Fusilli lunghi peasani uit de oven.

lasagne
Ze verkopen hier bij de Cactus supermarché een prachtige pastasoort; fusilli lunghi peasani. Mooie grove textuur zodat de pasta goed saus vasthoudt en vooral heel smakelijk. De verpakking zegt dat deze pasta met de hand gemaakt is van harde tarwe.
Ik koop deze soort de laatste tijd regelmatig. We hebben ze gegeten met stukjes lamsvlees met een vrij dunne saus, dat was prima. Maar ook met een dikkere saus is de pasta goed te combineren. Ik weet niet of de pasta in Nederland ook te koop is.
Ditmaal maakte ik er een ovenschoteltje mee. We hadden opeens zin in lasagna, maar dan is er natuurlijk net geen lasagna in huis…
pasta
Geen nood met deze fusilli lukte het prima om een smakelijk ovenschoteltje te maken.

Maak een beetje, niet te dikke bechamelsaus. Maak Bolognese saus. Kook de pasta bijna gaar en giet ze af. Giet in een ovenschaal een laagje bechamelsausschik daarop wat van de pasta en schep er wat Bologneseesaus over. Dan een laagje vers gerapte Parmezaanse kaas en vervolgens de hele procedure herhalen tot de schaal vol is. Sluit af met Parmezaanse kaas.

Zet de schotel ongeveer 25 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden.

Een salade vooraf en een kopje espresso toe.

© ellen.

Karbonades van de gril (of niet)…

Had je gesnapt dat wij weer in Luxemburg zitten? Ach…, bij deze dan!

Ik wilde Ellen verrassen. Ze is gek op die gegrilde karbonades, dus ik troonde haar rond het middaguur mee naar een vlooienmarkt in Echtertnach. Luxemburgers grillen altijd en overal, en zeker op een vlooienmarkt. Je kunt er vergif op innemen (dacht ik).

Op de heenweg kwamen we door het toeristenplaatsje Larochette. Aan weerszijden van de doorgaande weg stegen rookpluimen op. Grillfest! Zie je wel, altijd en overal.

Maar goed, wij gingen naar Echternach, dus we lieten de bak- en braadstands voor wat ze waren. Achteraf hadden we dat misschien niet moeten doen. De vlooienmarkt in Echternach werd voornamelijk bevolkt door handelaren. En om een of andere reden hadden ze samen afgesproken om waanzinnige prijzen te vragen voor doorsnee rommel. Géén karbonade te bekennen, noch grillinger, metwurst of Thüringer. (Ik kocht er evenwel Victor Klemperers Tagebücher 1933-1945, spiksplinter nieuw, en tegen de helft van de winkelprijs. Zo, die zat…)

Maar uiteindelijk ging het toch over Ellens karbonade. Ik wist van nóg een vlooienmarkt, aan de andere kant van het land. En ach, het land is zo klein dat je binnen een uur op de volgende plaats van bestemming kunt zijn.

De tocht naar Esch-sur-Sûre leidde ons weer door Larochette, weer langs de vrolijk walmende Schwenkgrills. Het was er feest. Wij lieten ons evenwel niet van de wijs brengen. Wij gingen door!

Enfin, die vlooienmarkt in Esch was drie keer niks. Verbazend goede koffie hadden ze er, maar karbonades ho maar!  Er zijn twee feesten per jaar in Luxemburg waar niet gegrild wordt. Wij troffen ze! Onverrichter zake gingen we naar huis. Daar deelden we de restanten Ardenner ham met de hond. Een lik mayonaise erbij. Lekker, zoveel is zeker, maar niet helemaal bevredigend. Ellen is intussen begonnen met koken. Een stoofpot met aardappels,  artisjokken en verse knoflook. En een grote T-bone steak. En een geitenkaasje toe..

De foto nam Ellen op het 1 mei feest in Differdange, twee weken terug. Daar werd gegrild. De Pompeier kon het echt!

Estivale van Rulles…

Voordat ik mijn Orvalartikel publiceer nog even dit: (Ellen begint te brommen: Sinds 2006 beloof je het definitieve verhaal over Orval. Mogen we ervan uitgaan dat het medio 2016 wordt gepubliceerd?) Enfin…

Die uit het Verenigd Koninkrijk en die uit de U. S. of America zijn gek op Belgische bieren. Het is een trend die zich ontwikkelde in de jaren negentig van de vorige eeuw, maar die de laatste jaren een explosieve vorm heeft aangenomen. Ze kopen ons cultuurgoed weg. Goed voor de Belgische brouwers, minder voor de Plaatselijke Liefhebber die ik ben.

