Voetballen?!

Postel 001

Vanochtend las ik een aardige Twitter in mijn ochtendkrant. Hij is van ene Annet de Jong. Ze schrijft: “Teringtoetertip: prop de vuvuzela van je kinderen vol met beesies”.

Ach lezer, het zijn harde tijden voor iemand als ik, die niet van voetbal houd.
Op de eerste plaats is onze Dorpsclub hard op weg om Nederlands Kampioen van het Zaterdag- en Zondagamateurvoetbal te worden. Ze moeten daarvoor alleen nog IJselmeervogels uit Spakenburg met twee-nul verslaan a.s. zaterdag. Intussen wordt ik in het dorp met de nek aangekeken omdat ik niet langs de lijn verschijn bij de kampioenswedstrijden. Getooid in wit-zwart T-shirt, en met zo’n mal petje op. En daarna bier slempen in de kantine zeker. Ik kan dat niet eens…
En zo meteen begint De Wedstrijd waar iedereen al dagen op wacht. Intussen zijn allerlei winkels voortijdig gesloten, en naar de broodnodige zaken die ik dien aan te schaffen op de markt kan ik wel fluiten. De marktkooplui zitten voor de buis. Verder doen mijn ogen pijn van al die goedbedoelde rotzooi in de kleur van Het Koningshuis. (Oranje alaaf!) Wat een ellende.
Enfin, ik heb een heerlijk groetensoepje gemaakt. Dat slobber ik zo meteen lekker weg. En dan ga ik wandelen met de hond. Uit ervaring weet ik dat het tijdens Grote Wedstrijden de straten leeg blijven. Hoeft de hond niet aan de lijn.
Dit gezegd hebbend ga ik je maar iets aardigs vertellen.
Gisteren vond de jaarlijkse vlooienmarkt plaats in een uithoek van ons dorp: De Haag Op Stelten.
Dat is elk jaar weer een klein feestje. Het aanbod is altijd goed. Relatief weinig handelaren, en des te meer dorpsvolk achter de kramen. Dat is leuk voor het aanbod en prima voor de prijs. Zo vonden we een bonsaischaaltje voor 10 cent, een gemberpotje voor één euro en een geweldige vijzel voor vijf piek.
Bij een van de kramen stond bovenstaand keukengerei. Een machine om allerhande groenten te snijden. Handig misschien, maar van waar die naam?
(Verdorie, ik hoor de vuilnisman langs komen en ik heb mijn bak nog niet buiten staan. Die kerel is veel te vroeg. Hij moet zeker ook snel naar het voetballen…)
© paul

Courgette met olijven en abdijkaas…

courgette gevuld met olijf en knoflook

Gisterenmiddag bezochten we de Abdij van Postel. Ik kom er nog over te schrijven.

Altijd als we daar in de buurt zijn kopen we wat kaas van de abdij. Prima kaas om te snijden, maar ook leent hij zich ook uitstekend om mee te koken. Vandaag courgettes uit de oven. Het recept lijkt op dat van 30 mei, maar is toch weer eventjes anders.
  • 1 courgette (of twee kleintjes),
  • 70 gram abdijkaas (andere kaas kan ook),
  • 2 grote tenen knoflook,
  • handje peterselie,
  • 4 grote olijven,
  • 2 eetlepels olijfolie,
  • peper en zout.

Halveer de courgette en snijdt hem middendoor. Laat de groente 5 minuten in gezouten water koken. Spoel de courgette even onder koud water en schep met een lepel de zaadlijsten uit het hart.

Hak de knoflook, de olijven en peterselie fijn. Fruit de knoflook in de olie tot hij glazig wordt. Voeg dan de olijven en peterselie toe, schep een paar keer om en bestrooi met peper en zout. Dan van het vuur af.
Plaats de courgettedelen in een vuurvaste schaal en vul ze met het knoflook-peterselie-olijvenmengsel. Dek het gerecht af met plakjes kaas.
Plaats de schaal in een voorverwarmde oven bij 180 graden. Na 20 minuten het gerecht opdienen.courgette gevuld met olijf en knoflook

We aten er gegrilde lamskoteletjes bij en krielaardappeltjes.
Espresso en een bonbon toe.
© paul

