Mijn eerste brood…

IMG_2054

Als zelfbenoemd bakkersknecht mocht ik in het verleden opdraaien voor het zware werk, namelijk het kneden van het deeg. Ellen evenwel besliste over receptuur, ingrediënten en ovenbehandeling. En daar gaat vanaf nu verandering in komen: zie hier mijn allereerste brood ooit, van begin tot eind zelf gemaakt.

Toen het Kind nog een Kruimeltje was putten wij ons uit om het zo gezond mogelijk groot te voederen: gezond en goed…  (Ach je weet wel, zo’n jaren zeventig kind dat naar school werd gestuurd met bio-boterhammetjes besmeerd met bio-pindakaas, dewelke het Kruimeltje dan op school onmiddellijk ruilde tegen kleffe witte sneden, besprenkeld met hagelslag van Venz…) En aangezien in die tijd verantwoord brood niet te krijgen was in ons dorpje moesten we zelf bakken. Dat was geen straf en we hebben het een hele tijd volgehouden.

Maar enfin, het Kruimeltje werd Kind, en het Kind vloog uit. Ikzelf ging minder brood eten en Ellen vond met de jaren een redelijk alternatief bij de plaatselijke middenstand. Het zelf bakken begon in onbruik te raken.

Bevredigend was dat gekochte brood uiteindelijk toch niet, en voor écht goed brood dienden we een kilometer of vijftien te reizen, wat een rare bezigheid was wanneer het om je dagelijkse kost ging. En soms kwam er brood via een bio-bestelservice naar het dorp, dat kon ook. Echter daarvoor was ons leven dan weer te onregelmatig, we waren niet in staat om een week vooruit te plannen hoeveel sneden brood we zouden gaan eten. Kortom, ontevreden gevoelens stapelden zich op.

Laatstleden diende zich echter een mogelijke oplossing aan. Een van de Foodbloggers die we hebben gelinkt aan onze web site is Levine van Doorne. Zij verzorgt al ruim negen jaar een blog over eten en drinken, en het bakken van brood neemt daarin een speciale plaats in.

In het najaar van 2014 publiceerde Levine van Doorne haar eerste boek. Het heet Brood uit eigen oven. Gedurende de afgelopen maanden kwam ik diverse recensies tegen in verschillende nationale media, ze waren allemaal van grootmoedig tot lovend. En dat heeft waarschijnlijk vooral te maken met de inzichtelijke manier waarop Levine de materie beschrijft. Ik ga over dat boek binnenkort nog een en ander zeggen, vooralsnog volstaat de mededeling dat Levine me aan de hand nam en me mijn eerste brood liet bakken.

Mijn eerste brood ziet er niet zo heel erg confessioneel uit, het had wat anders gevormd mogen zijn. Maar toch, het oogt eigenlijk behoorlijk stoer en smaken doet het excellent…

© paul

 

Gegrilde pastinaak met honing…

IMG_1963

Ik gebruik zo’n klein rood boekje, mijn rood boekje. Ik heb het van Ellen gekregen; zij, op haar beurt, nam het ooit eens in ontvangst als souvenir bij een of ander onderwijscongres.

Ik teken er allerlei dingen in aan, belangrijke en onbenullige, maar het betreft altijd zaken waarvan ik denk dat ze me ooit nog te pas zullen komen; ik noteer de boodschappen random (zoals dat in modern Nederlands heet). Regelmatig blader ik het boekje door; ik streep weg wat ik heb gebruikt, ik teken aan wat ik snel wil gebruiken. Zo blijft het boekje actueel. Het boekje is intussen half vol, of half leeg, daar wil ik vanaf zijn.

Wanneer ik recepten overschrijf in mijn boekje dan doe ik dat doorgaans zorgvuldig. Ook noteer ik altijd waar ze vandaan komen, wie ze beschreven heeft en waar ze werden gepubliceerd. Je moet daar zuiver en helder in zijn, vind ik.

Een enkele keer lukt dat niet. Het heeft altijd met vluchtigheid en tijdsdruk te maken (radio, televisie, geleend tijdschrift, gehoord verhaal…). Een recept komt voorbij en je voelt aan dat het de moeite waard is. Je noteert razendsnel wat je aan informatie op kunt pikken en probeert een en ander op een later tijdstip een beetje te boetseren tot iets bruikbaars.

