Campingrecepten: gestoofde lamsbouten met armagnac en witte wijn.

DSC_0018

Er heeft zich inmiddels een heel gezelschap rond ons huisje verzameld. We vierden met 16 mensen Hemelvaartsdag en zoals de traditie wil eten we dan asperges, gewoon simpel met ham, een eitje, botersaus en gekookte aardappeltjes. Dat is allemaal wel te doen, behalve dan dat je als kok flink op en neer moet rennen tussen de verschillende kookplaatsen. Gisteren besloten we lamsbouten te maken, Neel wilde weten hoe ze die klaar moet maken en hielp mee. We kochten twee mooie bouten Welsh Lamb met bot van ongeveer tweeëneenhalve kilo per stuk. Een mooie rosé gebraden lamsbout is geen optie op een campingfornuis dus hebben we de boutjes gestoofd in witte wijn. Thuis gaar ik zo’n bout altijd in de oven, hier hebben we een piepklein oventje daar pasten de bouten niet in. Gewoon langzaam garen op het gas dus, elk boutje in een aparte pan, één in de tent op een campingbrander, de andere op ons gaskooktoestel in ons huisje. We hebben hier twee ovale wildpannen die we gebruiken voor grote gezelschappen, de boutjes pasten er mooi in.

  • een lamsbout met been van ongeveer 2 1/2 kilo
  • ongeveer 2 bollen knoflook
  • een paar mooie takjes rozemarijn
  • een flinke scheut Armagnac
  • 1/2 liter witte wijn
  • bouillon
  • peper en zout

Maak eerst een flink aantal inkepingen in de bout en stop daar een teentje knoflook in met een plukje verse rozemarijn. Verwarm de olijfolie met een lepel geklaarde boter en braad daarin de lamsbout rondom langzaam bruin. Voeg de rest van de teentjes knoflook toe en bak ze héél even mee. Giet er dan een scheut Armagnac over (thuis even flamberen, in een vakantiehuisje of caravan is dat niet zo ‘n goed idee), dan een flink glas droge witte wijn erbij en het vuur temperen. Stoof als je een mooie jonge lamsbout hebt, ongeveer één uur per kilo. Ren heen en weer tussen de twee pannen en voeg eventueel wat vocht toe. Haal na ongeveer tweeëneenhalf uur de bouten uit de pannen en laat ze onder folie even rusten. Het is hier in ons gezelschap dan altijd even gedoe wie “de man of vrouw is die het vlees snijdt”, maar ook dat lost zich vanzelf op!

We aten, met bíjna ons hele gezelschap, ( Sam moest even terug naar Gemert om een examen Cambridges Engels te doen, en haar papa vervoerde haar even heen en weer).

We aten er een aardappelsalade bij, de specialiteit van Paul en ratatouille, gemaakt door de  zusjes van Eenbergen en een enorme schaal groene salade.

DSC_0019

Het toetje was een mooie zelfgemaakte vanillepudding met Amarettini, gemaakt door  Lotte, waarvan helaas geen foto…

Kampvuur toe, met een borrel en een glas wijn.

© ellen.

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 60…

pamplona
27-05-2014. De etappe ging van Larasoanes naar Pamplona, 17 kilometer.

In een kleine trettoria werd het ontbijt gebruikt. Koffie, stokbrood, jam, sinaasappelsap. Daarna begonnen de wandelaars aan een relatief korte tocht. Zonder al teveel problemen bereikten ze het stadje Villava, dat eigenlijk al onder de rook van Pamplona lag. Aan de buitenmuur van een van de vestingwallen werd het brood gegeten, de milde zon bescheen de wandelaars en maakte hen loom. Maar wat gaf het, er was een zee van tijd, de etappe was kort.

Villava ontleende al in de middeleeuwen een grote welstand aan de pelgrims naar Compostella. Een rijk scala aan handwerkslieden verdiende er zijn boterham aan. In die tijd was de enige manier om in de belangrijke bisschopsstad Pamplona te geraken het oversteken van de brug van Villava. De plaatselijke bakkers, de vleeshouwers, schapenboeren, de smeden en de houtzagers, ze pikten allemaal hun graantje mee.

