De kersen op de taart…

Amarenekersen...

Met moeite diste ik de huissleutel uit mijn binnenzak. Hond Jaros trok me met zijn riem haast omver en tot overmaat van ramp bleek de voordeur te klemmen. Het zat allemaal niet mee, deze dag. Mijn kop vol snot, verhoging van lichaamstemperatuur, mijn oren dicht ten gevolge van de verkoudheid en mijn brein voelde als een wattenbol.

Eenmaal binnen trok Hond Jaros een sprint door het huis, en weer terug, en nog eens. Hij kwam kennelijk tekort aan ons mini-rondje door de tuin van de nonnen, hij blaakte nog van energie. Hij wél… Ik sukkelde door het huis in de richting van mijn plaatsje achter in de keuken. Met mijn rug tegen de kachel, dat wilde ik.

Op het aanrecht stond dat bordje met kersen, amarenekersen. Eindelijk gerechtigheid dacht ik, in ieder geval iets in huis wat tot troost stemt. Ik stak mijn hand al uit, maar ik werd wreed gecorrigeerd door een gil uit het achterhuis.

Die kersen zijn voor de taart!

Hoe had ze dat nou in de gaten? Ze zat met haar rug naar me toe… En gut, waarom moest dat nou zo luid? Ik kon dat toch niet weten, van die taart en zo…

Ik ben dan maar naar bed gegaan, het kwam deze dag niet meer goed…

© paul

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *