Gegratineerde asperges met ham en drie soorten kaas

gegratineerde asperges met ham en drie soorten kaas
De asperge is ‘hot’, we zitten volop in het seizoen en hier in Zuid-Oost Brabant is dat ook goed te merken. Aspergemarkten, -proeverijen, prijzen voor de beste Aspergeteler van… en er zijn zelfs Aspergekoninginen… Wij genieten in het seizoen dan ook minstens één keer in de week van een maaltijd met asperges.

Ik heb niet zoveel behoefte om te experimenteren met deze mooie groente. De kwaliteit van de asperges die wij hier kopen is zo superieur; recht van het land, in de vroege ochtend gestoken, dezelfde avond op ons bord, dat er naar mijn mening verder weinig kookkunsten of bijzondere bereidingen voor nodig zijn. Men schrijft, Facebookt en Twittert over van-alles-en-nog-wat rond ‘onze’  mooie asperges. Johannes van Dam schrijft in zijn boek “De Dikkevandam” ; “Als ze binnen zijn leg ik ze altijd minstens een uurtje plat in een bak met water. Dan herstellen ze hun vochtgehalte enigszins”…  Wij kunnen ons hier in Zuid-Oost Brabant, met overal verkrijgbare, kersverse asperges, niets voorstellen bij deze ‘wijze’ raad uit De Dikkevandam. Wij zijn een gelukkig volkje!

Tsja, over de bereidingswijze; We hebben het hier op het Ministerie allemaal al lang geleden geprobeerd; ‘frituren’, ‘in de oven’, ‘beetgaar’ serveren met”… Maar ‘beetgaar‘ vind ik asperges eigenlijk helemaal niet zo lekker. En frituren leverde ook niet echt bijzonders op. Asperges moeten voor mij zacht en smeuig zijn, met een mooie rijke saus, goeie boter, of simpel met ham en ei of kaas… En er waren nog allemaal restjes kaas!

Goed, voor dit recept hebt je dus Topkwaliteit Asperges nodig. Ontvlucht de stad maar eens en ga op zoek naar de teler van de Lekkerste Asperge van Brabant *, of Limburg en koop een paar kilo van die superasperges.  Schil ze, of koop ze geschild. (Alleen als je ze echt vers kunt kopen, anders het advies van Johannes van Dam volgen en zelf schillen.)

  • Gegratineerde asperges met ham en drie soorten kaas voor twee personen
  • 1 kilo asperges, geschild (dat zijn ongeveer 18 tot 20 asperges, afhankelijk van de dikte)
  • 6 plakken biologische gekookte beenham (voor de vegetariers kan dit ook heel goed zonder ham!)
  • 50 gram Cheddar, 50 gram Oude Goudse en 50 gram Parmezaanse kaas zelf geraspt
  • bechamelsaus

Kook de asperges beetgaar, giet ze af  en laat ze uitlekken. Maak een mooie bechamelsaus en giet die in een ovenschaal. Rol de uitgelekte asperges met drie tegelijk in een plak ham. Leg de rolletjes op de bechamelsaus. Verdeel de geraspte kaas over de aspergerolletjes. De Cheddar over het onderste deel, de Goudse in het midden en de Parmezaanse over de kopjes. Beetjes nootmuskaat erover en de schotel in de oven 15 minuten laten gratineren op 180 graden. Snel opdienen met bijvoorbeeld in de schil gekookte nieuwe aardappeltjes. Drink er een glas Luxemburgse Rivaner bij.

Kopje espresso toe.

*) de afvalstukjes zijn prima te gebruiken om een mooi pastagerecht mee te maken

*) Lekkerste asperge van Brabant: Familie van Dinter. Foto’s  van de bokaal enzovoorts komen eraan!

© ellen.

 

 

Gruut, het bier van de Gentse Stadsbrouwerij…

Ik had al eens bier gedronken van Stadsbrouwerij Gruut. Bij Vriend Jan. Ans en Jan beleefden als onderdeel van hun Vlaamse vakantie een bijzondere middag en avond in brouwerij annex biercafé Gruut in hartje Gent. Ten gerieve van de thuisblijvers namen ze een aantal stalen mee naar huis. Blond bier, bruin bier en naar ik me herinner witbier. Ik heb het destijds dus geproefd, maar ik herinner me er evenwel niet veel van. Het maakte kennelijk weinig indruk op me.

