Taartje met amandelen en bloedsinaasappel

taartje met bloedsinaasappel en amandelen
Het is weer tijd voor bloedsinaasappelen, ik zag ze vorige week opeens op de markt liggen; meteen gekocht natuurlijk. Ik vind ze heerlijk, ze hebben een mooi ronde bitterzoete smaak. Als ze te koop zijn; meteen doen, het seizoen is maar heel kort. Je kunt er in de keuken van alles mee doen. Verwerk ze bijvoorbeeld  in een salade met venkel of bij de witlof.  Ik bedacht vandaag om de bloedsinaasappelen te gebruiken in  amandeltaartje. Het deeg bestaat uit eieren amandelen, suiker en sinaasappelrasp. Je bakt de taart eigenlijk ondersteboven en op de bodem leg je wat sinaasappelschijfjes. Bloedsinaasappels zijn dan extra decoratief.

  • Voor een springvorm van 18 centimeter:
  • 2 kleine, bloedsinaasappels
  • 4 grote eieren
  • 175 gram fijne suiker
  • 225 gram gemalen amandelen
  • 1 glas rum

Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Smeer de zijkanten in met boter en bestrooi met wat fijne suiker.

Boen de sinaasappels goed schoon en snijd één van de sinaasappels horizontaal in dunne schijfjes. Leg de schijfjes sinaasappel in een mooi patroon op de bodem van de springvorm. Rasp de schil van de andere sinaasappel en pers het sap eruit. Bewaar het sap.

Doe de eieren in een kom en klop tot je een schuimig mengsel hebt. Voeg de suiker toe en blijf kloppen tot de massa mooi stevig is en je een streep kunt trekken met een mes. Spatel er dan voorzichtig de sinaasappelrasp door en de gemalen amandelen.

Verwarm de oven voor op 160 graden en bak het taartje in ongeveer 45 tot 50 minuten gaar. Laat de taart 5 minuten rusten. Stort de taart, met de onderkant boven, op een bord, verwijder de ring en het bakpapier. Meng de rum met het sinaasappelsap en sprenkel dat over de taart.

© ellen.

Spaghetti met lamsballetjes in tomatensaus…

lamsgehakballetjes

Ik ging een eenvoudige Mediterrane tomatensaus maken en ik bedacht dat ik eindelijk maar eens uit moest zoeken hoe het nu zit in Italië. Soms heet het Sugo, soms Salsa, dan weer Passata. Ik kwam er niet écht uit.

Passata is het resultaat van tomaten koken en daarna door een zeef werken. Dat zou alles moeten zijn, maar de tomatenpulp wordt doorgaans nog gesterilliseert, met toevoeging van smaakmakers, dus is het toch weer meer. Salsa is een benaming die voor allerhande sauzen wordt gebruikt. Tomatensalsa’s worden gemaakt op basis van passata’s, met toevoeging van van alles en nog wat. De beste zijn echter de eenvoudigste (eh…, dan zijn het toch gewoon passata’s?). De benaming Sugo wordt gebruikt voor vleessaus, lijkend op fond. Maar Sugo di pommodoro is een eenvoudige tomatensaus. (Een soort passata?)

De culinaire paus van Italië, Artusi, laat weten dat je sugo niet moet verwarren met salsa. Sugo is een eenvoudige tomatensaus waar hooguit wat knoflook aan wordt toegevoegd. En misschien ook een beetje ui en een vingerlengte selderij. Wat basilicum kan, maar meer moet het niet zijn. Salsa’s, schijft hij verderop in zijn standaardwerk, zijn bewerkelijke sausen, maar de beste Salsa pommodoro is eenvoudig. Gewoon met niks anders dan tomaat, misschien met een kleine toevoeging van…

Nou ben ik sinds mensenheugnis bewonderaar van Artusi. Ik neem hem heel serieus. Zo ook de Italiaanse oma’s op Youtube. En de schrijvers van de grote Italiaanse kookboeken,  Maar snap je lezer, dat ik een beetje simpel wordt van die spraak- en begripvervuiling?

Ik maakte dan maar de simpelste saus die ik kon bedenken. Ik noem hem Salsugo. Het recept als hier beschreven voldeed vanavond voor drie personen:

  • spaghetti naar behoefte,
  • 1 sjalot,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • olijfolie,
  • peper en zout,
  • paar takjes peterselie,
  • 500 gram gekruid lamsgehakt.

