Bearnaisesaus

Entrecote met bearnaisersaus...

Er zijn van die dingen die je altijd nog eens zou willen maar om de één of andere reden komt het er maar niet van. Zo ben ik gek op bearnaisesaus maar ik had deze saus nog nooit zelf gemaakt. Bij onze zuiderburen is een flinke biefstuk of entrecôte met bearnaise een echt ‘zondags’ gerecht. In veel restaurants staat de steak bearnaise op de kaart en meestal is die saus dan ook zelfgemaakt. Natuurlijk kan je de saus in potjes kopen maar dat lijkt er niet echt op. Zelf maken dus en al lijkt het ingewikkeld, het valt allemaal best mee. Je begint met het maken van de zogenaamde gastrique, een mengsel van wijn, azijn en kruiden. In Belgie was\ is de gastrique zelfs gewoon in flesjes te koop. Ik herinner me flesjes met een prachtig ouderwets etiket. Maar zelf maken is niet moeilijk en wat je over hebt kun je in de koelkast of vriezer bewaren.

  • gastrique:
  • 300 ml droge witte wijn
  • 150 ml natuurazijn of dragonazijn
  • een flinke bos verse dragon
  • 2 sjalotten, fijngesneden
  • 10 zwarte peperkorrels, geplet

Doe alle ingrediënten in een pan en laat dit tot de helft inkoken. Zeef het mengsel en bewaar het in een fles.

Bearnaisesaus...
  • Voor de bearnaisesaus:
  • 4 eidooiers
  • 3 á 4 eetlepels gastrique
  • snuifje zout
  • lepeltje water
  • 250 gram geklaarde, gezouten boter
  • 2 eetlepels verse dragon, fijngehakt
  • 1 eetlepel verse kervel, fijngehakt
  • wat citroensap, eventueel nog wat gastrique

Neem een sauspan en klop daarin de eidooiers los met de gastrique een snuifje zout en een beetje water. Klop op een laag vuur tot je een schuimige massa hebt zodat het ei langzaam gaart zonder dat het klontert. Haal de pan van het vuur en voeg er met kleine beetjes de geklaarde boter bij terwijl je blijft kloppen. Als alle boter opgenomen is roer je de kervel en de dragon door de saus. Breng verder op smaak met wat citroensap of wat gastrique. Serveer de saus lauwwarm.

Een waarlijk hemelse saus, alsof er een engeltje over je tong piest… Met een heel pakje boter, jawel Boter!

Kopje espresso toe!

© ellen.

Spaghetti carbonara…

Spaghetti carbonara...

Pasta carbonara, ach wie kent het niet. Het lijkt zo gewoontjes dat je vergeet om erover te schrijven, hoewel het gerecht vaak op je bord licht te pronken. In een verder verleden vertelde Ellen er al een paar keer over, de laatste keer was evenwel alweer acht jaar geleden. Ik moest daar maar eens iets aan doen…

Een uiterst eenvoudig gerecht is het. Je hebt er spaghetti of linguine voor nodig, maar andere pastavormen komen ook in aanmerking. De saus wordt bereid met harde kaas (pecorine, parmazaan), met panchetta (of bacon, of dobbelsteentjes spek) en een ei… En altijd afkruiden met peper uit de molen, dat moet! Het gerecht komt overigens uit de omgeving van Rome, zoveel is duidelijk…

Over de oorsprong van het gerecht doen allerhande romantische verhalen de ronde. Carbonara zou verwijzen naar de Carbonari, de kolenbranders uit de negentiende eeuw en hun eenvoudig in het bos te bereiden lunchmaaltijd. Maar ook mag men graag vertellen over het geheime genootschap ten tijde van Vader des Vaderlands Garibaldi, ook genaamd Carbonari. Die gasten streden zij aan zij met de Grote Leider met als doel Italië tot één natiestaat te smeden, en dat is ze gelukt. Oh ja, en dan is er ook nog een dialect woord, veelal gebezigd in Rome en ommelanden: Carbonada, Het betekent simpelweg: Spek...

