Rijst-venkelschotel

rijst mét

En dan heb je weer een halve pan rijst als overschot. Je had je nog zo voorgenomen om deze keer een veel kleinere portie te maken, maak uiteindelijk zit je toch weer met een rest om een weeshuis mee te voeden. De hond vindt het heerlijk, maar ook voor hem is het teveel. En weggooien is geen optie!

Hoe deden we dat ook al weer in onze “arme” tijd? vroeg ik me af. Iets met groenten erbij, zoveel was zeker. Ik ben dan maar aan de slag gegaan met wat ik zoal nog in huis had.

  • 1 venkelknol,
  • 2 sjalotjes,
  • 3 tenen knoflook,
  • 1 eetlepel paprikapasta (of tomatenpuree),
  • 150 gram kleine tomaatjes,
  • peper en zout,
  • olijfolie,
  • 1 theelepel gedroogde oregano,
  • scheutje witte wijn,
  • flinke scheut bouillon
  • 250 gram gekookte rijst.

Bak de gesnipperde sjalotten en gehakte knoflook in de olijfolie op een middelhoog vuur aan tot ze mooi glazig zijn. Stort de in blokjes gehakte venkel in de pan en zet het vuur iets hoger. Verdeel de tomaatjes in kwarten en stort erbij. De oregano erdoor, de paprikapasta, de witte wijn en de bouillon. Even flink doorkoken en dan de pan op de kleinste pit. Deksel op de pan en de zaak kan een goede drie kwartier heel zachtjes stoven. De laatste vijf minuten de gekookte rijst mee laten stoven. Afmaken met peper en zout.

  • Opmerkingen:
  • De groente stooft behoorlijk lange tijd. Wil je knapperige groenten, dan moet je de stooftijd fors terug brengen. Ik blijf erbij dat het gerecht op z’n lekkerst is wanneer alle groenten zacht zijn. Samen met de rijst wordt het een heerlijke “fluffy” massa.
  • Indien je het gerecht te nat vindt worden kun je het vocht even inkoken, voordat je de rijst erbij doet. Houd er wel rekening mee dat de rijst een gulzige vochtslobberaar is. (De rijst wordt er ook lekkerder van.)
  • Ik gebruikte de Turkse paprikapasta (Biber), en wel de scherpe. Tomatenpuree moet ook werken…
  • Wat onwaarschijnlijk stom om deze manier van rijstverwerking te vergeten. Het levert zo’n lekker gerecht op!

© paul

Zuurkool maken…

Enfin, er was door omstandigeheden allerhand schrijfsel blijven liggen. Zo ongeveer mijn laatste bezigheid, voordat ik me in het Grote Grogavontuur stortte, was de bereiding van een vaatje zuurkool.

Ellen gaf me de vrije hand en Vriend Jan werd verzocht om een en ander op video vast te leggen, Jan filmt goed!

Intussen staat de inhoud van dat stenen vat al weer bijna een week te fermenteren op een stil plaatsje in de keuken. Vanaf morgen mag het verhuizen naar de kelder.  Nog een week of vijf en we eten verse zuurkool.

De opnamen die Jan maakte zijn van prima kwaliteit. De komende dagen moet er gemonteerd worden, want ik liet nogal wat steekjes vallen. Taalkundig, maar ook in spel en gebaar. Zodra het filmpje klaar is zetten we het op de site. Ik ga je daarom niks vertellen over dat zuurkool maken, heb nog even geduld.

Ach, misschien over de foto. Ik ben daar doende de verse kool te kneuzen met een houten stamper. Dat breekt de structuur en het zorgt mede voor het uittreden van de sappen. Allebeide bevorderlijk voor het fermentatieproces.

We gaan vaker fimpjes maken (mits Vriend Jan enz…).

© paul

Grog…

 medicijn

Heerst er griep in den lande, ik ben de klos. Het zij in het vroege stadium van de nationale aanval, hetzij in het late. Tussendoor kan ook. Ondanks griepspuit en andere zorgvuldig gekozen voorzorgen krijg ik mijn deel mee. Elk jaar weer…

En natuurlijk komt het nooit uit. En natuurlijk heb ik juist nu van alles te doen. En natuurlijk moet er juist nu weer van alles beschreven worden. Enfin…, het grootste leed is inmiddels geleden. Vanaf morgen ga ik er weer serieus tegenaan. Vandaag beperk ik me, het zoemt nog teveel in mijn kop.

