Péckvillercher…

Péckvillchen...

Éimaischen heet het feest en het wordt gevierd op Tweede Paasdag op twee plaatsen in Luxemburg. Op de eerste plaats in Stadt-Luxembourg, en verder ook nog in het dorpje Nospelt. De Stadse Luxemburgers vinden hun feest het enige dat telt, maar je moet maar denken lezer, Stadse Luxemburgers doen niet onder voor Amsterdammers (of welk grootsteeds volk dan ook): is er ergens iets leuks, dan gaan ze het kopiëren en roepen vervolgens dat het altijd al van hullie was. De markten worden al bijna 200 jaar gehouden, altijd op Tweede Paasdag. Enfin…

Wij waren op de Éimaschenmarkt in Nospelt, volgens onze zegsman Mars misschien niet de meest spectaculaire, maar dan toch in ieder geval de van oorsprong origineelste. En ik kende het Luxemburgs fenomeen Éimaschen al langer, maar ik had er geen idee van waar het woord op sloeg of wat de betekenis was bij weten en werkelijkheid. Éimaschen heet bij ons Emmaüsgangers.

(De evangelist Lucas verhaalt in zijn versie van het evangelie over leerlingen van Christus die op weg zijn naar de paasviering in het dorpje Emmaüs. Onderweg komen ze de herrezen Christus tegen, maar ze herkennen hem niet. Het verhaal van die Emaüsgangers is in Luxemburg onlosmakelijk verbonden met Tweede Paasdag.)

De Éimaschenmarkt, die dus altijd op Tweede Paasdag wordt gehouden, is een gezelligheidsmarkt; het prestigieuze crémantmerk Poll Fabaire verkoopt er aan een luxe kraam haar schuimwijnen. De grote Luxemburgse bierbrouwers zijn er vertegenwoordigd met hun uitstekende bieren. (Zowel de bieren als de wijn worden gedronken uit échte glazen, plastic is dood in de pot.) Brusselse wafels met slagroom en vruchtencompote vind je op elke hoek. Er worden karbonades, grillworsten en metties geroosterd, geserveerd met frieten of brood. Er staat een grote feesttent op het centraal plein. Lange tafels en banken maken dat een goede zeshonderd gasten van een drie-gangenmaaltijd kunnen genieten en er is levende muziek…

Het bijzondere aspect van deze markt is de verkoop van de Péckvillercher, kleine stenen lokfluitjes in de vorm van een vogeltje. De Péckvillercher worden in Nospelt gemaakt, al honderden jaren. Nospelt is van oudsher een keramiekcentrum. Al ten tijde van de Romeinse bezetting, zo rond het begin van onze jaartelling, bestond er een bescheiden aardewerkindustrie. Nog vrij onlangs werd er een tegel- en dakpanoven opgegraven, daterend uit die tijd. Men maakte er in vroeger dagen ook steengoed van hoge kwaliteit en aantrekkelijk gebruiksgoed van aardewerk.

De keramisten van Nospelt ventten hun waar uit op markten in Luxemburg, in Duitsland, in België en tot ver in Noord-Frankrijk. Ze gebruikten de vogelfluitjes om klanten naar hun kraam te lokken. De kindertjes eerst, die waren nieuwsgierig en hebberig. En had je de kindertjes, dan volgden de papa’s en mama’s heus wel. En met de ouders aan de kraam was er een gerede kans dat je het grote werk kon slijten: kookpotten, zuurkoolvaten, waterkruiken, drinkbekers, enfin…

Tegenwoordig hobbyt men nog slechts een beetje in Nospelt. Maar de Péckvillercher zijn serieuze zaak. Ze worden in allerhande vormen en maten aangeboden. Speciaal voor deze markt (en ook voor de Éimaschenmarkt van Stadt-Luxembourg) produceert men een verzamelaarseditie van het lokfluitje, genummerd en gesigneerd. Men doet dat al járen, en halverwege de dag is men doorgaans uitverkocht.

Wij kochten echter een eenvoudig volks fluitje. Het is uiteindelijk mooier, charmanter en authentieker dan die collectors-items. Het bezit een mooie warme klank en het ziet er in al z’n eenvoud lollig uit.