De laatste keer dat we aan de Rulles brouwerij waren lazen we drie Engelse nummerborden, twee Italiaanse en één Belgisch nummerbord op de parkeerplaats. Ook al is het daar een microbrouwerij in het midden van niemandsland, de liefhebbers weten Rulles te vinden. En ik gun het ze van harte hoor. Wat goed is verdient aandacht. Wel verwacht ik een beetje zorgvuldigheid in de omgang met ons cultuurerfgoed!

Op Engelstalige webfora vind ik recenties over het “nieuwe” bier van Rulles. En doorgaans beschrijft men dat bier dan alsof het een concurent zou zijn van de andere grote bieren van Rulles, van de Grande Dix, van de extra gehopte Tripple. En dan komt dat nieuwe bier er een stuk minder goed af. Wat een onzin! Je vergelijkt appels niet met peren, noch pruimen met abrikozen of garnalen met krab (om maar eens wat dwarsstraten te noemen).

Het “nieuwe ” bier van Rulles heet Estivale. Het is een Saison-bier. Je mag dat vertalen met seizoensbier, maar het is meer. De naam Saison staat ook voor een biertype (bierstijl). Het betreft een bier van de hoge gisting, van oorsprong gebrouwen in de late wintermaanden van de laatste resten graan. Het bier dient licht-zurig te smaken, bitter, kruidig, fruitig en droog. Het bier werd oorspronkelijk bewaard tot in de zomer, om te gebruiken als verfrisser bij de oogst op het land en het feest daaropvolgend. Het is geen zwaar bier, 6 % alcohol max… Een echte dorstlesser dus.

Estivale van Rulles bezit al die eigenschappen, je kunt zeggen dat het een type-zuiver bier is. Maar wel een van de beste kwaliteit. Ik vond het bier de laatste keer dat we in Luxemburg waren. Ik kocht drie 70 cl. flessen en nodigde bij thuiskomst Vriend Jan uit voor en proeverij. We waren het vrij snel eens: keurig bier! Dit bier zullen we nog vaker drinken, bijvoorbeeld na een verhitte aardappeloogst (of zoiets…).

  • Dat bier van Rulles is in Nederland (en ook in Vlaanderen) nauwelijks te vinden. Ik blijf erover schrijven, iemand moet het toch doen…
  • Saisonbieren vind je zo nu en dan wel in de Nederlandse schappen. Probeer het gerust eens uit. Bedenk dat je een fris bier koopt, maar anders dan een gewoon pilsner. En dat Saison van Rulles spant wat ons betreft voorlopig de kroon!

 

Aubergines uit de oven, met tapenade van kappers en olijven en restverwerking…

aubergines

Er lagen nog allerlei restjes in onze koelkast; stukje Parmezaanse kaas, stukje Peccorino, een aubergine, een schaaltje gekookte rijst en er waren ook nog een paar tomaten en volop verse kruiden in de tuin. Alles moet zoveel mogelijk op voor we weer vertrekken… Die aubergine bracht me op een recept van Jeroen; Ik zag pas weer eens een paar uitzendingen van “Dagelijkse kost”, een kookprogramma op Net één België met als chefkok Jeroen Meus. Jeroen Meus is zoiets als de ideale schoonzoon; vriendelijk, goed uitziend, vlot, goeie babbel, deskundig… nou ja, ga zo maar door. Alle uitzendingen van Dagelijkse kost zijn terug te zien via deze link naar dagelijkse kost.

Ik maakte de aubergine vandaag klaar naar het recept van Jeroen. En wat zal ik nu zelf een hele receptuur schrijven als Jeroen dat zo smakelijk vertellen kan…

Hieronder de link naar de video met het recept voor de aubergines

Het slaatje van buffelmozzarella liet ik weg; wij hadden ook nog wat tomaatjes en een schaaltje gekookte rijst, dat verwerkte ik in een klein stoofpotje;
  • schaaltje gekookte witte rijst
  • stuk of vier rijpe tomaatjes in stukjes gesneden
  • teentje knoflook
  • een plukje saffraan
  • wat olijfolie
  • vers gehakte platte peterselie
De knoflook met een drupje olie en de saffraan in een vijzel even fijnwrijven. Dan in een kleine pan olijfolie verwarmen,  knoflook/saffraanmengsel even smoren en de tomatenpartjes erbij doen. Kort smoren en de gekookte rijst toevoegen. Alles zachtjes verwarmen. Op smaak brengen met peper, zout en gehakte peterselie.
Prima manier om restjes te verwerken! Kopje espresso toe… en dan vakantie…
© ellen.