Schouderkarbonaden met Maitranksaus…

doperwtjes en karbonaadjes in Maitranksaus

We beginnen naar de zomer te verlangen. Zo’n mooie zwoele zomeravond, dat je gewoon de hele avond in de tuin kunt zitten en je, zelfs als het begint te schemeren, geen vestje nodig hebt. Geurende rozen, een mooie fles wijn erbij en goed gezelschap…Het komt eraan lezer! Gisteren was het in ieder geval mooi genoeg om de zaterdagborrel met de Keizer van Monera in de tuin te nuttigen. De zon scheen, de rozen bloeien volop, de peterselie schiet de grond uit. Tijd voor een mooi zomers aperitief; Maitrank! We schreven er al uitgebreid over. Er ontstond zelfs een hele correspodentie over dit bijzondere zomerse drankje. En we maakten het ook al eens zelf. Ans en Hijn waren in de Hemelvaartvakantie in Luxemburg en brachten voor ons een fles mee.

maitrank

Goed gekoeld serveren met een schijfje sinaasappel en je proeft de zomer! En omdat de fles toch open was, gebruikte ik de maitrank, in plaats van witte wijn om de karbonaadjes in te stoven. De Maitrank gaf een mooie kruidige smaak aan het vlees en de saus. Maitrank is hier in Nederland, volgens mij, nergens te koop, maar je kunt het zelf maken. Je zou de Maitrank in dit recept ook kunnen vervangen door een scheut vermout of Noilly Prat.

Schouderkarbonaden gestoofd in Maitrank:

  • 2 biologische schouderkarbonaden
  • 1 ui in dunne ringen gesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
  • wat olijfolie
  • peper en zout
  • een flinke scheut Maitrank
  • eventueel wat bouillon
  • een scheutje room
  • versgehakte platte peterselie

 

Verhit de olijfolie en bak het vlees snel om en om bruin. Voeg de in ringen gesneden ui toe en de knoflook en laat even meebakken. Blus dan af met een flinke scheut Maitrank. Roer de aanbaksels los. Laat zo 45 minuten stoven. Roer er op het einde van de braadtijd een scheutje room bij en wat vers gehakte platte peterselie.

Wij aten er nieuwe aardappeltjes bij en ‘verse’doperwtjes. Over die doperwtjes later meer!

Een kopje espresso toe!

© ellen.

Mijn whisky’s…

Er valt over whisky een hele hoop te zeggen, en er is een bibliotheek over vol geschreven. Ik ga dat niet nog eens over doen, ik kan dat ook niet. Maar een paar dingen moet je weten. Je schrijft whisky wanneer de drank uit Schotland of Canada komt. Voor de rest van de wereld geldt de schrijfwijze met een e: whiskey.

Heb je te maken met Schotse whisky’s dan kun je grofweg kiezen tussen Blended Whisky en Single Malt Whisky. Bij de blended whisky worden zowel malts, alsook de veel goedkopere grain whisky’s versneden tot een drinkbaar goedje. De verschillende whiskys hoeven niet eens van één destilleerderij te komen. Blended whisky’s vertegenwoordigen 95 % van de markt. Bij single malts gaat het altijd om whisky van één bepaalde destilleerderij, en er komt geen grain whisky aan te pas. Single malts whisky’s zijn wat ruiger van smaak, en vaak volkomen a-typisch aan dat wat de doorsnee drinker aan smaak verwacht.

Ik ben geen grote whiskydrinker. Een glas in de late avond, als slaapmuts zogezegd. Dat is min of meer mijn stijl. Rustig nog even de dag overdenken, een beetje voor me uit staren, een beetje aan mijn glas snuffelen. Zoiets.

Ik drink Single Malts. Ander spul hoef ik niet, hoe lekker anderen dat ook vinden. Door de jaren heen heb ik er al talloze geproefd en uitgeprobeerd. Voor twee merken heb ik een uitgesproken voorkeur: Lagavulin (spreek uit Lagga-voelin) en Laphroaig (spreek uit Lafroig). Ze komen alle twee van het eiland Islay, gelegen voor de zuid-westkant van Schotland en pal boven Ulster. Er zijn op dat eiland nog acht stokerijen en hun producten kenmerken zich door een typisch rokerige turfgeur en -smaak.

Lagavulin maakt een heel droge whisky met de kleur van lichte amber. Rondborstig en vol, en wals je met je glas, dan zakken de achtergebleven druppels heel langszaam als tranen terug in de vloeistof. Hij smaakt wat “salty”, rokerig, turfachtig en droog. De afdronk schenkt je nog een hele tijd plezier. Hij ruikt zoals hij smaakt, je blijft eraan snuffelen. Het geheel is meer dan complex, steeds proef en ruik je weer iets anders.