Eenmaal in Pamplona bezochten onze wandelaars uiteraard eerst de kathedraal, er moest een stempel worden geslagen. Maar de kerk bleek ook om cultuurhistorische reden de moeite waard om er wat meer tijd door te brengen. Ans en Jan raakten onder de invloed van het praalgraf van Karel de Derde en zijn vrouw Léonore Trastamara. De versieringen werden destijds uitgevoerd in Vlaams-Bourgondische stijl. We spraken dan van de 14e eeuw.

Er was ook deze dag weer enig voorwerk gedaan door Marleen en de Jongste Bediende. De pelgrimsherberg was ondergebracht in de oude Jezuïetenkerk van de stad, de bedden voor de nacht waren al geboekt.
pamplona 2

Pamplona was ook de stad van die feesten waarbij stieren de stad werden ingestuurd en het Jongvolk vervolgens zijn moed diende te tonen bij het pesten van die beesten. De feesten leverden door de jaren geweldig mooie affiches op. Want daar zijn ze goed in, Spanjaarden, in kunstzinnige affiches… Ans en Jan zouden weinig van de feesten meekrijgen, die werden traditioneel in het begin van de maand juli gehouden.

Dankzij het voorwerk hoefden de wandelaars slechts te volgen, ze werden keurig door de stad gegidst. Een stukje wandelen, dan neerstrijken op een terras, tapas eten, weer een stukje wandelen, en vervolgens zorgvuldig een nieuw terras kiezen.

Een traditionele paella vormde de hoofdmoot van de avondmaaltijd. En dan nog een afscheidsborrel, het was de laatste avond met Marleen en de Jongste Bediende.

En om 23.00 uur dienden de pelgrims binnen te zijn, de regels van de Jezuïetenkerk waren onverbiddelijk. Té laat betekende buiten slapen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

Ossobuco Milanese…

osso buco

Er wordt al eeuwen gediscussieerd over wat nu het echte recept is voor Milanese Ossobuco, zelfs over hoe je Ossobuco moet schrijven kan men van mening verschillen!
Echte Milanesen gebruiken geen tomaat in de saus. Het recept, zeggen de Milanesen, stamt van lang vóór de tijd dat er tomaten waren in Milaan. Men is het in ieder geval over één ding wel eens; in Milaan gebruikt men boter en geen olijfolie!
En dan nog de Gremolada. Sommigen noemen het garnering, sommigen stoven het even mee, sommigen willen er helemaal niets van weten omdat ze vinden dat de gremolada de smaak van de ossobuco geen goed doet.
Ik neusde zo hier en daar in mijn kookboeken en besloot er maar een eigen versie van te maken; geen echte Milanese dus, maar wél lekker!

  • Voor twee personen
  • 2 kalfsschenkels
  • wat bloem
  • een eetlepel boter
  • 2 eetlepels boter
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 ui
  • 2 wortels,
  • 2 stengels bleekselderij
  • 1/2 blikje kleine tomaatjes
  • 1 glas witte wijn, eventueel wat bouillon, peper en zout.

Voor de Gremolada;

  • de geraspte schil van een hele (liefst biologische) citroen
  • 1 teen geraspte knoflook
  • 1 klein bosje fijngehakte verse platte peterselie.

Wentel de schenkels door de bloem en bak ze in wat boter, in een platte pan even rondom lichtbruin.

Neem dan een pan met een dikke bodem en smelt daarin twee eetlepels boter. Bak hierin de uien, knoflook en de rest van groenten even zachtjes aan.
Schep de schenkels uit de platte pan en voeg ze bij de groenten. Giet er een glas witte wijn over en laat het geheel met het deksel op de pan zo’n anderhalf uur op lage temperatuur stoven. De gaartijd is natuurlijk geheel afhankelijk van de dikte van de schenkels. Gewoon even testen, de schenkels moeten wel echt gaar en zacht zijn!

Schep de schenkels nu voorzichtig uit de pan en serveer ze op de borden met wat saus en een schepje van de gremolada erover.
Wij aten er wat ‘oortjes’ bij en een salade vooraf.

En natuurlijk lepelden we de merg op een stukje brood: een delicatesse! Hond Jaros kreeg het botje!

