Het ging ongeveer zo: Ellen verbleef die zomer in Luxemburg, ik zat bij mijn Broodheer in Brabant. Ze belde om een praatje te maken, even de voorbije dag te bespreken. Ze was naar Arlon geweest, die grijze, wat bestofte parel in het Zuid-Oosten van België. Ze bezocht er de donderdagmarkt.
En ze vertelde over die paddenstoelenkraam en de keuze die er was. Niet de kraam van mijn vertrouwde paddenstoelenkabouter, nee, een geheel nieuwe. Afkomstig uit een verre Franse streek en met een assortiment om jaloers op te zijn. Cantharellen hadden ze, en Trompette de la mort. Iets wat leek op de Smakelijke Melkzwam en nog een hoop haar onbekende exemplaren. En naast gedroogd lag er vers Eekhoorntjesbrood.
Ik vond het een prachtig verhaal, maar ik geloofde er geen steek van. Vers Eekhoorntjesbrood? Ze moest zich vergissen. Het was hartje zomer!
Toen ik dan de week erop weer verenigd was met mijn echtgenote stond ik erop om die markt te bezoeken, mijn verwachtingen waren gespannen. De kraam was evenwel niet te vinden. En voor alle duidelijkheid, ook in de weken daarna hebben we de paddenstoelenhandel niet meer terug gezien.
Wat ons rest zijn de foto’s die Ellen schoot. En ik kan er niet omheen, er ligt Eekhoorntjesbrood. Of dan toch boleten die erg dicht in de buurt komen. Het blijft link om vanaf een foto te determineren, maar in dit geval kan ik er echt niet omheen… En dat in hartje zomer!
In een ander deel van diezelfde kraam werden kistenvol Myrtilles aangeboden, geplukt in het wild. Blauwe Bosbes heet het in goed Nederlands. Kistenvol, maar tegen exorbitante prijzen. Minstens dertig euro per kilo. Ik heb ze eigenlijk nog nooit “live” gezien…
Ik kijk naarstig uit naar het Schimmelgoud, nu de omstandigheden in onze contreien gunstig worden. Nog even en we presenteren je onze oogst van deze herfst, reken maar…
© paul