Des te groter was de verrassing (overrompeling) op die gedenkwaardige lentedag in maart. Die dag dat we onze passie voor rozen en bier combineerden en uiteindelijk neerstreken in Arcen. Biercafé Hertog Jan Proeverij had het amberbier van Gruut op de tap. Naar het voorbeeld van Jan bestelde ik een glas en was direct verkocht. Lekker, mals, vol, granig en koel. Kijk ik naar de foto dan worden mijn speelkselklieren onmiddellijk geactiveerd. Ook nu weer! Bier om bij te kwijlen…

Enkele dagen later, toen ik me via het internet wat verdiepte in de Stadsbrouwerij Gruut, leerde ik dat er in de nabije omgeving van ons dorpje een verkooppunt is gestationeerd. Op een regenachtige zaterdagochtend toog ik naar Haps en ik kocht er wat ze aan Gruut op voorraad hadden: blond en amber.

Vervolgens de vreemst mogelijke gewaarwording. Ik dronk het amber op keldertemperatuur, en ik probeerde het ook in fors gekoelde staat. Het leek op geen enkele manier op dat roodgouden vocht van het uitstapje. Het smaakte me mat, niet verrassend, niet tintelend. Op enig moment stond het me zelfs een beetje tegen. En het blonde Gruut liet nog minder indruk achter.

Vreemd toch. Waren mijn smaakpapillen vertroebeld? Lag het aan de temperatuur van het bier, aan het glas, aan het brouwsel? Waren het de entourage van een vroege voorjaarszon, het aimabel gezelschap en een excellent humeur welke destijds op valse wijze een positieve vertekening van de werkelijkheid voortoverden? Was ik zo op het verkeerde been gezet? (Je hoort dat soort verhalen ook vaak van mensen die liters en liters wijn naar huis sjouwen, als souvernier van hun zonnige vakantie. Het smaakt echter nooit meer zoals het deed op dat Franse terrasje. En steevast krijgt de wijnboer de schuld!)

Ik weet het niet lezer, ik weet het niet. Ik ga opnieuw beginnen. Ik schaf me opnieuw van dat amber aan. Ik zal zorgen dat de omstandigheden optimaal zijn. Ik zal Vriend Jan op de proeverij vragen. En waarschijnlijk heb ik een mooi verhaal te vertellen. Wordt vervolgd…

 

 

Erfenis van Willy…

erfenis

Willy was altijd een trouwe lezeres van ons weblog, zelfs tijdens de meest beroerde dagen van haar ziekte bleef ze lezen wat er zoal in onze keuken gebeurde. Verschillende keren leverde ze ook een actieve bijdrage, de Bombrief in het Ministerie kwam van Willy, en nadat ik geschreven had over de gevonden kaasstolp, kregen we de volgende dag een kaasje uit de streek in Frankrijk waar zij samen met haar man Peter veel verbleef. Een aardig cadeautje voor een zieke Paul volgde weer later. Willy kende onze passie voor de simpele groene Chinese gemberpotjes en schonk ons een aantal mooie exemplaren.

Willy overleed een half jaar geleden na een jarenlang gevecht tegen kanker. Haar man Peter besloot daarna om voorgoed in hun huisje in Frankrijk te gaan wonen. Daar wonen ook één van de dochters en de kleinkinderen. Het huisje in Gemert wordt verkocht en Peter is deze week teruggekomen om afscheid te nemen en alle spullen die nog resten op te ruimen. Geen eenvoudige taak. Afscheid nemen doet altijd pijn.

Gisteravond kwam Peter bij ons op bezoek. Willy had al een tijd geleden bedacht dat wij haar verzameling “Keulse” potten misschien wel zouden willen… En de kookboeken moesten ook maar naar Het Ministerie…

Twee volle verhuisdozen; één met Keulse potten in allerlei maten en soorten, en één met kookboeken. Dank je wel Peter, wij zullen de erfenis van Willy koesteren en wij wensen je samen met Hond Wammes, kinderen en kleinkinderen, veel geluk in je huis in Frankrijk.

En voor wie wil weten hoe Peter het maakt in Frankrijk staat er een link naar zijn blog “Leven in Pépieux”  aan de rechterkant van deze website onder de rubriek “Niet over eten maar toch” .

© ellen.