 

Terugkomcursus Trappistenbier…

Alvorens mijn Oravalartikel te publiceren schrijf ik nog maar eens een kleine terugkomcursus. Gewoon omwille van de zorgvuldigheid, omwille van mijn frikkerige behoefte om dingen een beetje zuiver te houden.

Het bleek me weer eens bij gesprekken over mijn artikel over de Orvalcrisis. Wij Nederlanders (Vlamingen doen het overigens ook!) gooien de begrippen Trappistenbier, Kloosterbier en Abdijbier vrolijk op een hoop en kiezen voor elk willekeurig bier een willekeurige typenaam, al naar gelang het ons uitkomt. Vreemd toch? Je noemt andijvie toch ook geen kropsla omdat die er kwa uiterlijk op lijkt. Net zo min als je linzen bruine bonen noemt.

Abdijbier is de verzamelnaam voor zwaardere bieren, doorgaans van hoge gisting. Het type bier zoals dat in het verleden in abdijen werd gebrouwen. Het is geen beschermde naam, dus elke brouwer mag het gebruiken om er een bepaald type mee aan te duiden.

Kloosterbieren zijn bieren die oorspronkelijk (en soms nog steeds) in kloosterbrouwerijen werden gebrouwen. In de meeste gevallen is de productie over gegaan naar commerciële brouwerijen.

Trappistenbieren mogen alleen Trappistenbieren heten wanneer ze in een Trappistenklooster zijn gebrouwen. Tot voor kort waren dat er zeven. Zes in België en één in Nederland. Er is nu een achtste brouwerij bij gekomen, en wel in Oostenrijk. Ik link ze voor alle duidelijkheid:

Deze acht kloosters annex brouwerijen mogen zich Trappistenbrouwer noemen. En verder niemand. Je herkent ze aan hun keurmerk.

Trappistenbier zegt niets over het type bier. Dat van Orval is bijvoorbeeld wezenlijk anders dan dat van Westvleteren. En naar ik begrijp is dat bier uit Oostenrijk al helemaal een afwijkend type (ik heb dat nooit gedronken). Trappistenbier zegt dus iets over afkomst. Het zegt ook iets over kwaliteit. De Paterkes houden een ferme standaard aan. (Het logo duidt ook andere producten aan: brood, kaas…)

Trappistenbieren hebben almaar gewonnen aan populariteit. Niet alleen worden ze op grote schaal verspreid over Europa, ook de Verenigde Staten zijn een gewild afzetgebied. De meeste Trappistenbrouwerijen willen evenwel hun capaciteit niet écht uitbreiden. Brouwen is voor hen slechts een bijproduct van het kloosterleven. Dat verklaart de relatieve schaarste aan sommige Trappistenbieren op dit moment. Trappistenkenner en -schrijver Danny Van Tricht liet het Ministerie weten dat de schaarste in Vlaanderen voelbaar wordt, sommige café’s staan al “droog”. Enfin, ik heb een en ander aan den lijve mogen ondervinden.

Evengoed zijn alle Trappistenbieren met enig zoeken wel te vinden, ook in Nederland.  Behalve dan Westvleteren. Dat bier komt niet (hoogst zelden) in de handel. Je kunt dat alleen bekomen via een door de Westvleterse Trappisten ontwikkeld distributiesysteem, en dan nog slechts mondjesmaat. Gevolg is dat het bier soms waanzinnige prijzen doet. Vriend Jan kwam een krat van vierentwintig flessen tegen op internet. Die werd aangeboden voor zeshonderd (600!) dollar.

Westvleteren werd ook dit jaar door (alle) toonaangevende biergenootschappen uitgeroepen tot beste bier van de wereld. Afgaande op de paar flessen die ik in mijn leven dronk kan ik die keuze alleen maar beamen.

Voor de serieuze liefhebber: Danny van Tricht voert al jaren een web site over Trappistenbier. TrappistBier Beleven. Je vindt daar alles, maar dan ook alles wat je maar zou willen weten over de brouwers en het bier.

De foto boven het artikel schoot Ellen vorige week in het Trappistenklooster van Orval. Een primitieve afbeelding van de kruisiging, waarschijnlijk uit het begin van de renaissance. Aandoenlijk in zijn simpelheid…

Zwarte Hoevekip in dragonroomsaus

kip in dragon roomsaus
Toen we met Pasen in Luxemburg waren heb ik op de markt in Arlon een aantal kruidenplantjes gekocht waaronder twee dragon planten. Alle planten zijn aangeslagen, het was daar net zo’n pestweer als hier, maar prima voor de plantjes. De dragon staat er prachtig bij, beter dan hier thuis. Zal wel aan de grondsoort liggen.