Enfin, het mag zo zijn, maar bijzonder blijft wel dat een geschreven bericht over pasta carbonara geheel ontbreekt in de uitgebreide Italiaanse kooklectuur van vóór de Tweede Wereldoorlog. Er komen wel gerechten voor die erg lijken ( spaghetti alla griciapasta cacio e uova), maar van carbonara is nergens sprake. Ook niet in Ada Boni’s standaardwerk over de keuken van Rome: La Cucina Romana uit 1930.

Pas in 1950 bericht de Italiaanse krant La Stampa van Pasta Carbonara. Een en ander wordt in verband gebracht met de Amerikaanse GI’s, die vanaf 1944 in Rome verbleven. Zij voorzagen de (min of meer) hongerende bevolking van bacon en eieren (of eierstruif, instanteieren, eierconcentraat). En zij lieten Romeinse huismoeders voor zich koken…

Hoe dan ook: een eenvoudig gerecht, al dan niet historisch verantwoord, maar snel klaar en overheerlijk. Ik maakte de iets uitgebreidere versie voor twee personen:

  • 1 sjalot, gesnipperd,
  • 1 teen knoflook, fijn gehakt,
  • 60 gram pancetta in blokjes (of bacon, of ontbijtspek),
  • 50 gram vers geraspte Parmazaanse kaas,
  • 2 eierdooiers,
  • 160 gram droge spaghetti,
  • olijfolie (boter mag ook),
  • zout,
  • peper uit de molen.

Verhit de olie in een stevige pan en bak daarin zachtjes de pancetta uit. Vervolgens gaat de sjalot en de knoflook erbij. Laat alles glazig worden op een laag vuurtje. Kook intussen de pasta in ruim, gezouten water. Doe de geraspte kaas in een kommetje en voeg enkel eetlepels van het spaghettikookvocht toe. Meng tot een papje. Giet de spaghetti af en stort die bij de ui en pancetta. Ben niet te zuinig met peper uit de molen. Werk er dan snel het kaaspapje door en dien op. Geef de rauwe eierdooier bij het gerecht en werk die op je bord door de pasta. Een snippertje vers gehakte peterselie kan geen kwaad. Klaar…

  • Opmerking:
  • In veel recepten worden de eierdooiers (en soms de hele eieren) vooraf in de pan door de pasta gewerkt.

© paul

 

Fijne Paasdagen…

fiGekleurde eieren met plantenmotief, Pasen 2017...

Met de traditionele Paasbrunch wordt het niks dit jaar. Dat is spijtig, heel spijtig, maar het is niet anders. Ik vervul namelijk plichten jegens mijn broodheer, en die plichten vervul ik ‘s nachts. Ergo: ik moet overdag slapen. En kon ik in vroeger dagen mijn nachtdiensttaken moeiteloos combineren met een copieuze maaltijd en een bescheiden drinkgelag met familie en vrienden, nu is dat ondenkbaar. Ik ben er te oud voor geworden, het put me uit. Enfin, het schrijden der jaren eist zijn tol. (Maar wees gerust familie en vrienden, er komen nog andere jaren zonder nachtdienst!)

Dit jaar richtte Ellen een bescheiden ontbijt aan. Ik had daar in het geheel niet op gerekend, maar toen ik thuiskwam van mijn werk zat Ellen al in vol ornaat aan de gedekte dis. Er was gerookte zalm, fijn rundvlees en er waren uitgelezen kazen. Bussenbrood met sesam, matses en vijgenbrood erbij, goei boter en dille- en dragonsauzen. Frisse salades ook met tomaten en komkommer. Ach, te veel, veel te veel…

En dan natuurlijk die eieren. Ellen had ze in de voorgaande nacht nog even geschilderd en gedecoreerd naar beproefd traditioneel recept. Ze kreeg het recept van Meneer Fisch, onze stokoude Luxemburgse drankstoker. Toen hij Ellen het geheim van de paasdecoraties verklapte kreeg hij blosjes op z’n bejaarde wangen: Man macht das mit Damenunterwäsche…

Wil je weten hoe het gaat, klik dan even naar onderstaande link. Het is beslist geen geheim, het is simpel te doen en het levert op. Gebruik wel een goede kwaliteit verf en ragfijne kousen…

Enfin lezer, ik heb intussen een paar glazen champagne gedronken (ook traditie) en het wordt zo zoetjes aan tijd om mijn bed op te zoeken. Ellen wil de rest van de dag lezen: John Irving, Herman Koch en nog een en ander. (Ellen leest razend snel…)