Uiteindelijk was het fluitje natuurlijk bedoeld voor onze Jop. We hebben het hem echter niet mee naar huis gegeven. Hij vindt het fluiten zo leuk dat hij binnen de kortste keren zijn ouders horendol zou hebben gemaakt. Nu loopt hij te paraderen op het tuinpad van zijn grootouders en blaast de sterren van de hemel. Hij heeft intussen uitgevonden dat het gaatje in de rug van het vogelfluitje een extra toon genereert. Ach, laat hem maar even doen. Het gaat vanzelf weer over…

©paul

.

Fijne Paasdagen…

fiGekleurde eieren met plantenmotief, Pasen 2017...

Met de traditionele Paasbrunch wordt het niks dit jaar. Dat is spijtig, heel spijtig, maar het is niet anders. Ik vervul namelijk plichten jegens mijn broodheer, en die plichten vervul ik ‘s nachts. Ergo: ik moet overdag slapen. En kon ik in vroeger dagen mijn nachtdiensttaken moeiteloos combineren met een copieuze maaltijd en een bescheiden drinkgelag met familie en vrienden, nu is dat ondenkbaar. Ik ben er te oud voor geworden, het put me uit. Enfin, het schrijden der jaren eist zijn tol. (Maar wees gerust familie en vrienden, er komen nog andere jaren zonder nachtdienst!)

Dit jaar richtte Ellen een bescheiden ontbijt aan. Ik had daar in het geheel niet op gerekend, maar toen ik thuiskwam van mijn werk zat Ellen al in vol ornaat aan de gedekte dis. Er was gerookte zalm, fijn rundvlees en er waren uitgelezen kazen. Bussenbrood met sesam, matses en vijgenbrood erbij, goei boter en dille- en dragonsauzen. Frisse salades ook met tomaten en komkommer. Ach, te veel, veel te veel…

En dan natuurlijk die eieren. Ellen had ze in de voorgaande nacht nog even geschilderd en gedecoreerd naar beproefd traditioneel recept. Ze kreeg het recept van Meneer Fisch, onze stokoude Luxemburgse drankstoker. Toen hij Ellen het geheim van de paasdecoraties verklapte kreeg hij blosjes op z’n bejaarde wangen: Man macht das mit Damenunterwäsche…

Wil je weten hoe het gaat, klik dan even naar onderstaande link. Het is beslist geen geheim, het is simpel te doen en het levert op. Gebruik wel een goede kwaliteit verf en ragfijne kousen…

Enfin lezer, ik heb intussen een paar glazen champagne gedronken (ook traditie) en het wordt zo zoetjes aan tijd om mijn bed op te zoeken. Ellen wil de rest van de dag lezen: John Irving, Herman Koch en nog een en ander. (Ellen leest razend snel…)

Namens het voltallige personeel van het Ministerie: Fijne Paasdagen

© paul

Pasen, een ei hoort erbij…

fried egg, gefrituurd eiAls je niet alleen maar van die saaie hardgekookte eieren wilt eten staan er in de categorie eieren vast wel een aantal bruikbare ideeën om de Paastafel op te vrolijken. Neem bijvoorbeeld deze gefrituurde eieren, heel smakelijk en echt eens iets anders.  De eieren in rode wijnsaus beschreef ik deze week al, maar ook een klassiek gepocheerd ei met gerookte zalm is heerlijk bij de Paasbrunch. Of, voor wie chagrijnig van de meubelboulevard thuiskomt, een lekkere kom pittige knoflooksoep met een ei, daar wordt je weer helemaal vrolijk van. En wil je de eieren eens heel origineel verven dan is dit misschien een leuke tip.

      • Gefrituurde eieren
      • 1 ei per persoon
      • room
      • bloem
      • 1 losgeklopt ei gekruid met peper, zout en wat nootmuskaat
      • paneermeel
      • een frituurpan met olie.

Kook de eieren 3 minuten, ze moeten nog zacht zijn. Laat ze even schrikken en pel ze heel voorzichtig. Wentel ze eerst door de room,  dan door de bloem,  vervolgens door het losgeklopte ei en tenslotte door het paneermeel. Bak ze dan meteen in de hete olie tot ze rondom bruin zijn.  5 april 2007 015

Laat het ei even op keukenpapier uitlekken en serveer het ei dan op een salade. Snijd vlák voor het opdienen het ei door zodat de nog vloeibare binnenkant mooi te zien is.

En toe, een kopje espresso met een paaseitje!

© ellen.