Ellen bakt nu de kalfskarbonaadjes aan, erbij een stoofpotje van linzen, spek, pepers en tomaat. Ik begin weer zin in eten te krijgen. De afgelopen dagen was dat wel anders.

Ik hoefde niks, ik verlangde niks. Met rust gelaten worden, dat wilde ik. Evengoed was ik dankbaar voor de ongevraagde zorgen. Het Kind liep mijn rondje met Hond Max. Ellen schermde me af tegen de kwade invloeden van de buitenwereld. En aan het eind van weer een vruchteloze, half verslapen dag werd ik de nacht in gedreven met haar eeuwenoud medicijn, een zelf gebrouwen drankje: de grog

Pers een citroen uit en doe het sap in een glas. Schud daar een dubbele borrel (of iets meer) bruine rum bij. Vul het glas af met gloeiend water en breng op smaak met goede honing. Ga in bed liggen en slurp de drank in grote slokken naar binnen. De drank moet heet geconsumeerd worden.

Voel al na korte tijd de weldadige werking van warmte, alcohol en smaak. Je wordt rozig en binnen “no time” zak je weg. Je verhitte lijf krijgt nog eens een extra opdonder en al snel lig je te baden in het zweet. Je zorgt dat het dekbed je blijft omsluiten zodat de warmte bewaard blijft. Je droomt weg en slaapt de rest van de nacht als een roos.

Morgen weer een dag…

© paul

Spaghetti met lamsballetjes in tomatensaus…

lamsgehakballetjes

Ik ging een eenvoudige Mediterrane tomatensaus maken en ik bedacht dat ik eindelijk maar eens uit moest zoeken hoe het nu zit in Italië. Soms heet het Sugo, soms Salsa, dan weer Passata. Ik kwam er niet écht uit.

Passata is het resultaat van tomaten koken en daarna door een zeef werken. Dat zou alles moeten zijn, maar de tomatenpulp wordt doorgaans nog gesterilliseert, met toevoeging van smaakmakers, dus is het toch weer meer. Salsa is een benaming die voor allerhande sauzen wordt gebruikt. Tomatensalsa’s worden gemaakt op basis van passata’s, met toevoeging van van alles en nog wat. De beste zijn echter de eenvoudigste (eh…, dan zijn het toch gewoon passata’s?). De benaming Sugo wordt gebruikt voor vleessaus, lijkend op fond. Maar Sugo di pommodoro is een eenvoudige tomatensaus. (Een soort passata?)

De culinaire paus van Italië, Artusi, laat weten dat je sugo niet moet verwarren met salsa. Sugo is een eenvoudige tomatensaus waar hooguit wat knoflook aan wordt toegevoegd. En misschien ook een beetje ui en een vingerlengte selderij. Wat basilicum kan, maar meer moet het niet zijn. Salsa’s, schijft hij verderop in zijn standaardwerk, zijn bewerkelijke sausen, maar de beste Salsa pommodoro is eenvoudig. Gewoon met niks anders dan tomaat, misschien met een kleine toevoeging van…

Nou ben ik sinds mensenheugnis bewonderaar van Artusi. Ik neem hem heel serieus. Zo ook de Italiaanse oma’s op Youtube. En de schrijvers van de grote Italiaanse kookboeken,  Maar snap je lezer, dat ik een beetje simpel wordt van die spraak- en begripvervuiling?

Ik maakte dan maar de simpelste saus die ik kon bedenken. Ik noem hem Salsugo. Het recept als hier beschreven voldeed vanavond voor drie personen:

  • spaghetti naar behoefte,
  • 1 sjalot,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • olijfolie,
  • peper en zout,
  • paar takjes peterselie,
  • 500 gram gekruid lamsgehakt.

Fruit in een braadpan (op matig vuur) de gesnipperde sjalot en de fijn gehakte tenen knoflook in de olijfolie. Wanneer die na een paar minuten glazig zijn geworden stort je er de tomatenpulp bij. Verdun de saus met een scheutje witte wijn en een scheutje water tot je een consistentie hebt zoals van dikke gebonden soep. Breng op smaak met peper en zout en laat de saus rustig pruttelen. Proef of het gehakt voldoende op smaak is en kruid eventueel bij. Draai er ballen van en leg die in de saus. Laat het vlees rustig garen. Breng een pan water aan de kook en gaar de spaghetti naar voorschrift. Giet af en dien op. Stort de balletjes en saus op een voorverwarmde schaal en bestrooi met gehakte peterselie. Serveer.

