Het is een rare gewaarwording om op 4 en 5 mei in Nederland te zijn. En ook Koningsdag (in uitgeklede vorm weliswaar, maar toch…) thuis mee te maken is ons tamelijk vreemd. Onder meer normale omstandigheden vieren wij de Dag van de Arbeid. In Luxemburg wel te verstaan, maar het zou ook ergens anders kunnen zijn…
Want heel Europa viert op 1 mei de Dag van de Arbeid. En in de meeste gevallen is er een korte vakantie om die datum heen gepland. In heel Europa dus, behalve bij hullie van Brexit en bij ons in Kikkerland. Enfin, wij vieren de Dag van de Arbeid dus wel, en we doen dat al heel lang. Voorheen (min of meer illegaal) in Nederland, en sinds vijfentwintig jaar elders. En we plakken er altijd wat extra dagen buitenland aan vast.
Niet dat we geen respect hebben voor Dodenherdenking en Bevrijding, het tegendeel is waar. Maar je maakt een keuze en je kunt niet overal tegelijk zijn…
Dit jaar dus waren we thuis, noodgedwongen. We waren even niet welkom in België, en ook niet in Luxemburg. Om nou niet helemaal dwars te liggen hebben we 1 mei dan verder maar gelaten voor wat het was: een uitgesteld feest…
Op sober gepaste wijze vierden we dan Dodenherdenking en Bevrijdingsdag thuis. We overdachten samen de ellende van oorlogen, we stonden stil bij familie, vrienden en kennissen die al het leed ondergingen (wij kennen er nog een paar). We bedachten een ode aan de vrijheid en memoreerden onze zegeningen. En we ontvingen op 5 mei sinds lange tijd weer bezoek (op gepaste afstand). En zo werd het dus een écht feestje…
We beluisterden 4 mei de toespraak van de Koning en we waren onder de indruk. Ondanks mijn republikeinse inborst ben ik de man oprecht dankbaar dat hij ook onze gevoelens en ideeën op overtuigende wijze vertolkte. Iets verder op de avond blies Jan Geerts Amazing Grace op zijn doedelzak, vanaf de Brandweertoren, hoog boven ons dorp. Kregen we ook nog een filmpje ingestuurd van Skukhorzel ( je weet wel) die op zijn bugeltje Taptoe blies. Indrukwekkend (ik houd het nooit droog wanneer ik een doedelzak hoor, en gedragen trompetmuziek vreet zich ook onoverkomelijk in in mijn sentimenteel gemoed…). Enfin…
Op Bevrijdingsdag ontvingen we Jop en zijn moeder (op gepaste afstand). Jop had een lunch samengesteld bestaande uit Mexicaanse deegkussentjes gevuld met pittige kip en frikandellenbroodjes. (Bijna) helemaal zelf gekocht bij Lidl. We waren ontzettend blij met zijn bezoek en een en ander was wederzijds. Wel had hij de nodige aanmerkingen op de presentatie van zijn meegebrachte versnaperingen. Want hoewel ik ze mooi krokant had afgebakken in de oven vond Meneertje Snotneus (vijf turven hoog, vijf jaren jong) dat ze te donker waren. Hij noemde ze verwijtend zwart, terwijl ze in werkelijkheid mooi kastanjebruin oogden. (Opa, da’s niet goed hoor, je kunt toch beter… Ja jongen… Zucht, zucht…) Enfin, welkom terug na de lock down, we hebben je gemist, écht waar (moeilijk om niet te knuffelen zoals we gewend zijn)…
In de middag kregen we bezoek van Ans en Vriend Jan, de enige mensen waarmee we de afgelopen weken nog live contant onderhielden (op gepaste afstand). De Maitrank (Meiwijn) die al lag te koelen sinds 1 mei kon dan eindelijk aangesproken worden. Schijfje bevroren sinaasappel erbij, een hartelijke toost (op gepaste afstand) en heerlijk slap geroddel aan de keukentafel.
(Roddel: Vriend Jan heeft een nieuwe hobby, hij is verslingerd geraakt aan patisserie bakken. Zijn perentaart, aardbeientaart, kleine taartjes, het belooft allemaal wat voor de toekomst. Intussen studeert hij naarstig bij Bakker Holtkamp, bij de Gebroeders Roux, kortom, hij leest alles wat hij te pakken kan krijgen aangaande zijn nieuwe passie… Hij oriënteert zich zorgvuldig op het terrein van keukengereedschap en schaft het nodige aan. Ellen wrijft hem zachtjes in dat vrouwen op zoek gaan naar meel wanneer ze besluiten te gaan bakken, mannen schaffen apparatuur aan. Ik zeg: Geeft niks Vriend Jan, mij verwijt ze ook dat soort gedrag, en soms terecht. Maar het blijft toch noodzaak om beslagen ten ijs te komen, en zonder fatsoenlijke spulletjes wordt het nooit wat! )
Neel komt even later langs met een partij tomatenplantjes, zelf opgetrokken uit zaad. Ze is met de auto dus drinkt ze een kopje thee (op gepaste afstand), maar neemt overtuigend deel aan de roddel. De afgelopen weken vliegen gecomprimeerd over de keukentafel, we hebben nog veel in te halen…
Ik blijf maar herhalen dat we op gepaste afstand communiceren met wie er in onze buurt komt. Dat heeft deels te maken met mijn volgzame aard, met mijn burgerlijke gehoorzaamheid, met mijn logisch inzicht. Maar er is meer…
We hadden min of meer afgesproken dat we het er niet over zouden hebben op sociale media, maar de actualiteit achterhaalde ons. Enfin, het zij zo.
Ellen kreeg vorige week een ICD pacemaker geplaatst. We zijn daar onwaarschijnlijk content mee want dat ding biedt rust, zekerheid en vertrouwen. De operatie en haar algemene conditie maken Ellen in deze coronatijden echter extra kwetsbaar. Vandaar dat wij de nodige voorzorgen in acht nemen. Afstand is daarbij belangrijk….
Intussen een dag later: Ellen leest voor de vijfde keer (?) De Buddenbrooks van Thomas Mann. Ellen leest en herleest álles van Thomas Mann; ze is een verslaafde fan. Buiten dat las ze de afgelopen weken onwaarschijnlijk veel, grotendeel in het Duits, zij wel… Ik ben strontjaloers…
Ik klungel een beetje tussen lectuur, literatuur, film en documentaire. Ik pluk de foute grassen uit de bloembedden, verwijder de bladrollers uit de rozen en poog de valeriaan op te binden. Ik vertaal intussen een stripverhaal vanuit de Franse taal in acceptabel Nederlands: Notre Maire la Guerre. Het is een volkomen overbodige exercitie want de 250 pagina’s beeldverhaal zijn al jaren geleden verschenen in de taal van de Lage Landen. Enfin, het doet me goed…
© paul