Fruit in een braadpan (op matig vuur) de gesnipperde sjalot en de fijn gehakte tenen knoflook in de olijfolie. Wanneer die na een paar minuten glazig zijn geworden stort je er de tomatenpulp bij. Verdun de saus met een scheutje witte wijn en een scheutje water tot je een consistentie hebt zoals van dikke gebonden soep. Breng op smaak met peper en zout en laat de saus rustig pruttelen. Proef of het gehakt voldoende op smaak is en kruid eventueel bij. Draai er ballen van en leg die in de saus. Laat het vlees rustig garen. Breng een pan water aan de kook en gaar de spaghetti naar voorschrift. Giet af en dien op. Stort de balletjes en saus op een voorverwarmde schaal en bestrooi met gehakte peterselie. Serveer.

Enkele opmerkingen:

  • Ik gebruikte gekruid lamsgehakt van onze Turkse slager. Dat heeft niks met Italië te maken. Maar het is goed gekruid, met verse koriander, met knof, met scherpe peperpasta, met zout. Je hoeft er niks aan te doen, de smaak klopt. Vaak is gekruid gehakt milder. Het is aan jou om de smaak kloppend te maken. Ook leent het gehakt zich ertoe om meteen ballen van te maken. Sommig gehakt is zo rul dat je het moet binden met brood en ei.
  • De tomatensaus is van een simpelheid die grenst aan infantiliteit, de smaak is overweldigend, altijd weer…
  • Indien je een voor- en nagerecht maakt kun je beslist meer dan drie monden voeden met dit recept.

Ik zit dit stukje te schrijven in de studeerkamer van Marleen. In de belendende ruimte, hullie woonkeuken, zit het kompleet gezelschap te werken aan de Carnavalspèkskes. (Neel roept: ik kom één muts tekort).

© paul

Het Zuurkoolvat…

zuurkoolpot

Stenen keukengerei, we verzamelen het al sinds mensenheugnis. Het mag steengoed zijn, of het is aardewerk, soms sluipt er zelfs wat bicuit binnen (dat is bij zo’n lage temperatuur gebakken dat het al uit elkaar valt wanneer je ernaar kijkt). Het mag allemaal de pret niet drukken, als het maar keramiek is. Je hebt in de loop van de tijd al heel wat van onze verzameling voorbij zien komen op deze site, want alles wordt gebruikt.

We betrekken onze spulletjes via uitdragerijen en vlooienmarkten. Het kost doorgaans geen knoop. Een snelle inventarisatie van de stenen potten, pannen, schalen en borden leert dat we in de loop der tijd slechts één, misschien twee stukken nieuw kochten. Het is leuk om te zoeken, leuk om te vinden. En het is geweldig gereedschap in de keuken en aan tafel.

Nu hadden we echter een grote doube-achtige pot nodig. Minstens vijf liter moest de inhoud zijn, en dan ook nog eens hoog genoeg. We besloten dan maar tot aanschaf van een nieuwe pot, de kans om in de nabije toekomst zo’n ding tweedehands te vinden was nihil.

Enig zoeken op internet deed ons belanden bij een site luisterend naar de naam Keukenkeramiek. Het is een internetbedrijf en het is gevestigd in Beegden, Midden-Limburg. En zij hadden dus die ene pot… Verder was er de mogelijkheid om op afspraak langs te komen. Vanmiddag hobbelde het Ministerie dus naar het Zuiden.

Een piepklein hokje was tot aan de nok volgestouwd met keramiek. De bulk van het bedrijf was in een ander deel van het huis opgeslagen. We zagen de doube, bevoelden hem, keurden hem en het was goed. Bleek er nog een forse korting in het verschiet omwille van het zelf ophalen van het ding. Ik keek nog wat rond en koos wat beukenhouten gereedschap, ik had het thuis al op de site uitgezocht. En toen stond die zuurkool pot daar. Aanbieding met alles erop en eraan. Pot, schaaf, stamper, knijper, gewichten. Een complete uitset voor een beginnend zuurkoolmaker. Ik was meteen om. De pot was zo mooi. Keuls steengoed was het, gebakken bij 1300 graden. Een prachtige, aaibare huid, alle details vakkundig afgewerkt. Oerdegelijk Duits vakwerk van net over de grens. Ook de maat stond me meteen aan. Inhoud 3 liter. Niet te groot, niet te klein.