Namens het voltallige personeel van het Ministerie: Fijne Paasdagen

© paul

Pasen, een ei hoort erbij…

fried egg, gefrituurd eiAls je niet alleen maar van die saaie hardgekookte eieren wilt eten staan er in de categorie eieren vast wel een aantal bruikbare ideeën om de Paastafel op te vrolijken. Neem bijvoorbeeld deze gefrituurde eieren, heel smakelijk en echt eens iets anders.  De eieren in rode wijnsaus beschreef ik deze week al, maar ook een klassiek gepocheerd ei met gerookte zalm is heerlijk bij de Paasbrunch. Of, voor wie chagrijnig van de meubelboulevard thuiskomt, een lekkere kom pittige knoflooksoep met een ei, daar wordt je weer helemaal vrolijk van. En wil je de eieren eens heel origineel verven dan is dit misschien een leuke tip.

      • Gefrituurde eieren
      • 1 ei per persoon
      • room
      • bloem
      • 1 losgeklopt ei gekruid met peper, zout en wat nootmuskaat
      • paneermeel
      • een frituurpan met olie.

Kook de eieren 3 minuten, ze moeten nog zacht zijn. Laat ze even schrikken en pel ze heel voorzichtig. Wentel ze eerst door de room,  dan door de bloem,  vervolgens door het losgeklopte ei en tenslotte door het paneermeel. Bak ze dan meteen in de hete olie tot ze rondom bruin zijn.  5 april 2007 015

Laat het ei even op keukenpapier uitlekken en serveer het ei dan op een salade. Snijd vlák voor het opdienen het ei door zodat de nog vloeibare binnenkant mooi te zien is.

En toe, een kopje espresso met een paaseitje!

© ellen.

Taarten met Lemmoncurd…

lemmoncurd pie
Je kunt de lemmoncurd die ik deze week maakte op allerlei manieren verwerken; als tussenlaag in cake of ander gebak, als smeersel op eigengebakken krentenbrood, vulling voor soezen, noem maar op. Ik gebruikte een deel van de lemmoncurd om er een taartje mee te vullen en ook dat kan weer op verschillende manieren; in de oven even bakken zodat je een knapperig korstje krijgt, of de lemmoncurd gewoon op het gebak strijken en zo serveren. Ik kon niet kiezen zondag en maakte van beide varianten wat.

Ik gebruikte voor de bodem fonceerdeeg á la Bakker Holtkamp. Ik maak dat meestal in een dubbele hoeveelheid en vries dan de helft in. Mits je het zorgvuldig in plastic verpakt blijft het deeg dan wel een paar weken goed. Handig voor de volgende taart, dan hoef je alleen het deeg uit de vriezer te halen en te laten ontdooien! Ik gebruikte de helft van het deeg voor twee kleine gebakjes met een doorsnee van 10 cm en één taartbodem met een doorsnee van 22 cm. De rest van het deeg ligt in de diepvries te wachten tot de volgende keer.

  • Voor het deeg:
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 250 witte basterdsuiker
  • een snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 500 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder

Meng de boter, de basterdsuiker, het zout, het ei en het water. Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor tot je een mooi egaal deeg hebt. Laat het deeg verpakt in plasticfolie een paar uur rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

lemmoncurd pie

De grote taart maak je als volgt: vet een vlaaibodem doorsnee 22 cm in.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 3mm. Vet de vorm in en bekleed de bodem en de rand met het deeg. Leg een cirkel vetvrij papier op de deegbodem en leg er een noodvulling op. Ik gebruik hiervoor gedroogde boontjes. Je kunt de boontjes meerdere keren gebruiken. In de groothandel zijn ook echte ‘blindbak paletten’ te koop maar met boontjes gaat het prima. Bak de bodem 20 minuten. Haal de bodem uit de oven en verwijder de noodvulling en het bakpapier. Laat even uitwasemen bij kamertemperatuur. Draai de oventemperatuur terug tot 180 graden. Smeer een dikke laag lemmoncurd op de bodem van de taart en strooi er lichtjes wat poedersuiker over. Zet de taart dan nog 20 minuten in de oven tot de lemmoncurd een mooi lichtbruin korstje heeft.