En, natuurlijk een kopje espresso toe!

© ellen.

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 59…

pamplona 129
26-05-2014. De etappe ging van Rencesvalles naar Larrasoanes, 27 kilometer.

In de immense refugio, het pelgrimshuis, waren de zaken strak geregeld. De vorige avond moesten de wandelaars vóór 22.00 uur binnen zijn, de deur ging op slot en de grote lampen werden gedoofd. Te laat en men kon buiten onder het afdak kamperen. En deze ochtend floepten klokke zes de grote lampen weer aan, men werd uit bed gerammeld en ruim honderd pelgrims vingen aan met het ochtendcorvee voor deze dag.

De wandelaars maakten dat ze wegkwamen, er werd vroeg gestart. Tot een uur of negen miezerde het, daarna brak er mooier weer door. Wel bewolktwas het met soms wat wind, maar droog.

Een frisse groene omgeving, een woudachtig gebied, veel klimmen en dalen over bospaden. Baskenland liet zich van zijn mooiste kanten zien. Onderweg kwamen de wandelaars een medepelgrim tegen die ze al bij eerdere gelegenheid hadden ontmoet: Maria uit Wanroy.
pamplona 132

Bij een schapenboer werd kaas ingeslagen, schapenkaas uiteraard. Aanpalend aan de schapenbedoening stond een afdak. Op een tafel waren koffie, thee en koeken uitgestald. Je kon naar believen nemen, je diende als tegenprestatie een kleine bijdrage te storten in een blikken bus.

En zo kabbelden de wandelaars door de dag. Ze waren al vroeg in Larrasoanes. Marleen en de Jongste Bediende hadden intussen voorbereidend werk gedaan voor de pelgrims, voor de maaltijd en het onderkomen voor de nacht was gezorgd. Er werd gevieren een glas bier gedronken op een terras en daarna vertrokken Marleen en de Jongste Bediende richting Pamplona om er vast een en ander te regelen voor de volgende dag.

De refugio voor deze dag verdiende bepaald niet de schoonheidsprijs. Er konden 16 pelgrims logeren, er was één douche en ‘n toilet dat de status van schijthuis niet was ontgroeid. De kamers waren klein en boden weinig ruimte, er stonden stapelbedden in en verder niets.

De maaltijd daarentegen was dan weer van topkwaliteit: knoflooksoep, runderstoofpot en vis. Rijstepap toe.
pamplona 091

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Broodje merg…

osso buco
Wanneer ik bouillon trek van rundsvlees zal ik altijd een extra bot toevoegen. Het maakt de bouillon vetter, maar ik ontvet mijn soepen, dus dat hoeft niet het probleem te zijn. En natuurlijk versterkt dat extra bot wel de smaak van de bouillon.

Het is me echter vooral te doen om het merg. Ik vind dat verschrikkelijk lekker, en mijn wederhelft vergaat het niet anders.

Je neemt een klein sneetje goed brood en besmeert dat met gezouten boter. Vervolgens peuter je met een theelepeltje het gare merg uit het bot en doet het op het brood. Perper uit de molen erover en eventueel wat zout. Iets lekkerders is nauwelijks denkbaar.

Het merg van de foto was afkomstig van de ossobucco die Ellen vandeweek maakte. Ik zal erop aandringen dat ze het gerecht een dezer dagen beschrijft…

© paul

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Jan van Gemert in Baskenland…

10298686_660009844067464_5169250194055794896_n
Pelgrim Jan liet me via Sas weten dat hij heel sterke associaties kreeg bij het aanzien van het landschap waar de wandelaars doorheen trokken. Alsof hij het al sinds mensenheugnis kende. Hij herkende in de omgeving de verbeelding die thuis aan de muur hing; een aquarel, mogelijk een gewassen tekening in gemengde techniek. (Ik zou er met mijn neus bovenop moeten zitten om er meer over te vertellen, ik heb slechts een foto…)

Ik weet het welhaast zeker: Jan betrok het schilderij van of via vriend en collega Theo van Gemert. Het is gemaakt door de vader van Theo, Jan van Gemert.