Enfin, en nieuw hoofdstuk gaat geschreven worden in de analen van het Ministerie. Vandaag of morgen maken we onze eerste portie zuurkool. Over een week of zes is het klaar, je zult het zien.

Overigens, die andere pot, die waar het eigenlijk om te doen was, die pot zie je zaterdag, gevuld met het mooiste van het zwijn en de lekkerste bonen…

© paul

 

Zomaar een zaterdag…

onthulling van het bordje

Ik zit nu al tien minuten naar het scherm te turen en ik weet nog steeds niet wat ik vertellen wil.

Niet dat er vandaag (zaterdag) niets gebeurde… We bezochten de markt in Helmond. We waren laat voor onze doen, we lazen thuis eerst twee ochtendbladen en slurpten een grote pot sterke koffie weg. Erbij toast en een drie-minuten-eitje.

Onze Turkse slager deed een soort quiz met Ellen, waarbij hij haar testte op haar kennis van linzensoep uit het Noord-Westen van Turkije.; ze slaagde met vlag en wimpel. Vervolgens maakte de dochter van onze Citrusboer seksistische grapjes over mannen (heel bijzonder om de ellende ook eens van de andere kant te horen);en ook bleef de dochter van onze Groenteboer, ondanks alle koude, liefdevol wachten tot wij onze keuze gemaakt hadden; onze Visboer beloofde ons een snoekbaars, af te halen aanstaande donderdag op het Pastoor Poelplein te onzent. Onze Bloemenboer maakte zich oprecht zorgen over de handelswaar van vorige week. Had niemand vorstschade opgelopen? Onze Shoarmaboer had het koud, daar stokte voor vandaag de conversatie. En onze Kaasboer lieten we links liggen, we hadden nog voldoende op voorraad.

Ik zou nu verder moeten schrijven over de House Warming Party van Bert, maar ik kan geen bruggetje maken… Misschien moet het Ministerie voor de rest van de avond haar burelen maar sluiten. Over al die speciale bieren die Bert te bieden had moeten we misschien een andere keer schrijven…

lezer, het ga je goed, welterusten!

 

Biber Salcasi…

slakken

Harissa betrekken we al jaren van onze Turkse slager in Helmond. We zijn grootverbruiker en bovendien nemen we met regelmaat af voor vrienden en kennissen. Voor de duidelijkheid, het betreft een Noord-Afrikaanse peperpasta, samengesteld uit rode pepers, knoflook, koriander, karwijzaad en zout. Een enkele keer maken we hem zelf, maar er is niks mis met de pasta die onze slager verkoopt. Het merk heet Le Phare du Cap Bon en het komt uit Tunesië. De saus zit verpakt in een tube en bevat 90 gram. De prijs is nog geen euro.

Onze slager zag al dat gedoe met die Noord-Afrikaanse saus al met al toch wat met lede ogen aan. En onlangs liet hij ons dan ook weten dat de Turkse keuken een uitstekend alternatief te bieden heeft. Ach, enig chauvinisme is hem niet vreemd.

Het betreft een pasta die de naam draagt Biber Salcasi, soms Kirmizi Biber Salcasi. Het wordt gemaakt van rode paprika’s of rode pepers. Er gaat zout bij, plantaardige olie en wat voedingszuur en dat is het dan.

We kochten aanvankelijk één potje en probeerden het uit. Geweldig spul… Het geeft smaak, eventueel scherpte, het geeft binding zoals ook tomatenpuree dat doet. De toepassingen zijn legio. Intussen zijn we er aardig aan verslingerd.

Het merk van onze biber heet Öncü, maar er zullen talloze andere producenten zijn. Ik ken ze niet. Onze pot bevat 370 gram en kost € 2,20.

Biber Salcasi kent twee verschijningsvormen. Staat er op het potje vermeld dat het Aci Biber Salcasi is dan heb je te maken met de scherpe vorm, gemaakt van rode pepers. De milde vorm heet Tatli Biber Salcasi en daarin worden zoete paprika’s verwerkt.

