Worstenbroodjes van piedeeg…

worstenbroodjes van pie-deeg

Wij zaten vanmorgen aan de keukentafel alvast eens te bedenken wat we met kerstmis willen eten toen Paul opeens begon over worstenbroodjes. Die hoorden vroeger echt bij kerstmis. Zijn moeder bakte blikken vol. Ze maakte de worstenbroodjes zoals dat hier in Brabant hoort; met gistdeeg.

Toen wij, heel lang geleden, samen gingen wonen kreeg ik mijn eerste kookboek; “Het Groot Margriet kookboek”, druk 1972. Daar stond een recept in voor worstenbroodjes, maar dan met een simpel piedeeg. Dat werd al snel een geliefd gerecht in ons huis. Ik maakte ze vaak, voor feestje of gewoon als bijgerecht bij een grote pan soep. Tot, zo gaat dat soms, het boek en ook de worstenbroodjes in vergetelheid raakten. Er kwamen andere lekkernijen voor in de plaats en ik heb ze al zeker tien jaar niet meer gebakken. Toen Paul vanmorgen over worstenbroodjes begon besloot ik het Margriet kookboek weer eens tevoorschijn te halen en deze worstenbroodjes te bakken.

De hoeveelheden heb ik al jaren geleden aangepast, genoeg voor ongeveer 16 worstenbroodjes;

  • voor het deeg
  • 400 gram bloem
  • wat zout
  • 200 gram koude boter
  • ongeveer 1 dl koud water.
  • voor de vulling
  • 400 gram biologisch gehakt
  • 1 snee oud witbrood in stukjes gesneden en in wat melk geweekt
  • peper, zout en nootmuskaat
  • 1 losgeklopt ei

Week het brood in de melk en knijp het goed uit. Meng de stukjes brood door het gehakt en kruid verder met peper, zout en nootmuskaat.

Meng het zout met de bloem en hak de koude boter erdoor in piepkleine stukjes. Voeg er, met kleine beetjes tegelijk, water bij tot het deeg samenhangt. Druk het deeg tot een bal en zet die een half uur in de koelkast.

 pie-deeg

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht. Vouw het dubbel en rol het nogmaals uit tot een grote lap van ongeveer 1/4 cm dikte.

 pie-deeg

Snijd het deeg in lapjes van ongeveer 12×12 cm. Vorm rolletjes van het gehakt en leg op ieder plakje deeg een rolletje gehakt.

worstenbroodjes van pie-deeg

Bestrijk de randen met het losgeklopte ei en vouw het deeg om het gehakt. Leg de worstenbroodjes met de vouwkant naar beneden op een ingevette bakplaat. Bestrijk de bovenkanten met het eimengsel. Bak de worstenbroodjes in een voorverwarmde oven ongeveer 45 minuten op 180 graden.

© ellen

Kerstkoekjes; eerste oefening…

kerstkoekjes

Een beetje vroeg misschien maar ik had zin om kerstkoekjes te bakken. In Duitsland begint men al op de eerste dag van de advent met het bakken van allerhande prachtige koekjes. Zoiets wil ik al jaren maar kan er meestal geen tijd voor vrijmaken en weet niet zo goed ‘hoe en wat’ met koekjes…Tot ik de site ontdekte van Essen und Trinken (Duitsland). Je kunt je daar abonneren op de receptenmail en dan krijg je elke dag via de mail een recept voor een bijzonder Kerstkoekje, de hele decembermaand lang! Ik ben niet zo heel bedreven in het koekjes bakken en vergaap me al dagen aan de recepten. Elke dag, allerlei varianten en ze zien er allemaal even mooi uit. Elke dag verschillende deegsoorten en garneringen. Een beetje oefening leek me dus niet overbodig. Vandaag maar eens begonnen met hele simpele amandelkoekjes, niet van de Essen und Trinken mail-recepten maar uit een oud Weens kookboek; “So kocht man in Wien“. Rudolf Rösch, Forum Verlag Wien. 1966. (De oorspronkelijke uitgave stamt van voor de oorlog.)

