Soep voor de Broeders, deel 3…

 soep voor de broeders 022

De ambulance stond gisteren te pronken op het sportpark in Boekel. Met dat vehicle was het allemaal begonnen, die actie van de Broeders. Maar intussen had een en ander een forse vlucht genomen. Ik schreef al dat er een zeecontainer onderweg is naar Afrika, helemaal afgevuld met medische goederen. En verder is er een stroom van financiële giften op gang gekomen, die zal worden ingezet om, later in het jaar, ter plaatse de ergste noden te ledigen.

En gisteren was er dan die sponsorloop, geörganiseerd door de plaatselijke voetbalvereniging. Het weer weigerde mee te werken, zodat een boel ouders thuis bleven. De kinders waren er echter wél, zij draaiden trouw hun rondjes om de vooraf afgesproken sponsorgelden veilig te stellen.

Het Ministerie had veertig liter soep gemaakt. We hebben die de Broeders geschonken, we berekenden geen kosten. De opbrengst van de verkoop leverde zo meteen het nettobedrag op. Hoeveel dat was valt niet meer terug te rekenen. Het bedrag zit verdisconteerd in het totaal aan opbrengsten van de dag. Eenvijftig per bekertje vroegen we. En ondanks de wat geringe opkomst (je moet het van ouders hebben), verkochten we een ruime helft. Het restant van de soep werd gisterenavond ingevroren, en zal gebruikt worden bij weer een andere Broedersactie, a.s. zaterdag.

Wat er in de soep zat: 2 1/2 kilo vlees, 1 grote knolselderij, 1 kilo winterwortelen, 2 struiken bleekselderij, 1 pond sperzieboontjes, 5 grote preien, 5 grote uien, 2 rode paprika’s, 1 gele paprika, 8 blikken bruine bonen, 2 blikken groene bonen, 2 blikken spaanse bonen, 8 blikken tomaten, 1 pak bouillonblokjes, 6 kookworsten, 700 gram krielaardappeltjes, 500 gram spaghetti, 2 eetlepes vers gemalen peper, 1 soepsteen.

Het was een prima soepje, de klanten waren dik tevreden… De Broeders overigens ook. Hadden ze gehoopt op duizend euro totale opbrengst voor die dag, het werden er uiteindelijk zesduizend vierhonderd (€ 6.400,-).

Ga nu niet vragen hoe het zit met die soepsteen, ik kom er spoedig over te schrijven.

soep voor de broeders 011

© paul

Ovenschoteltje van kabeljauw, puree en morsterdsaus…

vis en mosterdsaus

We aten al een tijdje geen vis meer en hadden er onderhand echt zin in. Helaas is er in ons dorp nauwelijks verse vis te koop. We kopen vis meestal op de markt in Helmond en vriezen dan porties in. Door grote drukte en ijzige koude waren we al een paar weken niet meer op de markt geweest en dus geen vis. Zaterdag kochten we flink in, eerst naar de Sumiran boerderij voor biologisch vlees, daarna naar de Helmondse markt voor verse groenten en vis.

Vandaag IJslandse kabeljauw. Ik had zin in een winters zwaar, nostalgisch gerecht. Lekker met veel aardappelpuree en saus. Bordje sla erbij voor de vitaminen.

Voor vier personen:

  • 1 kilo kruimige aardappelen. Schil de aardappelen, kook ze gaar en maak er met de knijper puree van.
  • 600 gram gefileerde vis in hapklare stukjes (bijvoorbeeld kabeljauw, gekweekte uit Schotland) of andere filets of raadpleeg de viswijzer voor meer info over Goede Vis).

Maak een mosterdsaus van :

  • 1 lepel boter
  • 1/2 zeer fijn gesneden uitje
  • 1 lepel bloem
  • 2 eetlepels grove mosterd
  • ruim 1/2 liter bouillon
  • flinke scheut room, peper en zout

Smelt de boter in een sauspan. Fruit de ui hierin aan. Voeg de bloem toe en roer alles tot een mooie massa, laat dat zo even zachtjes garen. Voeg dan de mosterd toe, goed roeren en dan de bouillon erbij voegen. Blijf roeren tot je een homogene massa hebt. Maak op smaak met peper en zout en voeg nog wat room toe.