De Biber is geen vervanger voor de Harissa. Daarvoor verschillen de sausen te veel van elkaar. Maar alle twee zijn ze multi inzetbaar. Gisteren gebruikte ik de scherpe variant van de Biber in een Hongaarse Pörkölt. Maar je hoeft niet persé exotisch te koken om Harissa of Biber te gebruiken. Met een beetje fantasie pep je de meest simpele Hollandse kost op. Stooflapjes, boerenkool, aardappelpuree, snert, enzoverder-enzovoort. Enfin, bedenk maar. Neem in ieder geval de moeite om zo’n potje aan te schaffen (of anders een tube Harissa). Je doet er jezelf een groot plezier mee, reken maar van Yes!

© paul

Turkse spruitjes

Turkse spruitjes
Het moest maar eens wat ‘gewoon’ na al die feestjes. En wat dan? Spruitjes, dat is toch wel zo ongeveer de meest gewone Hollandse kost. Er schiet me opeens een lied uit een ver verleden te binnen: het had iets te maken met bijstandsmoeders die ten einde raad waren ( ja, hoor, in de jaren tachtig was er ook al een heftige economische crisis. Wij weten dat nog!!!) In ieder geval; zongen wij toen : “Wij eten nu spruitjes, en dragen tweedehands truitjes”…

Tjaa, Spruitjes dus, maar niet meer zo proletarisch:  Paul schreef al over Irfan Orga, ik probeerde zijn spruitjesrecept, maar kwam wat vreemde zaken tegen; Ik paste het recept aan voor twee personen., mijn versie dus hieronder;

  • 500 gram spruitjes
  • wat boter
  • 3 kleine rijpe tomaten, in kleine blokjes gehakt
  • 1 theelepel gehakte bieslook, in fijne snippertjes gehakt
  • wat vers geraspte nootmuskaat
  • zout en peper
  • 4 eetlepels gerijpte yoghurt ( ik gebruikte Turkse Yoghurt)
  • 3 eetlepels geraspte Parmezaanse kaas
  • 2 eetlepelsamandelsnippers

Nu staat er boven het recept: “Om de amandelen te roosteren, legt u ze 3 tot 5 minuten op een bakblik in een hete oven  of onder de gril

Mooi bedacht, maar in de verdere receptuur komen die amandelsnippers nergens meer voor… Wat dus te doen met die snippers… Eigenlijk wel logisch om ze óp de yoghurt te strooien, vermengd met de Parmezaanse kaas… maar dan zou je ze van te voren niet hoeven roosteren… ik had de amandelen  al geroosterd…  ik trok dus maar mijn eigen plan;

Gaar de schoongemaakte spruitjes in  kokend water  met wat zout in ongeveer 6 minuten beetgaar. Giet ze af en laat ze goed uitlekken. Beboter een ovenschaal en schik daarin de spruitjes, de tomatenblokjes en de bieslooksnippers. Bestrooi de groenten met nootmuskaat, peper en zout naar smaak. Overgiet alles met de yoghurt . Bestrooi met de Parmezaanse kaas en bak het in ongeveer 15 minuten mooi bruin op 180 graden….

*) de amandelsnippers zijn nu dus niet gebruikt; Ik besloot ze maar door de groenten te mengen/ ( ik had ze  al geroosterd.) Later bedacht ik dat ze misschien beter niet geroosterd konden worden en als een soort knapperige bestanddelen aan de bovenlaag toegevoegd zou kunnen worden… open receptuur dus…Niettemin, deze spruitjes met yoghurt smaakten prima! We experimenteren gewoon nog even verder…

Kopje espresso toe.

@ ellen.

 

 

 


Het misterie van de Plofslak…

huisnaambordje

Tijdens het Naambordfeestje presenteerden we voor de liefhebbers ook wijngaardslakken. De schoteltjes kwamen gloeiend uit de oven, ieder was gewaarschuwd. Met een prikkertje of een vorkje viste je voorzichtig een slakje uit de pan en de kruidenboter sopte je daarna met een stukje stokbrood op. De animo van de gasten was groot.