Ik kocht het boek in Wenen op de Nashmarkt, het is zo’n degelijk alround kookboek. Op de eerste pagina heeft een zekere Norbert met Kerstmis 1967 een opdracht geschreven:

Weens kookboek met opdracht

Uit het hoofdstuk eenvoudige koekjes bakte ik vandaag amandelkoekjes;

  • 70 gram boter
  • 70 gram bloem
  • 70 gram suiker
  • 70 gram gemalen amandelen
  • wat vanille-aroma
  • citroenglazuur

Kneed boter, suiker, bloem en gemalen amandelen snel tot een glad deeg. Rol het deeg uit en steek er figuurtjes uit. Leg de koekjes op een ingevet bakblik en bak ze op 140 graden in ongeveer 15 minuten lichtbruin. Laat de koekjes afkoelen en bestrijk ze dan met citroenglazuur, al dan niet in Kerstkleuren. Een bijzonder smakelijk koekje moet ik zeggen. Het deeg is makkelijk te maken en de hoeveelheid koekjes is te overzien, ongeveer één bakblik vol.

kerstkoekjes

Omdat het toch nog regende probeerde ik nog een tweede Wiener Klassieker; Gewürtzkrapferl, ofwel koekjes met amandel en kaneel;

  • 250 gram bloem
  • 200 gram suiker
  • 80 gram boter
  • 50 gram gemalen amandelen
  • 1 ei en één eidooier
  • 50 gram geconfijte vruchtjes, fijngehakt
  • 1 koffielepel kaneelpoeder.

Kneed alle ingrediënten goed door elkaar en vorm er een mooie deegbal van. Pak het deeg in folie en laat het in de koelkast zeker één uur rusten. Rol het deeg dan uit en steek er figuurtjes uit. Bak de koekjes 15 minuten op 140 graden. Drie bakblikken vol!

Gelukkig kwamen Het Kind en Andy nét op tijd om mee te helpen de koekjes te glazuren en vooral om mee te helpen de koekjes op te eten!

Wij vonden de amandelkoekjes het lekkerste, maar ik moet nog wat oefenen; het deeg wat minder dun uitrollen, de oventemperatuur (wordt in oude kookboeken vaak niet vermeld) maar vooral het glazuren en versieren wil ik nog wat beter beheersen.

In ieder geval twee soorten lekkere koekjes, natuurlijk met een kopje espresso!

© ellen.

Konijn in pittige tomatensaus…

konijn in pittige tomatensaus

Het regent en stormt hier al dagen, ik ben vandaag drie keer drijfnat geregend. Dan kun je twee dingen doen; lekker in de warme keuken speculaasjes bakken, of gewoon een mooi zonnig gerecht op tafel zetten. Allebei is natuurlijk nog beter.

  • 1 tam konijn in delen
  • olijfolie
  • 1 flinke ui en drie tenen knoflook, fijngesneden
  • 1 wortel en 1 stengel bleekselderij, in kleine blokjes gesneden
  • 1 blik tomaten
  • 4 kleine gedroogde chilipepertjes
  • een bosje tijm
  • een scheut droge witte wijn
  • een handvol zwarte olijven, mét pit
  • een handjevol kappertjes
  • peper en zout

Verwarm de olijfolie en bak daarin de delen konijn aan alle kanten mooi bruin. Maak wat plaats in het midden van de pan en bak daar de ui en knoflook lichtbruin. Voeg de rest van de groenten en de chilipepertjes toe en bak ze even mee. Blus af met de wittte wijn en doe de tomaten en de tijm erbij. Roer voorzichtig even om en sluit de pan. Laat het konijn zo ongeveer 45 minuten heel zachtjes stoven. Proef even en breng verder op smaak met peper en zout. Voeg olijven en kappertjes toe en stoof nog een kwartiertje. Dien op met wat kleine pasta.

Een kopje espresso toe, natuurlijk met een stukje gevulde speculaas.

© ellen.

