Coda alla vaccinara (stoof van staartvlees met groenten)…

Runderstaart met pasta riso...

Mijn liefde voor de staart van de os, van het rund of desnoods van het kalf deelde ik al vele malen met je. Tik op onze zoekmachine ossenstaart, runderstaart of staartvlees in en je krijgt een keur aan recepten van stoofschotels en soepen gepresenteerd. 

Mijn voorkeur voor dat wat doorgaat voor afvalvlees (slachtvlees, orgaanvlees, arme-mensen-stoof) stamt uit mijn vroege jeugd. Lever en niertjes, bloedworst en beuling, hersens en hart, grove worst en balkenbrij, hom en kuit, het verscheen met de regelmaat op de tafel van mijn ouders, en ik genoot ervan. Vreemd genoeg hoorde staartvlees niet in het rijtje thuis…

Tot ik dan Ellen leerde kennen, en daarmee mijn toekomstige schoonmoeder. De laatste maakte namelijk minstens een maal per veertien dagen een pan ossenstaartsoep, van verse runderstaart. Ik vond die soep zo verschrikkelijk lekker dat ik me vanaf het begin voorstelde dat dit de soep was waarmee ik oud zou worden. Ik zou hem zelf gaan maken, ware het niet wekelijks, dan toch minstens een maal per maand. En zo is het ook gegaan, nu alweer bijna vijftig jaar lang…

En later kwam daar dan nog de ontdekking bij dat het staartvlees zich ontzettend goed leent om te stoven. Er zijn prima recepten te vinden uit nagenoeg alle landen waar rundsvlees op het menu staat, van China tot en met de Verenigde Staten, van Lapland tot en met Patagonië. Altijd anders, altijd lekker…

Een geliefde bereiding komt uit Italië, uit de streek rondom Rome. De eerste keer dat ik iemand dat Romeinse gerecht zag eten was in het onovertroffen sociaal drama van filmregisseur Ettore Scola: Brutti, sporchi e cattivi uit 1976. Alles in die film ademt naar verrotting, ellende en verval behalve dan het voedsel en de drank. De witte wijn sprankelt, de spaghetti oogt goddelijk en de vettige malsheid van het staartvlees druipt van het filmscherm. (De macaroni met rattengif aan het eind van de film past niet helemaal in dat beeld, maar ach, een kleinigheidje blijf je houden…) 

Die Romeinse versie van gestoofd staartvlees maakte ik vanavond, losjes gemodelleerd naar een recept uit La Cucina della Mamma van Loukie Werle. Het gerecht, zoals ik het maakte voldeed ruim voor twee personen. Kook je voor meer volk, dan kun je vrijelijk vermenigvuldigen.


  • 700 gram staartvlees,
  • 50 gram ontbijtspek in blokjes,
  • 1 grote ui, gehakt,
  • 1 stengel bleekselderij, gehakt,
  • 4 tenen knoflook, geplet,
  • 4 jeneverbessen, gekneusd,
  • 200 milliliter droge witte wijn,
  • 1 blik tomatenpulp, 450 gram, 
  • 8 cherrytomaatjes, gehalveerd,
  • 200 milliliter rundsfond,
  • 1 eetlepel balsamicoazijn,
  • 1 tak verse rozemarijn,
  • bloem,
  • olijfolie,
  • peper en zout uit de molen,
  • handvol gehakte platte peterselie.

Dep, indien nodig, de stukken staartvlees droog en bestrooi ze met peper en zout. Doe de bloem op een bord en wentel daar de staartstukken door. Klop het teveel aan bloem af. Bak in een stoofpan (met deksel) de staartstukken in olijfolie rondom bruin op een middelhoog vuur.

Temper het vuur wanneer de stukken staartvlees rondom bruin zijn en voeg ui, ontbijtspek, knoflook, bleekselderij, rozemarijn en jeneverbessen toe. Fruit dat alles tot de uien mooi glazig zijn geworden (5 minuten). Voeg de wijn toe en laat het geheel 5 minuten zachtjes koken. Roer vervolgens tomatenpulp, cherrytomaatjes en runderfond door de massa. Indien het vlees niet helemaal onder de vloeistof staat dien je nog wat water toe te voegen. Kook het geheel even op, sluit dan zorgvuldig de pan en schuif die in een op 140 graden voorverwarmde oven.