Ziekenhuis, 29/11/’13, BBC 1987 (?), recept uit Sicilië… En vervolgens dan de notatie, gemaakt vanaf het scherm van de ziekenhuis-treurbuis. Enfin, het leverde al met al een bruikbaar recept op, ik ga het binnenkort voor je maken.

Soms echter put ik me uit in slordigheden; bijvoorbeeld bij dit gerecht van gegrilde pastinaken met honing. Kwam ik het tegen in het Eindhovens Dagblad? In de Volkskrant, in Trouw of NRC? Ook de preciese be- en verwerking noteerde ik slordig. Waar het recept vandaan komt blijft een raadsel, hoewel het Verenigd Koninkrijk een vooraanstaande kandidaat lijkt.

Evengoed heb ik de groente wél klaargemaakt. Op eigen wijze en ondanks de kreupele aantekeningen. En als begeleider van de juiste zaken leverde het iets heel bruikbaars op. Ik gebruikte één pastinaak per personen.

  • 2 pastinaken,
  • 2 eetlepels vloeibare honing,
  • olijfolie,
  • zout en peper.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Schil de pastinaken en snijd aan de bovenkant het verharde kapje weg. Halveer nu de pastinaken in de lengte. Snijdt de helften nu nog een keer in de lengte door. Bestrijk vervolgens al die lange kwarten aan alle kanten met olijfolie en leg ze in een ovenschaal. Laat de pastinaken nu een minuut of twintig roosteren. Tijdens die gaartijd worden de stukken een keer gedraaid. Vervolgens worden de pastinaken bedruppeld met vloeibare honing en gaan dan terug de oven in voor nog eens een kwartier. Ook nu worden tussendoor de stukken een keer gedraaid. Zout erover en een flinke zwieper met de pepermolen, het gerecht kan op tafel.

Wij aten de pastinaken bij lamskarbonades, een geweldige combinatie. Lamsvlees is gek op zoet. En oh ja, een volgende keer gaat er verse rozemarijn bij…

© paul

 

Pintxos (tapas) van zalm, ei en ansjovis…

Tapas uit Baskenland...
Tapas zijn van oorsprong een Zuid-Spaanse aangelegenheid. Later vond je de mini-gerechtjes verspreid over heel het Iberisch Schiereiland, en vandaar begonnen de hapjes hun zegetocht over de aarde. Iedereen noemt tegenwoordig zijn kleine gerechtjes tapas, uit welk deel van de wereld ze ook mogen komen…

Basken trekken zich daar verder niks van aan. Zij komen uit het noorden van Spanje en het zuiden van Frankrijk, maar spreken hun eigen taal. Tapas? Het zal ze een zorg zijn. Zij noemen hun borrelhapjes pintxos. Ze bedoelen er overigens hetzelfde mee als de rest van Spanje, behalve dan dat pintxos over het algemeen wat luxer zijn uitgevoerd.

Ik had een afbeelding gezien van de pintxos met zalm, ei en ansjovis, het schijnt een klassieker te zijn in San Sebastian. Een recept had ik niet, maar de afbeelding sprak voor zich, ik kon de pintxos zo op het zicht namaken.

Als basis gebruik je vers, knapperig stokbrood. Daarop een plak gerookte zalm, een schijfje ei en een in olijfolie ingelegde ansjovisfilet. Tussen het ei en de ansjovis hoort in het oorspronkelijk ontwerp nog een gepelde garnaal, we hadden die even niet in huis, maar het leek me ook een wat overbodige toevoeging.

De zure augurkjes heeft Ellen erbij gesmokkeld; zij vindt dat lekker en het past er wonderwel bij. Ik heb er geen idee van of er in Baskenland ingelegde augurkjes worden gegeten, ik kon er niks over terugvinden.

Een paar druppeltjes citroensap over de pintxos doet wonderen. De kruidenmayonaise voegt wel iets toe, maar kan net zo goed worden vergeten.

© paul

 

De kersen op de taart…

Amarenekersen...