Laphroaig heeft dezelfde grootse eigenschappen, maar dan weer net iets anders. Verder komt er in dit geval nog bij dat de turf die zij gebruiken een heel typische fenolachtige smaak geeft. Zeewier proef en ruik je. Een smaak die doet denken aan ziekenhuis of apotheek. In Laphroaig zit een tikkeltje zoet. De grote bier- en whiskyschrijver Michael Jackson zei erover: “love it or hate it.” En zo is het maar krék! Je bent vóór of tegen. Een tussenweg is er niet, daarvoor is de fenolsmaak té uitgesproken. Mij kun je er op elk moment van de dag voor wakker maken!

Nog even over glazen en drinken: Voor mooie whisky’s gebruik je geen “tumbler”. Die lompe dingen mogen geschikt zijn om heel veel klonten ijs bij je Bourbon te donderen, bij de whisky’s waar ik het over heb past dat niet. So-wie-so nooit klonten bij een single malt! Gebruik een dun glas, liefst tulpvormig. In zo’n glas blijft de geur veel beter bewaard. Wijnglazen voldoen prima en ook met een cognacglas is niets mis.

Mensen die cola of andere rommel bij een single malt donderen wens ik überhaupt niet te spreken. De enige toevoeging die ik oorbaar acht is spuitwater, of eventueel bronwater met een klein beetje prik.

Ik heb nog nooit een Ierse single malt gedronken, ik ga ernaar op zoek

Update december 2012: Intussen dronk ik wel degelijk Ierse Single Malt. Ik ging er spontaan van zingen…

Het plaatje is jaren jonger dan het artikel. Het verbeeldt de nieuwe tartan, speciaal ontwikkeld voor de Laphroaig Distillery.

Boemboe Roedjak met boontjes en kip…

boemboe roedjak

Een sambal is een pasta op basis van Spaanse pepers (lombok, rawit) en krijgt door kleine toevoegingen zijn eigen specifieke smaak (sambal petis, sambal trassi, sambal djeroek enz.). Sambal goreng is een samengesteld gerecht waarin óók sambal is verwerkt (sambal goreng boontjes, tomaat, prei, ei, tempé enzoverderenzovoorts…).
En dan is er nog boemboe roedjak. Dat is dan weer een kruiden- en specerijenmengsel, al dan niet gebakken. En ook daar zitten meestal pepers in. Over die boemboe roedjak schreef ik al eens op 19 maart 2007.
Sambals, sambal gorengs en boemboes zijn niet zo moeilijk te maken, het is alleen wat werk.
Toen we onlangs weer eens vlees insloegen bij Samuran stonden er tussen de olijven, worstjes en oliën kleine potjes kant-en-klare Boemboe roedjak. Van gecontroleerde biologische teelt, dat wel…
Natuurlijk schafte ik me zo’n potje aan. Dan maar een keer pre-fab, dan maar een keer makkelijk.
Gisteren maakte ik met de boemboe een Indonesisch aandoend gerecht. Het recept is voor twee personen.
  • 1 potje (of portie) Boemboe roedjak,
  • 200 gram kipfilé,
  • 2 kippen drumsticks,
  • 300 gram prinsessenboontjes,
  • olie,
  • paar druppels citroensap,
  • 1 kop bouillon.
Snijd de kipfilé in forse dobbelstenen. Bak die in wat olie samen met de drumsticks gaar. (Let op: de drumsticks moeten aanmerkelijk langer). Kook de boontjes beetgaar, spoel ze daarna even onder koud water, en laat ze uitlekken.
Doe dan in een stoofpan twee eetlepels plantaardige olie. Bak hierin de Boemboe roedjak even aan en voeg dan de kip, de boontjes en een kop bouillon toe. Laat het geheel pruttelen zonder deksel zodat de saus weer kan inkoken tot een mooi papje. Vind je de consistentie van de boemboe goed, dan is je gerecht klaar.
Nu is het maar de vraag of je hetzelfde potje boemboe roedjak kunt vinden als ik gebruikte. Maar ik heb intussen geleerd dat boemboes volop te koop worden aangeboden. Talloze aanbieders van oosterse producten voeren ze in hun assortiment. Ik ken die verder niet en kan niks zeggen over smaak of bereidingswijze. Die van ons smaakte heel behoorlijk. Wel een tikje te zoet…
We aten er pandanrijst bij. Kopje espresso toe.
© paul