Pasen…

Paasei van Marleen...
Het is nacht en ik ben op mijn werkplek. Voor de nieuwe lezers: ik werk al sinds mensenheugenis bij nacht en ontij… En niet alleen door de week ben ik paraat, ook weekenddiensten vallen mij ten deel. Mijn cliëntèle slaapt nu, en dat biedt me de gelegenheid om een korte overpeinzing te maken.

Andere jaren besteedden we wat ruimer aandacht aan Pasen op deze web-site. Niet vanuit religieus oogpunt, want daar doen wij niet aan. Maar op een of andere manier is het Paasfeest iets wat ons toch altijd bezig houdt. Meer universeel; het is het soort feest waarmee we de komst van de lente vieren, zoiets… Er hoort op enig moment wat ingetogenheid bij, wat overpeinzing. Maar er moet ook uitbundig gefeest worden, ‘n beetje heidens….

Straks maak ik voor Ellen een Paasontbijt, simpel maar smakelijk. Verse jus, eitjes, kazen en vleeswaar. Goed brood, hartig en zoet. Voor Ellen sterke koffie, voor mij een glas witte wijn, ik mag per slot om een uur of tien gaan slapen.

Ach, ik heb weinig te klagen. Ellen bereidt vanavond een duifje voor me en op maandag komen vrienden en familie voor de traditionele Paaslunch. Dan wordt het feest…

Ik zou je een Zalig Pasen kunnen wensen, maar dat klinkt wel heel erg katholiek. En Vrolijk Paasfeest is dan weer een beetje lullig. Laat ik het, bij gebrek aan beter, houden bij de wens zoals die elk jaar op de voorpagina van de Franstalige uitgave van het stripblad Kuifje prijkte: Joyeuses Paques

© paul

 

Pasen; zoete Frambozenbroodjes

paasbrunch De Paasdagen: tijd om te genieten van de eerste zonnestraaltjes, misschien eieren kleuren en verstoppen, misschien ook een mooie Paasbrunch met familie en vrienden organiseren. Wij houden het dit jaar maar weer bij onze traditionele champagnebrunch met vrienden en familie; wat eten, wat drinken een mooi verhaal en wat nog meer ter tafel komt…
Zo doen we dat al jaren hier op het Ministerie, de champagnes (gekregen met Kerst, relatiegeschenken en wat dies meer zij) worden verzameld en gekoeld, ik denk na over bijpassende gerechten en dan eten we en drinken we en vertellen we verhalen over de nieuwe lente en de plannen voor de komende zomer…
Zo als het er nu naar uitziet kunnen we in ieder geval asperges verwachten van eigen Gemertse telers. Dat is natuurlijk al een feestje op zich maar meestal maak ik voor de Paasbrunch ook wat zoete broodjes of een brioche. Ik beschreef al de zoete sinaasappel-amandelbroodjes die ik vorige week bakte, nu toch ook even het recept van de Frambozenbroodjes met amandel. Ook echt iets voor de Paasbrunch, ooit gemaakt, maar ergens in de vergetelheid geraakt en nooit beschreven.
Bij deze dus:

  • voor 12 broodjes
  • deeg
  • 500 gram bloem
  • 7 gram gedroogde gist
  • 2 eetlepels custardpoeder
  • 1 ei
  • 225 ml melk
  • snufje zout
  • 75 gram zachte boter
  • Vulling
  • 250 gram frambozen (mag diepvries zijn)
  • 250 gram amandelspijs
  • 1 ei
  • 1 theelepel geraspte schil van een bio citroen
  • 1 1/2 theelepel gemalen kaneel
  • 2 eetlepels honing
  • voor de afwerking 75 gram poedersuiker, wat citroensap en wat amandelschaafsel

Laat de frambozen ontdooien en vang het sap op.
Kneed in een kom van bloem, gist, custard, ei, melk, snufje zout en de zachte boter een soepel deeg. Dat kan met de mixer met deeghaken of in de keukenmachine of met de hand. Kneed tot je een mooi deeg hebt waar je een ‘vliesje’ van kunt trekken. Vorm een bal en laat die onder plasticfolie 1 uur rijzen. Druk het deeg plat en kneed het met de hand nog even door. Rol het dan op een, met wat olie bestreken, werkvlak tot een lap van ongeveer 25×35 cm.