Grumpy…

grumpy

Ik bezat een prentenboek: Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen. De plaatjes voor het boek kon je verzamelen, ze werden bijgeleverd bij een of ander gruttersprodukt. Het album was los te bestellen en het was de bedoeling dat je de plaatjes er zelf netjes in plakte. Het hoe of wat staat me absoluut niet voor ogen, ik was te klein. We schrijven de jaren vijftig.
De film waaruit de plaatjes waren gedestilleerd zag ik samen met mijn vader tijdens een matineevoorstelling op de Helmondse kermis. Het moet in de prille jaren zestig zijn geweest.
Het boek heb ik nog lang gekoesterd, ik herinner me elke afbeelding, elk karakter. Ergens in de tijd is het dan toch verloren gegaan, zoals zoveel zaken.
Ik was heimelijk verliefd op Sneeuwwitje. En met alle kabouters kon ik het vinden. Met allemaal op een na, die sjacherijnige Grumpy was niet te pruimen.
Voor het “art work” van film en boek tekende ene Walt Disney. Hij werd mijn held tot ik erachter kwam dat hij niet één potloodstreek had bijgedragen aan de film. En nauwelijks werkte hij aan die andere held van me: Donald Duck. Ik liet dan Walt van zijn voetstuk donderen, het was aanvang jaren zeventig.
Intussen leven we in een ander millennium. Ik begin een oude man te worden, ik fantaseer nog nauwelijks over Sneeuwwitje, maar wel al met regelmaat over mijn pensioen. Ik ben door schade en schande wijzer geworden. Niet bitter, wel wat cynischer. En ook mijn wereldbeeld veranderde ingrijpend.
Het feest van herkenning dat ons wordt geboden door Grootgrutter Heijn middels het verzamelen van miniatuurtjes uit de film “Snowwhite” onderga ik met gepaste twijfel. Immers, het dakloze kindvrouwtje Sneeuwwitje dat door die kabouters liefdevol van huis, haard, spijs en drank wordt voorzien slaat vrijwel onmiddellijk aan het betuttelen. Of ze hun handjes wel gewassen hebben, of ze hun kleertjes wel op tijd verversen, of ze wel op tijd naar bed gaan… En die eikeltjes gaan dan als beloning ook nog eens hele werkdagen staan ploeteren in een ondergrondse diamantmijn. En Sneeuwwitje maar rondhuppelen in de frisse natuur, hier een bloempje plukkend, daar een liedje zingend voor een konijn en een hertje.
Die kaboutertjes, dat waren eigenlijk toch allemaal hele echte zeikertjes. Veel te vrolijk, veel te braaf. Allemaal, op een na. Juist ja…
Grumpy bleef de wereld met de nodige skepsis bekijken, en zo hoorde het ook.
En toen dan Grumpy ook nog eens werd gepresenteerd, leunend op een wijnton (want dat is het…), toen was het voor het Ministerie wel duidelijk. We verzamelden alleen Grumpy’s. We hebben er intussen vier.
Eén van de Grumpy’s kreeg een ereplaats, op een apart schavotje. Naast de Baksmurf. Wij zijn per slot van Eten en Drinken.
© paul

Spelt…

spelt

In het boek “Made in Italy”, van Georgio Locatelli staat een mooi recept voor Borlottibonen met spelt. Het recept stond al een tijdje op mijn lijstje ‘nog eens te maken’. De borlottibonen zijn hier inmiddels zeer geliefd, in de soep of heel simpel met een tomatensaus. Over spelt wist ik niet veel. Locatelli schrijft in zijn boek dat bloem van spelt, Farro in het Italiaans, al door de Romeinen gebruikt werd voor brood en pasta. Daarom heet bloem in het Italliaans ook Farina. In Italie wordt de spelt niet alleen tot bloem gemalen, ook de hele korrel wordt gebruikt. De speltkorrels worden gebruikt in soepen, maar het gekookte graan kan ook worden gebakken en met rozijnen en olijven vermengd bij stoofschotels gegeven worden.

In Wikepedia staat het volgende over Spelt;

Spelt (Triticum spelta) is een soort grove tarwe Het kan gegeten worden in plaats van gewone tarwe. De smaak is iets anders dan die van gewone tarwe. De kafjes van gewone tarwe laten ook heel makkelijk los, terwijl die van de speltkorrel zeer vast zitten. Dit betekent dat ze er met een pelmolen afgepeld moeten worden voordat de speltkorrel gemalen kan worden.