De kleine taartjes maak je zo;

Vet kleine vormpjes goed in en bekleed ze met het uitgerolde deeg. Leg bakpapier op het deeg en wat boontjes of iets anders ter verzwaring. Bak de taartjes 25 minuten op 180 graden. Laat ze afkoelen en vul ze dan met de lemmoncurd.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

 

Lemmoncurd

 

lemmoncurd
Ik hang alweer een paar dagen met een pijnlijke voet op de bank en nu het wat beter gaat wilde ik vandaag eindelijk weer eens naar buiten gaan. Maar helaas, het regent en waait het alsof het herfst is. Niet erg aantrekkelijk voor een wandelingetje. Wat dan te doen op een druilerige zondagmiddag; juist, taart bakken! Maar eerst de vulling. Er waren nog veel biologische citroenen in huis, dus lemmoncurd leek me een goed idee.

Gebruik voor deze lemmoncurd onbehandelde citroenen, liefst biologische citroenen.

Om zoveel mogelijk van de etherische olie uit de schil te halen moet je de citroen raspen met een suikerklontje! Wrijft met een suikerklontje over de schil van een citroen. Boen zo de hele schil af. De citroenolie lost het klontje op.
Rasp boven de kom en gebruik zowel de suiker als de citroenolie.

Lemon curd;
2 grote citroenen
240 gram suiker én een stuk of vijf suikerklontjes om de schil van de citroen te bewerken
4 grote eieren
125 gram boter

Doe de suiker in een kom, pers de citroenen uit en voeg het sap erbij. Rasp de schil van de citroenen met de klontjes suiker boven de kom. Als één klontje op is neem je een nieuw. Ga zo door tot je zoveel mogelijk citroenolie uit de schil geraspt hebt.
Roer alles goed om.
Als alle suiker opgelost is mogen de eieren er één voor één bij.
Zet de kom au bain Marie, roer met een garde of met de mixer op de laagste stand.
Voeg de boter toe als de massa wat warm wordt en blijf roeren tot alle ingrediënten een mooi mengsel vormen dat eruit ziet als dikke honing.
Haal de kom dan van het vuur en blijf roeren tot de curd is afgekoeld.
Schep de curd in een glazen pot. Je kunt deze lemmoncurd in de koelkast zeker 2 weken bewaren.

© ellen.

 

Eier-botersaus met kappers…

Dorade uit de oven met boter-eiersaus...
In een vorig artikel beloofde ik terug te komen op die eier-botersaus. Bij deze….

Het is een eenvoudige, maar breed inzetbare saus. Calorierijk, maar je hoeft hem ten slotte niet lepelsgewijs te consumeren. Je zag deze saus ook al voorbijkomen bij de viskroketjes van Ellen.

  • 5 eetlepels boter,
  • 2 hard gekookte eieren,
  • sap van een halve citroen,
  • handvol vers gehakte peterselie,
  • 1 eetlepel kappertjes,
  • 1 theelepel mosterd met zaadjes,
  • peper en zout.

Smelt de boter in een sauspan. De boter mag een heel klein beetje aanbruinen, maar laat het niet te hard gaan. Na een paar minuten kunnen de andere ingrediënten door de boter worden geroerd. Laat de saus een momentje opbruisen en dien dan heet op.

Wij gebruikten de saus bij gegrilde dorade en de radijsjes uit de oven. Maar hij voldoet uitstekend bij een hele hoop andere zaken: asperges, kroketten, aardappelen, gegrild varkensvlees, biefstuk, enfin…

Met het zuur in de saus (de kappers en het citroensap) kun je vrijelijk spelen, geheel afhankelijk naar je smaak. Saus overhouden is geen probleem, hij kan eventjes in de koelkast worden bewaard. Opnieuw opgewarmd voldoet hij dan weer prima bij je volgende maaltijd.

© paul

 

Taartje van filodeeg met verse zalm en spinazie.