Enkele opmerkingen:

  • Ik gebruikte gekruid lamsgehakt van onze Turkse slager. Dat heeft niks met Italië te maken. Maar het is goed gekruid, met verse koriander, met knof, met scherpe peperpasta, met zout. Je hoeft er niks aan te doen, de smaak klopt. Vaak is gekruid gehakt milder. Het is aan jou om de smaak kloppend te maken. Ook leent het gehakt zich ertoe om meteen ballen van te maken. Sommig gehakt is zo rul dat je het moet binden met brood en ei.
  • De tomatensaus is van een simpelheid die grenst aan infantiliteit, de smaak is overweldigend, altijd weer…
  • Indien je een voor- en nagerecht maakt kun je beslist meer dan drie monden voeden met dit recept.

Ik zit dit stukje te schrijven in de studeerkamer van Marleen. In de belendende ruimte, hullie woonkeuken, zit het kompleet gezelschap te werken aan de Carnavalspèkskes. (Neel roept: ik kom één muts tekort).

© paul

Het Zuurkoolvat…

zuurkoolpot

Stenen keukengerei, we verzamelen het al sinds mensenheugnis. Het mag steengoed zijn, of het is aardewerk, soms sluipt er zelfs wat bicuit binnen (dat is bij zo’n lage temperatuur gebakken dat het al uit elkaar valt wanneer je ernaar kijkt). Het mag allemaal de pret niet drukken, als het maar keramiek is. Je hebt in de loop van de tijd al heel wat van onze verzameling voorbij zien komen op deze site, want alles wordt gebruikt.

We betrekken onze spulletjes via uitdragerijen en vlooienmarkten. Het kost doorgaans geen knoop. Een snelle inventarisatie van de stenen potten, pannen, schalen en borden leert dat we in de loop der tijd slechts één, misschien twee stukken nieuw kochten. Het is leuk om te zoeken, leuk om te vinden. En het is geweldig gereedschap in de keuken en aan tafel.

Nu hadden we echter een grote doube-achtige pot nodig. Minstens vijf liter moest de inhoud zijn, en dan ook nog eens hoog genoeg. We besloten dan maar tot aanschaf van een nieuwe pot, de kans om in de nabije toekomst zo’n ding tweedehands te vinden was nihil.

Enig zoeken op internet deed ons belanden bij een site luisterend naar de naam Keukenkeramiek. Het is een internetbedrijf en het is gevestigd in Beegden, Midden-Limburg. En zij hadden dus die ene pot… Verder was er de mogelijkheid om op afspraak langs te komen. Vanmiddag hobbelde het Ministerie dus naar het Zuiden.

Een piepklein hokje was tot aan de nok volgestouwd met keramiek. De bulk van het bedrijf was in een ander deel van het huis opgeslagen. We zagen de doube, bevoelden hem, keurden hem en het was goed. Bleek er nog een forse korting in het verschiet omwille van het zelf ophalen van het ding. Ik keek nog wat rond en koos wat beukenhouten gereedschap, ik had het thuis al op de site uitgezocht. En toen stond die zuurkool pot daar. Aanbieding met alles erop en eraan. Pot, schaaf, stamper, knijper, gewichten. Een complete uitset voor een beginnend zuurkoolmaker. Ik was meteen om. De pot was zo mooi. Keuls steengoed was het, gebakken bij 1300 graden. Een prachtige, aaibare huid, alle details vakkundig afgewerkt. Oerdegelijk Duits vakwerk van net over de grens. Ook de maat stond me meteen aan. Inhoud 3 liter. Niet te groot, niet te klein.

Enfin, en nieuw hoofdstuk gaat geschreven worden in de analen van het Ministerie. Vandaag of morgen maken we onze eerste portie zuurkool. Over een week of zes is het klaar, je zult het zien.

Overigens, die andere pot, die waar het eigenlijk om te doen was, die pot zie je zaterdag, gevuld met het mooiste van het zwijn en de lekkerste bonen…

© paul

 

Zomaar een zaterdag…

onthulling van het bordje

Ik zit nu al tien minuten naar het scherm te turen en ik weet nog steeds niet wat ik vertellen wil.

Niet dat er vandaag (zaterdag) niets gebeurde… We bezochten de markt in Helmond. We waren laat voor onze doen, we lazen thuis eerst twee ochtendbladen en slurpten een grote pot sterke koffie weg. Erbij toast en een drie-minuten-eitje.