In een ver verleden deelde ik het atelier met Jan van Gemert. Hij was beeldend kunstenaar in behoorlijk goede doen, ik was een kunstenstudent in arrenmoede. Jan hielp me kunstzinnige problemen op te lossen, en nu en dan schoof hij wat af. Nooit geldelijk, altijd in de materiële zin. Canvas, olieverf, inkten, papier, het gewone kunstenaarsgedoe. Maar soms ook wijnen, bij voorkeur van Spaanse afkomst en Valdepenas was favoriet. Soms ook etenswaar…

Jan heeft veel landschappen geschilderd in Spanje, hij kwam er graag, hij kwam er vaak. De eenvoud, de gastvrijheid en de overweldigende natuur trokken hem, hij sleepte hele families uit onze contreien er mee naartoe. De delen van Spanje die hij verkoos waren nog niet overwoekerd met hotels, bed-and-breakfasts en plat vertier. Jan vertelde me over dat kerkje, ergens in het niemandsland van de Basken, er hing een échte Goya, zomaar zonder enige bescherming; de deur van de kerk was altijd open. Ook was hij al eens een schildering van El Greco tegen gekomen, zomaar in het wild. Dat waren nog eens tijden, kom er nu nog eens om…

En terwijl Jan’s gezelschap vakantie vierde trok hij de bergen in om te schilderen. De lokale bevolking sprak Jan eerbiedig aan met Master, of ook wel met Profesór. Hij werd met alle egards behandeld, en zo ook zijn gezelschap.

Jan verloor een been op dertienjarige leeftijd, een handicap die hem zijn hele leven parten heeft gespeeld. Hij kreeg er een kunstbeen voor in de plaats. Het maakte hem ongeschikt als arbeidsman, maar het bood hem wél de kans om te gaan studeren. Mét been was Jan nooit kunstenaar geworden, waarschijnlijk had er dan een carrière als wever of metselaar voor hem in het verschiet gelegen.

Jan was een mild-slordig mens, hij raakte wel eens wat kwijt. Het kon dan ook zomaar gebeuren dat hij zijn been verloor, ik heb het zelf bij enige gelegenheid mee mogen maken… Het gebeurde hem ook op een van zijn schildertochten, hij kon niet meer op of neer, been kwijt! Een passerende herder vond de arme invalide en ondernam onmiddellijk actie. In het dorp, een paar kilometer verderop, werd een missie gestart. Een ezel plukte men uit zijn tredmolen, het was de enige ambulance in de verre omgeving. Jan werd opgehaald en in optocht naar het dorp gevoerd. En de hele lokale bevolking stond aan de weg om de inkomst luister bij te zetten. Het oogde als de Intocht van Christus te Brussel.

(Ik heb die verhalen niet alleen van Jan, hij was een bescheiden mens, daar waar het over hemzelf ging. Ik hoorde ze van Ome Put, van Nieta, van Petra, van Henk. Vraag het aan Nieta, ze verteld zó een avond vol…)

In een oeroud compendium, het heette geloof ik: Wie is Wie in de Nederlandse Kunsten, kwam ik Jan’s naam tegen. Het compendium was uitgegeven in 1954. Jan stond er te boek als aankomend, talentvol Brabants Kunstenaar.

Jan evenwel, koos in die tijd voor het onderwijs. Die keuze heeft een aantal goede Kunstenaars opgeleverd. Jan kon het vak wegleren, zoveel is zeker. Zijn eigen carière kwam daardoor wel in het gedrang. Té weinig tijd voor eigen kunsten, Té weinig tijd om zichzelf te ontwikkelen, té veel sociale contacten om te onderhouden. Zijn eigen werk ontwikkelde zich niet uit, het was de tijd van de stilstand.

Ik heb het hem verweten, die stilstand. Jan echter had meer realiteitszin. Hij laafde zich aan het feit dat hij een aantal jonge mensen op het juiste spoor had gezet. Het werk dat hij maakte na de pensioengerechtigde leeftijd was een herhaling van wat hij in de jaren vijftig had ontwikkeld. En het was goed zo…

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Hammen en worsten…

IMG-20140526-WA0001IMG-20140526-WA0000

Je stuurt de Jongste Bediende op ontwikkelingsreis (of was het een zendingsmissie, daar wil ik even vanaf zijn), en hij kwijt zich onmiddellijk van zijn taak. Hij sjouwt bier naar Spanje, regelt maaltijden voor pelgrims en start drinkgelagen.