Met moeite diste ik de huissleutel uit mijn binnenzak. Hond Jaros trok me met zijn riem haast omver en tot overmaat van ramp bleek de voordeur te klemmen. Het zat allemaal niet mee, deze dag. Mijn kop vol snot, verhoging van lichaamstemperatuur, mijn oren dicht ten gevolge van de verkoudheid en mijn brein voelde als een wattenbol.

Eenmaal binnen trok Hond Jaros een sprint door het huis, en weer terug, en nog eens. Hij kwam kennelijk tekort aan ons mini-rondje door de tuin van de nonnen, hij blaakte nog van energie. Hij wél… Ik sukkelde door het huis in de richting van mijn plaatsje achter in de keuken. Met mijn rug tegen de kachel, dat wilde ik.

Op het aanrecht stond dat bordje met kersen, amarenekersen. Eindelijk gerechtigheid dacht ik, in ieder geval iets in huis wat tot troost stemt. Ik stak mijn hand al uit, maar ik werd wreed gecorrigeerd door een gil uit het achterhuis.

Die kersen zijn voor de taart!

Hoe had ze dat nou in de gaten? Ze zat met haar rug naar me toe… En gut, waarom moest dat nou zo luid? Ik kon dat toch niet weten, van die taart en zo…

Ik ben dan maar naar bed gegaan, het kwam deze dag niet meer goed…

© paul

 

Gestoofde paprika met balsamicoazijn…

Gestoofde paprika met balsamicoazijn...

Mijn credo over de vergeten gerechten ken je inmiddels, ik schreef er al té vaak over. Tijdenlang bestempel je iets als favoriet, je zult het altijd weer opnieuw blijven maken. Het is zo lekker, het past zo goed bij andere gerechten, je gasten zijn er zo dol op, jijzelf likt er steeds je vingers bij af, enfin,.. dit gerecht is voor de eeuwigheid.

En op de een of andere manier verdwijnt het gerecht dan toch heel stiekempjes uit je gezichtsveld. Je maakt het wat minder vaak, andere gerechten deden het namelijk ook heel goed bij je maaltijd. En dan komt er een moment dat het gerecht verdwijnt in het vuilnisvat van de vergetelheid. Waarom? Geen idee. Was je het tegen gegeten? Absoluut niet! Wat was er dan? Geen idee…

Zoiets gebeurde onder anderen met het groentenpotje van deze dag: gestoofde paprika’s met balsamicoazijn. De eerste en laatste keer dat we het recept beschreven op deze web site is alweer bijna tien jaar geleden, de laatste keer dat we het gerecht aten kan ik me niet eens herinneren (Ellen trouwens ook niet..). En dat terwijl….

Enfin, vandaag dan eindelijk weer eens die vergeten favoriet; het smaakte als vanouds: geweldig! Het recept kwam destijds tot ons via Antonio Carluccio, maar we hadden er geen beschrijving van, we moesten het doen met videobeelden. We gaven er dan maar onze eigen draai aan. Het resultaat was (en is) meer dan bevredigend, nog steeds… Zoals hier beschreven voldoet het als groentegerecht bij een warme maaltijd voor twee personen.

  • 2 paprika’s, liefst verschillend van kleur,
  • 1 middelgrote ui,
  • 2 tenen knoflook, platgeslagen en daarna in grove stukken gehakt,
  • 1 eetlepel olijfolie,
  • 2 eetlepels balsamico azijn.
  • Versgemalen zwarte peper en zeezout.

Ontdoe de paprika’s van zaadlijsten en snijd ze in repen. Snijd de ui in halve ringen en plet de knoflooktenen en hak ze fijn. Verhit de olijfolie in een koekenpan of hapjespan en bak er vervolgens de uienringen en de knoflook in aan op een middelhoog vuur. Wanneer de uienringen glazig worden en iets aankleuren gaan de paprikarepen erbij. Even het vuur op hoog om alles door te verwarmen en dan de vuurbron terugbrengen naar laag. Laat de hele boel vervolgens vijftien minuten sudderen. Dan gaat de balsamicoazijn erbij. Geef extra smaak met een paar zwiepers uit de peper- en zoutmolen. Schep goed om en laat de groenten op laag vuur vijf tot tien minuten sudderen. Controleer de smaak en maak eventueel af met peper en zout. Klaar….

