Het blijft hink-stap-sprong. Af en toe hebben we toegang tot internet, meestal niet. Als dat zo nog even doorgaat besluit ik om helemaal niet meer te schrijven. Van de twijfelzucht van onze Luxemburgse providor wordt ik niet goed. Enfin…, het lijkt nu allemaal weer even te gaan. Achterstallig onderhoud dan maar.
Maandag, laat op de dag, toog ik op weg ik om me weer bij Ellen te vervoegen, op onze stek in Luxemburg. De radio meldde twee fikse files tussen Eindhoven en Maastricht, eentje van negen kilometer, de andere acht. Ik besloot dan maar binnendoor te rijden, door de Kempen en Belgisch Limburg, om dan via Huy door te steken naar de Ardennen. Het gaat een stuk langzamer, maar je schuift door prachtig landschap en je ontloopt elke vakantiefile.
De weg voerde me dwars door de Haspengouw, zeg maar de Betuwe van België. Het fruit hing prachtig te blozen aan de overwegend laagstamboompjes. Peren, pruimen, druiven en ,gek genoeg, weinig appels. (Terwijl ze die toch zat moeten hebben.)
Aan de ganse route door de Haspengouw stonden kraampjes langs de kant van de weg. Hele families zaten er kersen te lezen. En al dat prachtig fruit werd tegen schappelijke prijzen aangeboden. Kersen, kersen en nog eens kersen…
Een stukje ten zuiden van Sint Truiden kocht ik bij een mooie blonde deerne een kilo van de soort Lapin. Een mooie bolle kers met wat vettig, stevig vlees. Het mondgevoel doet denken aan spekkersen, maar de Lapins zijn overdadig zoet. En de kleur alleen al is een feest om naar te kijken. Ik betaalde €4,- voor een kilo.
Op dit moment komt Zjak aan met drie bijna-pubers. Ik stop met schrijven, we hebben logées…
© paul