Tijdens het Naambordfeestje presenteerden we voor de liefhebbers ook wijngaardslakken. De schoteltjes kwamen gloeiend uit de oven, ieder was gewaarschuwd. Met een prikkertje of een vorkje viste je voorzichtig een slakje uit de pan en de kruidenboter sopte je daarna met een stukje stokbrood op. De animo van de gasten was groot.
Vriend Jan koos zijn slakje uit en bracht zijn vorkje vervaarlijk dicht bij het prooidier. Toen er dan sprake was van écht fysiek contact liet het slakje een gemene plof horen en vloog in een prachtige boog, als een ouderwetse mortiergranaat, in het bierglas van Vriend Jan. Verschrikte reacties, maar ook hilariteit. Hoe was het mogelijk!
En natuurlijk was er iemand met een pyro-technische achtergrond, die onmiddellijk de baan van het projectiel begon te berekenen om zodoende de kracht van de explosie te achterhalen. Het lukte haar niet.
Het bleef gelukkig bij dit ene accident met de wijngaardslakken. Wel gaf het nog geruime tijd stof tot overdenken. Hoe was het bijvoorbeeld mogelijk dat het bier van Jan (Lupulus dubbel) zijn mooie bruine schuimkraag behield, nadat het vette slakje uit het glas was gevist? En waarom sprongen al die andere slakjes niet net zo uit de pannetjes? Enfin, once-in-a-lifetime…
© paul