IMG_1982 Zondag hadden we een feestje, een wat eigenaardig afscheidsfeestje… Vriend Jan, zijn zoon Bert, De Jongste Bediende en Paul besloten al even geleden dat ze zouden stoppen met roken. Ieder had zo zijn eigen reden en daar werd al een tijdje druk over gepraat tijdens de wekelijkse borrel bij Vriend Jan. “Per 1 januari is zo flauw”, Ik ga eerst met een pillenkuur beginnen”, “Ik moet eerst even op vakantie”...ze discussieerden, debatteerden en kwamen er maar niet uit…, maar… “We doen het samen!” Dat was iets! Ze besloten samen hun laatste sigaret te roken en elkaar dan daarna ook te steunen in de moeilijke strijd.  Zoiets moet natuurlijk tenminste wel een aardig samenzijn opleveren… Een waardig afscheid, onder het genot van een lekker glas bier of een borrel, dát wilden ze, met een laatste explosie van veel rook! Nou dat is in ieder geval gelukt! Zondagmiddag rond de klok van zessen verzamelde zich de Stoppers, gewapend met hun laatste sigaretten, sigaren en shag rond de tafel van Vriend Jan en Vriendin Ans. Er werd gedronken gelachen en vooral veel, héél veel gerookt. Vriend Jan offerde heel gul enige flessen uit zijn voorraad Westvleteren bier…

Zo tegen zevenen rookte de Jongste Bediende zijn laatste sigaret. Hij trok het verder niet meer. Hij wilde naar huis, doodmoe van een dag muziek maken en roken. De rest rookte nog even door maar zo rond acht uur was het definitief; Vriend Jan, Zoon Bert, De Jongste Bediende en Paul hadden er genoeg van; zij roken niet meer!
foto 1
De asbakken waren overvol, de lucht was te snijden, maar het was een gezellig afscheidsfeestje. Laten we hopen dat het ze samen gaat lukken! Steunbetuigingen zijn van harte welkom!

Natuurlijk hoort er bij een feestje ook een lekker hapje. Vriend Jan en Vriendin Ans zorgden voor een heerlijke pan gezonde groentensoep met knapperig stokbrood en ik had twee hartige taartjes gebakken met zalm en spinazie. Altijd goed zo’n taartje; snel klaar, niet moeilijk en succes verzekerd!

Ik bakte twee van deze taartjes voor ons gezelschap. Voor twee vlaaibodems doorsnee 24 centimeter heb je nodig: *)

  • 400 ml room
  • 4 eieren
  • zwarte peper en wat zout
  • 400 gram verse zalm in kleine stukjes of reepjes gesneden
  • 400 gram verse spinazie, even geblancheerd in gezouten kokend water en daarna goed laten uitlekken en fijn hakken
  • peper en zout
  • 10 vellen diepvries filodeeg, ontdooid (héél voorzichtig uitvouwen!)
  • 1 flinke klont boter, gesmolten
  • gedroogd broodkruim
  • twee bakvormen 24 cm doorsnee, ingevet met boter

 

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Meng de room, eieren, spinazie met wat zout en zwarte peper goed door elkaar. Bekleed de vorm met vellen filodeeg. Leg de vellen om en om en bestrijk ze steeds met de gesmolten boter. Strooi het broodkruim over het laatste vel filodeeg en giet daarop het room/ei/spinazie mengsel en schik de stukjes zalm ertussen.

Bak de taart in 35 tot 40 minuten mooi bruin en gaar. Het mengsel moet gaar en mooi goudbruin zijn. Zacht en zalvig; valt onder de categorie “Troosteten”!

We dronken geen espresso toe! We gingen naar huis en lieten vriend Jan én Vriendin Ans in de rookwolken achter.

*) je kunt deze hoeveelheden gerust halveren als je maar één taartje wilt bakken!

© ellen.

 

Tortillas española

tortilla simple

Bij zo’n tapas-maaltijd hoort natuurlijk een echte Spaanse aardappel omelet. Het is niet echt moeilijk om ze te maken, maar je moet wel geduld hebben. De aardappelen moeten heel zachtjes garen (niet bruin bakken); geduld, geduld, geduld dus. Een heel zacht vuurtje en een goeie koekenpan. Liefst een gietijzeren of plaatstalen, mooi glad en toch vaak gebruikt.

Als voorgerecht voor 4 personen, als tapas voor 8 personen. Ik bakte zaterdag twee tortilla’s.