Spelt is ontstaan in het Midden-Oosten, waar de soort al minstens 3000 jaar wordt verbouwd. In de Middeleeuwen werd spelt verbouwd in Europa in Zwitserland en Duitsland en Tirol. Spelt speelde een grote rol in de voedingsleer van de heilige Hildegard van Bingen. In de twinstigste eeuw is spelt bijna geheel verdrongen door gewone tarwe (Triticum aestivum), omdat speltgraan minder opbrengt per hectare, en omdat het pellen in de pelmolen extra tijd en geld kost.Spelt is ontstaan in het Midden-Oosten, waar de soort al minstens 3000 jaar wordt verbouwd. In de Middeleeuwen werd spelt verbouwd in Europa in Zwitserland en Duitsland en Tirol. Spelt speelde een grote rol in de voedingsleer van de heilige Hildegard van Bingen. In de twinstigste eeuw is spelt bijna geheel verdrongen door gewone tarwe (Triticum aestivum), omdat speltgraan minder opbrengt per hectare, en omdat het pellen in de pelmolen extra tijd en geld kost.

Spelt komt nu weer in de belangstelling bij de biologische landbouw omdat het minder bemesting nodig heeft, beter resistent is tegen ziekten, en een zogenaamde harde korrel met een hoog gehalte aan gluten heeft wat gunstig is voor het bakken van brood. Dit hoge gehalte aan gluten zorgt er overigens wel voor, dat spelt niet geschikt is voor mensen met coeliakie (gluten-intolerantie), wel bijzonder geschikt voor mensen met tarweallergie.

Sinds enige jaren wordt spelt ook weer in Nederland verbouwd. Meestal werken telers, molenaars, bakkers en leveranciers binnen één bepaalde streek samen aan de speltproducten. Succesvolle speltprojecten lopen in Ommen, Limburg, rondom Pieterburen en rondom Oss en Boxtel.

Tijdens onze laatste vakantie in Luxemburg zag ik in de supermarkt zakjes met speltrijst (de korrels dus) liggen, geteeld in het Parc Naturel Haute-Sûre (Lux). Onder leiding van het “Speltgenootschap” wordt daar ecologisch spelt geteeld. Deze spelt wordt onder andere gebruikt in de Luxemburgse bierbrouwerij Simon.

Hoog tijd dus om eens te gaan experimenteren met spelt. Ik besloot het Italiaanse recept voor soep met spelt en Borlottibonen te maken. Een grote pan soep op zaterdagavond is hier altijd goed.

De spelt moet eerst 24 uur geweekt worden en de Borlottibonen ook. Dus stonden er vrijdagavond twee grote kommen op het keukenblad; één met speltkorrels en één met Borlottibonen.

borlottibonen

Recept volgt!

© ellen

Borlottibonensoep met spelt…

borlottibonensoep met spelt

Locatelli schrijft in zijn boek:”Made in Italy” over deze soep dat Farro (spelt) traditioneel in gerechten voor feesten en festivals verwerkt wordt omdat men zegt dat het eten van spelt je gelukkig maakt! Misschien omdat spelt zoveel heilzame eigenschappen heeft; spelt bevat meer eiwitten dan linzen, veel voedingsvezel en samengestelde koolhydraten. Wat wil een mens nog meer? Nou ja, het moet natuurlijk ook nog wel lekker zijn! Proberen dus maar, vrij naar Locatelli;

  • Borlottibonensoep met spelt;
  • 200 gram spelt
  • 200 gram gedroogde borlottibonen (of 500 gram verse), knoflook, bleekselderij, salie, olijfolie
  • 4 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 flinke wortel, fijngesneden
  • 1 ui, 1 rode ui, fijngesneden
  • 1 kleine rode paprika, zaad verwijderen en heel fijn snijden
  • 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
  • 2 eetleples tomatenpuree
  • wat rozemarijn, salie en peterselie om te garneren
  • olijfolie
  • zwarte peper en zout.

De spelt wassen en 24 uur weken in koud water. De borlottibonen ook 24 uur weken in koud water, het water bij de bonen af en toe verversen.

Giet de bonen af en doe ze in een ruime pan samen met een paar tenen knoflook, een stengel bleekselderij en een bosje salie. Giet er koud water bij, ongeveer 2x het volume van de bonen. Zet de pan op het vuur en breng de bonen aan de kook. Schuim het water af en voeg dan een flinke scheut olijfolie toe. Doe de deksel op de pan en kook de bonen in ongeveer een uur gaar. Voeg pas zout toe als de bonen gaar zijn anders worden ze taai. Schep de bonen uit de pan en houd ze apart. Haal ook de knoflooktenen en de selderij eruit, die hebben hun werk gedaan. Bewaar het kookvocht.