Onze Turkse slager deed een soort quiz met Ellen, waarbij hij haar testte op haar kennis van linzensoep uit het Noord-Westen van Turkije.; ze slaagde met vlag en wimpel. Vervolgens maakte de dochter van onze Citrusboer seksistische grapjes over mannen (heel bijzonder om de ellende ook eens van de andere kant te horen);en ook bleef de dochter van onze Groenteboer, ondanks alle koude, liefdevol wachten tot wij onze keuze gemaakt hadden; onze Visboer beloofde ons een snoekbaars, af te halen aanstaande donderdag op het Pastoor Poelplein te onzent. Onze Bloemenboer maakte zich oprecht zorgen over de handelswaar van vorige week. Had niemand vorstschade opgelopen? Onze Shoarmaboer had het koud, daar stokte voor vandaag de conversatie. En onze Kaasboer lieten we links liggen, we hadden nog voldoende op voorraad.

Ik zou nu verder moeten schrijven over de House Warming Party van Bert, maar ik kan geen bruggetje maken… Misschien moet het Ministerie voor de rest van de avond haar burelen maar sluiten. Over al die speciale bieren die Bert te bieden had moeten we misschien een andere keer schrijven…

lezer, het ga je goed, welterusten!

 

Het misterie van de Plofslak…

huisnaambordje

Tijdens het Naambordfeestje presenteerden we voor de liefhebbers ook wijngaardslakken. De schoteltjes kwamen gloeiend uit de oven, ieder was gewaarschuwd. Met een prikkertje of een vorkje viste je voorzichtig een slakje uit de pan en de kruidenboter sopte je daarna met een stukje stokbrood op. De animo van de gasten was groot.

Vriend Jan koos zijn slakje uit en bracht zijn vorkje vervaarlijk dicht bij het prooidier. Toen er dan sprake was van écht fysiek contact liet het slakje een gemene plof horen en vloog in een prachtige boog, als een ouderwetse mortiergranaat, in het bierglas van Vriend Jan. Verschrikte reacties, maar ook hilariteit. Hoe was het mogelijk!

En natuurlijk was er iemand met een pyro-technische achtergrond, die onmiddellijk de baan van het projectiel begon te berekenen om zodoende de kracht van de explosie te achterhalen. Het lukte haar niet.

Het bleef gelukkig bij dit ene accident met de wijngaardslakken. Wel gaf het nog geruime tijd stof tot overdenken. Hoe was het bijvoorbeeld mogelijk dat het bier van Jan (Lupulus dubbel) zijn mooie bruine schuimkraag behield, nadat het vette slakje uit het glas was gevist? En waarom sprongen al die andere slakjes niet net zo uit de pannetjes? Enfin, once-in-a-lifetime

© paul

 

Ministerie ontstijgt virtuele wereld…

onthulling van het bordje

Het gonsde al enige tijd op Facebook: er stond op die zondag in januari iets te gebeuren op het Ministerie van Eten en Drinken… Mondjesmaat werd er informatie gelekt, elke dag een beetje. Volop reageerden lezers op de berichtjes en men gokte naar alle kanten. Maar uiteindelijk bleef het aanstaande gebeuren geheim. Nu is de tijd daar om het hele verhaal te vertellen, maar daarvoor moeten we eerst een zijsprong maken, een beetje grasduinen in het wel en wee van ons dorpje.

Gemert heeft een rijk cultureel leven, zowel in de breedte als in de diepte. Het verenigingsleven bedient eenieder op zijn of haar wenken, je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt wel ergens terecht om jouw hobby, passie of levensbehoefte uit te oefenen. En het is met meer dan gepaste trots dat wij beseffen dat de kwaliteit van dat alles ver uitsteekt boven dat wat je verwacht van een middelgrote plattelandsgemeente.

En dan is er de Heemkundekring. Een bloeiende vereniging met tal van leden. Niet een belegen dorpsklup van enkele notabelen, maar een breed gedragen vereniging. Er wordt aan wetenschappelijk onderzoek gedaan, men geeft boeken uit, men verzamelt en archiveert. En nog veel meer, maar daarvoor ga je zelf maar op bezoek bij de Heemkundekring.

Een van de voortvloeisels van de Vereniging is de Stichting Gemert Vrijstaat. Die stichting omschrijft haar activiteiten als volgt : De Stichting Gemert Vrijstaat is opgericht met het doel om de historische identiteit van Gemert te versterken. Dat doet zij door het aanbrengen of stimuleren tot het plaatsen van beelden, naamborden, gevelstenen, huisnamen, wapens e.d. die gerelateerd zijn aan historische feiten van de betreffende plek.