Vriend Jan koos zijn slakje uit en bracht zijn vorkje vervaarlijk dicht bij het prooidier. Toen er dan sprake was van écht fysiek contact liet het slakje een gemene plof horen en vloog in een prachtige boog, als een ouderwetse mortiergranaat, in het bierglas van Vriend Jan. Verschrikte reacties, maar ook hilariteit. Hoe was het mogelijk!

En natuurlijk was er iemand met een pyro-technische achtergrond, die onmiddellijk de baan van het projectiel begon te berekenen om zodoende de kracht van de explosie te achterhalen. Het lukte haar niet.

Het bleef gelukkig bij dit ene accident met de wijngaardslakken. Wel gaf het nog geruime tijd stof tot overdenken. Hoe was het bijvoorbeeld mogelijk dat het bier van Jan (Lupulus dubbel) zijn mooie bruine schuimkraag behield, nadat het vette slakje uit het glas was gevist? En waarom sprongen al die andere slakjes niet net zo uit de pannetjes? Enfin, once-in-a-lifetime

© paul

 

Turkse spruitjes met yoghurt en amandelen…

Leuk natuurlijk, dat geschrijf over feestjes, maar het is vandaag weer gewoon werkendag en er moet gegeten worden… En het liefst aten we vanavond iets “gewoons”: spruiten!

Nu ben je geneigd om te denken dat spruiten bij uitstek een Nederlandse aangelegenheid zijn, en misschien is dat ook wel zo. Maar elders denkt men daar iets anders over. Engelsen noemen de groenten Brussels sprouts, Fransen spreken van Choux de Bruxelles. En Brussel ligt écht niet in Nederland, zoals je misschien weet… Zelfs Duitsers hadden het lange tijd over Brüsseler Sprosen, tegenwoordig heet het daar Rosenkohl. Vreemd is het allemaal niet, de spruit zoals we die nu kennen werd ontwikkeld in de buurt van Brussel, ergens in de zestiende eeuw.

Wel vreemd vonden we het feit dat er in het Midden-Oosten ook spruiten worden gegeten. Sterker nog, ze doen er leuke dingen mee. Alle reden om er eens wat van uit te proberen.

Ifran Orga was een nazaat van Turkse adel, hun geschiedenis gaat ver terug in het Groot Ottomaanse Rijk. In het Turkije van Attatürk, het moderne Turkije, vervulde Orga tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn plicht aan het vaderland als jachtvlieger. Omwille van sociale en politieke reden moest hij vluchten uit zijn vaderland. Hij streek neer in Groot Britanië. De rest van zijn leven woonde hij daar, maar in gedachten bleef hij Turkije trouw. Hij schreef een autobiografische roman: Aan de oevers van de Bosporus, vertaald in elke grote wereldtaal. Er volgde nog een en ander aan literatuur en dan waren er drie kookboeken. Allemaal met betrekking tot de Turkse keuken en de Turkse cultuur. Het spruitenrecept komt uit Cooking With Yoghurt. Het boek verscheen voor het eerst in 1956, in London. Ifran Orga werd geboren in 1908 in Istambul, hij stierf 1970 in London.

Het recept komt morgen…

© paul

 

Feestje…

huisnaambordje
We moesten het feestje voor het Huisnaambordje in alle haasten organiseren; snel dit, snel dat, en toen we zaterdagavond laat nog even controleerden of er van alles genoeg zou zijn bedacht ik dat het wel misschien wel wat ‘zuinigjes’ was. De Jongste Bediende bood aan nog eens in hun kelder te duiken en diepte een paar flessen Cremant op én een hele krat Lupulus Tripel; een zeer genereuze schenking! Het Kind en Maja zorgden voor het uitschenken van de drankjes en zo kon het hele gezelschap meteen na het onthullen van het bordje proosten met een glas Cremant. Paul had een toespraak voorbereid voor bij de onthulling maar het was buiten zo verschrikkelijk koud dat we de toespraak maar naar binnen verplaatst hebben.

