Geitenkaasje in druivenblad

27 jun. 2011
geitenkaasje in druivenblad

Wij brachten vandaag een bezoek aan het Museum Het Domein in Sittard, daar loopt op dit moment een tentoonstelling van de fotograaf Roger Ballen (indrukwekkend, bijna beangstigend, moet je gaan zien). We hadden eigenlijk gepland om na het bezoek aan de tentoonstelling een hapje te gaan eten in Sittard, maar ik voelde me niet tip-top en dan vind ik het niet prettig om in een restaurant te gaan eten. We besloten om thuis maar wat groenten en vlees te grillen, mooi glas wijn erbij en een kaasje toe.

Nee, wij hebben geen Weber, wij grillen gewoon op een simpel gietijzeren potje. Dat werkt prima, als je er maar de juiste ingrediënten op legt. Een paar lamskarbonaadjes, een aubergine in plakjes gesneden een paar mooie tomaten, een sjalot en een paar stukjes paprika.

En toe, een goed kaasje, een paar bladeren van onze overdadig groeiende druivenstruiken…Het moeilijkste is het perfect vouwen van het blad om het tere kaasje.(Ik gebruikte per blad een half geitenkaasje, gemaakt van rauwe geitenkaas: Rocamadour)

geitenkaasje in druivenblad

Het eerste blad zorgvuldig dichtvouwen

geitenkaasje in druivenblad

Met het tweede blad ‘dicht’ je alle nog open plekjes. Ware vouwkunst is nu gewenst. Maak een klein gaatje in het tweede blad, vouw de steel door het gaatje. Pakketje gesloten! Laat het pakje even garen op een matig warm vuurtje…

geitenkaasje in druivenblad

serveer het pakje op een bordje. Pel de buitenste laag druivenblad eraf

geitenkaasje in druivenblad

Pel het tweede blad open en geniet…

geitenkaasje in druivenblad

Eet de kaas op met een lepeltje of schraap de kaas op met een mooi stuk brood. Je kunt het binnenste blad eten (mits je onbespoten druivenblad gebruikt hebt natuurlijk). Lekker!

Kopje espresso toe!

© ellen.

Spaghetti aglio olio….

pasta aglio olio...

Simpeler kan het bijna niet! En snel…en lekker!!! Een handjevol gerookte biologische spekjes zachtjes uitbakken. Dan, twee tenen verse knoflook, (geplet en heel fijngehakt), 1 rode peper, (de zaadlijsten verwijderen en fijnsnijden) een flinke lepel lekkere superolijfolie bij de spekjes voegen. Op smaak brengen wat peper en zout en fijngehakte platte peterselie. Kook intussen een goede pasta ‘al dente’. De pasta afgieten en door het mengsel scheppen

…Oja, nog wat vers geraspte kaas erover strooien..heerlijk, zomers, zonnig!

Kopje espresso toe met een stukje chocolade (70% cacao met sinaasappel)

© ellen

De bieren van Brauhaus Südstern…

25 jun. 2011

bierproeverij

De flessen lagen al sinds augustus van het vorig jaar op ons te wachten. Koel en donker opgeslagen in de kelder van Vriend Jan. Steeds weer namen we ons voor een proeverij in te richten, steeds weer waren het andere bieren die zich voordrongen. Afgelopen zaterdag was het dan toch eindelijk zover, alle vers ingekochte drank ten spijt.

En het kwam heel onverwacht. Ik opende een fles en werd volkomen verrast door de reactie van het bier. Het spoot met kracht uit de fles. En niet een beetje, nee een ware fontijn, ein springender Brunnen (met dank aan Martin Walser). Ik was meteen de helft van de inhoud van de fles kwijt. En ook van de volgende, en van de volgende…

(Ellen, die graag van een afstand naar onze proeverijen mag kijken, merkte fijntjes, en met een licht cynische ondertoon, op dat het ongeval toch ook een voordeel had. We hoefden nu maar de helft te drinken van het oorspronkelijke areaal, zodat er nog een mogelijkheid open bleef om straks een paar Engelse bieren te proeven. Dit waren literflessen. Elk nadeel heb se voordeel. Ellen houdt niet van bier…)

Enfin, wat er nu precies aan de hand was, ik kan het niet verklaren. Het mocht evenwel de pret niet drukken, we proefden z’n best van de restanten. Laat ik iets over het bier vertellen.