Verwarm in een andere pan wat olijfolie en smoor daarin de groenten zachtjes gaar. Voeg de tomatenpuree erbij en roer alles goed om. Doe er dan het kookvocht van de bonen bij en 2/3 van de bonen. Pureer met de staafmixer alles tot een gladde massa.

Schep de spelt uit het weekwater en voeg ze bij de soep. Laat alles op een laag vuur 30 minuten koken tot ook de spelt gaar is. Blijf wel roeren, de spelt bindt de soep en zet makelijk aan in de pan. Als de spelt gaar is zijn de korrels ongeveer tweemaal zo groot als een korrel risottorijst.

Voeg dan de rest van de bonen toe en breng de soep verder op smaak met peper en zout. Schep de soep in de borden en besprenkel met een scheutje van de beste olijfolie. Strooi er nog wat vers gehakte platte peterselie, salie en rozemarijn over en geef er stokbrood bij met gezouten boter.

Voor de verstokte niet-vegetariers kun je er eventueel wat gebakken spekjes bij serveren, echt noodzakelijk is dat niet.

Zoals altijd was het druk op het Ministerie, genoeg volk om de pan soep tot de bodem leeg te eten. En wij waren het allemaal helemaal eens; van deze soep wordt je echt even helemaal gelukkig!

© ellen.

Eend met tutti frutti…

Eend met tutti frutti

Ik had een mooie tamme jonge eend en wilde er iets bijzonders mee doen. Stapels kookboeken met vele recepten voor jonge eend waren allemaal nét niet dat waar we zin in hadden; eend met sinaasappel, eend met vijgen, eend met zuurkool, eend met rode kool of witte kool, ik wilde toch iets nog anders. Wel leuk zo eens een paar uurtjes in de kookboeken neuzen, ik doe altijd weer een hoop inspiratie op.

Nu stond er in onze kelder al heel lang een pot met tutti frutti, ooit gekregen van de Jongste Bediende en Marleen. Zij waren uit eten geweest in een bijzonder restaurant, de naam is me helaas even ontschoten, en kregen na afloop een mooie wekpot met tutti frutti mee naar huis. De vruchten waren door de chefkok zelf ‘op sap’ gezet en gewekt. Ik besloot om deze tutti frutti te gebruiken bij mijn eend. Ik maakte de pot open en waarlijk hemelse geuren stegen op. Dit was geen gewone tutti frutti, dit geurde en smaakte heel bijzonder. Wijn, armagnac, fruit, niet al te zoet, een geur die me deed denken aan goede Franse plattelands restaurants. Ik twijfelde nog even of ik rode of witte wijn zou gebruiken maar koos uiteindelijk voor een rode Madiran.

 tutti frutti

Als je deze eend wilt maken moet je eerst zelf tutti frutti maken. Te koop bij delicatessenzaken of notenwinkels. De vruchten moeten eerst geweekt worden en daarna even gekookt met wat suiker en wijn. Voeg in dit geval ook een scheut armagnac toe.

  • Eend met tutti frutti:
  • een jonge panklare eend van ongeveer 2 kilo
  • tutti frutti
  • 3 blaadjes salie
  • een glas rode wijn
  • 100 ml olijfolie
  • zout, peper
  • een mespunt kaneel, een mespunt gemalen kruidnagel
  • een snee wit brood of een klein broodje

Meng kruidnagelpoeder, kaneel, peper en zout door de olijfolie. Bestrooi de binnenkant van de eend met peper en zout en vul hem met een deel van de vruchten en de salie. Naai de opening dicht en bind de poten wat op. Bestrijk de buitenkant van de eend met het oliemengsel. Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de eend op de borstkant in een braadslede en laat hem 30 minuten braden op 200 graden. Draai de eend om en breng de temperatuur omlaag tot 160 graden. Bestrijk nog eens met de olie en laat de eend nu nog anderhalf uur langzaam garen.

Verkruimel intussen het brood. Meng het sap van de tutti frutti met de rode wijn en bestrijk daarmee de eend regelmatig tijdens het braden. Gebruik een deel van het sap om het brood in te weken.