  • Wanneer je veel gasten hebt kun je het gerecht ook in de oven bereiden. Maak de groenten schoon en besprenkel ze met olijfolie. Schud het zaakje goed om zodat er zich een filmlaagje olie om de paprika’s, uien en knoflook vormt. Voeg dan de balsamicoazijn toe. De bedoeling is dat de balsamico lichtjes karamelliseert, te lang in de oven zal de azijn bitter maken.
  • Ellen laat weten dat zij deze groente de ideale begeleider vindt bij lamsvlees, in welke vorm dan ook.

Wij aten er vanavond rijst bij, en een stukje varken.

Heb ik je al verteld over onze nieuwe espressomachine, ik geloof het niet. Komt eraan lezer, komt eraan. Vanavond was het in ieder geval: espresso toe…

© paul

 

 

Sint Jacobsschelpen met zeebanketsaus en saffraan…

Jacobsschelpen met zeebanketsaus en zeekraal...

Vers in de schelp kom ik ze zelden tegen, en als ze al eens aangeboden worden wekken ze lang niet altijd de indruk te blaken van welstand. Meestentijds vallen we dan ook terug op ingevroren exemplaren; soms zit de oranje-rode koraalstreng eraan, vaker echter zijn het alleen de nootjes van de tweekleppers. Maar goed, ook dan blijft het goddelijk voedsel, die Sint Jacobsschelpen, Jacobsmosselen, coquilles Saint-Jacques, great scallops of hoe je ze ook noemen wilt.

Met Ans en Vriend Jan sloten we de eindejaarsfeesten af middels een maaltijd op zaterdag 3 januari, en Jacobsschelpen vormden daarbij een gewaardeerd voorgerecht.

De basisbereiding van de pre-fab Jacobsschelpen is uitermate simpel en snel klaar. Je bakt de nootjes van Jacobsschelpen eenvoudigweg in boter aan alle kanten bruin. Anderhalve minuut aan de ene en anderhalve minuut aan de andere kant. Nog even op de zijkant rollen om die ook een bruin korstje te geven en dat was het wel. De bedoeling is dat er een knapperig krokant, maar flinterdun huidje om de nootjes ontstaat. Vanbinnen is het vlees wit, een tikje glazig en bijna doorschijnend. Je hoeft je er geen zorgen over te maken of ze wel gaar genoeg zijn, verse Jacobsschelpen kun je zelfs rauw eten. Te lang bakken maakt het vlees stug en haalt wat van de fijne smaak weg.

Jacobsschelpen smaken heerlijk van zichzelf, maar een goede saus verhoogt de feestvreugde tot in het oneindige. In dit geval koos Ellen voor een saus naar voorbeeld van chefkok Michel Roux senior. Hij noemt het Sauce aux fruits de mer safranée

Ellen gebruikte nét wat andere ingrediënten (gewoonweg omdat we die in huis hadden) en maakte zo haar eigen Zeebanketsaus met saffraan… De saus is niet moeilijk te maken, maar je moet er wel even aan werken. Bak dan ook je Jacobsmosselen pas nadat je saus helemaal klaar is, je komt anders bedrogen uit. Ik beschrijf de saus zoals Ellen hem bereidde.

  •  3,5 dl. garnalenbisque,
  • 2,5 dl. visbouillon,
  • snuifje saffraandraadjes,
  • 2 dl. slagroom,
  • zout en peper uit de molen.

Doe de garnalenbisque en de visbouillon in een steelpan en zet die op hoog vuur. Laat de vloeistof tot een-derde inkoken. Blijf steeds controleren of de saus niet te dik word of te dun blijft. Ben je tevreden over de consistentie, voeg dan de saffraan en de room toe en laat de saus nog vijf tot tien minuten doorpruttelen, afhankelijk van hoe dik je de saus wilt hebben. Blijf controleren… Passeer de saus door een (punt)zeef. Een flinke zwiep met de pepermolen kan geen kwaad; let op met zout, je bouillon en bisque zijn al gezouten. Eenvoudige saus, maar ik zei het al,  je moet er even aan werken.

Stoof de zeekraal in een beetje boter, een minuut of vijf. Bak de Jacobsschelpen en leg ze op de zeekraal. Garneer met een randje saus en geef de rest van de saus in een bakje. De liefhebber zal er met passie en genot z’n stukje brood in soppen.

