De flessen lagen al sinds augustus van het vorig jaar op ons te wachten. Koel en donker opgeslagen in de kelder van Vriend Jan. Steeds weer namen we ons voor een proeverij in te richten, steeds weer waren het andere bieren die zich voordrongen. Afgelopen zaterdag was het dan toch eindelijk zover, alle vers ingekochte drank ten spijt.
En het kwam heel onverwacht. Ik opende een fles en werd volkomen verrast door de reactie van het bier. Het spoot met kracht uit de fles. En niet een beetje, nee een ware fontijn, ein springender Brunnen (met dank aan Martin Walser). Ik was meteen de helft van de inhoud van de fles kwijt. En ook van de volgende, en van de volgende…
(Ellen, die graag van een afstand naar onze proeverijen mag kijken, merkte fijntjes, en met een licht cynische ondertoon, op dat het ongeval toch ook een voordeel had. We hoefden nu maar de helft te drinken van het oorspronkelijke areaal, zodat er nog een mogelijkheid open bleef om straks een paar Engelse bieren te proeven. Dit waren literflessen. Elk nadeel heb se voordeel. Ellen houdt niet van bier…)
Enfin, wat er nu precies aan de hand was, ik kan het niet verklaren. Het mocht evenwel de pret niet drukken, we proefden z’n best van de restanten. Laat ik iets over het bier vertellen.
Tijdens hun vakantie in Duitsland bezochten Vriend Jan en Ans een microbrouwerij in Berlijn. De brouwerij ligt in de wijk Kreuzberg, een wijk die in het verleden begenadigd was met een hele hoop van dit soort brouwerijtjes. Nu is Brauhaus Südstern het enige. Het is een microbrouwerij in de ware zin van het woord. Gebrouwen wordt er in het café. Daar worden de bieren ook geschonken en eigenlijk nergens anders. Voor de klant die wat bier mee naar huis wil nemen vult men de flessen ter plekke af. Mooie ranke beugelflessen, inhoud één liter. Jan en Ans brachten aangename uren door in het café annex brouwerij.
Drie soorten behoren tot het vaste pakket van de brouwerij. Twee gerstenbieren van de lage gisting en een bovengistend tarwebier: Heller Stern, Dunkler Stern en Stern Weisse. Verder wordt er door het jaar heen nog gedaan aan bock- en meibieren, al naar gelang het seizoen.
Ik was het meest benieuwd het donkere type. En juist dat was niet goed. Het was verzuurd en er zat een vervelende bijsmaak aan die leek op het bedorven bier dat ik ooit dronk in Tsjechië. We deponeerden het goedje dan ook maar snel in de afvoerput.
Van het Heller Stern zeiden we beiden dat het een net bier was. Mild bitter, een tikje zuur. Zo’n bier dat niet gaat vervelen wanneer je het een avondlang drinkt met vrienden aan de Stammtisch.
Stern Weisse bleek de beste uit het gezelschap. Een beetje zurig, zacht en prettig naar fruit geurend én smakend. Gueuze-achtig, en dan gueuze van de betere soort. (Het is voor de liefhebber vloeken in de kerk, ik weet het. Maar dát was onze conclusie.) De 5,5 % alcohol maken ook dit bier geschikt om voor langere tijd te drinken zonder onmiddellijk kachel te raken. Mild, smakelijk, een behoorlijke afdronk, waarbij fruit en het zuurtje gehandhaafd blijven. Het bier zag er overigens ook mooi uit in het glas, ik ben daar wel gevoelig voor…
Voor die Weisse zou je de brouwerij moeten bezoeken, wanneer je weer eens in Berlijn bent (Iedereen is wel eens in Berlijn!) Het is écht de moeite waard. En proef dan meteen die Donkere. En laat me weten wat je ervan vindt.
Adres en openingstijden vind je HIER.
© paul