Tijdens hun vakantie in Duitsland bezochten Vriend Jan en Ans een microbrouwerij in Berlijn. De brouwerij ligt in de wijk Kreuzberg, een wijk die in het verleden begenadigd was met een hele hoop van dit soort brouwerijtjes. Nu is Brauhaus Südstern het enige. Het is een microbrouwerij in de ware zin van het woord. Gebrouwen wordt er in het café. Daar worden de bieren ook geschonken en eigenlijk nergens anders. Voor de klant die wat bier mee naar huis wil nemen vult men de flessen ter plekke af. Mooie ranke beugelflessen, inhoud één liter. Jan en Ans brachten aangename uren door in het café annex brouwerij.

Drie soorten behoren tot het vaste pakket van de brouwerij. Twee gerstenbieren van de lage gisting en een bovengistend tarwebier: Heller Stern, Dunkler Stern en Stern Weisse. Verder wordt er door het jaar heen nog gedaan aan bock- en meibieren, al naar gelang het seizoen.

Ik was het meest benieuwd het donkere type. En juist dat was niet goed. Het was verzuurd en er zat een vervelende bijsmaak aan die leek op het bedorven bier dat ik ooit dronk in Tsjechië. We deponeerden het goedje dan ook maar snel in de afvoerput.

Van het Heller Stern zeiden we beiden dat het een net bier was. Mild bitter, een tikje zuur. Zo’n bier dat niet gaat vervelen wanneer je het een avondlang drinkt met vrienden aan de Stammtisch.

Stern Weisse bleek de beste uit het gezelschap. Een beetje zurig, zacht en prettig naar fruit geurend én smakend. Gueuze-achtig, en dan gueuze van de betere soort. (Het is voor de liefhebber vloeken in de kerk, ik weet het. Maar dát was onze conclusie.) De 5,5 % alcohol maken ook dit bier geschikt om voor langere tijd te drinken zonder onmiddellijk kachel te raken. Mild, smakelijk, een behoorlijke afdronk, waarbij fruit en het zuurtje gehandhaafd blijven. Het bier zag er overigens ook mooi uit in het glas, ik ben daar wel gevoelig voor…

bierproeverij

Voor die Weisse zou je de brouwerij moeten bezoeken, wanneer je weer eens in Berlijn bent (Iedereen is wel eens in Berlijn!) Het is écht de moeite waard. En proef dan meteen die Donkere. En laat me weten wat je ervan vindt.

Adres en openingstijden vind je HIER.

© paul

Stoofpot van kalfswang met oude kriek en compote van blauwe bessen en appel

25 jun. 2011

 kalfswang en compote van appel en blauwe bessen

Paul schreef al uitgebreid over de bierproeverij met vriend Jan. Hij schreef ook dat ik niet zo’n bierliefhebber ben. Dat klopt het kan mij niet zo bekoren dat bubbelige goudgele drankje. Er is echter één uitzondering; Kriek. Dat vind ik af en toe wel lekker. Als ware bierliefhebber sleept Paul dus allerlei soorten kriek aan om mij te laten proeven. Bij de inkoop voor de proeverij vonden Paul en Jan een bijzondere kriek: Oude Kriek van brouwerij Oud Beersel. Honderd procent puur natuur! Op 1 liter van deze kriek gebruikt men 400 gram kersen en géén suiker. Ik proefde en was verkocht. Dit is werkelijk een Godendrank! We zochten wat achtergrondinformatie op internet over de brouwerij en vonden een recept van kalfswang gegaard in deze kriek. Het recept is van Daphnis Abbeloos, Sous-chef van restaurant So te Aalst (B) .Het leek me een goed idee voor een etentje met Bram en Maja.

Kalfswang is ‘in’. Je leest er opeens overal over. Het staat in de beste restaurants op de menukaart, maar zie het maar eens ergens te kopen. Na enig speurwerk bleek dat de Sliggro slagerij kalfswangen verkocht. Ik had ze nog nooit klaargemaakt, nog nooit gezien eigenlijk. Het bleken kleine stukjes mooi dooraderd vlees, een beetje onregelmatig van vorm, per wang een mooie één-persoonsportie.