Opmerking: voor de saus kun je ook het kooknat van mosselen gebruiken, het sap van oesters en Jacobsschelpen of het kooknat van langoesten. De smaak zal altijd weer een slag anders zijn, maar bruikbaar is het allemaal…

© paul

 

Plzeñský Prazdroj…

Pilsner-Urquell
Plzeňský Prazdroj is waarschijnijk de meest prestigieuze brouwerij van Tsjechië, in ons land beter bekend onder de Duitse naam Pilsner Urquell.

In de voorloper van deze brouwerij werd op 5 oktober 1842 een geheel nieuw biertype gepresenteerd, een biertype dat we nu kennen onder de naam pils of pilsner. We danken de uitvinding aan de Beierse meesterbrouwer Josef Groll, die het ontwikkelde. Het pilsnertype is heden ten dage het meest gedronken bier in de wereld.

De oorspronkelijke naam van de brouwerij was Bürger Brauerei, maar in 1898 doopten de inwoners van het Tsjechische stadje Pilzen (Tsjechisch: Plzeň) de brouwerij om tot Pilsner Urquell. Zo was in twee woorden duidelijk waar de bakermat van de godendrank lag.

Er stroomde intussen veel water naar de zee. Pilzen was eind negentienhonderd Oostenrijks, het werd Tsjechisch, daarna Duits en dan weer Tsjechisch. Pilzen stond onder feodaal bestuur, werd democratisch, dan fascistisch en daarna communistisch. Intussen heerst er al weer vijfentwintig jaar een democratisch regime.

Onder dat hele scala aan staatkundige en sociale beslommeringen bleef de Plzeňský Prazdroj bier brouwen. En welke gezindte, kleur of status de politieke heerser ook aanhing, de kwaliteit van het Oerpils had er niet of nauwelijks onder te leiden.

Wanneer zelfs Duitsers uit het noorden én Duitsers uit het zuiden.., of wanneer zelfs Luxemburgers beweren dat Pilsner Urquell op gelijke voet kan staan met hun eigen brouwsels, dan bedoelen ze eigenlijk dat dat Urquell de betere troeven heeft, ze kunnen het alleen niet toegeven (zelf gehoord van die Duitsers uit het zuiden en noorden, zelf gehoord van die Luxemburgers). En ik mag dan geen gekend pilsdrinker zijn, dat Urquell smaakt me goddelijk, dat ís goddelijk…

Ik vertel je dit verhaal omdat Ans en Vriend Jan kort voor de Jaarwissel de brouwerij in Pilzen bezochten. Ze namen een en ander voor me mee; naast het gouden pilsner ook enkele speciaalbieren. Over die speciaalbieren wilde ik je schrijven, maar ik heb nog niet genoeg gegevens. Je moet het dus even doen met dit loflied op Pilsner Urquell. Op dat andere bier kom ik snel terug.

En hoe verging het dan de Meesterbrouwer Josef Groll?  Na zijn uitvinding verliet Josef Groll Pilzen al snel. Op 30 april 1845 liep het contract met de Burgerlijke Brouwerij in Pilzen af, het werd niet verlengd. De Grollsche Brauerei van zijn vader in zijn geboortedorp Vilshofen in Neder-Beieren werd na zijn terugkeer eigendom van Josef. De Grollsche Brauerei bestaat tegenwoordig niet meer. Deels is die opgegaan in een andere brouwerij in Vilshofen, de Brauerei Wolferstetter. Deze brouwerij brouwt nog wel een bier onder de naam Josef Groll Pils.

Josef Groll is op 22 oktober 1887 overleden op 74-jarige leeftijd. Hij stierf aan de stamtafel van de kroeg in Vilshofen, tijdens het bier drinken.

In Nederland wordt het Pilsner Urquell geïmporteerd door Brouwerij Grolsch. Het is een toevallige samenloop van omstandigheden want Grolsch met één L heeft niks van doen met Grollsch met twee eLLen. Het Nederlandse Grolsch verwijst naar de plaatsnaam Grol, de oude benaming voor het tegenwoordige Groenlo.