Verwarm de oven op 200 graden. Schik de aardappelpuree in een vuurvaste schaal, maar houd in het midden van de schaal een kuiltje vrij en giet daarop wat mosterdsaus. Leg hierop de stukjes rauwe kabeljauw. Schenk er nog wat mosterdsaus over tot de vis helemaal bedekt is en zet de schaal 25 minuten in de voorverwarmde oven op 200 graden. Strooi er nog wat versgehakte lente-ui en peterselie over en dien op met een flinke groene salade.

Espresso toe.

© ellen.

Soep voor de Broeders, deel 1…

Manon2

Al sinds maanden kun je vanaf dit web-log (linker kolom, onder het kopje “Niet over eten maar toch…”) de wederwaardigheden volgen van De Broeders. Maar aangezien jij nog nooit hebt doorgeklikt naar hun site vertel ik hier dan alsnog maar even, kort door de bocht, waar het om gaat.

Twee van mijn nachtcollega’s, Jos Bevers en Herman van den Broek, hebben al geruime tijd geleden besloten dat zij meer wilden doen dan eens per jaar de notoire cheque overmaken naar Artsen zonder Grenzen ( óók belangrijk overigens!). Ze adopteerden min of meer een ziekenhuis in Gambia en besloten zorg te dragen voor een aantal randvoorwaarden die het ziekenhuis nu ontbeert. Via een hele boel ingenieuze akties en ‘events’ verzamelden ze geld, medische goederen én een ambulance. Een beestachtige hoop werk hebben ze verzet, reken maar, ik heb het op een afstandje kunnen volgen. Over een dikke maand vertrekken ze met de ambulance richting Gambia, één zeecontainer met spullen is al onderweg. Het wordt de reis van hun leven, zoveel is zeker. Op hun web-site kun je volgen hoe die reis verloopt. Intussen is het team uitgebreid met een arts, Manon Derhaag. Zij zal ook een deel van de reis meemaken. In Gambia gaat zij zich bezig houden met de Medische logistiek van het Ziekenhuis.

En hoewel de opbrengsten van al die akties de verwachtingen verre overtroffen kan er nog wel het een en ander bij, een ziekenhuis is nu eenmaal een bodemloze put. Wat dacht je ervan lezer, om zelf een kleine bijdrage te leveren? Luister, ik geef maar een schot voor de boeg:

Vanavond heb je gasten, ze komen eten. En natuurlijk schenk je een mooie wijn. Twee flessen Barolo heb je ervoor aangeschaft, voor je gasten alleen het beste… Maar wanneer je volgende week weer gasten heb zet je ze een mooie, eenvoudige maar smakelijke Velletri voor. Je legt je gasten uit waarom je voor die simpele Italiaanse landwijn koos, ze zullen het begrijpen. Met de vijfentwintig euro die je op deze manier uitspaart schenk je de Broeders een jerrycan diesel. Simpel toch?

Morgen, zondag, vindt er een Sponsorloop plaats in het dorp Boekel. De opbrengst van dit sportevenement is voor het project van de Broeders. Een paar honderd kinders zullen regen en koude trotseren om de nodige kilometers te maken. Het Ministerie is er ook! Het Ministerie verzorgt de innerlijke mens. Ten behoeve van al die ouders die langs het parcours staan te blauwbekken levert het Ministerie soep. En wat voor soep!

© paul

Soep voor de broeders, deel 2…

soep voor de broeders 001

Het begin is gemaakt. In een pan met een inhoud van dertig liter wordt de bouillon getrokken die de basis gaat vormen voor de Soep voor de broeders. Er zitten allerlei soorten schenkels in, varkenshielen, buikvlees, ribbetjes en nog een en ander. Selder, ui en prei trekken mee, en natuurlijk “The Wonderful Soup Stone”.

Ik stop met dit stukje, want de groenten moeten gesneden, dat is mijn taak. Ellen en het Kind zeven nu de bouillon, die gaat over in een nog grotere pan van wel 50 liter. Enfin lezer, werk aan de winkel. Je hoort er nog van ons…

soep voor de broeders 006 soep voor de broeders 005

© paul

De restjes van gisteren…

brood en spelen 008

Het is hier al dagen een ongeregeld huishouden; Paul werkte in de nacht, ik was een paar dagen erg laat thuis, kortom van gewoon samen eten kwam niet veel terrecht. Gisteren maakte Paul een mooie Bolognesesaus en daar aten we spaghetti bij. Het was een flinke pan saus dus er bleef wat over.

