Lenticchia di Castelluccio di Norcia noemt het zich volledig. Het is een hele mond vol, maar dan heb je ook wat…
Qua productie komen Frankrijk en Italië niet eens voor in de top-tien van Linzen-Producerende-Landen, het zijn slechts heel kleine spelers op de wereldmarkt. Wél komen juist uit die twee landen de lekkerste linzen ooit, zou je de gerenommeerde culi-kenners mogen geloven. [En geloof ze maar gerust lezer, het Ministerie stelde het met eigen smaakpapillen vast (voor wat het waard is…)].
Die van Puy in Frankrijk zijn groen van kleur, die uit het Italiaanse Castelluccio noem je eerder bont. Allebei blijven ze heel bij het koken, allebei hebben ze onmiskenbaar veel smaak.
Waren we in Frankrijk (hetwelk in andere tijden nogal eens gebeurde) dan stonden die Puylinzen altijd wel op het boodschappenlijstje. Met die Italiaanse linzen lag het gecompliceerder, we zagen die eigenlijk nooit.
Nu wil de gelukkige omstandigheid dat Ans en Vriend Jan hun geplande Eurazië-reis door voor de hand liggende reden fors hadden bijgesteld; vier weken Italië zou dit jaar ook voldoen. Ze trokken door het noorden en het midden, met als belangrijkste doel de regio’s Umbrië en Toscane. En vooraf was er de afspraak dat ze enige emissies in de keuken van het Ministerie zouden aanvullen met lokaal gedoe (lees: linzen uit Castelluccia).
Enfin, vandeweek kwamen Ans en Vriend Jan dan terug van hun Zuid Europa-expeditie. Ze hadden een voortreffelijke tijd beleefd met lummelen, lezen, snuiven aan cultuur en genieten van exquise gastronomie. (Stik jaloers werd ik bij het zien van de foto’s van omelet met truffel, in wijn gesmoord eekhoorntjesbrood en dartelende zoetwatervis in schuimende boter). Ans en Vriend Jan leverden de bestelde waar af hier aan huis, maar ook nog veel meer. (Hullie kunnen soms moeilijk maat houden, je zult er nog over horen…)
Enfin, intussen zaten we, behalve met al dat extra culinair genot, ook met een flinke voorraad Castelluccilinzen uit Norcia. Tijd om een recept te zoeken, want je snapt wel lezer dat die lekkernij niet bestemd was om ten eeuwigen dage als sieraad ons keukenschap te sieren.
Na wat gerommel en gezoek in onze kookbibliotheek kwam ik uiteindelijk bij Antonio Carluccio uit. Ik kom overigens vaak bij Carluccio uit wanneer ik op zoek ben naar Italiaanse recepten. De Oude Meester toonde me de weg naar een Umbrische linzenstoofschotel. Een tamelijk eenvoudige schotel was het, maar dan wel een met de belofte van veel smaak en authenticiteit. Enfin, ik paste het recept wat aan aan onze behoefte van tweepersoonshuishouden en begon er dan maar aan. Het ging zo:
- 125 gram linzen (gedroogd),
- 30 gram zongedroogde tomaten, in reepjes gesneden,
- 4 eetlepels olijfolie,
- 2 tenen knoflook, middelgrof gehakt,
- 2 stengels bleekselder, fijngehakt,
- 2 dl kippenbouillon,
- 1 laurierblad,
- 2 takjes tijm,
- peper en zout uit de molen.
Bak in een stoofpan de knoflook en de gedroogde tomaten. Gebruik een niet te hoog vuur. Wanneer de knoflook glazig wordt en begint te geuren gaan de linzen, de bleekselder, de kippenbouillon, het laurierblad en de tijm erbij. Doe de deksel op de pan en laat het geheel gaar stoven. Afkruiden met peper en zout uit de molen. Zo simpel is het …
- Opmerkingen:
- In tegenstelling tot bonen hoeven linzen vooraf niet geweekt te worden.
- De meeste recepten geven een kooktijd van 20 à 30 minuten. Die kooktijd hangt echter volkomen af van ouderdom van de linzen. Oudere linzen blijven hun goede smaak gewoon behouden, ze dienen alleen wat langer te garen. Het is een kwestie van blijven proeven of de erwtjes gaar zijn. (Mijn kooktijd beliep 40 minuten…)
- In mijn geval moest ik wat vocht (water) toevoegen om te voorkomen dat de linzen droog kookten. Maar het kan ook gebeuren dat je gerecht te nat blijft. Dan is het zaak om tegen het eind van de kooktijd de deksel van de pan te halen en het gerecht op hoog vuur even te laten doorkoken zodat overtollig vocht verdampt.
De kopfoto laat mooie kleine worstjes zien, ze completeren het gerecht. Het zijn worstjes zoals je ze aan kunt treffen bij de lokale meesterslagers in Norcia. Ik maakte ze echter zelf, ik leerde de truc van Antonio Carluccio. Doodsimpel, maar stervenslekker. Daarover een volgende keer…
© paul
Ps; de hartverwarmende reacties op het vorige artikeltje worden zéér op prijs gesteld, reken maar van yes….