Het slotvers van het lied gaat zo:
- And when I reach the golden gate,
- I hope I’ll not have long to wait,
- I’ll call Saint Peter aside and say,
- “Brought yup a jar of Porter.”
De wat rasperige stem van Barney McKenna bezingt in het lied zijn aankomst aan de hemelpoort. Hij hoopt dat hij niet te lang hoeft te wachten voordat hij binnen wordt gelaten in de eeuwigheid, hij heeft er per slot recht op. En om de feestvreugde compleet te maken bestelt hij bij de portier, de sleutelhouder, te weten Sint Petrus, meteen maar een kruik bier.
Het is het laatste couplet van een traditional, gezongen en gespeeld door The Dubliners, op plaat uitgegeven in de jaren zestig van de vorige eeuw. Ik heb dat nog op vinyl. (Deze opmerking dient slechts om de liefhebber jaloers ten maken, dat vind ik soms leuk…).
Die Sint Petrus (Saint Peter) is kennelijk een aanspreekbaar typ. Ik herinner me uit mijn katholieke kindertijd allerhande zaken die je de goedheiligman voor kon leggen. Hij hielp je altijd, maar hij was wel streng in de leer…
Ik weet het niet lezer, ik heb me door de jaren geschoold van anti-klerikaal tot agnost. En dat is op dit moment mijn status. Maar dan hoor ik die oude Dubliners weer, en dan denk ik: zo gek is het toch niet, een potje bier in het Eeuwige Eden. Die zeventig maagden waar anderen op hopen hoef ik niet. Wat moet je ermee? En mijn geliefden kom ik vanzelf tegen, ook zij hebben recht op het Eeuwige Leven… Het lijkt me een voorrecht om ze bij die gelegenheid te vergasten op een heildronk bij het weerziens. Hetzelfde doe ik bij leven en welzijn ook nu in dit ondermaanse. Tsja, dat denk ik dan…
Enfin, ik dwaal, geloof ik, wat af. Ik wilde het over Sint Petrus hebben. En dan niet over de mij opgedrongen sleutelhouder (de enige sleutelhouder die er in mijn huidig bestaan toe doet is Antoon Brouwers, maar dat zegt jou dan weer niks, ach laat maar…).
Petrus is óók een lijn van traditionele bieren van de brouwerij Bavik te Bavikhoven, Vlaanderen. Ik beschreef al eens hun Winterbier, en ik gaf tegelijk hoog op over de andere bieren uit hun serie. Sinds kort wordt de tripel in ons dorpje aangeboden. Bij de Lidl, en voor een zeer schappelijke prijs.
Laat ik het verder simpel houden en niet verzanden in beschrijvingen van literair-culinaire aard, want dat kan ik toch niet…
Het betreft een tripelbier, gemaakt van water, gerst en tarwe. Natuurlijk ging er ook hop bij. Hop van een goede kwaliteit, Belgische hop. De kleur noem je bleekgoud. Het geurt een beetje naar malt, naar vergist graan. Maar ook naar citrus, misschien wat kruidig. Proeven doe je dat citrus ook. Niet zoet is het, wel zacht. Om je een vergelijk te geven: de Jongste Bediende is een écht Duveldrinker. Hij is minder geporteerd van het bier, té zacht, té weinig bite. Voor anderen, waaronder ik, is dat juist een pré… Een mooie licht bittere afdronk heeft dat bier. En lang genoeg.
Het is een bier van de hoge gisting en het gist na op de fles. Het bier, zoals ik het kan kopen, zit in een fles van 70 centiliter. Ik betaal er € 3,50 voor.
Dus criticasters, die vinden dat ik alleen over exotische, niet aan te komen bieren schrijf! Dit bier wordt verkocht bij jullie om de hoek, dus wat zeuren jullie nou. (Je moet natuurlijk wel snel zijn. De Lidl heeft het niet altijd op voorraad, en ik ga morgen weer een partij inslaan, en ik ben er gegarandeerd eerder dan jij… Ik vind het namelijk prima bier!)
© paul