En en passant onderzoekt hij de dingen ten behoeve van het Ministerie. Zo stuurde hij per elektronische post bovenstaande foto’s, genomen in een van de betere charcuteriezaken van Rocevalles in Spaans Baskenland.

Over die worsten valt vanaf de foto weinig te zeggen, behalve dan dat het er veel zijn. Soorten zijn niet te onderscheiden.

Die hammetjes herken ik wel. Die zijn afkomstig van het Ibericozwijn. Voor buikspek moet je niet bij die beesten zijn, maar hun hammetjes zijn de beste van de wereld.

Ga zo door Jongste Bediende, je bent goed bezig. (En we zijn heel benieuwd naar de foto’s van Marleen…)

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 58…

verjaardag
25-05-2014. De etappe ging van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Roncesvalles, 25 kilometer.

Jarig of niet, voor de pelgrim was het een werkdag. En wat voor een werkdag! Deze dag dienden de Pyreneeën pas écht geslecht te worden.

Enfin,.. al vroeg in de ochtend versierde Ans haar broer met een vlaggetje, een hoedje en een toeter. En ze zong lang zal-ie leven voor hem. Aan het ontbijt werd een en ander nog eens over gedaan, maar nu meerstemmig.

De wandelaars verbleven de afgelopen nacht in een heel groot pelgrimshuis. Verschillende verdiepingen, rijen stapelbedden en in de refter lange tafels met banken. Nagnoeg elk bed was belegd. Het is hier plots druk met pelgrims en wandelaars. Waar komen ze toch ineens vandaan? vraagt Ans, In Frankrijk zie je er bijna geeneen!

Ook het ontbijt ging er kompleet anders aantoe. Mensen maakten hun kopje oploskoffie, besmeerden dunne schijfjes stokbrood met jam en maakten dan dat ze wegkwamen, er stonden nog wachtenden achter hen…

De tocht van deze dag was de zwaarste tot nog toe, mogelijk de zwaarste van de totale reis. De hele dag speelde de regen de wandelaars parten, het maakte de hellingen glad, bij het stijgen én bij het dalen. Steile klimmen waren het en er hing mist in het hooggebergte. Hele stukken van de dag werd het uitzicht door de weersomstandigheden belemmerd.

Van 07.30 uur tot 12.30 uur werd er aan één stuk door geklommen, daarna wisselden klim, afdaling en vals-plat elkaar af. Na zeven kilometer diende zich een mogelijkheid aan om koffie te drinken, voor de verdere rest was er die dag onderweg niets te krijgen. Het oudbakken brood uit de rugzak werd lopend genuttigd en het werd weggespoeld met water uit een plastic flacon. Het was te nat om ergens te gaan zitten. En toen de landsgrens werd gepasseerd volgde er een anderhalf uur durende afdaling; steil, modder, stenen, boomwortels, spekglad. Welkom in Spanje…

De pelgrims klommen boven de boomgrens, ze overbrugden een hoogte van 750 (zevenhonderdvijftig!) meter. Uiteindelijk ging het ze goed af. Het leek wel of de pelgrimage van de afgelopen twee maanden bedoeld was als trainingsparcours voor deze éne barre dagtocht. Om 14.30 arriveerden de wandelaars in Roncesvalles.

Ans en Jan dronken een glas bier om de goede afloop te vieren en zochten dan het pelgrimshuis op. Ook nu weer leek de refugio op een kazerne en het was er stervensdruk. De rugzakken dienden opgeborgen, dan moest er worden ingeschreven, de stempel werd geslagen. Voorts kregen de wandelaars het nummer van hun bed uitgerijkt. Nummer 217 en nummer 218, op de tweede verdieping. Grote zalen met aan één kant steeds twee stapelbedden in een nis. En overal een drukte van jewelste.

In het hotel van de Jongste bediende en Marleen was ook een groot café ondergebracht. Daar werd vervolgens gedaan wat de hele dag al was uitgesteld, namelijk Jan’s verjaardag vieren!

