Duitse worstjes…

paul 034

Worstjes? Ik verzamel ze!
Ik maakte je al eerder deelgenoot van mijn liefde voor worsten en worstjes. Kom ik ze tegen, en heb ik maar enigszins het idee dat ze
kwaliteit hebben, ik zal ze aanschaffen. En door de jaren heen weten de vrienden
en vriendinnen mij in mijn hobby te ondersteunen. Altijd is er wel iemand die
tijdens de vakantie of op een “grote” reis iets voor me op de kop tikt. Ik zeg
dank en laat het me smaken…

Zorgvuldig liet ik de plastic zak door het huis slingeren, ik had de opdruk
van naam en adres nodig om dit artikeltje te schrijven. En zo zwierven er nog
wel wat “aantekeningen” door het huis.
Tot Ellen het zat was en duchtig
opruimde.
“Ook die plastic zak uit Trier?” “Ja, ook die plastic zak uit
Trier!”
Ik rommelde wat mismoedig in het kastje met oude tassen en ander
verpakkingsmateriaal, maar het was tevergeefs…
Wel kwam ik weer van alles
tegen dat te samen tot de start van een nieuwe verzameling zou kunnen
leiden.
En zo ging het altijd. Ik ben een notoire verzamelaar, zo een die
binnen de kortste keren verzuipt in zijn eigen rotzooi.

Met die worstverzameling gaat het overigens anders. Die vernietig ik zelf,
simpel door ze op te eten.
Vorig jaar at ik de laatste vakantieworst rond 7
september, dit jaar twee dagen later.

We waren vandezomer een paar maal in Duitsland, hét worstenland bij uitstek.
Ruim 300 soorten worden er Bundesweit aangeboden. Van eenvoudige knackwost tot
hoogst delicate worstjes van wild en truffel.
Ik loop me er altijd weer te
vergapen.

De worstjes van de foto vond ik in Trier, de meest noordelijke keizerstad van
het Romeinse Rijk, en toch o zo Duits. Karl Marx werd er geboren.
Naam en
adres van de slager zijn nu dus even zoek, en zo ook de namen van de worstjes.
Maar enkele details weet ik me nog te herinneren.
Sta je met je rug naar de
Porta Negra en loop je richting de oude binnenstad dan passeer je na een goede
vierhonderd meter aan je linkerkant een klein slagerswinkeltje met een twee
kleine uitstalramen. Het linkse ligt vol gestapeld met worsten.
De worsten
maken ze zelf, en dat doen ze al een goede twee honderd jaar. Ze gebruiken het
vlees van scharrelvarkens uit de Eiffel.

Het worstje op de voorgrond, dat vierkante, oogt het minst spectaculair. En
de smaak heeft wel iets weg van een doorsnee bierworstje. Behalve dan dat het
milder, voller en sappiger is. En écht bijzonder is de toevoeging van anijs aan
de farce.
Linksachter ligt het restant van wat een respectable bloedworst
was. Mild, sappig, tikje lever en veel marjoraan. En veel spekjes erin, die door
de tijd de smaak van de andere ingrediënten helemaal hebben opgeslobberd. Een
beste bloedworst.
Die wat grauwe, grijzige worst rechts, dat is er zo een die
ik bijschrijf in het Grote Boek van Wereldwosten. Waarlijk één van de culinaire
hoogtepunten van dit jaar. (“Worst als culinair hoogtepunt?” “Jazeker lezer,
worst als culinair hoogtepunt!” )
Er zit flink wat lever in, en nog andere
“Innereien”. Verder mager varkensvlees en een beetje buikspek. Heel licht
gerookt werd de worst, en daarna gedroogd. De smaak is veredeld met kruiderij,
maar ik durf niet te gokken wat het is.
De worst is wat rul, maar heel
sappig. De worst leent zich er, geloof ik, niet voor om ergens in te verwerken.
Gewoon zo eten, al dan niet met een stuk brood.

Het is niet zo erg dat ik naam en adres van die Worstenkoning kwijt ben. Ik
weet waar hij woont en ik zal hem nog vaker bezoeken. Wij komen regelmatig in
Trier, het is er goed toeven.
Je eet er uitstekend en ze branden er eerste
klas spiritualiën. Een deel van de jaarlijkse wijnopberngst van de Moezel wordt
er verhandeld en je kunt op talloze plaatsten snoepen van de nieuwe oogst. Er
zijn wijnfeesten en er zijn appelfeesten, er is een indrukwekkend Gallo-romeins
museum.
Trier is een flaneerstad, een slenterstad én, ik zei het al, Karl
Marx werd er 190 jaar geleden geboren. Zijn huis staat er nog.