Vandaag was een luie vrije dag voor ons. Niets hoeft, we zien wel…beetje lezen, een film kijken, kaarsjes aan…tot natuurlijk de drukte losbarste; De Jongste Bediende kwam een paar super grote pannen brengen, Andy vertelde over de stand van zaken in het nieuwe huis, Het Kind moest dringend haar telefoon opladen en de nieuwe auto van Marleen stond voor ons huis…Kortom, drukte alom…Het kwam er niet meer van om een echte maaltijd op tafel te zetten, we aten de restjes van gisteren. Een soort bruchetta?

Vier grote sneden goed witbrood, een paar lepels Bolognesesaus, wat geraspte kaas erover, en even onder de gril in de oven. Op een bordje met wat ruccola, nog een glas wijn erbij, en, natuurlijk, espresso toe.

In die grote pannen ga ik morgen soep maken. De opbrengst van de soep gaat naar het project van de Broeders. Morgen meer hierover.

© ellen.

Lacoste-Borie 1997 / Pauillac-Haut Medoc…

wijn

Ik deel Ellen’s liefde voor een mooie Bourgogne, o ja zeker. En ook dronk ik fantastische wijnen uit andere delen van Frankrijk, uit Italië, Spanje en Portugal. Maar mijn voorkeur blijft uitgaan naar een zware Bordeaux. En dan het liefst een Haut-Medoc, een Pommerol of een Saint-Emillion. En Pauillac is zo’n Haut-Medoc, en wel van dusdanige kwaliteit en status dat hij de naam van het “eigen” dorp mag dragen tussen de woorden Appelation en Controlée.

Pauillac is een dorpje in het noorden van de Haut-Medoc aan de oevers van de Gironde. Het terrein is heuvelachtig en de bodem bestaat uit een laag kiezel met daaronder een lösslaag. Lange tijd dacht ik, wanneer de plaatselijke grond uitdrukkelijk werd vermeld bij een wijnverhaal, dat het vooral interessant doen betrof. Intussen weet ik dat het écht iets uit maakt (vandaar!). De grond in Pauillac is de basis voor stevige en toch elegante wijnen.

Chateau Grand-Puy-Lacoste maakt twee wijnen. Hun eerste wijn is een 5-ième Grand Cru. En ik verzeker je, dat is heel hoog in de Franse pikorde. Onze wijn is hun tweede, die wordt iets lager ingeschaald. Deze wijn wordt gemaakt van 75% Cabernet Sauvignon voor kracht, fruit, zuren en tanines, 15% Cabernet Franc voor wat lichter fruit, 8% Merlot voor wat mildheid en zacht fruit, en 2 % Petit Verdot voor de alcohol.

Ik citeer nu Vinologe Rosemarie Klerks, want zelf krijg ik het niet bedacht: Deze uitgekiende mix van druivensoorten levert een wijn met zowel in de geur als in de smaak mooi, vol en krachtig fruit van cassis en bessen. De houtlagering geeft iets van vanille of caramel en een vleugje mint aan de wijn mee. De afdronk is lang, aangenaam harmonieus en complex.

Marleen had de wijn netjes opgeslagen, al jaren. En op een goed moment belandde hij dan bij ons. Eén kist, drie flessen. We kenden de wijn niet, maar we konden intussen voldoende ‘etiket-lezen’ om te beseffen dat hier iets waardevols werd weggeschonken. Intussen hebben we de wijn gedronken. De laatse fles opende ik vorige week woensdag, het jaar was nog jong. Het is evenwel maar de vraag of we in de loop van 2009 nog eens zo’n wijn zullen drinken. Goddelijk!

Voor dit artikel putte ik vrijelijk uit de web-geschriften van vinologe Rosemarie Klerks.

© paul

Paprikás van kip…

kip paprika

Gulyás, Pörkölt, Tokány en Paprikás, de vier traditionele Hongaarse paprikagerechten. De eerste twee zijn wat boers, de laatste twee iets verfijnder. Wat ze gemeen hebben is de basis: vet (vaak reuzel), uien en paprika. Door de verschillen van de bijkomende ingrediënten leveren ze toch weer geheel andere gerechten op. In het weekend aten we Pörkölt, vandaag maakte ik Paprikás met kippenvlees. Het recept voldoet voor vier personen.