Eend met tutti frutti

Haal de eend uit de oven en houd hem warm. Zeef het braadvocht en schep het vet eraf. Verwarm de rest van het sap/wijnmengsel en voeg het braadvocht erbij. Knijp het geweekte brood uit en roer het door de saus. Als je goed krachtig roert zal het brood helemaal oplossen en de saus binden. Verwarm de rest van de tutti frutti. Leg de eend op een schaal en verwijder het bindgaren. Schik de vruchten er omheen en dien op. Geef er de saus apart bij. Wij aten er beetgare spruitjes bij en gekookte aardappeltjes en natuurlijk een mooi glas Madiran.

Espresso toe, een bijzondere maaltijd!

© ellen.

Runderstooflapjes met paddenstoelen en rode wijn…

runderstoof met rode wijn en gedroogde boleten

“Ik wil vanavond stoofvlees”,riep Ellen nog toen ze zich ‘s ochtends uit de voeten maakte, op weg naar weer een dag hard labeur. Ik kreeg nog net mee dat ze doelde op een gerecht uit de rubriek De Volkskeuken (Volkskrant), van de hand van Sylvia Witteman.

Witteman beschrijft in dat artikel onder anderen het gebruik van de “slow cooker”, het moderne elektrische equivalent van ons aloude petroleumstelletje. In die slow cooker laat je gerechten heel langzaam garen. Vlees wordt botermals en alle smaakstoffen komen uiteindelijk optimaal tot hun recht, er gaat niets verloren.

Ik heb geen slow cooker, en het petroleumstel verdween in een ver verleden naar een verzamelaar. Ik probeerde dan maar iets dergelijks na te bootsen met een goed afsluitende pan, het kleinste gaspitje en metalen vlamverdeler (afdekplaatje). Ook het recept heb ik wat naar mijn hand gezet, want Sylvia Witteman kookte een grote portie, van wel 2 kilo vlees. Zoveel had ik niet in huis, en zo veel wilde ik ook niet. Het gerecht voldoet nu voor vier personen.

  • 500 gram runderlapjes,
  • 1 grote ui, fijn gehakt,
  • 1 middelgrote winterwortel in schijfjes,
  • 2 tenen knoflook, fijn gehakt,
  • 2 takken tijm,
  • 1 blaadje laurier,
  • 1 flinke hand gedroogde paddenstoelen (boleten),
  • 1 kop bouillon,
  • 1 flink glas rode wijn,
  • snuifje bloem
  • boter,
  • peper en zout.

Bestrooi de runderlapjes met peper en zout en bak ze in hete boter aan weerskanten bruin. Fruit in een andere pan de ui, knoflook, wortel, tijm en laurier. Wanneer alles glazig geworden is, stuif je er de bloem overheen. Laat alles nog even doorfruiten en stort dan de groenten op het vlees. De wijn en de bouillon erbij en daarop de gedroogde paddenstoelen. Zet alles op zo laag mogelijk vuur en ga wat anders doen. Na vijf uur is je gerecht klaar. Zeldzaam mals vlees in een prachtig geurende saus.

De paddenstoelen hoef je niet te weken, dat gebeurt vanzelf tijdens het stoven. Ik gebruikte wat weinig bloem, dus de uiteindelijke saus was aan de dunne kant. Let wel op dat je pan goed afsluit. Indien niet, dan zal bij zo’n lange gaartijd de zaak droog koken. Ik gebruikte een grote hapjespan. Een caserol is ook prima. Ik liet het vlees vijf uur stoven op het kleinste pitje, dat dan nog was afgedekt met een kookplaatje. Misschien was mijn gerecht al een uur eerder klaar, wie zal het zeggen.