 

 

 

Gepekelde poussins met tijm-citroenboter

poussins
Het was me het dagje wel vandaag! Er was hier in ons Brabantse dorpje zóveel te doen dat ik eigenlijk niet kon kiezen waar ik heen zou gaan; De Weidegang op het Aarles Broek, de giga vlooienmarkt op de atletiekbaan, de Historische optocht met aansluitend de opening van het seizoen in het Boerenbondsmuseum of de huldeging van ons Gemerts Elftal dat alweer kampioen geworden is… Nouja, daarover later meer…

Komt nog bij dat Paul ziek is, echt ziek. Hij verblijft al twee dagen zo tussen het bed en de badkamer en eet niets dan een droog stukje brood. Een kwalijke buikgriep met alle narigheid van dien.

Gisterenochtend ging het nog allemaal wel met de patient en bedachten we dat we vandaag eens een klein kippetje zouden eten; Poussins naar het recept van Iwan Driessen, chef-kok en Pieter Smits, eigenaar van Rôtisserie Rijsel in Amsterdam. Zij schreven voor de Delicious van de maand april een aantal mooie recepten voor kippetjes met “de smaak van vroeger”. Ik had nog twee poussins in de diepvries liggen dus dat kwam helemaal goed uit. Kippetjes laten ontdooien en daarna in de pekel.

  • Pekel
  • 100 gram fijne suiker
  • 150 gram grof zeezout
  • 15 takjes tijm
  • 6 blaadjes laurier
  • 2 poussins
  • 2 eetlepels boter op kamertemperatuur
  • rasp van 1 (Bio) citroen
  • bakpapier of een spuitzak

Roer het zout en de suiker door 1 liter water. Voeg vijf takjes van de tijm toe en de blaadjes laurier. Giet dit mengsel in een passende schaal en laat de poussins daarin 24 uur pekelen. Verwarm de oven voor op 180 graden. Haal de poussins uit de pekel en droog ze. Neem een theelepel en wring met de bolle kant van de lepel onder de huid vanaf de nek, naar de borst van de kippetjes. Maak zo voorzichtig het vel los. Ris de blaadjes van de takjes tijm. Hak de takjes fijn en rasp de cirtoen. Verwarm de helft van de boter en voeg daar de tijmtakjes bij en de citroenrasp. De boter mag niet bruinen, heel langzaam verwarmen dus. Laat dit mengsel 10 minuten trekken. Hak intussen de blaadjes tijm heel fijn en meng die door de rest van de boter. Giet dan de gesmolten boter door een zeef. Voeg die bij de tijmboter en roer tot je een zalvige creme hebt. Vouw van bakpapier een spuitzakje en spuit de boterccreme onder de losgemaakte huid van de kippetjes.

poussins

Verdeel de botercreme door de huid nog wat te masseren. Snijd twee partjes van de citroen (waar je de rasp van geschaafd hebt) en stop die in de buikholte van de kippetjes. Zet de kippetjes in de voorverwarmde oven (hetelucht, of rijg ze aan een spit) en gril ze gaar in ongeveer 35 minuten. Bedruip regelmatig met het braadvocht. De chef-kok van Rijsel geeft er geroerbakte spitskool bij, ik hield het vandaag op wat aardappeltjes uit de oven met doperwtjes en voor Paul volstond een beetje droge witte rijst…

Wat nu die pekel precies doet werd me uit het verhaal niet helemaal duidelijk. Misschien zijn er lezers die daar een antwoord op hebben? Lekker waren de poussins in ieder geval wél!

© ellen.

 

 

Restjeseten op basis van eendenbouillon…

Natuurlijk missen dit soort soepen het briljante van de soepen die je vers en zorgvuldig klaar maakt en waarbij je angstvallig let op de kwaliteit van de ingrediënten en het evenwicht in de samenstelling. Maar daarom hoef je je nog niet te schamen voor zo’n tweedehands potje… Restverwerking is ook creatief koken, niet waar? (En weggooien van etenswaar is doodzonde!)

Voor de eendenpaté had ik bouillon nodig, die trok ik van het karkas van de vogel. Ik had lang niet alle bouillon nodig voor de paté, ik hield uiteindelijk een halve liter over. En dat was dan de basis voor mijn restjessoep.

In de vriezer lag een bakje kippenbouilon te wachten, een goede liter was het. Daarmee vulde ik het eendennat aan. Erbij een liter tomatenpulp. Daarmee had ik een basis van ruim twee liter.

In de groentenla van de koelkast lag nog een en ander weg te kwijnen, hoogste tijd voor gebruik. Een paar stelen selderij, een wortel, een halve paprika. Ik sneed de groenten in heel kleine blokjes. Van de maaltijd van vrijdag restte nog een schaaltje Puy-linzen. Dat vormde samen met de inhoud van een blik linzen dat Petra van de week in zeven haasten afleverde (zomaar…) voor de stevigheid van de soep. Een grappig contrast overigens, die gele linzen tussen die zwarte uit Puy.