  • voor vier personen;
  • 1 ui
  • 1 wortel
  • 1 stengel bleekselderij
  • 3 dl oude kriek
  • 2 dl sterke kalfsfond
  • bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)
  • 2 teentjes knoflook
  • boter
  • voor de garnering 100 gram bittere chocolade

Voor de compote:

  • 4 Granny Smith appels
  • 1 dl appelsap
  • 250 gram blauwbessen
  • 1 kaneelstokje
  • 2 eetlepels honing

Snijd ui, wortel en bleekseldderij in grove stukken, stoof ze samen met de knoflook en het bouquet garni in de boter even aan. Kruid de kalfswangen met peper in zout en kleur ze in gebruinde boter. Doe dan de groenten en de kalfswangen in een stoofpot met deksel en giet de kriek en kalfsfond erover. Laat het geheel dan opkoken en verder garen in een voorverwarmde oven op 200 graden. Als de wangen gaar zijn (ongeveer 1 1/2 uur) haal je ze uit de oven en houd ze warm. Zeef de saus en laat even inkoken tot de gewenste dikte.

Voor de compote:

  • 4 Granny Smith appels, schillen, klokhuis verwijderen en in blokjes snijden
  • 1 dl appelsap
  • 250 gram blauwbessen
  • 1 kaneelstokje
  • 2 eetlepels honing.

Doe alle ingrediënten in een pan en laat ze in ongeveer 15 minuten inkoken tot moes.

Serveren; Strijk op elk bord een streep gesmolten chocolade en leg hierop een lepel compote. Daarnaast de kalfswang met wat saus. En daar drink je natuurlijk een glas van die mooie oude kriek bij.

Wij waren blij verrast! Heerlijk, zacht vlees, smelt op je tong! Prima saus. Zó lust ik wel bier!

© ellen

Tussendoortje (met dank aan de Sumiranboerderij)…

24 jun. 2011

bezoekje aan de Sumiranboerderij in Heusden

Wat zijn hennen toch mooi hè. (Hanen ook wel een beetje, maar die zijn zo, eh…, zo hanig. En eieren leggen doen ze al helemaal niet.)

Maar dan zo’n hennetje! Beetje scharrelen, beetje tokkelen, eitje hier, eitje daar… En dienstbaar, zelfs nadat ze ruimschoots afscheid heeft genomen van ons tranendal. Bijvoorbeeld als Pollo alla Cacciatora, als Kig-yar tandoori, Ajam pedis of Tavuk yemekleri. Zelfs wanneer zo’n hennetje zich voordoet als eenvoudige soepkip kraait daar geen haan naar…

Nee, doe mij maar zo’n hennetje…

© paul

La Grande 10 van Brouwerij La Rulles…

 

 la rulles

Het was een druk weekend. Druk vooral voor Vriend Jan en voor mij, want er moest serieus bier worden geproefd. (Druk ook voor Ellen, want die verzorgde de hapjes, de maaltijden en het diner, en niet alleen voor Jan en mij!) We smeerden het “werk” uit over twee dagen. Dubbel werk, dubbel feest, dubbele pret… Ik ga je de komende dagen verslag doen, hoewel niet alles te beschrijven is. Niet alles fotografisch gedocumenteerd, geen goede aantekeningen (jongen doe nou eens niet zo slordig!…) maken dat een paar zaken onbesproken zullen blijven. Enfin…

Brouwerij La Rulles bestond deze maand elf jaar. Hiep Hiep, Hoera…, en lang zullen ze leven. Want waarlijk, al zijn ze nog jong, ze behoren intussen tot de Crème-de-la-crème van het Belgisch brouwersgilde. Altijd voor het beste, compromisloos wat betreft de kwaliteit. (Legendarisch is het verhaal over een brouwsel uit 2006. Niet helemaal was het naar de standaard van La Rulles, ze lieten de hele zaak dan maar verdwijnen in het afvoerputje… )

De brouwerij is in die afgelopen elf jaar wat gegroeid en zit nu op de maximale capaciteit. Hoeveel dat precies is weet ik niet, het radde Frans van de brouwers was iets te veel voor mijn ULO-buitenlands. Maar zoveel is duidelijk, meer produceren dan nu zullen ze niet doen. Uit de opbrengst van de brouwerij zijn drie modale inkomens te halen en daar houden de heren het bij. Met het begrip microbrouwerij wordt in België heel serieus omgegaan.

Ter ere van hun elf-jarig bestaan richtten de brouwers van La Rulles een festival in, wij mochten erbij zijn. En bij die speciale gelegenheid was natuurlijk ook een speciaal brouwsel te verwachten. Het werd de Grote Tien, La Grande 10. Ik was niet in de gelegenheid om het bier op het feest te proeven, want het bevat 10,5 % alcohol en ik diende die dag nog een auto te besturen. Ik hield het bij een Dubbele van het vat (één!). Wel kocht ik een paar flessen in, alsmede een bruine Dubbel en een gewone Tripel.