  • 750 gram (biologische) kippenborst,
  • 2 eetlepels boter,
  • 1 eetlepel olie,
  • 2 uien,
  • 2 tenen knoflook,
  • zout en peper,
  • 1 eetlepel milde paprikapoeder,
  • 1 glas witte wijn,
  • 1 kop gevogeltebouillon,
  • 2 paprika’s
  • 1 bekertje zure room (200 gram),
  • 1 eetlepel gehakte peterselie.

Snijd het vlees in flinke dobbelstenen. Verhit de boter en de olie (die combinatie kan wat meer warmte hebben dan boter alleen) en bak het vlees op hoog vuur tot het aan alle kanten bruin is. Onderwijl het vlees peperen en zouten. De heel fijn gehakte uien kunnen nu toegevoegd en dan ook de genipperde knoflook. Het vuur kan wat getemperd worden. Wanneer uien en knoflook mooi glazig zijn geworden bestuif je het geheel met het paprikapoeder. Haal de pan van het vuur en roer het gerecht goed om, zodat alles rood van de paprika is. Blussen met wijn, en de pan weer terug op het vuur zetten. Dan de bouillon erbij. De paprika’s, geschild en in fijne blokjes gesneden, kunnen nu in de pan. Het gerecht heel even aan de kook laten komen en dan het vuur laag. Het geheel moet dan nog een kwartier stoven met de deksel op de pan. Roer helemaal op het laatst de zure room erdoor en dien op. Wat peterseliesnippers maken het gerecht af.

  • Opmerkingen achteraf:
  • Ik gebruikte kippenborst, maar andere delen van de kip kunnen ook. Het is alleen wat gedoe om ze met bot en al in het goede formaat te hakken (en de botjes kunnen dan splinteren).
  • Wanneer je borstvlees gebruikt kun je dat ook vóór het bakken bestuiven met meel, het vlees blijft dan iets sappiger.
  • Ook kun je het vlees uit de pan nemen wanneer je uien en paprika laat stoven. Ook dat om te voorkomen dat het borstvlees niet te droog wordt. Ik heb dat niet gedaan, ik vind het nogal wat gedoe, en mijn vlees was beslist niet té droog.
  • Ik geef in het recept een kwartier stooftijd aan (nadat de paprika is toegevoegd), mijn paprikás stoofde aanmerkelijk langer, dat deed het gerecht geen schade.
  • Je kunt de schil van de paprika’s verwijderen door ze boven een vuurtje te roosteren, ik gebruikte gewoon een dunschiller. Gaat ook prima.
  • Het recept zoals ik het (min of meer) gebruikte komt van Martina Meuth en Bernd Neuer-Duttenhofer (WDR Essen und Trinken).

Marleen en de Jongste Bediende zaten aan de keukentafel terwijl ik kookte. En aangezien er toch genoeg was nodigde ik ze maar uit mee te eten. We namen er een bordje sla bij, aardappelpuree en goed brood. We dronken een witte Spaanse en er was kaas en Café Bénédictine toe.

© paul

Anijsblokjes van de Ruijter (Bestaat dat nog?)…

anijsblokjes

We raakten erover aan de praat aan de keukentafel. Een lange reeks van opsommingen ging eraan vooraf, over wat je zoal at wanneer de winter zich in al zijn guurheid liet gelden, vroeger was het altijd winter…

Erwtensoep, stamp- en stoofpotten, rookworst, bloedworst, balkenbrij en gekookt spek. Grogs van suikerwater en jenever, warme chocolademelk met vel, koffie met een scheut vieux. En dan was er die zoete hete anijsmelk. Van hoe heette het ook alweer, De Grut…, De Gruit…, nee, De Ruijter. Anijsblokjes van De Ruijter. Iedereen aan tafel herinnerde zich die dingen nog, en iedereen ging ervan uit dat dat verleden tijd was.

