In Luxemburg was de internet/wifi verbinding zo slecht dat mij alle lust ontbrak om een artikel te schrijven. Het opladen van een enkele foto duurde zo lang dat ons gezelschap al enigszins beschonken uit het café terugkwam, voordat ik ook maar één foto op “mijn flickr” had kunnen zetten.
Toch wil ik nog wel even vertellen over het eten, en vooral over het halve geitenbokje dat we aten. Ik zag ze vrijdag vóór Pasen al in de supermarché liggen; grote dozen met een “Demi Chevreau, avec abats, nourri au lait, né et élevé en France; wat wil een mens nog meer voor een mooi paasdiner? Bosje verse artisjokken erbij, en een bundeltje verse knoflook… En dat was allemaal gewoon te koop in de supermarché. (Ik moest natuurlijk wel even eerst overleggen met de rest van ons gezelschap en stelde aankoop maar even uit.)
Ik zoek hier al tijden naar een leverancier van geitenvlees. Geiten genoeg in onze landelijke omgeving, geitenvlees is echter moeilijk te vinden. Vreemd, want voor de melkgeitenhouderij moeten toch steeds nieuwe geiten gefokt worden. De bokjes die dan ook geboren worden, (je hebt het nu eenmaal niet voor het uitkiezen of het geitjes of bokjes worden), zijn alleen geschikt om in de pan te belanden. Waar blijven die bokjes toch in Nederland? Goed, in Frankrijk en Luxemburg belanden ze in de supermarkt en vervolgens in de pan.
Zaterdag snel met het hele gezelschap terug naar de Cactus-Super, gelukkig lagen er nog dozen met de begeerde bokjes, én er lagen verse artisjokken én verse knoflook genoeg. Wijze raad over de bereiding kreeg ik van chefkok Marchel van Restaurant “Beim Docter”, in Leudelange. Marcel komt na werktijd zo wel eens met zijn vrouw Lilly even een laatste glas drinken in het café op de camping. “Zo’n jong geitenbokje moet je langzaam, heel zachtjes aanbraden, niet teveel kruiden, houdt het heel subtiel… Artisjokes erbij, prima, of jonge erwtjes of boontjes, vergelijk het met zuiglam…”
- een half zeer jong bokje in delen gesneden; boutje, schouder en wat ribbetjes
- grote pan waar de delen goed in passen
- boter om in te braden
- peper en zout
- bosje verse artisjokken, schoongemaakt en in vieren gesneden zie hier
- scheutje witte wijn
- bolletje verse knoflook, teentjes losgemaakt
Het vlees inwrijven met peper en wat zeezout en dan, zoals gezegd, langzaam in de boter licht bruin braden samen met de teentjes knoflook. De wijn en eventueel wat bouillon toevoegen en zo een krap uurtje laten garen. Dan de artisjokkenpartjes erbij doen en verder stoven tot ook de artisjokken gaar zijn. Het vlees uit de pan nemen en even laten rusten onder folie.
Intussen zou ik dan een foto kunnen maken, maar… altijd hectisch in het piepkleine keukentje op zo’n moment… en dan vergeet ik gewoon…
Gelukkig was er Neel van Eupotours. Paul schreef al over de foto’s en het dinertje met de zalm á la Goya. De foto die Neel van het geitenbokje maakte is nog helemaal in de sfeer van de Oude Meesters. Het stilleven lijkt zelfs nog een kleine honderd jaar ouder dan de “Zalmen van Goya”.
We aten er aardappeltjes bij met peterselie. Kaasjes en daarna Caramelpudding toe. En tenslotte natuurlijk espresso en nog wat drankjes en gezang in het café.
© ellen.