‘t Is maar da je het weet…

© paul

 

Het lekkerste van 2014, deel 2 (ach kwee-nie…)…

leuven, neuhaus...

Ellen denkt in concepten, maaltijden en eigen werk, ik ben meer van de gevonden unica’s.

Het is echt waar lezer, we deden de voorlaatste dag van het jaar ons best om samen een lijstje te maken van beste smaken, producten, maaltijden en genoegens, genoten in het jaar 2014 op of via dit Ministerie; we kwamen er niet uit…

Sterker nog, een en ander ontaardde in flauwe bekvechterij en onnodig gesteggel, tijd voor mij om Hond Jaros uit te laten. Ik wandelde dan maar naar Vriend Jan, ik had daar ook nog een en ander uit te leggen…

Weer thuis, en enkele bockbieren verder, stelde Ellen voor om gescheiden lijstjes te publiceren. De lezers zouden het wel begrijpen, en mogelijk voegde het ene lijstje wat toe aan het andere (en misschien ook niet, maar dan was er in ieder geval genoeg te zien op de web site). Laat ik maar gewoon beginnen…

Afgelopen jaar aten we te weinig vis, wat jammer toch… De dorade in januari evenwel zal me nog tijden lang bijblijven…dorade 005

Voor februari moest ik kiezen tussen mosseltjes op Bretoense wijze of  Mantelschelpjes, ik koos voor het laatste, ook al waren ze dan niet home made (de zoete smaak van die dingen, ach man…)

mantelschelpen

In maart waren het de bloedworstjes van Restaurant Feldmann in het stadje Münster (D.) die me ultiem bekoorden. Uiteindelijk bleek het Rotwurst te zijn, maar toch…
Münster DE

April stelde me voor een dilemma: die zoet-zure sardientjes of het epoissestaartje met appel. Ik kon geen keuze maken…

Epoisses Berthaut

De Anjouduif is de lekkerste duif ter wereld. Ik overdrijf niet, het is gewoon zo. Zou dat duifje niet moeten concurreren in de maand mei met gepofte knoflook, het zou zonder enig voorbehoud hebben gewonnen. Zó lekker zijn die duifjes… Uiteindelijk kies ik toch voor de knoflook; die smaakbommen overtreffen alles…
verse knoflook

Asperges kwam je niet tegen bij mijn voorjaarshoogtepunten, en ook niet bij die van Ellen. Asperges worden in groten getale bij ons om de hoek geteeld. En met gepaste trots meld ik je dat het de beste van Nederland zijn, onze asperges… Verschrikkelijk lekker zijn ze, maar door het overvloedig aanbod worden ze uiteindelijk ook wat gewoontjes. Vandaar dat ze ontbreken in onze lijstjes. Een groente die evenwel nooit mag ontbreken is de verse kapucijner. Een jaar zonder verse kapucijners is een verloren jaar, zo zit dat…
kapucijners, de schokken en schillen...

Niet teveel moet je ze eten, en niet te vaak, ook niet in de kersentijd. Maar voor de Mierlose Zwarte geldt een status aparte. Een zomer zonder die superkers is als een verdronken zomer.
kersen

Te weinig vis aten we, ik memoreerde het al. Gelukkig verscheen één van mijn favorieten in augustus alsnog op tafel. Het zonnetje in huis halen noemde Ellen het. En zo is het maar krèk… Rog in een mediterrane saus.
rog met tomatensaus 016

Een loflied zingen op de Grijze Garnaal, ik deed het al zo vaak. Het pellen van 1 kilo kost me een vol uur; ik doe het met alle liefde, altijd en overal… Een zachte ragout van grijze garnalen opent een deurtje naar de hemel…

DSC_0019

De keuze voor oktober was de makkelijkste. Truffel, truffel, truffel (en een beetje pasta)…
Bougognetruffel...

November stelde me dan weer voor een probleem. Werd het de ganzenlever, of die ene platte Zeeuwse oester? Enfin lezer, je zegt het maar…
IMG_0990

Het jaar afsluiten met een worstje? Nou en of: Saltufo, het lekkerste worstje ooit
IMG_1524

Terugkijkend zie ik een a-typisch lijstje, een beetje een raar lijstje. Er hadden ook heel andere dingen op kunnen staan. De geweldige whisky bijvoorbeeld, die ik ten geschenke kreeg van Marleen en de Jongste Bediende, de Italiaanse delicatessen van Ans en Vriend Jan, de Battarga van Ans en Alex en al het andere bijzonders dat me even niet te binnen wil schieten. Om nog maar niet te spreken van de speciale bieren die ik mocht proeven. Enfin….