Ik gebruikte flink wat van de dragon voor de saus bij deze kippenpoten. Een hele kip was voor ons tweetjes even teveel, dus kocht ik kippenpoten van de Zwarte Hoevekip. Dat is zo fijn aan die grote supermarché’s, je kunt er niet alleen hele kippen in allerlei soorten kopen, maar ook ‘losse’ onderdelen. De Zwarte Hoevekip (Frankrijk) is een scharrelkip (Label rouge) met mooi stevig vlees. Langzaam stoven was een goede bereiding voor deze kip.

  • Voor twee personen
  • 2 kippenpoten van onbesproken gedrag
  • 4 teentjes verse knoflook
  • 1 sjalot, fijngesneden
  • wat boter
  • een scheutje droge witte wijn (ik gebruikte een Pinot blanc Grand Premier Cru, Coteaux de Remerschen. Een prima wijn, daarover later meer)
  • een lepeltje bloem
  • een klein bekertje room
  • 2 eetlepels verse dragon, fijngehakt
  • peper en zout
Wrijf de kip in met peper en zout en wentel ze door de bloem. Bak ze in de boter rondom bruin. Voeg sjalot en knoflook toe en bak die even mee. Blus af met de witte wijn en voeg de room toe. Laat de kip zo zachtjes garen in ongeveer een uur. Voeg er dan de dragon bij en laat nog even meestoven. Wij aten er nieuwe aardappeltjes bij en verse doperwtjes.
Kopje espresso toe.
© ellen.

Oesters met Tabasco Chipotl (smoked)…

Het zal je niet ontgaan zijn, vorige week vierden we een beetje vakantie. Om het feest wat cachet te geven nam ik uit Nederland oesters mee. Niet dat ze in Luxemburg niet te krijgen zijn, maar ik kon vlak bij huis een hele mooie kwaliteit kopen voor niet al teveel geld.

Al eerder liet ik je weten dat Ellen vindt dat je met die beestjes niet moet klungelen. Gewoon besprenkelen met een beetje citroensap en een snuifje peper volstaat.

Ik denk daar ietsje anders over. Ik vind het lekker om de zilte smaak aan te zetten met wat pittigers. De combinatie van een paar druppels gefermenteerde vissaus (Nuoc Man) en een tikkeltje tabasco is een gouden greep.

Intussen leerde ik nog zo’n moordcombinatie kennen. Ik gebruikte Tabasco Chipotl, een paar druppels. Zilt, zuur, peperig en een vleug rooksmaak. Ik vond het geweldig. Over die Tabacso Chipotl zal ik nog schrijven, ik ben aangenaam verrast door die, mij tot dusverre onbekende, loot aan de tabascostamboom.

Maitrank en pirosjki…

Het gaat er al een tijdje over in ons huishouden. Ik wil een espressomasjientje, Ellen heeft haar zinnen gezet op een oventje voor in onze Luxemburgse woonst. Geldelijke middelen zijn even niet toereikend, dus wat doe je dan? Je droomt er een beetje over, je verteld deze en gene van je verlangens…

Wilma klopte vanochtend op ons keukenraam. Ze had gisteravond in het café gehoord hoe Ellen haar plannen voor de toekomst ontvouwde. Dat oventje zou er beslist komen. Wilma had wat gerommeld op haar zolder en vond wat ze zocht. Een spiksplinter nieuw oventje, op elektra. En ze bood het aan, geheel gratis en voor niets.

En toen hadden we dan een oventje. En ineens moest er van alles. Er diende ruimte gemaakt, de stroomvoorziening moest aangepast en bovenal, er diende gebakken te worden.

Ellen maakte Pirosjki naar beproefd recept. In de namiddag hebben we die gegeten met Eupotours, die sinds gisteravond ook weer hier zijn. De Maitrank was intussen klaar, die vormde een prima begeleider bij de pasteitjes. Het merendeel van de pirosjki brachten we naar het café. Voor Wilma en de klanten. De schaal was in een mum leeg…

Het klinkt een beetje lullig, maar het leek alsof het een zaterdag thuis was. Borrellende gasten, snoepend van pasteitjes, druk orerend over alle belangrijke zaken des levens. Ach, de mens is een gewoontedier…

Orvalcrisis…

Sinds jaar en dag zorgt onze Luxemburgse uitbater dat hij Orval bier op voorraad heeft. Voor mij! En heel af en toe voor nog een andere gast, die ik dan meestal nog zelf heb meegebracht.