Laat het gerecht heel zachtjes garen gedurende 3 uren. Controleer tussendoor of er genoeg vloeistof in de pan is. Na 3 uur is het vlees botermals en valt van het bot (zo niet laat het vlees dan nog een half uur gaan). Neem de pan uit de oven, schep het vlees eruit en houd het warm. Indien de saus te dun is, kook dan even in op een hoog vuur. Roer de balsamicoazijn door de saus en maak eventueel af met peper en zout. Roer de vers gehakte peterselie erdoor en dien op.

Wij aten er een pasta bij, genaamd riso, een heel fijne pasta, lijkend op rijst.

© paul

Ossenstaart (staartvlees), langzaam gestoofd in bockbier…

Staartvlees in groentesaus... Al maanden verschuil ik me achter die overdreven zomer die we met z’n allen mee mochten maken. Ik verschuil me vooral toch om niet al te lang en al te veel achter de kookpotten te hoeven staan. Het lijkt er nu evenwel écht op dat de weersomslag richting herfstachtige omstandigheden een feit is. Ik heb mijn geruite shawl opgediept uit de sokkenmand en ik draag hem weer. Ik zal hem pas afdoen tegen het late voorjaar. Eindelijk tijd voor stevige kost, stamppotten en stoverij…

En natuurlijk voor Bo(c)kbier. Want rond deze tijd verschijnt dat speciaalbier weer in het schap van super en slijter; mijn lievelingsbier bij uitstek. Het is het Nederlands speciaalbier bij par excellance, zoveel is duidelijk. Vlamen en Walen maken het ook, maar bierpuristen hier ten lande vinden dat Belgisch bokbier vaak te a-typisch en dus mogen onze Zuiderburen niet meedoen aan competities en proeverijen in Nederland. Ach lezer, trekt je er niks van aan. Belgen maken geweldige Bokbieren, ik spreek uit ervaring…

Dat indachtig en daarbij de belofte aan Ellen om weer eens iets te stoven, leek me het volgend recept wel op z’n plaats. Om het extra herfstig te maken voegde ik nog gedroogde paddenstoelen toe, vorig jaar geoogst.

Langzaam gegaard staartvlees. Gestoofd in bockbier en met een overdaad aan groenten, dewelke dan weer gepureerd worden tot een gezonde puree. Ruim voor twee personen. Enfin…

  • 750 gram ossenstaart,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 paprika,
  • 1 winterwortel,
  • 2 stangen bleekselderij,
  • 1 theelepel gedroogde lombokpeper,
  • 1theelepel karwijzaad (Kümmel),
  • 1 tak verse rozemarijn,
  • 2 takjes verse tijm,
  • 1 blaadje laurier,
  • ‘n scheut bouillon,
  • 50 centiliter bockbier,
  • 10 gram gedroogde paddenstoelen (eekhoorntjesbrood),
  • tomatenpuree,
  • bloem,
  • olijfolie,
  • peper en zout,
  • stoofpan (met deksel), die in de oven kan.

Maak mise-en-place. Dat wil zeggen: hak de ui, de wortel, de geschilde selderiestangen en de geschilde paprika in grove stukken. Kneus de knoflook en zet de kruiderij klaar. Week de gedroogde paddenstoelen in lauwwarm water.

Neem het vlees uit de verpakking en dep het droog. Bestrooi het vlees met peper en zout uit de molen en wrijf het in. Stort wat bloem op een groot bord en rol daar de staartstukken door, alles dient bedekt te zijn met een laagje bloem. Klop nu het teveel aan bloem van het vlees en bak de staartstukken vervolgens in een grote braad- of stoofpan in olijfolie tot ze aan alle kanten bruin zijn.

Haal het vlees uit de pan en gaar vervolgens in diezelfde pan op een niet te hoog vuur de ui en knoflook (eventueel mag er wat extra olijfolie bij). Wanneer ui en knoflook glazig ogen mag de kruiderij erbij, en ook een flinke scheut tomatenpuree. Laat alles even op hoog vuur bakken (‘n minuutje), en voeg dan de rest van de groenten toe.

Laat alles stoven op middelhoog vuur, een minuut of vijf. Knijp de geweekte paddenstoelen uit en hak ze fijn en voeg ze toe aan de groenten. Roer om en voeg vervolgens een scheut goede bouillon toe en het bokbier. Drapeer hierna de staartstukken op de groenten en kook de hele handel even op.

Plaats vervolgens de stoofpan (met deksel) in de op 100 graden voorverwarmde oven. Laat het staarvlees nu voor lange tijd zachtjes sudderen, in dit geval vijf volle uren. Haal na de gaartijd het vlees uit de pan en houd het warm. Schep zoveel mogelijk vet uit de pan, en indien te nat, dan ook wat van het vocht.Voeg aan de groentebrij nog een blik tomatenblokjes toe ( of een portie zelf geweckte tomaten) en pureer de massa met de staafmixer. Een scheut room doet wonderen, maar is voor de purist niet extra nodig. Het gerecht is klaar. Aardappelen kunnen erbij, rijst ook. Een stuk (écht) goed brood is misschien wel het lekkerst.