Aubergines met ei/citroensaus

Aubergines 002
In het weekend aten we onder anderen het Spaanse auberginesgerecht met ei en tomaten. Ellen beschreef het al op 18 mei. Deze keer echter gebruikte ze tomaten uit blik en een sterkere citroen. Het geheel kreeg daardoor een zurige toets. Wel bakte ze de eierstruif voorzichtiger, zodat de hele zaak wat meer “fluffy” bleef. En zo zie je maar weer dat je met dezelfde ingrediënten, maar andere kwaliteit een geheel ander gerecht creëert.
Deze foto geeft het karakter van het gerecht goed weer. Het smaakte ons overigens uitstekend.
© paul

Pijlinktvisjes met aardappel en olijven.

pijlinktvisjes met aardappel en olijven

Het was een prachtige zonnige dag gisteren, dat vraagt om eten met een mediterraan tintje. Ik maakte een schotel van pijlinktvisjes en aardappel. Een beetje Portugees/Spaans. Je kunt dit gerecht van te voren klaarmaken en je kunt het warm of koud eten. Als je er nu aan begint heb je de hele dag verder de tijd om lekker in het zonnetje in de tuin te zitten.

  • Voor vier personen;
  • 1 kilo pijlinktvisjes
  • 4 middelgrote aardappelen
  • 1 rode ui
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 citroen
  • een handvol zwarte olijven
  • versgehakte koreander
  • 4 eetlepels olijfolie
  • wat chilivlokken
  • peper en zout

Maak de inktvisjes schoon en snijd ze in kleine ringen. Kook ze met een uitje en wat peterselie en selderie in een klein half uurtje gaar. Kook de aardappels beetgaar in laat ze afkoelen. Snijd de ui in heel fijne ringen. Hak de knoflook fijn. Rasp de schil van een halve citroen snijd de andere helft in kleine partjes. Meng peper, zout chilivlokken en citroenrasp door de olijfolie. Snijd de aardappels in blokjes. Schep de visjes, aardappelblokjes, ui, knoflook en olijven in een grote kom. Giet er het olijfoliemengsel over en meng alles goed door elkaar. Laat de smaken zo een paar uur goed intrekken. Serveer koud als salade of schep alles in een ovenschaal. Snijd de rest van de citroen in partjes in schik die tussen de visjes. Verwarm op 180 graden en zet de schotel 20 minuten in de oven.

Geef er een groene salade bij van jonge kropsla.

Een kopje espresso toe.

Tortellini in Brodo

tortellini in brodo

Gisteren waren Ans en Alex bij ons te gast. Een klein informeel etentje. Ik maakte zelf tortellini naar een recept van de broer van Karin van Munster. Haar broer woont in Italie en zij schrijven wekelijks een colom in Vrij Nederland over Eten en Drinken in Italie. Mooie bruikbare recepten. Een paar weken geleden schreven ze over tortellini in bouillon. “Een van de meest prestigieuze gerechten van de Bolognese keuken”, schrijft broer Frans. Het recept leek me niet echt te kloppen. Erg veel vlees voor de vulling van de pasta, dacht ik. In de praktijk bleek dat er inderdaad zoveel vulling in de tortellini ging. Het wordt een flinke hoeveelheid. Ik maakte ze zaterdag. Je kunt de tortellini wel een dag afgedekt, in de koelkast bewaren. Het maken van de pasta is niet moeilijk, het vouwen van de tortellini is echter een vreselijk geduld werkje. Echt perfect van vorm waren ze dus niet, maar wel heel lekker! Tip van Frans; kijk eens op You Tube, er staan talloze filmpjes over hoe je de tortellini precies moet vouwen.

Een mooi voorbeeld, het lijkt zo simpel…Nou ja, gewoon oefenen!