Bubbels horen bij een feestje. We hadden geen echte Champagne, wij drinken net zo lief een goede Cremant. Als je tijd genoeg hebt om een feest te organiseren, koop je een doos Cremant van één merk, nu was daar bij dit  haastig bedachte feestje geen tijd voor. Dan maar van alles wat! En dat was eigenlijk wel zo leuk. Het leek op een heuse proeverij waarbij iedereen zo zijn of haar eigen voorkeur had; Het Kind vond de Asti Spumante het lekkerst, Ans en Ans en ikzelf hadden een voorkeur voor de Poll Fabaire Cremant, Paul hield het bij de Cremant D’Alsace van Wolfberger en Marleen dronk de Cremant van Bernard Massard met een scheutje Cassis. Zoveel mensen, zoveel smaken. Zoveel verschillende glazen ook. Als ik de foto nu bekijk is het wel een ratjetoe; maar goed, wie heeft er voor een heel gezelschap champagneglazen van één model? Wij hebben al jaren een doosje met 12 champagneglazen; als dát doosje kon vertellen… Maar ik dwaal af, over dat doosje schrijf ik nog wel eens!

Er waren ook gasten die na het toosten met de bubbels snel overschakelden op iets anders. We kunnen wel zeggen dat voor hen de Lupulus Trippel favoriet was; niet zo vreemd als je bedenkt dat dit bier bij mijn weten nog steeds niet verkocht wordt in Nederland. Je moet er een flink eind voor rijden, maar dan heb je ook het lekkerste bier van België volgens kenners. De Hele krat ging met gemak op en ook de laatste flessen Lupulus bruin uit de krat van Paul waren zo geleegd.

huisnaambordje

Wie ermee begon weet ik niet maar iemand kwam op het idee om de lege flessen in de vensterbank te etaleren. Het was vanmorgen donker van de lege flessen…

Vandaag maar een kopje espresso!

@ ellen.

 

 

Ministerie ontstijgt virtuele wereld…

onthulling van het bordje

Het gonsde al enige tijd op Facebook: er stond op die zondag in januari iets te gebeuren op het Ministerie van Eten en Drinken… Mondjesmaat werd er informatie gelekt, elke dag een beetje. Volop reageerden lezers op de berichtjes en men gokte naar alle kanten. Maar uiteindelijk bleef het aanstaande gebeuren geheim. Nu is de tijd daar om het hele verhaal te vertellen, maar daarvoor moeten we eerst een zijsprong maken, een beetje grasduinen in het wel en wee van ons dorpje.

Gemert heeft een rijk cultureel leven, zowel in de breedte als in de diepte. Het verenigingsleven bedient eenieder op zijn of haar wenken, je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt wel ergens terecht om jouw hobby, passie of levensbehoefte uit te oefenen. En het is met meer dan gepaste trots dat wij beseffen dat de kwaliteit van dat alles ver uitsteekt boven dat wat je verwacht van een middelgrote plattelandsgemeente.

En dan is er de Heemkundekring. Een bloeiende vereniging met tal van leden. Niet een belegen dorpsklup van enkele notabelen, maar een breed gedragen vereniging. Er wordt aan wetenschappelijk onderzoek gedaan, men geeft boeken uit, men verzamelt en archiveert. En nog veel meer, maar daarvoor ga je zelf maar op bezoek bij de Heemkundekring.

Een van de voortvloeisels van de Vereniging is de Stichting Gemert Vrijstaat. Die stichting omschrijft haar activiteiten als volgt : De Stichting Gemert Vrijstaat is opgericht met het doel om de historische identiteit van Gemert te versterken. Dat doet zij door het aanbrengen of stimuleren tot het plaatsen van beelden, naamborden, gevelstenen, huisnamen, wapens e.d. die gerelateerd zijn aan historische feiten van de betreffende plek.

In de traditie van de Heemkundekring (en dus ook in die van de Stichting Gemert Vrijstaat) is moderne geschiedenis óók geschiedenis. En in hun opvatting betekent het dat je met geschiedkunde ook heel dicht bij de actualiteit kunt zitten. In dat kader bedacht men dat het Ministerie min of meer officieel opgenomen diende te worden in de analen van ons dorp. We kregen een naambord aangeboden.

Gisterenmiddag onthulde Ellen het bordje, onder toeziend oog van de Staatssecretaris van de Vrijstaat, Ad Otten, en een klein select gezelschap van Ministerievolgers. De gebeurtenis was uiteraard aanleiding tot een feestje. Daarover later meer.

Het grafisch ontwerp én de letters zijn van de hand van Harry Huybers

huisnaambordje huisnaambordje