Deze eerste Paasdag is een beetje aan mij voorbijgegaan. Paul heeft nachtdienst (en moet dus overdag slapen) ik was druk met de voorbereidingen voor onze paasbrunch morgen.
Paul moet meestal met Pasen werken, niets bijzonders voor wie werkt in de gezondheidszorg. Maar om deze feestdag niet helemaal onopgemerkt voorbij te laten gaan, besloten we een paar jaar geleden, met wat vrienden, om voor Paul een Paasontbijt te organiseren. Wat mooie broodjes, koffie, vers geperste sinaasappels, een paar salades, een stukje kaas, en een taartje, een glas champagne. Och, en zoals dat gaat met goede dingen, is het een heuse traditie geworden; Het Paasontbijt/brunch op Het Ministerie!
Vandaag was ik dus druk met de voorbereidingen voor dit Paasontbijt. Ik bakte wat brood en rozijnenbollen en maakte ook lemoncurd. Deze lemoncurd is heerlijk op de rozijnenbollen of ander luxebrood. Je kunt er ook een lekker taartje mee maken, Lemoncurdpie: De hoeveelheid lemoncurd is genoeg voor twee pie’s of een grote, twee kleintjes en dan blijft er nog wat lemoncurd over om op de broodjes te smeren. Je kunt deze lemoncurd in de koelkast 2 weken bewaren.
Lemon curd;
2 grote citroenen
240 gram suiker én een stuk of vijf suikerklontjes om de schil van de citroen te bewerken
4 grote eieren
125 gram boter
Rasp de schil van de citroenen met de klontjes suiker. Als één klontje op is neem je een nieuw. Ga zo door tot je zoveel mogelijk citroenolie uit de schil geraspt hebt.
Doe de rest van de suiker in een kom, pers de citroenen uit en voeg het sap erbij.
Goed roeren.
Als alle suiker opgelost is mogen de eieren er één voor één bij.
Zet de kom au bain Marie, roer met een garde of met de mixer op de laagste stand.
Voeg dan de boter toe en blijf roeren tot alle ingrediënten een mooi mengsel vormen dat eruit ziet als dikke honing.
Haal de kom dan van het vuur en blijf roeren tot de curd is afgekoeld.
Schep de curd in een schone glazen pot en dek die af met bakpapier. Zet de pot in de koelkast.
Voor de pie maakte ik deeg van;
90 gram suiker
180 gram boter
270 gram bloem
en 1 ei.
Meng suiker, ei en bloem. Hak de boter er in kleine blokjes door en kneed snel tot je een deegbal hebt. Zet het deeg een half uurtje koel en rol het dan in de gewenste vorm.
Vet een bakblik in met boter en bekleed de vorm met het deeg.
Prik met een vork hier en daar wat gaatjes voor de lucht.
Bak de taartbodem “blind”, dat wil zeggen; leg bakpapier op het deeg en verzwaar het met bijvoorbeeld gedoogde bonen of rijst.
Bak de taartbodem in een voorverwarmde ( hete lucht) oven 20 minuten op 190 graden, draai de temperatuur terug naar 160 graden en bak nog 15 minuten.
Verwijder de boontjes en het papier en bestrijk de bodem dik met de lemoncurd.
Zet de taart dan nog 10 minuten terug in de oven. De taart moet zo een mooie krokante korst krijgen en de vulling moet zacht en romig blijven.
Ik bakte een taartje in een vorm van 22 cm en hield deeg over. Met het overgebleven deeg maakte ik nog twee kleine taartjes van 12 cm doorsnee. Eén voor collega Jet, die neemt morgenochtend de dienst van Paul over. Eén aten we op, om eens te proeven of het wel echt lekker genoeg was om aan onze gasten voor te zetten morgen.
We dronken er een kopje espresso bij!
© ellen