Zaterdag middag openden we de Grote Tien. Zoals je op de foto ziet is de kleur van een prachtig warm geel. Het bier laat bij uitschenken meteen zijn aroma’s gelden, niet opdringerig, maar wel intens. Zachte moutgeur, een tikkeltje hop en complex. Zacht ook is de smaak. Zacht, zacht, zacht! En tegelijk proeft het bier romig en vol. Smaakmakers als koreander en sinaasappelschil willen nog wel eens een scherpte geven aan een tripel, of in ieder geval hinderlijk op de voorgrond dringen. Niets van dat alles in dit bier. Een heel complexe smaak hier, maar alle smaaktonen in balans. Een klein bittertje, een klein zoetje, maar geheel in evenwicht met de mouten, de hop en de smaakmakers.

Vriend Jan riep in vervoering: “De zachtste tripel ooit!” En dat wil wat zeggen, als je bedenkt dat Jan al jaren zweert bij Westvleteren als Wereldbier nummer één.

Enfin, ik betaalde voor een 70 cl fles € 5,- Ik kan me wel voor mijn kop slaan dat ik niet meer heb ingekocht. Het is gelegenheidsbier, en binnenkort verdwijnt het weer van de markt. En dan zullen we het nooit meer proeven…

De bieren van La Rulles zijn moeilijk aan te komen. Maar ben je een echte bierliefhebber, dan moet ik je dringend aanraden om te gaan zoeken. Je maakt kans bij de échte bierwinkels, zoek ze maar op op internet. In de Gaume ligt het bier van La Rulles overigens gewoon in de supermarkt (zie de verkooppunten op de web-site van La Rulles).

© paul

Azijnvaatje

21 jun. 2011

 azijnvaatje

Op een Middeleeuws festijn in Usseldange (Luxemburg) kochten we onlangs een mooi handgemaakt vaatje. Het is nieuw, maar gemaakt volgens de methode zoals die in de Middeleeuwen al toegepast werd. Het meisje dat het vaatje gemaakt heeft, vertelde ons dat we het vóór gebruik vierentwintig uur in water moesten zetten en daarna in gebruik konden nemen. De inhoud van het vat is ongeveer vijf liter, dat leek mij precies goed voor het doel dat ik ermee voor ogen heb; azijn maken. “Azijn maken? Dat weet ik niet of dat kan. Kun je dan zelf azijn maken?” Het meisje wist wel hoe ze mooie vaatjes moest maken, maar niet wat je ermee zou kunnen doen. Volgens haar gebruikten de kopers van de vaatjes ze alleen om wijn in te bewaren! Heel rustiek, maar daar kocht ik het niet voor.

Wij hebben in een ver verleden wel eerder zelf azijn gemaakt en dat ging prima. Ik had van iemand een ‘starter’ gekregen en daar goten we restjes wijn bij. We hadden toen een mooi glazen ‘vat’. Dat voldeed jaren, tot tijdens een wild feest…

De fles of het vat moet open blijven (wel met een stukje kaasdoek afschermen tegen vliegjes) en je moet er af en toe wat wijn bijgieten. Ik ga me verder verdiepen in hoe het nu eigenlijk precies de beste resultaten opleverd. Ik wil azijn maken van uitsluitend rode wijn.

Weet iemand waar ik zo’n ‘starter’ of ook wel ‘azijnmoeder’ kan kopen? Ook voor verdere tips houd ik mij van harte aanbevolen!

© ellen.

Lindebloesem en andere genoegens…

 

19 juni 2007 003

De temperatuur in Zuidoost Brabant bereikt weer zomerse waarden. Daarbij is het overwegend bewolkt en nagenoeg windstil, bij een optimale luchtvochtigheid. “Plekweer” heet dat bij ons. De minste inspanning maakt dan ook dat je kleren aan je lijf plakken. Ik houd daar niet van.
Eén voordeel geeft het wel: de bloeiende lindebomen geuren overdadig, en de geur verwaait niet.
Door een gelukkig toeval hangen de takken van de bomen bij de overburen laag af, tot op ooghoogte. De geur is bedwelmend zoet.
Onder de bomen staat een bankje, daarop ga ik nu nog een tijdje zitten genieten. Beetje buurten, passanten vriendelijk gedag zeggen.
Het moet wel nu, over een paar dagen is het feest alweer voorbij.