  • Je houdt vrijwel zeker een hoop saus over. Dat is geen probleem: vries in om op een later tijdstip in te zetten als pastasaus, om gehaktballetjes in te garen, misschien als begeleider van een bloederig vleesgerecht. Enfin, zie maar…

© paul.

Rabo de Toro, ossenstaart uit Andalusië…

Ossenstaart in gepureerde groenten...
Ik beloofde Ellen om een stoofpot te maken met runderstaartvlees. Nou doe ik dat wel vaker, en een paar van de beproefde recepten vind je in de archieven van deze website. Maar omdat ik voor vandaag niet terug wilde vallen op “eigen werk” ging ik  weer eens op zoek in onze kookbibliotheek. Na enig geblader kwam ik terecht bij Mevrouw Roden en vond daar twee recepten. Eén in haar Italiaanse kookboek en één in haar Smaken van Spanje. Ik koos voor de Spaanse versie. Het oorspronkelijk recept is geschreven voor zes personen, ik bracht het terug naar twee. Het is in detail dus wat veranderd, in grote lijnen echter is het volkomen vergelijkbaar. Ik geef je de versie zoals ik die klaargemaakt heb.

  • 650 gram runderstaart,
  • 1 middelgrote ui,
  • 1 kleine winterwortel,
  • 1 preitje,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1/2 blik tomaten (200 gram),
  • 1 deciliter droge witte wijn,
  • 2 deciliter rode wijn,
  • 1 borrel cognac,
  • 1 tak tijm,
  • 1 blad laurier,
  • olijfolie,
  • peper en zout.

Dep het vlees droog met keukenpapier en snijd indien nodig overtollig vet eraf. De vliezen kunnen blijven zitten, die verdwijnen goeddeels tijdens het garen. Verwarm de oven voor op 240 graden, plaats het vlees op een bakplaat en zet het in de oven voor 30 minuten. Verhit intussen de olie in een braadpan (met deksel) en bak hierin op een matig vuur de gesnipperde ui en gehakte knoflook tot ze glazig zijn. Voeg de in blokjes gehakte wortel en fijngesneden prei toe en laat het geheel 10 minuten stoven. Roer regelmatig om. Voeg nu de tomaten, tijm en laurier toe en laat het potje 10 minuten smoren. Haal het vlees uit de oven en leg het op de groenten in de braadpan. Voeg rode wijn, witte wijn en cognac toe en breng op smaak met peper en zout. Eventueel moet er nog wat vocht bij (water, bouillon, wijn), zodat het vlees zo goed als onder staat.

Draai de ovenstand terug naar 110 graden en schuif de afgedekte pan erin. Het gerecht mag 4 uren stoven. Controleer af en toe of de pan niet droog komt te staan.

Wanneer het vlees smeltend zacht is geworden en van het bot valt is het klaar. Neem de schenkels uit de pan en schep overtollig vet van de groenten. Reduceer het vocht van de saus door die in te koken en pureer daarna de saus tot een mooie dikke puree. Verwarm hierin het vlees opnieuw en schep op.

Traditioneel worden er aardappelpuree of gebakken aardappels uit de oven bij gegeten. Wij hadden een beetje pasta. En houd je teveel saus over, dan is dat geen probleem. De saus is een uitstekende basis voor een pastasaus. Of als ovenhapje op een sneetje stokbrood. Enfin…

© paul

Ossenstaartsoep…

Ossenstaartsoep...

Tik je het woord ossenstaart in op het zoekmachientje in de rechterbovenhoek van de website dan krijg je een keur aan recepten; voorbeelden van hoe wij dat vlees bereiden en het liefst eten. Vreemd genoeg vind je er niet één recept terug voor ossenstaartsoep. En dat terwijl die soep, of die bouillon, toch aan de basis staat van onze liefde voor het staartvlees. De afgelopen tien jaar hebben we dus niet één keer geschreven over die soep, terwijl we hem vaak aten. Vreemd?!…  De hoogste tijd om daar iets aan te doen.