Vijf uur in de middag is mijn tijd. Ik stiefel op het gemak naar Joops café, lees het Letzeburger Wort (für Wahrheit und Recht), luister wat naar het geleuter van de stamgasten en drink mijn glas Orval. Soms twee, meer nooit (op de middag)… Zo ook afgelopen maandag, eerste dag van onze korte vakantie. Ik bestelde als gewoonlijk mijn bier, maar kreeg er en-passant een besmuikt verhaal bij. Weet jij wat dat is? vroeg Joop. Ik kan op mijn vaste stekken geen Orval meer kopen. Het gerucht gaat dat de brouwerij failliet is…

Ik kon Joop (en mezelf) gerust stellen: Trappistenpaters gaan niet failliet Joop, en ze hebben daar in Orval een paar jaar geleden hun brouwcapasiteit verdubbeld. 64.000 hectoliter komt er elk jaar uit de brouwketels…

De dag daarop probeerde Joop het bij zijn Belgische leverancier. Ook daar kreeg hij nul op rekest. En ik begon zoetjes aan een beetje nattigheid te voelen. Ik ben dan maar zelf op zoek gegaan, de Cora supermarkt beneden Arlon leek me de aangewezen plaats.

De plaats waar normaal een goede dertig Orvalkratten staan vertoonde een gapend gat. En de schappen, die normaal ruim een kubieke meter aan bierflesjes bevatten… Enfin, kijk zelf maar. En de mij bekende verkooppunten in Luxemburg stonden al helemaal droog.

Enig lectuuronderzoek leerde me dat het een luxeprobleem betreft. Trappistenbieren, en zeker ook Orval, genieten een teveel aan populariteit. Het is een capasiteitsprobleem, de vraag is groter dan het aanbod. En aangezien de Paters niet meer willen brouwen dan ze nu doen zal het probleem alleen maar groter worden.

Komt nog bij dat in tijden van schaarste de prijzen stijgen. Je betaald snotverdorie in de Super intussen € 8,- (acht euro!) voor vier flesjes Orval. Enfin, ik behoor tot de liefhebbers die Orval in hun top-drie van beste bieren ter wereld hebben staan, ik zal me door de prijs niet laten afschrikken. Scandalig vind ik het wel!

Dus Vriend Jan, in het verre Nederland, koop thuis de schappen leeg, je weet waar je moet wezen. Ik zal je graag van het overschot afhelpen.

Maitrank, jaargang 2012…

Na een enerverende tocht door een groot deel Luxemburg, een stukje Frankrijk en een restje België belandden we uiteindelijk in het café van Madame Betty in Arlon. Op deze Eerste Mei dronken we er Maitrank. Dat moet zo zijn, dat is traditie. En Madame Betty maakt-um zelf.  The best ever…

De dag daarop kaartten we nog wat na over onze trip. We zouden best weer eens zelf Maitrank kunnen maken. We hadden eigenlijk alles gewoon in huis. Behalve dan Lieve-vrouwenbed-stro (Waldmeister). Maar geen nood, ik wist het kruid te staan. Ik had het gezien tijdens een boswandeling met Hond Max. We strikten onze loopschoenen en togen op pad. Het werd een forse wandeling. Aangekomen op het gewraakte bosperceel bleek het Stro toch wat tegen te vallen. Een beetje lullige plantjes waren het. We verzamelden wat, maar het ging niet van harte. Enfin, we hielden er dan toch een mooie wandeling aan over.

Terug thuis liep ik nog even met de Hond. Aan de achterkant van de camping, daar waar het bos begint, zag ik tot mijn verrassing Lieve-vrouwenbed-stro. Niet een beetje, maar een hele plantage. Mooie exemplaren, groot genoeg, sappig en nog nét niet in bloei. Tsja, het kan verkeren…

  • 20 takjes Lieve-vrouwenbed-stro,
  • 1 liter Rivaner,
  • 1 borrel armagnac,
  • 2 eetlepels suiker,
  • 1 sinaasappel,
  • 1 pijpje kaneel.
Snijdt de sinaasappel in schijven. Doe vervolgens alle ingrediënten in een pot en sluit die af. Zet de pot weg op een koele donkere plaats. Over twee dagen zal de drank op smaak zijn. Zeef dan de Maitrank, koel hem en dien hem op met een schijf sinaasappel.
Je gaat er nog van horen…