur uit. Laat de risotto nu zeker één minuut rusten.
Meng dan met een houten lepel wat blokjes koude boter en de Parmezaanse kaas door de rijst.  Strooi er nog wat vers gehakte bieslook of daslook of peterselie over en dien snel op.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Linguine met vongole

IMG_5054We verbleven een weekje in ons kleine huisje in Luxemburg, lekker even uitrusten van de Carnaval. Wat lezen, wat wandelen, een bezoekje aan het Museum in Longwy, een tochtje naar de Moezel veel meer hoeft dat niet zijn om een paar fijne dagen door te brengen.  Heerlijk om bij een snorrende kachel naar de besneeuwde bossen te kijken!

Wij hebben de gewoonte aangenomen om meteen in Luxemburg wat boodschappen te doen in de ´kleine´ Cactus supermarkt in Wandhaf; vers brood, wat groenten en fruit en iets voor de avondmaaltijd. Het verbaasd mij nog steeds wat een schat aan mooie producten er in deze, voor Luxemburg relatief kleine supermarkt, te koop wordt aangeboden. Ik bedenk van te voren niet wat we zullen eten, er is altijd wel iets lekkers te vinden. Zo ook dit keer; netjes met superverse vongole. Ik moet er hier in Brabant altijd goed  zoeken waar ze eens te koop worden aangeboden, hier liggen ze gewoon op een doordeweekse dag in het schap van de visafdeling. Wij zijn allebei dol op die kleine schaaldiertjes dus de keus was snel gemaakt. Een sjalotje er bij en wat knoflook, een tomaatje en een scheutje witte wijn. Simpel, snel klaar en toch een vorstelijke maaltijd. Zorg dat de schelpjes net aan open zijn, laat ze vooral niet te lang doorkoken dan worden ze taaiig. Begin dus met het koken van de pasta. Als het water kookt begin je aan de saus en als de pasta bijna klaar is gaan de schelpjes in de saus.

  • voor twee personen
  • 1 netje vongole
  • wat olijfolie
  • 1 flinke sjalot, ragfijn gesneden
  • 1 teen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1/2 blikje tomatenpulp of 3 verse tomaten fijngesneden
  • een scheut droge witte wijn
  • wat chilivlokken
  • peper en zout
  • pasta, linguine past hier goed bij

Was de schelpjes onder stromend water en controleer goed of er zandschelpjes tussen zitten. (niets zo erg als knarsend zand in je saus) Kook de pasta in ruim gezouten water. Verhit de olie in een ruime koekenpan en smoor daarin de sjalot, knoflook en chilivlokken zachtjes gaar. Blus af met een scheutje witte wijn en voeg de tomatenstukjes toe. Laat de saus even inkoken en doe er dan vlak vóór de pasta gaar is de schelpjes bij en wat peper en zout. Stoom tot ze open zijn, giet de pasta af en voeg die bij de saus. Even voorzichtig omscheppen. Dien meteen op, de pan mag op tafel! Glas witte wijn er bij. Een supersnelle, heerlijke maaltijd.

Kopje espresso toe!

© ellen.