Ossenstaart is vergeten vlees, lijkt het wel. Hoewel er bij slagerij Snijders in ons dorp eigenlijk altijd wel een pakketje staart in de vitrine ligt wordt er almaar minder van dat vlees verkocht. Dat is jammer en onterecht. Ossenstaart (vaak ook  Runderstaart genoemd) is ideaal vlees om een krachtige bouillon van te trekken. Maar ook maak je er geweldig lekkere gestoofde kluiven van. Inherent aan staartvlees is dat het zowel vlees omvat alsook bot.

Wat deze of gene ook beweert, een bindend recept voor ossenstaartbouillon bestaat niet. Wel bestaat er een soort basisingrediëntenlijst: water, staartvlees, groenten, kruiderij en zout. Wát je gebruikt en hoé je het gebruikt zal de uiteindelijke de smaak van je bouillon en later van je soep bepalen. Er valt nogal wat te variëren, de mogelijkheden zijn legio en het leidt tot forse, maar soms ook subtiele, smaakverschillen van je uiteindelijk gerecht. Ik maakte onderstaand recept met wat ik aan spulletjes in huis had, het had ook zomaar anders kunnen zijn.

  • 500 gram ossenstaart,
  • 2 liter water,
  • 1 dikke plak knolserder,
  • 1 sjalot,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 laurierblad,
  • 10 peperkorrels,
  • 2 kruidnagels,
  • 1 bouillonblok.

Dep de stukken staartvlees met keukenpapier droog. Doe ze in een pan met twee liter koud water en breng aan de kook. Schuim het vocht zorgvuldig af wanneer het kookpunt is bereikt. Doe dat een aantal keren tot er nog nauwelijks vervuiling afkomt. Zet nu de pan op het kleinste pitje, liefst met een vlamverdeler (een sudderplaatje) tussen het vuur en de pan, zodat de vloeistof zodanig wordt verwarmd dat-ie net tegen het kookpunt zit. De rest van de ingrediënten gaat nu in de pan. Het geheel mag lang en langzaam trekken; reken op een uur of drie, vier, soms langer. Je kunt tussentijds je bouillon op smaak testen, maar het belangrijkst is dat het staartvlees zo gaar is dat het van het bot valt. En al die tijd de soep niet koken, maar heel zacht laten garen, trekken… Dat verdiept de smaak, écht waar!

Heeft je potje lang genoeg op het vuur gestaan, giet dan alles door een zeef en vang de bouillon op in een schone pan. De groenten en kruiderij die achterblijven in de zeef gooi je in de kliko, het vlees haal je van het bot.

Laat de bouillon vervolgens afkoelen zodat je hem kunt ontvetten. Verschillende methoden zijn geëigend. Laat je de bouillon helemaal afkoelen (op het laatst in de koelkast), dan zal het vet gestold op de bouillon drijven en je kunt het afscheppen met een lepel. Je kunt ook de lauwe bouillon door een zeef, bedekt met een klaag goed keukenpapier, gieten. Het vet zal goeddeels achterblijven in het keukenpapier. Een bijkomend voordeel is dat je ook eventuele verontreiniging uit de bouillon zeeft. Vervang tijdens het proces een aantal keren het keukenpapier want de poriën zullen dichtslippen en dan duurt het uren voordat er nog wat vocht doorsijpelt.

Je bouillon is klaar en bruikbaar om soepen en sauzen te bereiden. Maak je er ossenstaartsoep van dan voeg je eenvoudig wat ingrediënten toe. Vermicelli (of gebroken spaghetti, kleine elleboogjes, zie maar), een worteltje, julienne gesneden of in kleine dobbelsteentjes, een pijpuitje en een handvol vers gehakte peterselie. En natuurlijk dat overheerlijke staartvlees, mooi kort versneden.

Vergeet niet om een flinke scheut Madeira toe te voegen aan je soep. Cognac, armagnac of een Eau-de-vie mag ook.

© paul

 

Ossenstaart met pompoen en kaneel, een vleugje Ottolenghi…

ossenstaart met kaneel en steranijs

Omdat het zo’n koud pestweer is had ik me lekker met een nieuw kookboek op de bank genesteld: “Het Kookboek”, van Ottolenghi. Ik kreeg het voor mijn verjaardag. Ik had wel zin om eens een van de recepten uit te proberen, maar wat te kiezen, het lijkt allemaal even lekker. Bovendien geen zin om de deur weer uit te gaan. Dus maakte ik een soort Ottolenghi, maar dan anders. In het boek staat een recept met ossenstaart en pompoen, kwam dat even mooi uit. Dat had ik in huis! De halve pompoen die ik overhield van de cake moest op. Ossenstaart had ik ook, maar mijn ossenstaart heeft Paul gisteren al gegaard in bouillon en Ottolenghi bakt het vlees… Nou ja, een geheel nieuwe versie ontstond waarbij ik eigenlijk alleen de meeste ingrediënten gebruikte maar een geheel andere bereiding toepaste. Het huis ruikt nu geheel naar kerst.