© paul

Tagliata zonder truffel

bief 007

Niet veel tijd om te koken vandaag. Paul gaat morgen nog even naar zijn oude
afdeling terug om afscheid te nemen van de mensen daar en hij wil ze op iets
lekkers bij de koffie trakteren. Ik maak vanavond  Siciliaanse cake. Onze
avondmaaltijd moest dus een beetje snel en simpel. Janneke beschreef vorige week op haar weblog
een mooi gerecht; Tagliata. Een kalfs entrecôte met rucola en Parmezaanse kaas.
ik gebruikte vandaag een entrcôte van rund, één grote voor twee personen.
Eigenlijk moet er ook nog vers geschaafde truffel over, maar die heb ik even
niet op voorraad. Maar toch, even snel zo’n grote entrecôte grillen, wat ruccola
en goede kaas…snel en toch lekker, dat leek me wel wat.

Voor twee personen;
een grote entrecôte van ruin 400 gram
twee handjes
rucola
wat Parmezaanse kaas en daar mooie krulletjes van schaven
een
scheutje supergoede olijfolie
grofgemalen zeezout en zwarte peper.

De entrcôte zeker een uur op kamertemperatuur laten komen en dan aan beide
kanten grillen of bakken tot het vlees de juiste gaarheid heeft. ( de één wil
dit vlees rood de ander wat minder)
Laat het vlees dan een minuut of vijf
rusten en snijd het in reepjes. Strooi er de rucola de krullen kaas en peper en
zout over. Een scheutje olijfolie en klaar!
Wie in het gelukkige bezit is van
een truffeltje schaaft er dan ook nog wat dunne plakjes truffel over. Dat is
vast nóg lekkerder, maar het kan niet elke dag feest zijn.
Een heerlijk
gerecht, ook zonder de truffel, en supersnel klaar.

Ik ga weer verder met het bakken van de cake.
Misschien nog een verslagje
daarvan later op de avond.

© ellen.

Siciliaanse cake.

cake 004

Gelukt! Een heel gedoe zo “even” na het werk, vier Siciliaanse cakes. Vier
maal een cake gebakken, of eigenlijk 2×2 want er gingen er twee tegelijk in de
oven. Daarna af laten koelen, doorsnijden, de vulling over de helften verdelen
en rondom met chocolade bedekken. Ik beschreef het hele recept al eens hier.
De bovenkant
is wat saai met alleen chocolade. Soms gebruik ik een blaadje chocolade of een
paar paaseitjes of kerstkransjes om de bovenkant te versieren, al naar gelang de
tijd van het jaar. Vandaag viel mijn oog op deze gehakte gekonfijte vruchtjes.
Ziet er mooi uit en lijkt me ook best lekker. Veel werk is het maken van deze
cake eigenlijk niet, het kost wat tijd. Het ergste is dat alles onder de
chocolade zit, inclusief ikzelf. Ook al probeer ik nog zo netjes te werken er
valt altijd wel ergens een dikke klodder vloeibare chocolade…
Even poetsen
dus nog en dan zit mijn werkdag er voor vandaag wel op! Nu maar hopen dat Paul
ze alle vier heel in Nijmegen krijgt!

© ellen.

Raz el Hanout…

kip 005

Twee maal in de afgelopen weken kookten we een gerecht waarin Raz el Hanout
een voorname plaats innam. Al bij de eerste keer kwam de vraag wat Raz el Hanout
dan wel is. Er kwam ook een antwoord van een lezer, maar aangezien de reacties
onder artikelen nauwelijks gelezen worden lijkt het me goed om er nog eens op
terug te komen.

Martine vraagt: “Raz el Hanout?”

Sanne antwoordt: “Martine,Ras-el-Hanout is een heel lekker (Marrokaans)
kruidenmengsel met een warm-pittige smaak. Te koop in alle Marrokaanse en Turkse
winkels. In de landen zelf heeft elke leverancier z’n eigen ‘geheime’ mengsel,
dus het is zelden precies hetzelfde, en er gaat ook heel wat in (minimaal een
stuk of 12, maar soms wel 40 verschillende smaken en kruiden). Meestal in elk
geval: komijn, kaneel, koriander, peper, kurkuma, kardemom, gember, nootmuskaat,
kruidnagel, karwij, piment, anijszaad, en nog zo wat dus…..Proberen, zou ik
aanraden, want het is een verrukkelijke smaakmaker.”

En Ellen vult aan: “Martine en Sanne, het mengsel is inderdaad overal net
iets anders. Mijn Raz el hanout bevat o.a.: koriander, kurkuma, peper,
kaewijzaad, piment, venkel en fenegriek.
ik kocht het in Frankrijk in de
supermarkt.

De informatie hierboven dekt heel aardig de lading. Maar nog een paar
kanttekeningen van mij.