Meng de amandelspijs met het ei en de citroenrasp tot een smeuïge massa. Strijk deze massa over het deeg, verdeel de frambozen hierover en bestrooi met wat kaneelpoeder. Druppel wat honing over de vulling. Rol het deeg losjes op en verdeel de rol in 12 dikke plakken. Leg de plakken dicht tegen elkaar op een met bakpapier bekleed bakblik. Laat het deeg nu nog eens 45 minuten afgedekt rijzen op een lauwwarme plaats. Een variant is om in plaats van frambozen het deeg gewoon te bestrijken met een mooie ( zelfgemaakte) confituur. De rest van het verhaal is hetzelfde, bestrooi het dan bijvoorbeeld met poedersuiker of maak glazuur met poedersuiker en wat citroensap. Ook lekker!

paaszaterdag

Verwarm de oven voor op 200 graden. Bak de frambozenbroodjes in ongeveer 20 tot 25 minuten gaar een lichtbruin.
Kook intussen het opgevangen frambozensap in tot 2 eetlepels en roer dit beetje bij beetje door de poedersuiker tot je een dik glazuur hebt. Voeg een klein beetje citroensap toe tot je de gewenste dikte hebt gekregen. Rooster het amandelschaafsel in een droge koekenpan.
Neem de broodjes van de bakplaat, giet er de glazuur over en bestrooi met het amandelschaafsel. Bestuif de broodjes eventueel nog vlak voor het gebruik met wat poedersuiker.

En, natuurlijk volgen er de komende dagen nog wat meer gerechten voor een mooie Paasmaaltijd… Nu maar hopen op mooi, zonnig lenteweer…

© ellen.

Sinaasappelamandelbroodjes

IMG_3029
Soms gaat er van alles mis, goed mis… De snelle oplettende lezer zag zojuist een half artikel over Hertenstoof. Een half artikel want het systeem crashte en bracht alleen nog de oude versie van Pauls blog over zijn Hertenstoof. De helft dus. De volledige tekst is niet meer terug te halen en Paul zit nu te balen en heeft er geen zin meer in! Begrijpelijk! Morgen beter, want over die Hertenstoof moet echt geschreven worden, zo lekker!

Goed, om jullie lezers toch iets lekkers te bieden geef ik dan maar mijn bevindingen met de sinaasappelamandelbroodjes uit het Bakboek van Levine.
We schreven er al eerder over, wij zijn heel blij met dit boek; “Brood uit eigen oven”, van Levine van Doorne. Paul bakte al een paar mooie volkorenbroden volgens recepten uit dit boek. Vanmiddag besloot ik maar eens één van de feestbroodjes te maken. Over een paar weken is het weer Pasen en dat vieren wij met onze traditionele Paasbrunch. Al vele jaren genieten wij samen met wat vrienden van een uitgebreide brunch en ik probeer dan steeds wat bijzonder brood en gebak te maken. Deze broodjes leken me prima passen in het menu dus vandaag alvast een oefening…

Voor wie dat geweldige boek van Levine nog niet heeft gekocht schrijf ik het recept hier over, letterlijk. Maar dan wel broodjes bakken en het boek zelf kopen! Van harte aanbevolen!

  • Deeg
  • 360 gram tarwebloem
  • 5 gram droge gist
  • 6 gram zout
  • 50 gram suiker
  • 25 gram zachte ongezouten roomboter
  • 230 gram volle melk, 20-25 graden
  • Vulling
  • 45 gram zachte ongezouten roomboter
  • 75gram suiker
  • geraspte schil van een sinaasappel
  • 30 ml Grand Marnier
  • 50 gram amandelen, grof gehakt
  • Glazuur
  • 40 gram poedersuiker
  • 60 gram water
  • 30 ml Grand Marnier

Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed in de standmixer 10-15 minuten tot een soepel deeg dat van de wand van de kom loslaat. Vorm een bal van het deeg en leg de deegbal in een licht met olie ingevette kom. Dek af met plasticfolie en laat het deeg op kamertemperatuur 60-75 minuten rijzen.

Vulling: meng boter, suiker, sinaasappelrasp en Grand Marnier in een schaaltje door elkaar. Zet apart tot gebruik.

Vormen: Stort het deeg op en licht met olie ingevette werkplek en duw de lucht eruit. Bol het deeg losjes op en laat het afgedekt 20 minuten rusten.