  • Voor twee personen
  • 2 of drie stukken ossenstaart, gegaard in bouillon
  • wat olijfolie
  • 2 sjalotten, fijn gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1/2 pompoen in kleine blokjes gesneden
  • 1 blikje tomatenstukjes
  • 1 glas rode wijn
  • 1 steranijs
  • 1 theelepel gemalen kaneel
  • zwarte peper
  • zout
  • wat takjes tijm,1 takje rozemarijn

Verwarm de olijfolie in een wijde pan en bak daarin de sjalotjes en de knoflook even aan. Voeg pompoenstukjes toe en bak ze even mee. Blus af met de wijn en doe er de tomatenstukjes bij. Voeg dan de kruiden toe en maak op smaak met peper en zout. Laat de groenten zo even een kwartiertje doorstoven. Leg de stukken ossenstaart in een ovenschaal en schep de saus erover. Verwijder de steranijs en de takjes kruiden. Die hebben hun werk gedaan. Zet de schaal in de voorverwarmde oven op 160 graden en laat het geheel zo 45 minuten garen.

Er was ook nog een restje puree van aardappel en pastinaak. Dat ging op het laatst nog 15 minuutjes in de oven. Klaar! Prima gegeten, alle restjes opgemaakt!

Kopje espresso toe!

© ellen

 

Zelfgemaakte ravioli met een vulling van ossenstaart en groenten

ravioli met ossenstaartvulling
Voor de lunch met Marian en Marcel maakte ik als hoofdgerecht zelf ravioli met een vulling van ossenstaart en groenten. Marian wilde graag het recept hebben en ik begon dezelfde dag nog ijverig te schrijven maar op de één of andere manier kwam het artikel maar niet af. Nu we hier weer op onze vaste stek zitten met een grote tafel om aan te werken, heb ik me voorgenomen om al die half-affe artikelen maar eens af te maken en te publiceren. Ravioli dus, zelfgemaakt natuurlijk, met een vulling van ossenstaart en groenten.

  • 500 gram ossenstaart in stukken van 5 cm
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 grote sjalotten, fijngesnehttp://ministerieetenendrinken.nl/wp-admin/admin.php?page=WordfenceTwoFactorden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 middelgrote wortels, in kleine blokjes gesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • 1 glas droge witte wijn
  • een bosje salie en een paar takjesrozemarijn, samengebonden
  • ongeveer 1 liter water
  • wat gehakte platte peterselie
  • 50 gram geraspte Parmezaanse kaas
  • 1 ei
  • peper en zout

Verhit de helft van de olijfolie en smoor daarin de ui, wortel en knoflook 10 minuten. Neem een andere pan en verhit de rest van de olijfolie. Bak daarin de stukken ossenstaart rondom bruin. Voeg de groenten erbij en smoor nog even mee. Giet er de witte wijn bij en laat alles even inkoken. Dan de tomatenpuree erbij en het bosje rozemarijn en salie. Giet er water over tot alles bijna onderstaat en laat de stukken staart zo in ongeveer 1 1/2 uur gaar stoven.

Maak intussen pasta van 400 gram pastameel 00, drie eieren en een eidooier. (bewaar het wit om de ravioli mee dicht te plakken). Rol de pasta in platte plakken uit en bewaar ze onder een droge doek.

De vulling:

Haal de stukken staart uit de saus en pluk het vlees van de botjes. Velletjes en drelletjes verwijderen (hond is er blij mee). Vis de kruiden uit de saus en gooi ze weg. Schep de helft van de groenten uit de pan en mix ze samen met de stukjes vlees in de foodprocessor tot een grove massa. Doe er een ei bij en de Parmezaanse kaas. Breng verder op smaak met peper en zout. De vulling is nu klaar.

Steek rondjes uit de pastavellen van ongeveer 6 cm doorsnee en leg daarop een volle theelepel vulling. Sluit af met een tweede rondje waarvan je de randen met eiwit bestreken hebt en druk ze goed dicht. Dit is wel een tijdje werken. Zet mooie muziek op en priegel geduldig.

De saus:

De bouillon goed ontvetten. Dat gaat het beste door met vellen keukenpapier het vet op het oppervlak van de bouillon op te deppen. Neem een paar keer schoon keukenpapier en laat het vet opzuigen. Pureer de groenten die nog in de bouillon drijven samen met de bouillon. Laat de overgebleven saus inkoken tot de gewenste dikte. Breng op smaak met peper en zout en wat peterselie.