In Luxemburg kochten we worsten uit de Comté, ook die moesten hoognodig op. Die worsten zijn half rauw, dus buiten de vrieskast niet erg lang houdbaar. Een hele worst verwerkte ik. Verder bleef er enige tijd geleden wat vers pastadeeg over van de ravioli die Ellen maakte. Ik heb er destijds sliertjes van gesneden en die zorgvuldig gedroogd. Prima deegwaar voor de soep.

Een kneepje tomatenprut, een flinke lik knoflookpulp en een klein lepeltje sambal. Natuurlijk peper uit de molen, zout was niet nodig. En na een half uur trekken op een heel laag vuurtje was de soep klaar.

Deze zaterdag moet Ellen werken en ook ik heb een en ander te doen. En ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat er tegen de avond nogal wat volk “op de klep” valt. Heb ik in ieder geval een bord soep aan te bieden. Goei soep!

Het zij zo….

We lagen er een aantal dagen uit, uit internet. Uiteindelijk was het onze eigen schuld, nou ja, hetzij zo…

In die tussentijd gingen eten en drinken hier in huis wel gewoon door. Ellen kookte maaltijden voor ons twee, of als het zo uitkwam voor meer .

En ik bakte een eendenpaté. Het kostte me moeite en tijd, ik ga je er morgen over schijven. Zoals ook Ellen je morgen schrijft over haar gedoe van de laatste dagen…

Borlottibonensoep met spelt

soep van borlottibonen en spelt
Soms eten we een tijd bijna dagelijks pasta, dan herontdekken we de aardappel, soms eten we een paar keer per week vis, of raken we verslingerd aan ‘op lage temperaturen gegaard’. Ik denk dat dat heel herkenbaar is voor onze lezers, ook onze dagelijkse kost is aan mode onderhevig. Denk aan de ‘vergeten groente’. Je kunt geen kookprogramma bekijken of er komt wel een ‘vergeten groente’ voorbij. Ook op Twitter kun je de laatste ‘eetmode’ volgen. De culi-twitteraars schrijven over brood bakken, cupcakes, foccassia, margaritaijs, worst maken, draadjesvlees en de laatste week zijn natuurlijk de asperges aan de beurt. Via Twitter kwam ik achter het bestaan van de Bruine Bonenbende. Voedingskundige Yneke Vocking, culinair historica Lizet Kruyff en culinair journalist Onno Kleyn namen het initiatief tot het oprichten van de Bruine Bonenbende. Met als missie het promoten van peulvruchten! De bonenbende heeft een eigen website met recepten, productinformatie en vooral, mooie verhalen over peulvruchten. Reden om weer eens in de bonenrecepten te duiken. Ik kocht in Luxemburg een voorraadje Borlottibonen*, met wat spelt uit het Luxemburgse Naturpark Obersauer een mooie basis voor deze maaltijdsoep.

soep van borlottibonen en spelt

  • Borlottibonensoep met spelt;
  • 160 gram spelt
  • 200 gram gedroogde borlottibonen (of 500 gram verse), knoflook, bleekselderij, salie, olijfolie
  • 4 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 flinke wortel, fijngesneden
  • 1 ui, 1 rode ui, fijngesneden
  • 1 kleine rode paprika, zaad verwijderen en heel fijn snijden
  • 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • een flinke theelepel harissa
  • wat rozemarijn, salie en peterselie om te garneren
  • olijfolie
  • zwarte peper en zout.

De spelt en de bonen wassen en 24 uur weken in koud water. Het water bij de bonen af en toe verversen.

Giet de bonen af en doe ze in een ruime pan samen met een paar tenen knoflook, een fijngehakte stengel bleekselderij en een bosje salie. Giet er koud water bij, ongeveer 2x het volume van de bonen. Zet de pan op het vuur en breng de bonen aan de kook. Schuim het water af en voeg dan een flinke scheut olijfolie toe. Doe de deksel op de pan en kook de bonen in ongeveer een uur gaar. Schep de bonen uit de pan en houd ze apart. Haal ook de knoflooktenen en de selderij eruit, die hebben hun werk gedaan. Bewaar het kookvocht.

Verwarm in een andere pan wat olijfolie en smoor daarin de groenten zachtjes gaar. Voeg de tomatenpuree erbij en roer alles goed om. Doe er dan het kookvocht van de bonen bij en 2/3 van de bonen. Laat de groenten even garen en pureer dan alles tot een gladde massa met de staafmixer.