Rol het deeg met een deegroller op een licht met olie bestreken werkplek uit tot een lap van 25×40 cm. Bestrijk de deeglap met de sinaasappelboter en verdeel er de amandelen over. Rol de lap deeg vanaf de lange bovenkant stevig open knijp de naad goed dicht. Leg de deegrol met de naad naar beneden op het bakblik. Knip het deeg om de drie centimeter , laat het deeg aan de onderkant aan elkaar zitten. duw de stukjes deeg afwisselend naar links en naar rechts of snijd het deeg in plakken en leg de plakken in een grote ronde vorm.

Verwarm de oven voor op 180 graden of voor hete lucht ovens 160 graden

2de rijs. Dek het deeg af met plasticfolie en laat het op kamertemperatuur  ongeveer 45 minuten rijzen. Bak dan de broodjes in 25 minuten gaar en goudbruin.

Glazuur verwarm al roerend de poedersuiker en het water in een pannettje met een dikke bodem. Laat aan de kook komen en laat zachtjes 3 minuten pruttelen. roer er de Grand Marnier door en strijk het glazuur met een kwastje over de nog warme broodjes.

Haha, lekker! Dat ga ik met Pasen zeker maken! Kopje espresso erbij, heerlijk!

© ellen.

Levine van Doorne. “Brood uit eigen oven”. Baarn, Forte uitgevers 2014. ISBN 9789462500297. €24,95

Ei, ei… ideetje voor Pasen?

5 april 2007 012

Bij Pasen horen eieren, al eeuwen lang. Hoe dat komt?

De terugkeer van het licht in de vroege lente maakt dat de kippen weer eieren gaan leggen en dan bedoel ik wel gewone kippen! Die opgefokte, opgehokte legbatterijkippen leggen altijd, ze moeten wel, lampje erboven en klaar! Als de kippen in hun natuurlijke ritme mogen leven leggen ze tijdens de winter geen eieren, ze beginnen pas weer eieren te leggen als de dagen langer worden en er dus meer licht is. In vroeger tijden, toen de katholieken zich nog streng hielden aan de veertig dagen vasten vóór Pasen, aten ze in die vastenperiode ook geen eieren. De eieren werden opgespaard eventueel geconserveerd tot Pasen dan mocht men weer zoveel eieren eten als mogelijk was.

Als je niet alleen maar van die saaie hardgekookte eieren wilt eten staan er in de categorie eieren vast wel een aantal bruikbare ideeën om de Paastafel op te vrolijken. Neem bijvoorbeeld deze gefrituurde eieren, heel smakelijk en echt eens iets anders.  De eieren in rode wijnsaus beschreef ik deze week al, maar ook een klassiek gepocheerd ei met gerookte zalm is heerlijk bij de Paasbrunch. Of, voor wie chagrijnig van de meubelboulevard thuiskomt, een lekkere kom pittige knoflooksoep met een ei, daar wordt je weer helemaal vrolijk van. En wil je de eieren eens heel origineel verven dan is dit misschien een leuke tip.

  • Gefrituurde eieren:
  • 1 ei per persoon
  • room
  • bloem
  • 1 losgeklopt ei gekruid met peper, zout en wat nootmuskaat
  • paneermeel
  • een frituurpan met olie.

Kook de eieren 3 minuten, ze moeten nog zacht zijn. Laat ze even schrikken en pel ze heel voorzichtig.
Wentel ze eerst door de room,  dan door de bloem,  vervolgens door het losgeklopte ei en tenslotte door het paneermeel. Bak ze dan meteen in de hete olie tot ze rondom bruin zijn.

Laat het ei even op keukenpapier uitlekken en serveer het ei dan op een salade. Snijd vlák voor het opdienen het ei door zodat de nog vloeibare binnenkant mooi te zien is.

En toe, een kopje espresso met een paaseitje!

© ellen.