Gaar de ravioli in ruim kokend, gezouten water in 4 à 5 minuten. Schep ze op de borden en giet er wat saus over.

Ik geef toe, het is een hoop werk maar het resultaat is erg lekker.

© ellen.

Ossenstaart met selderij…

IMG_4015
En nóg een recept van Mevrouw Roden… Ik schreef het al, een prachtboek; mooie recepten in dat boek van Claudia Roden “De smaken van Italië”.

Ik beschreef op deze website al vele malen onze versies van ossenstaart, maar dit recept van mevrouw Roden is nét weer even iets anders. Een recept uit Lazio. Speciaal zijn vooral de toevoegingen van kaneel en van rozijnen. Het smaakte ons prima, weer eens een hele andere staart.

Voor vier personen

1 kilo ossenstaart in stukken 1 wortel 1 prei 1 stengel bleekselderij 1 takje tijm 2 laurierblaadjes zout en peper 75 gram spek , fijngehakt 1 ui, fijngesneden 2 tenen knoflook, fijngehakt 3 eetlepels olijfolie wat gedroogde oregano 1,5 dl droge witte wijn 1 blik tomatenstukjes een flinke snuf nootmuskaat 1 theelepel kaneel de harten van twee struiken bleekselderij 1 eetlepel rozijnen 1 eetlepel pijnboompitten.

Snijd het vet van de ossenstaart en doe de stukken in een grote pan. Overgiet het vlees met koud water, breng het aan de kook en schuim het goed af. Voeg wortel, prei, selderijstengel, tijm en laurier toe. Doe er peper en zout naar smaak bij en laat het vlees zo zeker 3 uur zachtjes garen. Haal de stukken vlees uit de pan en bewaar de bouillon voor later. Bak in een andere pan het spek met de ui en knoflook in de olijfolie tot het spekvet gesmolten is en de ui en knoflook goudbruin zijn. Voeg oregano toe en de stukken ossenstaart. Giet de wijn erbij en voeg dan ook de tomaten, zout, peper, nootmuskaat en kaneel toe. Stoof alles nog een uurtje tot het vlees boterzacht is.IMG_4022

Snijd intussen de bleekselderij in flinke stukken en kook ze in gezouten water beetgaar. Giet ze af en voeg ze bij de ossenstaart. Doe er de rozijnen en pijnboompitten bij en stoof nog tien minuten.

Geef er mooi knapperig brood bij.

Kopje espresso toe! Wauw, de Smaken van Italie! Er staat op dezelfde bladzijde als dit recept van de ossenstaart ook een recept voor Hersenen met boter en citroen. Daar heeft Paul zin in… Ik moet er nog even over nadenken…

© ellen.

 

Ossenstaart in groentesaus…

Langzaam gegaarde ossenstaart met groentensaus...
Er lagen nog twee pakketjes ossenstaart in de vriezer en ik had er al enige tijd niet meer aan gedacht. Waarlijk vergeten vlees dus en de hoogste tijd om er wat mee te doen. Ik liet één portie ontdooien en besloot om het vlees langzaam en bij een relatief lage temperatuur te garen. Ik kon teruggrijpen naar een recept, zoals beschreven op deze website in het najaar van 2012, maar het werd toch weer even anders. We hielden er een stevige maaltijd voor twee personen aan over.

  • 600 gram ossenstaart (runderstaart),
  • 2 stengels bleekselderij,
  • 1 winterwortel,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 flinke kneep tomatenpuree uit de tube,
  • 1 kneepje harissa uit de tube,
  • 1 tak verse rozemarijn,
  • 2 takjes verse tijm,
  • 1 laurierblad,
  • 1/2 theelepel karwijzaad (Kümmel).
  • 1/2 liter rode wijn,
  • 1 scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.

Verwarm olijfolie in een stoofpan met deksel. Dep de staartschenkels droog met keukenpapier en bestuif ze met wat bloem, peper en zout. Bak de staartstukken aan alle kanten bruin, haal ze dan uit de pan en houd ze onder aluminiumfolie warm. Bak in dezelfde pan de fijngesnipperde ui en fijngehakte knoflook tot ze glazig en goudgeel worden. Voeg dan de heel fijn versneden bleekselderij en idem gehakte winterwortel toe, samen met de tomatenpuree, de harissa en het (in de vijzel) verkruimelde karwijzaad. Roer goed om en laat het geheel een minuut of vijf bakken op een niet te hoog vuur. Leg vervolgens de ossenstaart terug in de pan en overgiet het geheel met de rode wijn en de bouillon. Doe er de tijm, rozemarijn en het laurierblad bij en plaats  de pan met gesloten deksel in een op 110 graden voorverwarmde oven. Het gerecht mag nu een uur of vijf stoven. Controleer tussendoor een aantal keren of er nog voldoende vocht in de pan zit en vul eventueel aan.