Tortellini in Brodo:

  • voor de bouillon
  • 600 gram rundvlees (borst of rib)
  • een stuk kip
  • 1 wortel
  • 1 stengel bleekselderij
  • 1 ui
  • 2 tomaten
  • zout
  • Voor de vulling;
  • 300 gram varkenslende
  • 250 gram mortadella
  • 100 gram rauwe ham
  • 150 gram Parmezaan
  • 1 ei
  • zout, versgemalen peper, nootmuskaat
  • Voor de pasta:
  • 250 gram pastameel
  • 5 eidooiers

Trek een mooie bouillon van het vlees en de groenten. Maal intussen voor de vulling van de tortellini het rauwe varkensvlees, de kaas, ham en mortadella fijn. Meng er het ei en de kruiden door.Mak het pastadeeg en laat de deegbal op een koele plaats een half uurtje rusten. Rol het deeg dan uit tot een dunne lap en snijd die in vierkantjes van 2×2 cm. Leg op elk vierkantje een theelepeltje vulling en vouw het in een diehoekje. Buig de uiteinden naar elkaar toe en druk ze op elkaar zodat je een soort pinkring krijgt. Laat de tortellini opeen schone doek drogen tot de bouillon klaar is. Zeef de bouillon (het vlees kun je gebruiken voor een ragout of salade) breng hem weer aan de kook, doe de tortellini erbij en kook ze een paar minuten. Strooi er wat verse gehakte peterselie over en serveer warm met wat parmezaanse kaas.

Ervaren tortellinimakers zullen geen problemen ondervinden maar ik vouwde zo traag dat het deeg te droog werd. Als je niet al te snel bent kun je het deeg beter in kleine porties uitrollen.

© ellen.

 

Heldere chapignonsoep…

 Ik liet je vandeweek weten dat ik van zins ben om ervoor te zorgen dat er permanent een pannetje bouillon op de stoof staat. En krék zo-ist.

In het weekend trok ik een krachtige bouillon van een biologische schenkel. Ze diende al om groenten mee te stoven, om te drinken, maar ook om een snel soepje te bereiden.

Ik deed wat van de bouillon in een apart pannetje. Daarbij gesneden grotchampignons en flink wat peper uit de molen. Daar houden paddenstoelen namelijk van. Ik liet de soep even trekken tot de champignons beetgaar waren. Overgeschept in een kom, met wat vers gehakte koreander was mijn soepje al klaar.

Héél veel smaak voor héél weinig moeite. Licht verteerbaar, nauwelijks een calorie.

© paul

Schouderkarbonaden met tomatensaus en tuinboontjes…

schouderkarbonade en tuinboontjesVandaag eindelijk weer eens een lekker karbonaadje van biologisch varkensvlees. We kochten gisteren vlees bij de Sumiranboerderij. Dit vlees smaakt stukken beter dan het biologische vlees dat bij de super verkocht wordt. Kennelijk wordt het vlees uit de super toch anders behandeld? Het vlees uit de super lijkt meer vocht te bevatten. Ik weet niet wat ze ermee doen. Dit Sumiranvlees was in ieder geval prima en ik vind de prijs ook heel redelijk. Paul eet nog zeker niet zo’n hele karbonade maar een piepklein stukje om te proeven gaat al prima. Ik stoofde de karbonaden dit keer met tomaten en verse knoflook.

 

  • voor twee personen
  • 2 schouderkarbonaden
  • een beetje olijfolie
  • 1 ui, in ringen gesneden
  • 2 tenen verse knoflook, heel fijn gesneden
  • een scheutje witte wijn
  • eventueel wat bouillon
  • 2 grote tomaten, in partjes gesneden
  • wat gedroogde oregano
  • een takje verse rozemarijn
  • een handje zwarte olijven
  • peper en zout
  • wat versgehakte platte peterselie

Verwarm de olie en bak daarin het vlees aan beide kanten snel bruin. Voeg ui en knoflook toe en bak ze even mee. Dan de tomatenpartjes erbij en ook nog even meebakken. Blus af met de witte wijn. Doe er de oregano, rozemarijn en olijven bij en eventueel wat bouillon en laat het geheel een uurtje zachtjes stoven. Breng verder op smaak met peper en zout en strooi er op het laatst met gulle hand peterselie over.

Wij aten er vandaag jonge tuinboontjes bij. Vandaag onder de zaterdagborrel met de Keizer van Monera dopte ik de boontjes. Een gezellig karweitje vind ik dat eigenlijk; wat ‘buurten’ en toch iets doen. toen de boontjes allemaal gedopt waren dopte ik er een paar ‘dubbel’ zoals dat heet. Een vreselijk friemelklusje en eigenlijk bleek het helemaal niet nodig. Misschien beter als je wat oudere tuinbonen hebt, maar voor deze jonge boontjes vind ik het eigenlijk gedoe.

schouderkarbonade en tuinboontjes