Speciaal voor deze gelegenheid had de Jongste Bediende vanuit Gemert een aantal flessen Brandmeester meegenomen. En zo ook Jan’s doedelzak en zijn Schotse dracht. Jan werd uitgenodigd op de kamer van de Jongste Bediende om er de kado’s van het Thuisfront in ontvangst te nemen. Het gezelschap liet hem er discreet voor een wijle alleen. Het waren emotionele momenten en Jan had even genoeg aan zichzelf.

Na een stief kwartier haalde het gezelschap de jarige op, hij had zich intussen al omgekleed en blies zijn instument in.
IMG-20140527-WA0006

En dan, langzaam de trap afschrijdend, verscheen daar de jarige. En hij nam beslag van de ruimte, zoals Mad Piper Bill Millen onder vijandig vuur beslag nam van de stranden van Normandië op D-Day. Hij pijpte Flower of Scotland
IMG-20140527-WA0003
En zo gaat het dan: je doedelt wat en je kunt de fans nog slechts met moeite van het lijf houden. Succes gegarandeerd. En sfeer was er onmiddellijk. Een groep Italianen nam al snel het initiatief over en gaf een concert ten beste met de Liederen van Thuis.

Klokke zeven werd het Brandmeesterbier geschonken, in de wetenschap dat een goede 1400 kilometer verderop hetzelfde gebeurde. Er werd getoost, er werd geproost, er werd een traan weggepinkt. En er werd gezongen.

Jan vroeg me al die mensen te danken die hem feliciteerden, groetten, aanmoedigden en in de gaten hielden. Het is hem onmogelijk om iedereen persoonlijk te danken, dus doet hij dat via deze weg. En een speciale groet voor Ineke en de Kids…

En dan nog het volgende.  Kyan, Djint, Puk, Vickie, Fien en Sammie: dank voor jullie tekeningen, dank voor de armbandjes. Ik doe ze nooit meer af!

En een lieve groet van Ans voor Vriend Jan

© ellen-paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Salade van rode ui

gegrilde ui

Wij mogen graag zo af en toe een stukje vlees grillen of wat groenten roosteren. BBQ, dat is wat anders, dat is meer een gezelschapsspel voor een groepje mensen. Al die verschillende hapjes en lapjes, kunnen ons niet zo bekoren. Gewoon een flinke entrecôte van zo’n centimeter of drie, bestrijken met wat olie, snel aan beide kanten mooi bruin roosteren, even laten rusten en in dikke plakken snijden. Zelfgemaakte knoflookmayonaise erbij en een flinke salade en we hebben een prima maaltijd.

entrecote

Wat ik dan zo jammer vind is dat al die houtskool die overblijft daar voor niks ligt te smeulen. Om toch nog profijt te hebben van dat mooie vuurtje rooster ik vaak een paar uien.

gegrilde ui

Neem 2 flinke rode uien en leg ze met schil en al op de barbecue. Rooster ze rondom tot ze zwartgeblakerd zijn. Reken ongeveer 25 minuten voor een middelgrote ui. Pel dan alle zwarte ‘rokken’ van de ui en snijd hem in stukjes. Schik die op een mooi schaaltje en giet er wat van de beste olijfolie over en een scheutje oude balsamicoazijn. Wat peper en zout, even hutselen en klaar. Onvergetelijk lekker deze uien. Eet er een flinke entrecôte of T-bone bij.

Kopje espresso toe.

© ellen.

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 57…

santiago nog...24-05-2014. De etappe liep van Osrabat naar Saint-Jean-Pied-de-Port, 24 kilometer.

Over Osrabat dient nog iets gezegd te worden. De wandelaars sliepen er in het pelgrimshuis, het was nog maar een goede twee jaar oud. Nieuwe gebouwen mochten dan vaak wat minder sfeer hebben en ze misten de romantiek van de ouderdom, maar evengoed was het wel lekker om eens verwend te worden met modern comfort.