Haal aan het eind van de stooftijd het vlees uit de pan en zet het warm weg. Schep met een lepel het overtollig vet uit de pan. Indien de saus nog teveel vocht bevat, kook hem dan in op een hoog vuur. Wel erbij blijven want inkoken gaat vanaf een bepaald punt erg snel. Heb je ongeveer de gewenste consistentie bereikt pureer dan met de staafmixer de groenten tot een gladde saus. Breng op smaak met peper en zout en dien warm op…

  • Wij aten er stevig brood bij.
  • Van de groentesaus hielden we een behoorlijke portie over. We hebben de zaak ingevroren om bij een latere gelegenheid te gebruiken. (Als pastasaus of bij een stukje vis, bij een varkenskarbonade of lamsgehaktballetjes bijvoorbeeld.)
  • Ik heb aan de saus geen tomaten toegevoegd, de smaak van de saus was nu mild-zoet.

© paul

 

Zelfgemaakte ravioli met ossenstaartvulling

ravioli

Ik zat wat te bladeren in “Made in Italy” van Giorgio Locatelli en kwam terecht bij zijn recept voor ravioli met ossenstaartvulling. Dit recept staat al heel lang op mijn lijstje van ‘nog eens te maken gerechten’. Toen ik het recept van Locatelli nog eens goed doorlas stuitte ik op een aantal onbegrijpelijke handelingen. Het is in het boek ook meer een verhaal dan een duidelijk recept. Ik besloot er mijn eigen versie van te maken, met dank aan het idee van Locatelli!
Dit is wel een recept voor als je veel tijd hebt; het is even werken maar dan heb je ook iets heel lekkers op je bordje!

  • 500 gram ossenstaart in stukken van 5 cm
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 grote sjalotten, fijngesneden
  • 3 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 middelgrote wortels, in kleine blokjes gesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • 1 glas droge witte wijn
  • een bosje salie en een paar takjesrozemarijn, samengebonden
  • ongeveer 1 liter ontvette bouillon
  • wat gehakte platte peterselie
  • 50 gram geraspte Parmezaanse kaas
  • 1 ei
  • peper en zout

Verhit de helft van de olijfolie en smoor daarin de ui, wortel en knoflook 10 minuten. Neem een andere pan en verhit de rest van de olijfolie. Bak daarin de stukken ossenstaart rondom bruin. Voeg de groenten erbij en smoor nog even mee. Giet er de witte wijn bij en laat alles even inkoken. Dan de tomatenpuree erbij en het bosje rozemarijn en salie. Giet er bouillon over tot alles bijna onderstaat en laat de stukken staart zo in ongeveer 1 1/2 uur gaar stoven.

Maak intussen pasta van 400 gram pastameel 00, drie eieren en een eidooier. (bewaar het wit om de ravioli mee dicht te plakken).

pasta

Haal de stukken staart uit de saus en pluk het vlees van de botjes. Velletjes en drelletjes verwijderen (hond is er blij mee). Vis de kruiden uit de saus en gooi ze weg. Schep de helft van de groenten uit de pan en mix ze samen met de stukjes vlees in de foodprocessor tot een grove massa. Doe er een ei bij en de Parmezaanse kaas. Breng verder op smaak met peper en zout. De vulling is nu klaar.

Steek rondjes uit de pastavellen van ongeveer 6 cm doorsnee en leg daarop een volle theelepel vulling. Sluit af met een tweede rondje waarvan je de randen met eiwit bestreken hebt en druk ze goed dicht. (kortste zin in dit recept maar hiermee ben je dus wel even bezig. Aanbevolen; een goed programma op de radio of een luisterboek. Ik luisterde naar Harmke Pijpers die het boek ‘Ontregelde geesten’ van Douwe Draaisma voorlas. Ideaal zo’n luisterboek bij dit soort klusjes!)

De saus goed ontvetten. Dat gaat het beste door met vellen keukenpapier het vet op te deppen. Neem een paar keer schoon keukenpapier en laat het vet opzuigen. Voeg dan nog wat bouillon toe en laat de saus even inkoken tot sausdikte. Breng op smaak met peper en zout en wat peterselie. (Gebruik hiervoor goed dik keukenpapier, niet die dunne van de aanbieding. dun keukenpapier neemt bijna geen vet op en scheurt snel).