Het belangrijkste bestanddeel, zeg maar de basis, wordt gevormd door Kurkema
(geelwortel), in ieder geval in die van ons. Je ruikt dat duidelijk terug,
hoewel de geur van Raz el Hanout veel “edeler” is dan Kurkema door de
bijgemengde specerijen en kruiden.

Er zijn op internet allerlei schrijfwijzen aan de orde, wij hebben die van
onze verpakking aangehouden. Ook de vertaling van de Marokkaanse woorden levert
verschillende uitkomsten op. Een veel terugkomende vertaling is: Het Beste
uit de Winkel
.

Sanne schrijft dat elke Turkse winkel het mengsel levert, maar dat durf ik te
betwijfelen. Slechts in het geval dat de Turk veel Noord Afrikanen onder zijn
klandisie heeft zal hij ook Raz el Hanout verkopen. Het hoort niet in de Turkse
keuken thuis. Soortgelijke mengsels zijn wel te vinden in andere Noord
Afrikaanse landen en in het Midden Ooosten.

© paul

 

Paarse bonen !?!

paarse bonen 002

Alweer een cadeautje! Een enthousiaste hobbytuinder bracht ons deze
bijzondere bonen. Sperzieboontjes maar dan paars. Ze heten Purple Queen. Nog
nooit zoiets gezien, ik ben benieuwd of ze ook lekker zijn.
Wel mooi dat
kleurtje, leuk om in een salade te verwerken. Dat ga ik nu doen.

© ellen

Update:

paarse bonen groen 003

Ik was er even niet, maar ik had o zo graag het gezicht van Ellen willen zien toen die prachtige paarse boontjes uit de pan kwamen. Gewoon hartstikke groen geworden. De smaak is die van goede sperziebonen.

Ellen verwerkte de “paarse” bonen in een salade.

tomaten-bonen salade

© paul

Paprikapuree

porkolt 002

Paul zette donderdag een foto van de pörkölt van paardenvlees die hij die dag
maakte. Er was die nacht helaas geen tijd om het recept nog op te schrijven. Hoe
Paul de pörkölt precies gemaakt heeft weet ik niet. Ik weet wel dat het erg
lekker was, én dat hij deze paprikapuree gebruikte.
Ieder jaar worden wij
verrast met meegebrachte lekkernijen uit verre vakantielanden. Vrienden en
bekenden weten dat wij altijd ‘in’ zijn voor iets bijzonders. Van blikken pens
tot honing met nootjes, van Engelse kaas tot Hongaarse paprika, het Ministerie
weet er wel raad mee!

Jan en Ans brachten hun vakantie dit jaar door in Roemenië en reisden door
Hongarije terug. Hongarije is het land van de paprika’s, dus doken ze een winkel
in en zochten paprikapoeder. De winkel bleek een groothandel, de Hongaarse
Sligro zeg maar. Daar was een pasje voor nodig. Een vriendelijke mevrouw leende
haar pasje even uit en zo konden Jan en Ans allerlei soorten paprikapoeder kopen
tegen een mooie prijs in groothandel hoeveelheden. Wij kregen twee grote zakken
paprikapoeder, en deze tubes paprikapuree.
Even zoeken op internet leerde
ons dat de ene tube, csemege een milde kruidige puree bevat. De andere csípös
zal flink pittig zijn. Het paprikapoeder moet ik nog even opzoeken. De ene zak
bevat Boia dulce, dat zal zoet, zacht, zijn. De andere heet Boia iute.

De paprikapuree gaf de stoofpot een heerlijke volle paprikasmaak. Romig,
kruidig. De rest proberen we nog uit. Veel Hongaarse gerechten dus de komende
tijd op de tafel van het Ministerie!

© ellen.

Gebraden kwartels

`kwartel 005

Een kwarteltje, daar had ik zin in vandaag.  Hier in de buurt kan ik ze
nergens kopen dus nemen wij er meestal een paar mee uit Luxemburg. Ze verkopen
daar Prima kwaliteit Label Rouge kwartels. In de diepvries kun je ze best een
tijdje bewaren.

Ook met kwartels kan er van alles mis gaan. Ze worden niet in grote
hoeveelheden gefokt maar zitten soms akelig dicht op elkaar in te kleine hokken.
Bovendien is het belangrijk wat ze te eten hebben gekregen. De Label Rouge
kwartels bieden in ieder geval enige garantie voor ruimte en goed voer. Dat
proef je ook!
Reken per persoon één kwartel.
Snijd ze aan de rugzijde
middendoor en plet ze zodat ze plat liggen. Bak ze dan in geklaarde boter
zachtjes aan beide kanten bruin in ongeveer 25 minuten.

Hak een flinke bos verse peterselie samen met 2 tenen knoflook heel
fijn.
Haal de kwartels uit de pan en strooi in het braadvet het peterselie
knoflookmengsel.
Schep dat over de kwartels en serveer meteen. Geef er wat
brood bij en een mooie salade.