Bijvoorbeeld een maaltijd maken op een modern komfoor, het was een genot. Ans en Jan bereidden er met genoegen een tomatensoepje. Dan roerei met ui en tomaat. Kaas toe… Karin en Patrick aten mee. (Er waren nog meer gasten in de refugio, maar die lagen allemaal vroeg op bed.)

Deze ochtend werd er gestart bij goed weer, en het zou de hele dag goed blijven. Bij het belendend barretje, annex brooddepôt, had men nog snel leeftocht ingeslagen. Een mooie route lag in het verschiet, hoewel minder spectaculair dan die van de voorgaande dag.
water

Ferm stijgen en dalen vormde het credo, het waren per slot de Pyreneeën waar de pelgrims doorheen zwierven. Een ruime pauze, zo rond het middaguur, was dan ook geen overbodige luxe. Het brood werd gegeten op een muurtje, en er werden dutjes gedaan.

Half drie sloeg de torenklok van de plaatselijke kerk toen de wandelaars Saint-Jean-Pied-de-Port binnenliepen. Daarmee werd een nieuwe mijlpaal bereikt. Of eigenlijk twee: Saint-Jean-Pied-de-Port vormde de poort naar Spanje! Én klaarblijkelijk was nu tweederde van de Lange Mars volbracht. (Of men had nog éénderde te gaan, daar wil ik even vanaf zijn…)

In het stadje vloeiden nagenoeg alle noordelijke en oostelijke Compostellaroutes tesamen. Het was er een komen en gaan van pelgrims. Over Saint-Jean-Pied-de-Port schrijft Ans: Het plaatsje heeft wel een hoog Valkenburggehalte, toch is het heel bijzonder hier te zijn.

Men wandelde er eens rond en het Pelgrimsburo werd begezocht. Men boekte de refugio voor de nacht en streek hierna neer in een café om het Overwinningsbier te drinken. En daar de wandelaars nu in dat café voor de komende uren domicilie hadden gevonden, kon ik even iets geheel anders kwijt, speciaal voor al die nieuwe lezers van het Ministerie. De vaste fans zouden het stukje over kunnen slaan…
jongste bediende

Zoals bij elk ministerie scharrelen er ook op het Ministerie van Eten en Drinken wat ambtenaren rond. Natuurlijk genieten wij, Ellen en ik, de status van Minister, baas over deze burelen. Dat lijkt me logisch, daar hoeven we het verder niet over te hebben.

Zoals elk zichzelf respecterend buro houden ook wij er een Jongste Bediende op na. We hebben hem al in dienst vanaf het begin van ons virtuele bestaan, sinds 2005. Hij is voor een deel gemodellleerd naar de Jongste Bediende van de uitgeverij Dupuis, beter bekend onder de naam Guust Flater.

Er zijn een aantal overeenkomsten tussen die twee: het zachtmoedige karakter, de goedlachsheid, de inventiviteit, de niet aflatende solidariteit voor hun werkgevers.

Verschillen zijn er ook: daar waar Guust Flater de loomheid in zijn doen en laten nauwelijks kan verbergen, jakkert onze Jongste Bediende door het leven.

Wij zijn groots op onze Jongste Bediende, we zouden hem niet willen, niet kunnen missen. Soms lenen we hem even uit. Het zij voor reclamedoeleinden, het zij voor een goed doel [het Minsiterie is namelijk ook een NGO (Ni dieu, ni mâitre..)]. De Compostellareis ís zo’n goed doel.

We zonden hem dan vandeweek uit om ontwikkelingswerk te plegen in Spanje. De Jongste Bediende zou onze wandelaars daar voorzien van écht bier en van doedelmuziek. En we zonden Vriendin Marleen mee, iemand moest toch op dat jong passen…
IMG-20140525-WA0002

Enfin, we hadden hem weer eens onderschat. Om 17.30 uur ontmoette de Jongste Bediende de wandelaars in voornoemd café. Het was helemaal niet in Spanje, dit was nog Frankrijk.

Het weerzien was groots en het feestje kort. De Jongste Bediende moest op tijd slapen, de volgende dag diende hij kwartier te maken. De verjaardag van Jan zou dan gevierd…

Verzoek aan de wandelaars: houd de Jongste Bediende niet te lang bezig, we missen hem nu al. En Vriendin Marleen ook…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>