Het ontbreekt nu even aan tijd en mogelijkheden, maar ik beloof het je met de hand op mijn hart. De komende tijd zal er op deze website met overgave, ten voeten uit, overdadig, indringend, vol liefde en van uit de grond van ons hart, geschreven worden over dat Bourgondisch vleesvee: het Charolais. Misschien wel het mooiste vleesras ooit…
Vandaag namen we een beetje afscheid van de Morvan, van dat stiefkind van Bourgogne, we moeten weer naar huis. We sukkelden wat door de omgeving; de wouden fonkelden van goudgeel naar het warmste oker, om dan alsnog door te kleuren tot diep roestkleurig rood. Een Indian-summer zoals wij hem nog nooit gezien hadden, alle herfstgeweld van de Luxemburgse beukenbossen ten spijt.
Maar ach, ook kwamen we langs verlaten boerenbedoeningen en uitgestorven dorpjes, voorbij instortende kasteeltjes, gesloten restaurants en hotels zonder gasten. Ook hier ontvolkt men ondanks alle pracht, zeker nu de winter op komst is.
Je mag dan steeds minder mensen zien in de Morvan, dat Charolaisvee is meer dan prominent aanwezig, elk weitje is ermee bevolkt. Soms staan er twee, drie beesten, soms een echte kudde. Maar meer dan dertig stuks vee bij elkaar zie je nauwelijks. En het gaat niet zo heel lang meer duren of je ziet helemaal geen vee meer in de wei. Het wordt winter…
Het lijkt erop dat 1 november zo’n magische datum is. Alsof er een ongeschreven afspraak bestaat, waarbij de boerenstand van de Morvan collectief besluit het vee naar binnen te halen. We zagen de afgelopen dagen al voldoende activiteit.
Onze overbuurman heeft zijn koeienvolk (allemaal dames, ik heb niet een stier gezien) vandaag binnen gehaald. Ze staan los in een redelijk ruime stal, worden verwarmd door een waterig zonnetje en vreten vol overgave van het groenige hooi uit eigen kweek.
De dames moeten kennelijk nog wennen aan haar status als stalvee. Ze loeien onafgebroken en vol overtuiging, maar op den duur lijkt het een beetje op zeuren…
Ellen ging toch maar een kijkje nemen en schoot wat foto’s. Ik hobbelde achter haar aan en liep bijna op tegen de overbuurvrouw van twee deuren verder. Ze droeg een papieren klaproos op haar revers, ze is Engels. Ik dacht: verdomd, het is écht november en nauwelijks hoorbaar fluisterde ik: In Flanders Fields the Poppy’s blow. Buurvrouw schonk me haar allerzachtste glimlach…
©paul