Het is hier in Luxemburg al bijna de hele week mooi druilerig Herfstweer, niet te koud, niet te nat. We maken een wandeling met hond Jaros, doen wat inkopen en daarna gaan we lekker zitten lezen in ons goedverwarmde huisje. Wat wil een mens nog meer? Lekker eten natuurlijk! De winkels liggen hier vol met allerlei heerlijkheden die ik in ons Brabantse dorp nergens kan kopen. Bovendien hebben we tijd genoeg om lekker uitgebreid te koken en te experimenteren met al dat lekkers. Op een wel bijzonder druilerige dag maakte ik deze week nog een keer de sinaasappelsaus die ik eerder bij een eendenborst serveerde. Dit keer met een gebraden kwarteltje erbij. Ik liet de saus nog wat langer inkoken tot hij echt helemaal stroperig was. Paul vond de smaak iets te nadrukkelijk voor het tere kwarteltje, ik niet, ik vond het een prima combinatie. We aten er witlof bij en aardappelpuree en de saus deed het ook heel goed bij de witlof. Altijd een mooie combinatie, witlof en sinaasappel.
- Reken per persoon één kwarteltje (ruim een uur voor het braden uit de koelkast halen en op kamertemperatuur laten komen)
- 4 plakken gerookt spek, dun gesneden
- peper en zout
- geklaarde boter
- een klein scheutje bouillon
Wrijf de kwartels in met peper en zout en draai de plakjes spek rondom de kwartel. Bind het spek vast met draad of zet het vast met een prikkertje. Verhit de boter in een klein pannetje dat ook in de oven kan. Braad de kwartels rondom bruin en giet er een klein beetje warme bouillon bij. Sluit de pan en zet die nog 30 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden. Laat de kwartels even rusten en dien ze dan op met de sinaasappelsaus.
Kopje espresso toe!
© ellen.