We dronken er een uitstekende Corbieres bij, die beschrijf ik nog wel eens…

© paul

runderstoof

Speculaasjes…

speculaas 008

Wat te doen met twee logeerkinderen op een druilerige zondagmorgen? Ze voelen zich te oud om naar de Sinterklaasintocht in het dorp te gaan kijken en met z’n tweëen is het huiswerk in een mum van tijd gemaakt en geleerd. Ook ónze Duitse en Nederlandse grammatica zijn weer helemaal opgefrist na de hardop-overhoring van de tweeling. Gewoon even de van buiten te leren woordjes van de keuken naar de kamer zingen…heel bijzonder zo’n tweeling aan het werk! Daarna nog een bezoekje aan oma, die woont hier vlakbij. En toen dreigde de verveling even toe te slaan. Een langsfietsende zwarte Piet bracht ons op het idee om een flinke stapel speculaasjes te bakken. De hele keuken plakt nu, zelfs de laptop plakt (even het recept opzoeken…) maar de beide dames hebben zich uitstekend vermaakt, het huis geurt heerlijk en de speculaasjes zijn voortreffelijk!

lotte en flora bakken speculaas lotte en flora bakken speculaas

lotte en Flora bakken speculaas lotte en flora bakken speculaas

Voor een flinke stapel kleine speculaasjes heb je nodig;
500 gram bloem
250 gram bruine basterd suiker
1 snufje zout
125 gram boter
1 zakje bakpoeder 1 groot ei
2 eetlepels speculaaskruiden
wat koude melk.

Meng bloem, bakpoeder, zout, suiker en de kruiden goed door elkaar. Snijd er dan met twee messen de boter door zodat je piepkleine klontjes boter hebt. (voor de kinderen was één groot mes gevaarlijk genoeg, zij hebben de boter er met de hand door gekneed.) Voeg het ei erbij en kneed met koele handen alles tot een mooie deegbal. Leg het deeg, ingepakt in folie, een half uur in de koelkast. Rol het deeg dan uit op een met bloem bestoven aanrecht en steek er figuurtjes uit.

Lotte en Flora zijn uren bezig geweest met het uitsteken van figuurtjes en de resten weer opnieuw uitrollen. Van het allerlaatste flinterje deeg werd een pepernootje gevormd.

Bak de speculaasjes in een voorverwarmde oven in ongeveer 20 minuten op 180 graden.

Lekker bij een kopje espresso!

De nieuwe rasp…

mosselen 026

Al weer tijden geleden vertelde ik je over onze zoektocht naar het ideale kaasmolentje. Ik heb het niet gevonden…

Dat hele mooie metalen exemplaar is vooral geschikt als keukensierraad. En die van Tupperware voldoet behoorlijk, tot de kaas echt hard wordt. Dan komt ook die in de problemen. Dan waren er nog een paar schaven die je in de hand houdt. In kookprogramma’s op de televisie zie ik daar de culi-sterren altijd driftig mee in de weer. En dat gaat ook aardig zolang je niet meer dan wat flintertjes over je gerecht wilt raspen. Maar wat te doen als je kaas al aardig hard aan het worden is en je toch een grote hoeveelheid hebben wilt?

We gebruiken uiteindelijk dan toch maar de gewone rasp. Vooral bij ingedroogde Parmasaanse of kontjes hard geworden Goudse vergt het enige behendigheid om te voorkomen dat je je vingers meeraspt, en moet je erg hard drukken dan wordt je gereedschap instabiel en loop je de kans dat apparaat en kaas door de keuken zeilen.

Onze laatste vakantie bracht ons weer eens in de Moeselsstad Trier, altijd aangenaam voor een dag vertier. Oudste stad van Duitsland, ooit voor korte tijd hoofdstad van het Romeinse Rijk, en niet te vergeten, Karl Marx werd er geboren.

Ergens aan de Grote Markt heeft de prestigieuse keukenhulpfabrikant WMF een ramsj-winkel ingericht. Ze verkopen er hun doorgaans peperdure restanten voor normale-mensen-prijzen. Altijd leuk om even binnen te wippen.

We vonden er de rasp van de foto. Zoals je ziet is het apparaat kegelvormig. Er zit een grote knop op die het je makkelijk maakt om het ding te fixeren. Je gaat er gewoon met je gewicht op hangen. Onder zit een rubberen rand die zorgt dat de zaak niet aan het schuiven gaat. Er zitten drie fucties aan het ding: een fijne rasp om bijvoorbeeld citroen te raspen, of gember, of mierikswortel. Een grovere voor onder anderen de kaas en dan nog een een hele grove voor de wortel, komkommer, aardappel. Het ding is ongeveer vijfentwintig centimeter hoog. We betaalden er veertien euro’s voor.

We gebruiken hem intussen al enige tijd en we zijn ronduit tevreden. Hier gaan we nog een hoop plezier aan beleven…

© paul