  • Voor één tortilla:
  • 4 flinke aardappelen, geschild en in plakjes gesneden
  • 1 flinke ui, schoongemaakt en in dunne ringen gesneden
  • peper en zout; eventueel wat verse tuinkruiden
  • 4 grote eieren
  • olijfolie

Schil de aardappelen en snijd ze in fijne plakjes. Neem een goede gietijzeren koekenpan en schik daarin de aardappelschijfjes. Giet er zoveel olijfolie over dat de aardappelschijfjes helemaal onder de olie staan. Frituur de aardappelschijfjes héél langzaam tot ze goed gaar zijn, maar ze mogen niet bruin of knapperig worden. Een geduldwerkje dus. Frituur vlak voor de aardappels gaar zijn, de uienringen even zachtjes mee en strooi er wat zout over. Giet het geheel dan door een zeef. Vang de olie op in een kom en laat de aardappels  afkoelen. Klop intussen de eieren los met wat peper en zout en eventueel wat verse tuinkruiden. Schep de afgekoelde aardappelschijfjes erdoor en roer zachtjes om tot alles goed gemengd is.

Maak de pan goed schoon en giet er twee eetlepels van de opgevangen olijfolie in. Verhit de olie en giet er het ei/aardappelmengsel in. Bak de tortilla op een heel laag vuur; geduld, geduld… Dek de pan af zodra de bovenkant begint te stollen. Als de bovenkant helemaal is gestold wordt het tijd voor het spannendste gedeelte van de tortillabak; het omkeren! Nou ja, wees niet bang, gewoon doen! Zorg dat de tortilla overal los van de bodem is. Neem een deksel of een bord dat net iets groter is dan de koekenpan. Laat de tortilla vanuit de pan op de desksel/bord glijden. Keer de deksel om boven de pan en klaar! Bak nu de andere kant van de tortilla tot ze stevig aanvoelt en stort de koek op een bord. Snijd de tortilla in punten als begeleiding van de maaltijd, of verdeel de koek in blokjes en eet ze als tapas bij een glas wijn.
© ellen.

Ei, ei… ideetje voor Pasen?

5 april 2007 012

Bij Pasen horen eieren, al eeuwen lang. Hoe dat komt?

De terugkeer van het licht in de vroege lente maakt dat de kippen weer eieren gaan leggen en dan bedoel ik wel gewone kippen! Die opgefokte, opgehokte legbatterijkippen leggen altijd, ze moeten wel, lampje erboven en klaar! Als de kippen in hun natuurlijke ritme mogen leven leggen ze tijdens de winter geen eieren, ze beginnen pas weer eieren te leggen als de dagen langer worden en er dus meer licht is. In vroeger tijden, toen de katholieken zich nog streng hielden aan de veertig dagen vasten vóór Pasen, aten ze in die vastenperiode ook geen eieren. De eieren werden opgespaard eventueel geconserveerd tot Pasen dan mocht men weer zoveel eieren eten als mogelijk was.

Als je niet alleen maar van die saaie hardgekookte eieren wilt eten staan er in de categorie eieren vast wel een aantal bruikbare ideeën om de Paastafel op te vrolijken. Neem bijvoorbeeld deze gefrituurde eieren, heel smakelijk en echt eens iets anders.  De eieren in rode wijnsaus beschreef ik deze week al, maar ook een klassiek gepocheerd ei met gerookte zalm is heerlijk bij de Paasbrunch. Of, voor wie chagrijnig van de meubelboulevard thuiskomt, een lekkere kom pittige knoflooksoep met een ei, daar wordt je weer helemaal vrolijk van. En wil je de eieren eens heel origineel verven dan is dit misschien een leuke tip.

  • Gefrituurde eieren:
  • 1 ei per persoon
  • room
  • bloem
  • 1 losgeklopt ei gekruid met peper, zout en wat nootmuskaat
  • paneermeel
  • een frituurpan met olie.

Kook de eieren 3 minuten, ze moeten nog zacht zijn. Laat ze even schrikken en pel ze heel voorzichtig.
Wentel ze eerst door de room,  dan door de bloem,  vervolgens door het losgeklopte ei en tenslotte door het paneermeel. Bak ze dan meteen in de hete olie tot ze rondom bruin zijn.

Laat het ei even op keukenpapier uitlekken en serveer het ei dan op een salade. Snijd vlák voor het opdienen het ei door zodat de nog vloeibare binnenkant mooi te zien is.

En toe, een kopje espresso met een paaseitje!

© ellen.