Een gelukkig 2015 wordt je toegewenst lezer, ook namens Ellen!

© paul

‘t Wil maar niet lukken met die Kerststress…

kerst 2013

Liep alles vorig jaar al als een trein, dit jaar lijkt het Kerstdiner-voor-twintig-personen een fluitje van ‘n cent…

Dat is natuurlijk in de werkelijkheid niet zo, maar omdat Kerstmis valt zoals het valt hebben we meer tijd, ergo: de voorbereidingen zijn makkelijker te spreiden. Ik lees in alle rust de brieven van Vincent van Gogh, terwijl Ellen zich ledig houdt met een Deutscher Krimi, de nieuwste van Petra Hammersfar. Er blijft ruim tijd over om een eind te lopen met Hond Jaros en ook de krant uitspellen behoort tot de mogelijkheden. Zelfs is er tijd om een film te kijken en in de avond de verjaardag van Lotte en Flora te gaan vieren…

Afgelopen zaterdag en deze ochtend deden we de grote boodschappen, morgen rest ons nog slechts een beperkte rondgang ten behoeve van de aanschaf van verswaar en aanvullende kleinigheden. Het schema voor de dag ziet er als volgt uit:

  • 06.00 uur: opstaan, koffie, ontbijt,
  • 07.00 uur: boodschappen AH,
  • 08.00 uur: krant lezen,
  • 10,00 uur: soepkippen opzetten,
  • 10.30 uur: zalmterrine maken, afwassen, opruimen,
  • 12.00 uur: Tiramisu maken, afwassen, opruimen, grote wandeling met Hond Jaros,
  • 14.00 uur: lunchen, uitrusten, rest van de krant,
  • 15.00 uur: afgekoelde bouillon zeven en afmaken, saus maken,
  • 16.00 uur: fles Bourgogne voor Kerstavond op temperatuur brengen…

Er valt op het schema beslist wat af te dingen, maar in grote lijnen klopt het. Geen enkele reden om te panikeren dus…
De vrienden en vriendinnen blijven vragen of en waar ze kunnen inspringen, mee helpen, ontlasten; we zouden het niet weten. (Voor Julia maken we een uitzondering, die is als vanouds inzetbaar…) Op Kerstdag, ja dan is er even hulp nodig. Bij het aanrichten van de feestdis, bij het verwerken van de afwas en de ochtend daarna bij het herinrichten van onze huiskamer. De Jongste Bediende en Marleen regelen (coördineren) het…
kerst 2013

Het volgende heeft weinig met ons Kerstdiner van doen maar ik moet er toch even wat over zeggen… In de zomer mogen we ons verheugen op een goede 700 unieke bezoekers per dag. Dat is een hele hoop, we zijn er trots op. Slaat het weer om en zitten internetters vaker bij de kachel dan zie je de aantallen oplopen. De aanloop naar de Kerst biedt een substantiële verhoging van het bezoekersaantal, elk jaar weer.

Gisteren bezochten 1600 mensen onze site. De hoeveelheid bekeken artikelen vormt een veelvoud daarvan. Geweldig natuurlijk, maar ook een beetje vreemd. Naast allerhande voor hand liggende Kerstzaken zoeken mensen op Gestapte Muisjes van de Ruyter, op Camping an der Hoh, op verse witte asperges, op Geska-kaas uit Zwitserland… En dat gezoek naar de meest vreemde niet-kerstzaken gaat door tot het moment dat Kerstavond overgaat in Kerstdag. Da’s toch vreemd…

Enfin, zoals elk jaar zal het bezoekersaantal wel weer significant dalen na 1 januari, ook dat is traditie…

Wij rommelen nog wat in huis en gaan dan naar bed, willen we morgenochtend op tijd op zijn om voor de grote drukte onze boodschappen te doen. Je moet de stress per slotte niet over je afroepen..

© paul