Gepekelde kip, etappe drie: Salade met gepekelde kip en wat er verder over is…

salade met kip

Die gepekelde kip was natuurlijk veel te veel voor ons tweetjes. Wij aten de billetjes en de rest bleef over. Nou vinden wij dat nooit erg, we zijn allebei gek op kip en de resten komen altijd wel op. Etappe twee van de kip waren de vleugeltjes,  ( bij zo’n Zwarte Hoevekip kan je gerust spreken van vleugels) die at ik gisteren bij de lunch. Lekker vers brood erbij en wat zelfgemaakte mayonaise. Ook van die mayonaise bleef wat over…

Etappe drie van de gepekelde kip:

Vandaag plukte Paul de rest van de kip in stukjes. Hond Jaros kreeg zijn deel (velletjes, drelletjes en de stukjes kraakbeen). Ik schilde en kookte de laatste Ratten van de Jongste Bediende en sneed ze in stukjes. Een restje diepvriesdoperwtjes, even gegaard, een paar tomaatjes, een hardgekookt eitje, een rode ui in flinterdunne plakjes, wat bloedzuring, een paar zwarte olijven… Nou ja, restverwerking… Mooi met Pasen, kan je zo prima ook de rest van die hardgekookte eieren in verwerken…

Dressing erover van wat olijfolie, lepeltje mosterd, scheutje wijnazijn, peper en zout.

Mooi knapperig brood erbij en een kopje espresso toe!

© ellen.

Pasen: Kip of Ei, vandaag Gepekelde Kip

gepekelde kip

Onze website was vandaag voor ons even niet werkbaar en er was ook even geen nieuws van de Wandelaars, vandaar! Paul zal vannacht proberen de verdere etappes van de wandelaars te beschrijven. Nog even geduld dus beste lezers. Voor de problemen met de website heb ik goeie hulp aangeroepen en dat lijkt te helpen. Alvast dank Dominique!

Goed, trubbels genoeg, daar zou het hier niet over gaan. Ik zou een paar mooie, smakelijke ideeën voor de Pasen willen geven. Gisteren het recept voor de bijzondere Bourgondische eieren,  vandaag, na die eieren dan maar de kip!

Je kunt een kip grillen, pocheren, braden of stoven… nou ja, alles kan met een kip, míts je een fatsoenlijke kip koopt. Niet goedkoop, een biologische kip of Label Rouge kip, maar voor de Paasdagen mag het best een ietsjemeer zijn toch? In dit recept wordt de kip gepekeld. Het verbeterd de smaak en de kip lijkt er sappiger, malser van te worden. Niet moeilijk, gewoon doen! Wij vonden het resultaat werkelijk heerlijk!

Wij hadden, luxe probleem, plaats nodig in de diepvries, en ik bedacht gisteren dat dan die Zwarte Hoevekip maar gegeten moest worden. Misschien een mooi recept voor de website, voor de Paasdagen. Gewoon grillen of stoven was geen optie. Daarvan staan al zo veel recepten op deze site. Pekelen dus. Het lijkt veel zout maar daar proef je niets van terug, sterker nog, het vlees kon na de bereiding best nog een tikkeltje zout uit de molen verdragen…

Ik volgde zo ongeveer het recept van Sylvia Witteman, gepubliceerd in de Volkskrant en later in haar boek “Koken met Sylvia Witteman; een beginselverklaring”. En zo is het maar net: een beginselverklaring… Beetje meer.., iets andere kip.., beetje minder.., wijn of Marsala… Goed in beginsel…
gepekelde kip
Voor vier of zes personen

  • Een mooie, fatsoenlijke kip van ongeveer 1500 gram
  • 1 citroen in schijven
  • 2 takjes rozemarijn
  • 4 teentjes knoflook, geplet
  • 50 gram boter
  • 125 gram grof zeezout
  • 2 liter koud water
  • wat witte wijn

Los het zout op in het water. Leg een plastic zak in een pan of kom en leg daar de citroen, knoflook, rozemarijn en de kip in. Overgiet de kip met het gezouten water en pers de lucht uit de plasticzak. Bind de zak stevig dicht. Laat de kip zo 4 uur pekelen. Neem de kip uit de pekel, spoel hem goed af en dep hem droog.  Stop de citroenschijven, knoflook en rozemarijn in de kip en voeg er een flinke klont boter bij. Leg de kip met de rugzijde naar boven in een braadslede op een rooster. Kwast wat zachte boter over de rugzijde. Giet een laagje water in de braadslede. Zorg dat de oven voorverwarmt is op 220 graden en braad de kip 30 minuten. Verlaag dan de temperatuur tot 180 graden en braad de kip nog 30 minuten (afhankelijk van gewicht en soort kip, ongeveer dus). Draai dan de kip met de borstkant naar boven, kwast wat boter over de borst en braad nog ongeveer 30 minuten. (tot de kerntemperatuur in de dijen 80 graden is, dan is de kip goed).