Schep de spelt uit het weekwater en voeg ze bij de soep. Laat de soep op een laag vuur 30 minuten koken tot ook de spelt gaar is.  Als de spelt gaar is zijn de korrels ongeveer tweemaal zo groot als een korrel risottorijst.

Voeg dan de rest van de bonen toe en breng de soep verder op smaak met peper en zout. Schep de soep in de borden en giet er een sliertje van de beste olijfolie over. Strooi er nog wat vers gehakte platte peterselie, salie en rozemarijn over en geef er stokbrood bij met gezouten boter.Wij zijn voorlopig ‘In de bonen!’

Kopje espresso toe!

* Borlottibonen zijn hier in Nederland ook wel te koop, maar in onze omgeving moet ik er echt naar zoeken of ze via internet bestellen (duur!) In Luxemburg liggen ze zo in het schap.

© ellen.

Grapjuhhhh…

Ik was al een paar keer aan het bord voorbij gesjokt. Ik herinner me dat ik dacht:Vijf euro voor een kilo verse Ardenner forel is wel érg goedkoop. Kan dat wel iets zijn? Kun je voor dat geld de kwaliteit krijgen die ze daar nomaal gesproken leveren?

Toen ik het bord voor de derde keer passeerde las ik iets meer dan alleen de prijs. En ineens viel het kwartje. Hier werd een grap gemaakt. Niet dat het niet klopte met die prijs, want die klopte wel. Maar de naam die de reclamecampagne mee had gekregen verborg een dubbele bodem.

Poisson d’avril betekent in Frankrijk zoveel als aprilgrap. In de Walen overigens ook. Op 1 april loop je de kans om ongemerkt op je rug een visje opgespeld te krijgen, al dan niet voorzien van een grappige tekst. In Vlaanderen heet het aprilvis.

Gutteguttegutte, wat was ik trots dat ik dat van die woordgrap had ontdekt, ik bloosde ervan. Vis-van-de-maand en aprilgrap in-een. Mijn Frans ging er duidelijk op vooruit…

Ach, ik weet het wel, elk kind daar uit de buurt had het me meteen kunnen vertellen, en de meest zullen waarschijnlijk achteloos aan de grap voorbij zijn gelopen. Reclame bedient zich bijna altijd van woordgrappen, en vaak beter

Maar ik vond het leuk. Dus vroeg ik Ellen beleefd of ze een plaatje voor me wilde schieten. Met mijn telelefoontje. Het klinkt wat lullig, maar ik kan dat niet zelf.

Het aanbod van de goedkope forel liep gisteren af. En de maand april is alweer voor de helft geschiedenis. Het cliché de tijd gaat snel is steeds vaker op mij van toepassing. Ik wordt oud…

Ovenschotel met courgettes (courgettessoufflé?!)…

Vorige week vond ik een kookboek van Berthe Meijer terug: De Avontuurlijke keuken, voor het eerst uitgegeven in 1988. Het was in Luxemburg beland tussen de andere lec- en literatuur in ons boekenschap. Ik had het boek in tijden niet ingekeken en pas nu viel me op hoeveel bruikbare en smakelijke groentengerechten Mevrouw Meijer beschreven had. We hebben het boek mee terug genomen naar huis en afgelopen week ben ik ermee aan de slag gegaan. Ik koos een gerecht met courgettes. Zoals altijd paste ik het recept een beetje aan aan onze smaak. 

  • Olijfolie,
  • 1 kleine gesnipperde ui,
  • 2 tenen knoflook, fijngehakt,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • scheutje witte wijn,
  • 300 gram courgettes,
  • 25 gram boter,
  • 3 eieren
  • scheut room,
  • 25 gram parmazaanse kaas,
  • verse fijngehakte peterselie.

Laat op een matig vuur de uiensnippers en knoflook glazig worden. Voeg de tomatenblokjes toe en een scheutje wijn. Peper en zout erbij. Laat het geheel op een rustig vuurtje inkoken tot een mooie, niet al te dikke tomatensaus.

Snijdt de courgettes in dunne plakjes en bak die in de boter voor een goede tien minuten. Je dient de plakjes voortdurend om te scheppen om verbranden te voorkomen.

Klop de eieren los met de room en spatel de kaas erdoor, peper en zout en de peterselie.