In de traditie van de Heemkundekring (en dus ook in die van de Stichting Gemert Vrijstaat) is moderne geschiedenis óók geschiedenis. En in hun opvatting betekent het dat je met geschiedkunde ook heel dicht bij de actualiteit kunt zitten. In dat kader bedacht men dat het Ministerie min of meer officieel opgenomen diende te worden in de analen van ons dorp. We kregen een naambord aangeboden.

Gisterenmiddag onthulde Ellen het bordje, onder toeziend oog van de Staatssecretaris van de Vrijstaat, Ad Otten, en een klein select gezelschap van Ministerievolgers. De gebeurtenis was uiteraard aanleiding tot een feestje. Daarover later meer.

Het grafisch ontwerp én de letters zijn van de hand van Harry Huybers

huisnaambordje huisnaambordje

De toverhazelaar bloeit…

Een dag na Kerstmis liep ik, laat op de avond, nog even mijn vaste ommetje met hond Max. Een stief kwartiertje duurt die wandeling, het is maar dat baas en hond nog even een frisse neus halen. De bulk aan beweging heeft eerder op de dag plaats gevonden.

In de Gemeentetuin ( een klein park met prachtige oude kastanjes en eiken) staat sinds enige jaren een laantje toverhazelaars. Ik houd ze rond deze tijd goed in de gaten; half januari verschijnen daar de eerste bloemetjes van het jaar, dat is altijd zo, ijs en weder dienende.  

Mogelijk was het een gevolg van het relatief zachte weer, maar één struik was op die decemberdag helemaal in bloem geschoten. De anderen hielden hun knoppen nog strak gesloten. Nog nooit gezien, zo vroeg in het seizoen…

Ik wist uit ervaring dat het weinig zin heeft om bloeiende takken van de toverhazelaar op vaas te zetten, na een paar dagen zijn de boesems verwelkt. Ik sneed dan maar een tak van een van de andere, niet bloeiende toverstruiken, in de hoop dat ik die op bloem kon trekken.

Ik zette die tak op een niet al te warme plaats en vandeweek kwamen de bloemetjes daadwerkelijk uit. Als een sprookje zo mooi…

Ellen verplaatste de bloemen gisteren naar een prominentere plaats in huis. Ze staan nu te pronken in de nis van de boekenkast. En bovenal, hoe is het mogelijk dat zulke kleine bloemetjes zo overdadig kunnen geuren. Het lijkt een beetje op mimosa, maar dan veel minder amandelig.

Voorjaar?! Ik ben er nog helemaal niet aan toe…

© paul

Abstract meal…

 

 De hoogtijdagen van het Abstract Expressionisme liggen alweer geruime tijd achter ons. En ach, het is goed zo. Té veel epigonen, té veel charlatans, té makkelijk uitgevallen kladderaars lieten hun bagger achter in de vooronderstelling dat wat Jackson Pollock deed ook voor hen was weggelegd.  

Begrijp me goed, ik heb niks tegen abstract expressionisme als stroming. Het ontstaan was een logisch gevolg van ontwikkelingen in de schilderkunst aan het eind van de negentiende en vooral het begin van de twintigste eeuw. Het was de bevrijding uit het keurslijf van de figuratie. Het ging over een geheel nieuwe probleemstelling in de schilderkunst. Het abstract expressionisme werd een autonome stroming, maar het liet ook dwingend sporen na in alle segmenten van alle andere kunsten; film, literatuur, dans, fotografie, beeldverhaal, ja zelfs toneel en muziek, zij allen profiteerden ervan. En uiteindelijk brak het abstract expressionisme de weg open voor weer heel andere ontwikkelingen, met name in de beeldende kunsten.

Ellen zat wat te spelen met haar nieuwe laptop. Ze raakte intussen handig thuis in het Windows 8 programma. Op enig moment verscheen het beeld zoals het hier boven aan de pagina staat. Het was niet haar bedoeling om een abstract beeld te scheppen, Ellen is geen epigoon… 

Je kijkt ook niet naar een schilderij, je kijkt naar eten…  Rode witlof en proscuitto, overbakken met comtékaas. Een uitstekend gerecht, bij een andere gelegenheid zal Ellen het beschrijven. We aten er kip bij, en aardappelpuree uit de oven. Alles bij elkaar was daar weinig abstracts aan…

Laten we het erop houden dat het onze ode is aan Robert Motherwell. Aan Mark Rothko, en vooral aan Jackson Pollock.

En laten we het erop houden dat iedereen nou stopt met dat abstract expressionisme. Het is voorbij mensen, het is écht voorbij…

© paul