Haal de kip uit de oven en laat zeker 10 minuten rusten onder wat alufolie. Maak intussen de saus af; Giet wat witte wijn bij de jus in de braadslede, roer de aanbaksels goed los en laat even inkoken. Een goddelijke saus!

Geef er kleine aardappeltjes bij met verse peterselie en een groene salade.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Les oeufs en meurette; Bourgondische eieren.

oeufs en meurette

De Pelgrims wandelen nu door Bourgogne richting Vezelay en dat is precies de streek waar wij graag een paar vakantiedagen mogen doorbrengen. Omdat ik op dit moment toch niet veel kan doen bekeek ik nog maar eens de vakantiefoto’s van vorig jaar. We verbleven toen in onze Bambi op de camping in Asquins, vlak bij Vezelay. Het dorpje telt  één café annex bezinepomp, brooddepo, tijdschriftenhandel, rockpaleis en wat al niet meer. Het café heet zeer toepasselijk “Les Hirondelles”. De zwaluwen vliegen je letterlijk om de oren. Prachtig om mee te maken hoe de slang van de benzinepomp met man en macht over een vol terras naar de wachtende auto’s wordt geleid.

vakantie zomer 2013 Asquins

Verder is er in het dorpje een eenvoudig restaurant, vrij recent geopend. Wij kenden het restaurant niet van vorige bezoeken aan Asquins en besloten er te gaan eten. Een zeer eenvoudige kaart, prima prijs-kwaliteit verhouding. Het was  een erg warme dag en we kregen ongevraagd eerst een kan heerlijk koel water, zeer attent! Vervolgens aten we Oeufs en Meurette, een beroemd streekgerecht, gepocheerde eieren in een saus van rode wijn gegarneerd met kleine champignons, croutons en spekjes. Het leek me gisteren heel toepasselijk om deze gepocheerde Bourgondische eieren maar eens zelf klaar te maken. Het kan haast niet anders dan dat ook de pelgrims zo rond Pasen in dit zelfde restaurant belanden en dit gerecht eten. Van harte aanbevolen Ans en Jan! Leuk idee misschien ook wel voor de Paaslunch van de thuisblijvers? In ieder geval weer eens iets geheel anders met eieren!

Het recept heb ik overgenomen uit een boekje dat ik ter plekke kocht: “Les recettes de Bourgogne”, van Gérald Carpentier. Natuurlijk heb ik het recept wat aangepast, het leek me niet helemaal te kloppen.

  • Voor 4 personen:
  • voor de saus
  • 50 gram boter
  • 1 ui, fijngesneden
  • 3 sjalotjes, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 flinke wortel, in blokjes gesneden
  • 20 gram (een flinke eetlepel) bloem
  • 1 fles rode wijn, Bourgogne passetoutgrain of Macon
  • 50 cl bouillon, van kip of rund
  • 1 bouquet garni, tijm laurier en peterselie
  • Voor de garnituur:
  • 8 eieren
  • 5 sneetjes wit brood, één sneebrood in blokjes snijden
  • 1 teentje knoflook
  • 200 gram kleine champignons
  • 100 gram spekjes
  • 50 gram boter
  • Voor het pocheren
  • 50 cl rode wijn
  • 1 liter water
  • 10 gram zout
  • 20 cl wijnazijn

Begin met de saus. Verwarm de boter in een sauspan en laat daarin de ui, sjalotten, knoflooken spekjes even bruinen. Voeg de wortelen toe en de bloem en laat die ook ven meebruinen. Giet er dan de wijn en bouillon bij, roer goed tot de bloem helemaal gemengd is en maak op smaak met zout en peper. Laat de saus zachtjes inkoken tot hij net aan de lepel blijft hangen. Zeef de saus en houd die apart.

Verwarm in een andere pan de tweede portie boter en bak daarin de champignons met de spekjes en de broodblokjes. Wrijf de overige sneetjes brood in met knoflook en rooster ze lichtbruin.

Laat het  water koken met azijn, wijn en zout en pocheer daarin de eieren 3 minuten, het eigeel moet zacht blijven.

Schep de warme saus in diepe borden, lepel de garnering erover en leg het gepocheerde ei erop. Serveer met een snee geroosterd brood.

© ellen.