© paul

Varkenshaas met zwarteboontjessaus…

20 juni 2007 012

Bij de sajoer van kool nog een vleesgerecht, ditmaal een variant op een recept van Ken Hom. Ik schreef het al, ik ben niet zo goed thuis in de Aziatische keuken en laat mij dan graag leiden door een chef.
Ken Hom schrijft voor mij begrijpelijke recepten.

De kunst van het wokken is een ander verhaal. Iedereen wokt tegenwoordig. Het zal wel aan mij liggen maar ik vind wokken niet zo eenvoudig. Het is snel te vet, te heet, niet heet genoeg. Een ware kunst om het goed te doen. Vandaag lukte het allemaal prima met dit recept. Dat kwam ongetwijfeld mede door de prima kwaliteit van het vlees dat ik gebruikte.
Zeker voor wokken is dat heel belangrijk!
Van inferieur varkensvlees kun je misschien de smaak nog wat opkrikken met heftige kruiden en veel pepers. Maar een met een goed stuk vlees, wordt wokken pas echt een succes.

Ik gebruikte vanavond een varkenshaas van de Sumiranvarkens die zijn in alle vrijheid en met goed voer gevoed en opgegroeid.
Als je zo’n mooi stukje varkensvlees hebt kunnen kopen probeer het dan ook eens zó klaar te maken;

voor vier personen:
450 gram varkenshaas
1 eetlepel rijstwijn of sherry (ik gebruikte droge sherry)
1 eetlepel lichte sojasaus
2 theelepels sesamolie
1 theelepel maizena
1 eetlepel arachideolie

Voor de saus:
1/2 eetlepel arachideolie
2 eetlepels zwarte boontjes, grof gehakt ( te koop in blikjes, wel even afspoelen voor gebruik)
1 eetlepel fijngesneden knoflook
3 bosuitjes fijngesneden
1 eetlepel fijngehakte sjarlotjes
1 1/2 eetlepel sojasaus
1/2 pepertje, fijngesneden van zaad ontdaan
wat vers gehakte basilicumblaadjes

1 eetlepel bouillon
1 eetlepel sesamolie.

Maak in een grote kom een mengsel van de sherry (of rijstwijn), sojasaus, sesamolie en maizena. Snijd het vlees in dunne plakjes en voeg bij het mengsel in de kom. Laat het vlees zo 20 minuten marineren.

Verhit de wok, giet er de olie in en verhit de olie tot hij begint te dampen.
Roerbak hierin het vlees 2 tot 3 minuten. Schep het vlees dan in een kom.

Veeg de wok schoon en doe er de olie in. Voeg dan snel de boontjes, knoflook, sjalotten en bosui toe. Roerbak snel en voeg dan de sojasaus, bouillon en sesamolie toe.
Laat het mengsel even stoven, doe er dan het vlees weer bij en roerbak nog 5 minuten.

Schep het vlees op een schaal en garneer met de verse basillicum en reepjes  rode peper.

Wij aten er de kool bij en witte rijst.

Espresso toe.
@ ellen.

Fruitige snoepjes…

7 jun. 2011

snoepjes

Ik zoek en ik zoek, ik kan niets vinden.

We kochten deze kegeltjes op een markt in het plaatsje Usseldange, hartje Gutland in Luxemburg. Het snoep is een klassieker, we kwamen het ook al eens tegen bij de patisserie Namur. En op nog een plaats die me nu niet te binnen wil schieten.

Indien klassiek vervaardigd levert het een zeldzaam mooie fruitsmaak op. Zoet, dat wel. De buitenkant zacht versuikerd, van binnen pasteuse, vloeibare vruchtengelei. Bij de kraam waar wij kochten maken ze al het snoepgoed zelf, ook deze kegels. Sinds 1890 is er niets meer aan de receptuur veranderd. Een klein familiebedrijfje uit Vise, onder de rook van Luik, Maison Gicopa. Hun producten noemen ze Les Bonbon de Grand-Mère. Ik kreeg een keurig foldertje mee, maar voor alle zekerheid schreef ik de naam van deze snoepjes op. Zoals dat vaker gaat bij veldwerk raakte ik mijn briefje kwijt en bleek in het foldertje van alles te staan, behalve informatie over deze snoepjes. Ik weet dus niet hoe ze heten, hoe ze gemaakt worden, wat er precies in zit. Ik weet alleen dat ze gloeiend lekker zijn. Iedereen in ons gezelschap vond dat overigens, we waren al snel door onze voorraad heen. De snoepjes kosten € 0,50 per stuk, en dat zijn ze dubbel en dwars waard.

© paul