Gaar de ravioli in ruim kokend, gezouten water in 5 minuten. Schep ze op de borden en giet er wat saus over. (Eigenlijk zou je de saus in een ruime pan moeten doen de ravioli erbij, even omscheppen en opdienen maar mijn pan was niet groot genoeg)

Heerlijk! De moeite waard!
Toe espresso met een stuk pruimentaart.
© ellen.

Van langzame ossenstaart en zalvige groentensaus…

Wat jammer“, schreef Ellen al weer een paar jaren terug, “Ossenstaart is een beetje een vergeten stukje vlees geworden, en dat terwijl...”  Tja, ze sloeg de spijker op z’n kop. Heerlijk vlees, geweldig voor de soep, geweldig om te stoven. Het Kind maakte er ons fijntjes op attent dat we misschien zelf ook een beetje vergeten waren dat… En ja hoor, ze had gelijk. Het was alweer een jaar geleden dat er op het Ministerie runderstaart werd verwerkt.

We voelden ons in hoge mate aangesproken, we schaften ons dan ook onmiddellijk twee-en-een-halve kilo aan. De helft voor de soep, de helft om te stoven. Ellen  maakte de soep, ze zal hem nog beschrijven. Gisteren stoofde ik de rest tot een degelijke maaltijd voor vier personen.

  • Ruim één kilo runderstaart,
  • 1 flinke ui,
  • 2 stelen bleekselderij,
  • 1 flinke winterwortel,
  • 3 tenen knoflook,
  • 1 eetlepel tomatenpuree,
  • ruime theelepel venkelzaad,
  • twee theelepels chilievlokken,
  • flinke tak verse rozemarijn.
  • paar takjes verse tijm,
  • 2 laurierblaadjes,
  • 3/4 fles rode wijn,
  • flinke scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.
Extra voor de groentensaus:
  • 2 blikken tomaten blokjes (800 gram),
  • tomatenpuree,
  • scheutje room.
Ik ben altijd wel van de mise en place. Ik ben namelijk man, en ik kan niet multi tasken (ik heb daar overigens ook geen behoefte aan). Ik vind het prettig wanneer alle spullen die ik ga gebruiken netjes klaar staan.
Dus: snijd de ui in stukjes, plet de knoflook en hak hem grof, hak de bleekselderij in stukjes en snijd de wortel in kleine blokjes. Leg de kruiderij klaar en ook de specerijen. Wijn en bouillon staan voor het grijpen en ook een bord  met bloem. De oven wordt voorverwarmd op honderdenvijf graden. Je kunt nu aan de slag.
Droog het vlees en besprenkel het met peper en zout. Wentel dan het vlees door de bloem en klop het teveel aan bloem eraf. Neem een goede, oven bestendige pan (met deksel) en laat daarin de olijfolie warm worden. Bak vervolgens de stukken ossenstaart aan alle kanten bruin. Neem het vlees uit de pan. In dezelfde pan (en olie) fruit je nu de ui en de knoflook tot ze mooi glazig ogen. De venkelzaadjes mogen ook even meebakken. Dan gaan de andere groenten erbij, en ook de tomatenpuree. Laat de hele boel een minuut of acht lekker stoven, draai wanneer het te hart gaat het vuur wat terug. Voeg de kruiderij toe en vlij de stukken vlees op de groentjes. Voeg nu de rode wijn toe, en een flinke scheut bouillon. De pan, met gesloten deksel gaat nu in de oven en zal daar verblijven voor de komende vijf uur. Tussendoor kijk je een keer of een en ander toch niet te hard gaat, maar die kans is eigenlijk minimaal bij een goede honderd graden.
Neem na vijf uur het vlees uit de pan en zet het terug in de oven. Je houdt het vlees zo warm terwijl je je maaltijd afmaakt.
Schep het vet van de vloeistof en groenten, gewoon met een grote lepel. Stort nu de tomatenblokjes bij de groentenpulp en laat even meetrekken. Zet vervolgens de staafmixer in de pan en pureer alles tot een dikke gladde saus. Scheutje room erbij en op kleur en smaak gebracht met een flinke kneep uit de tube tomatenpuree. Eventueel nog wat bijkruiden met peper en zout en je hoofdgerecht is klaar.
 
De saus kan over het vlees, hij kan apart gegeten worden. Hij is geschikt als pastasaus of bij een bord aardappelpuree.
 
Wij aten er een puree bij van aardappel en pastinaak (in de verhouding twee staat tot één).
 
© paul