Vet een ovenschaal in en stort op de bodem de tomatensaus. Hierop komen de schijfjes courgettes. Giet er vervolgens de eierstruif over en plaats de schotel in een op 200 graden voorverwarmde oven. Het gerecht is klaar wanneer de eieren zijn gestold, dat is na ongeveer 13 minuten. Ietsje langer in de oven geeft een mooie goudbruine kleur…

Het is de bedoeling dat je het gerecht warm opdient, maar het restant smaakte me later die dag koud ook prima. Hoewel het geen echte soufflé was  kreeg het er toch wat van weg. Luchtig! Als voorgerecht voldoet het voor vier personen, als hoofdgerecht voor twee.

We aten er gekookte aardappeltjes bij, en Ellen een biefstuk. Kaas en espresso toe.

Een geitenbokje met artisjokken… eerste paasdag in Luxemburg

geit
In Luxemburg was de internet/wifi verbinding zo slecht dat mij alle lust ontbrak om een artikel te schrijven. Het opladen van een enkele foto duurde zo lang dat ons gezelschap al enigszins beschonken uit het café terugkwam, voordat ik ook maar één foto op “mijn flickr” had kunnen zetten.

Toch wil ik nog wel even vertellen over het eten, en vooral over het halve geitenbokje dat we aten. Ik zag ze vrijdag vóór Pasen al in de supermarché liggen; grote dozen met een “Demi Chevreau, avec abats, nourri au lait, né et élevé en France; wat wil een mens nog meer voor een mooi paasdiner? Bosje verse artisjokken erbij, en een bundeltje verse knoflook… En dat was allemaal gewoon te koop in de supermarché. (Ik moest natuurlijk wel even eerst overleggen met de rest van ons gezelschap en stelde aankoop maar even uit.)

Ik zoek hier al tijden naar een leverancier van geitenvlees. Geiten genoeg in onze landelijke omgeving, geitenvlees is echter moeilijk te vinden. Vreemd, want voor de melkgeitenhouderij moeten toch steeds nieuwe geiten gefokt worden. De bokjes die dan ook geboren worden, (je hebt het nu eenmaal niet voor het uitkiezen of het geitjes of bokjes worden), zijn alleen geschikt om in de pan te belanden. Waar blijven die bokjes toch in Nederland? Goed, in Frankrijk en Luxemburg belanden ze in de supermarkt en vervolgens in de pan.

Zaterdag snel met het hele gezelschap terug naar de Cactus-Super, gelukkig lagen er nog dozen met de begeerde bokjes, én er lagen verse artisjokken én verse knoflook genoeg. Wijze raad over de bereiding kreeg ik van chefkok Marchel van Restaurant  “Beim Docter”, in Leudelange. Marcel komt na werktijd zo wel eens met zijn vrouw Lilly even een laatste glas drinken in het café op de camping.  “Zo’n jong geitenbokje moet je langzaam, heel zachtjes aanbraden, niet teveel kruiden, houdt het heel subtiel… Artisjokes erbij, prima, of jonge erwtjes of boontjes, vergelijk het met zuiglam…”

  • een half zeer jong bokje in delen gesneden; boutje, schouder en wat ribbetjes
  • grote pan waar de delen goed in passen
  • boter om in te braden
  • peper en zout
  • bosje verse artisjokken,   schoongemaakt en in vieren gesneden zie hier
  • scheutje witte wijn
  • bolletje verse knoflook, teentjes losgemaakt

Het vlees inwrijven met peper en wat zeezout en dan, zoals gezegd, langzaam in de boter licht bruin braden samen met de teentjes knoflook. De wijn en eventueel wat bouillon toevoegen en zo een krap uurtje laten garen. Dan de artisjokkenpartjes erbij doen en verder stoven tot ook de artisjokken gaar zijn. Het vlees uit de pan nemen en even laten rusten onder folie.

Intussen zou ik dan een foto kunnen maken, maar… altijd hectisch in het piepkleine keukentje op zo’n moment… en dan vergeet ik gewoon…

Gelukkig was er Neel van Eupotours. Paul schreef al over de foto’s en het dinertje met de zalm á la Goya. De foto die Neel van het geitenbokje maakte is nog helemaal in de sfeer van de Oude Meesters. Het stilleven lijkt zelfs nog een kleine honderd jaar ouder dan de “Zalmen van Goya”.

We aten er aardappeltjes bij met peterselie. Kaasjes en daarna Caramelpudding toe. En tenslotte natuurlijk espresso en nog wat drankjes en gezang in het café.

© ellen.