En espresso toe!
© ellen.

Schouderkarbonaden in cantharellen-roomsaus…

schouderkarbonaden 002

Paddestoelentijd breekt aan. Voor mij één van de cullinaire hoogtepunten van
het jaar. Ik plukte al een verloren boleet, maar de grote hoop moet nog komen.
Als voorschot daarop eten we regelmatig cantharellen. Die zijn bij ons slechts
mondjesmaat te vinden, dus kopen we ze als het maar enigzins mogelijk is. De
cantharel wordt nog steeds niet gekweekt. Ze komen uit Midden Europa, en later
in het seizoen uit de Verenigde Staten en Canada. Bij ons worden ze bij de Lidl
aangeboden tegen heel een schappelijke prijs.

Ik maakte schoudercarbonaden met cantharellen. Het recept is voor twee
personen.

2 schoudercarbonaden (van onbesproken gedrag), 1 uitje, 2 tenen knoflook, 1
ons cantharellen, 6 eetlepels bouillon, scheutje room, peper en zout, gehakte
peterselie, boter.

Wrijf het vlees aan beide zijden in met peper en zout. Bak het vlees dan in
een stoofpan aan de twee kanten bruin. In een ander pannetje gaan de ui en fijn
gehakte ui en grof gehakte knoflook. Wanneer ze glazig ogen kunnen ze bij het
vlees worden gevoegd. De bouillon erbij en het geheel kan op een laag pitje
stoven. Bak de cantharellen in de boter en voeg die daarna ook bij het vlees. Ik
reken voor het vlees een stooftijd van ruim een uur, Ellen meestal iets minder.
Let wel op dat er voldoende vocht in de pan blijft, zoniet dan nog wat bouillon
erbij, of wat water. Tegen de tijd dat het vlees klaar is gaat er een scheut
room bij. Laat het geheel op een hoog vuur nog even inkoken tot de saus de
gewenste dikte heeft. Gehakte peterselie erover en klaar!

We aten er gebakken nieuwe aardappeltjes bij en heerlijk boontjesuit de tuin van Joost. Ik geloof dat ze spekbonen heten.

Overigens, vandaag precies één jaar geleden aten we ook karbonaden met cantharellen. Toen kwam het vlees echter van het kalf.

© paul

Stoofpotje van kip op Marokkaanse wijze…

kip 003

Kippenvlees mét bot geeft altijd meer smaak. Daarom zul je bij ons zelden
gerechten tegen komen met kipfilets. Maar soms komt het even uit om ze toch te
gebruiken. We stellen onszelf dan wel als voorwaarde dat de filets van
onbesproken gedrag zijn, bijvoorbeeld filets met een Label Rouge, of die van biologische kip. Goed voor het dierenwelzijn, goed
voor de kwaliteit van het vlees. (Lees: Kipfileetje.)

Ik maakte vandaag een stoofpotje van goed kippenvlees en gaf er een Noord
Afrikaanse draai aan. Het recept is voor twee personen.

2 flinke kipfilets, 1 uitje, 2 tenen knoflook, 1 flinke vleestomaat, 1
afgestreken eetlepel Raz el Hanout, 10 olijven, 2 theelepels Harissapasta, 1
bosje verse koriander, olijfolie, peper en zout.

Bak de fijn gehakte ui en grof gehakte knoflook in de olie tot ze glazig
zijn. Voeg dan de in dobbelstenen geneden kipfilets toe. Als het vlees rondom is
dichtgeschroeid voeg je de Raz el Hanout toe en laat die heel even meebakken.
Dan de vleestomaat erbij, de harissa, de oliven en de helft van de fijgehakte
koriander. Breng het mengsel op smaak met peper en zout en laat het gerecht
rustig een kwartier à twintig minuten stoven. Kort voor het opdienen gaat de
rest van de gehakte koriander erbij. Klaar!

Opmerkingen: De vleestomaat die ik gebruikte was prachtig rijp. Het vaste
binnenwerk zorgde voor de binding van het stoofvocht. Hoeveel harissa je
gebruikt hangt af van hoe pittig je je schotel wilt hebben. Je zou ook verse
pepertjes kunnen gebruiken, of cayennepoeder, zelfs sambal. Harissa is een
peperpasta uit Noord Afrika. Ik wilde je een verwijzing geven naar één van onze
artikelen, maar ik zag dat we er nog nooit explisiet over geschreven hebben.
Komt eraan lezer, komt eraan…

De sla die we erbij aten was alleen bedruipt met eerste klas olijfolie,
verder niks.

Bij het gerecht past couscous, maar rijst, pasta, aardappelen of brood kan
ook prima.

© paul