Toen Ellen voorzichtigheidhalve de volgende dag bij de plaatselijke Ah informeerde of er nog zoiets bestond werd zij keurig naar het betreffende schap verwezen. Niet bij de zoetwaren maar bij de melkproducten vond je de anijsblokjes. Van De Ruijter. Ze bestonden dus nog…

Nu zijn wij op het Ministerie in het geheel geen gebruikers van zoetwaren op het brood, en kennelijk onze gesprekspartners van de vorige dag ook niet. We zouden anders geweten hebben dat De Ruijter de bevolking nog steeds voorziet van hagelslag en muisjes, van chocolade vlokken en caramelpasta. En dat al sinds 1860. Toegegeven, het bedrijf is tegenwoordig onderdeel van het grote Heinz-cocern, maar het bestaat dus nog. En ook leveren ze nog steeds die met anijsessance geïmprigneerde suikerklonten, luisterend naar de naam anijsblokjes.

Er is ongetwijfeld gesleuteld aan het uiterlijk van de verpakking, al was het alleen maar omdat er in de moderne tijd zo’n oerlelijke bar-code op moet. Maar het concept is gelijk aan dat van de jaren vijftig, ik herkende het meteen. Ook de geur van de anijsblokjes leek me gelijk aan die van vroeger. Tegenwoordig zitten ze in cellofaan, vroeger in een soort vetvrij papier.

En toen het Kind na een fietstocht door de barre koude die middag het ouderlijk huis bezocht, werd ze meteen vergast op een grote kop anijsmelk, mét een stuk appeltaart. Het Kind herinnerde zich dat ze van haar oma altijd vier klonten in een mok warme melk kreeg, Ellen was iets minder scheutig. Evengoed smaakte de anijsmelk net als vroeger…

warme melk met anijs en appeltaart

© paul

Pörkölt van rundvlees…

Pörkölt

Nog steeds is het koud, het vriest overdag, en ons hele dorp is al dagen wit van de sneeuw. Overal wordt geschaatst, op kleine ondergelopen veldjes, op de visvijver, en zelfs op de kasteelgracht werd vanmiddag geschaatst. Ik maakte vanmiddag een flinke wandeling met Hond Max in deze mooie winterwereld. Hond Max geniet, hij blijkt een echte koud-weer-hond. Thuisgekomen had ik zin in echte winterkost.

Gisteren kocht ik runderstooflappen en nadat ik vanmorgen op de radio een programma hoorde over de Hongaarse opstand besloot ik om het vlees maar op de Hongaarse manier klaar te maken; een stoofpot met veel uien en paprika.

Wij noemen deze stoofpot vaak ten onrechte goulasch. Goulasch is soep, een stoofpot heet Pörkölt.

pörkölt voor vier personen (of twee dagen voor twee personen)

  • 1 kilo rundvlees (riblap of succadevlees) in blokken gesneden
  • 2 grote uien, in kleine stukjes gesneden
  • 1 eetlepel olijfolie
  • 2 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 eetlepels paprikapasta (ik kreeg een potje, bijzonder smakelijk, je kunt ook verse paprika in stukjes snijden
  • 2 eetlepels paprikapoeder (edelsüs)
  • 1 theelepel chilipoeder
  • 1 theeleple komijnzaadjes
  • 1 theelepel oregano
  • 1 laurierblad
  • een kop bouillon
  • zout en peper

Verhit de olijolie en bak daarin de uien met de knoflook zachtjes lichtbruin. Schep ze uit de pan en bak dan het vlees in dezelfde pan rondom bruin. Doe de uien er weer bij en voeg de paprikapulp toe en alle kruiden. Bak alles nog even en roer goed om en om. Voeg de bouillon toe en laat het vlees zo ongeveer 2 1/2 uur zachtjes stoven. Voeg zo nodig af en toe wat bouillon toe. Het moet een mooie smeuige stoofpot worden. Bind eventueel met wat maizena of Johannesbroodmeel.

Wij aten er aardappelpuree bij en zuurkool. De zuurkool even zachtjes stoven met een paar spekjes.

Een stukje kaas toe en koffie.

© ellen.

Café Bénédictine…

Koffie benedictine

Overal hoor je opeens “Koek en Zopie”. Iemand vroeg mij wat nu precies “Zopie” is. In mijn gedachten was Zopie, chocolademelk. In mijn jeugd, toen er nog elke winter ijs was, en we natuurlijk áltijd gingen schaatsen, kregen we chocolademelk om warm te blijven. Wat de ouderen dronken, daar hielden wij ons niet mee bezig. Bij Eetschrijven las ik dat Zopie sterke drank is. Tja, daar had ik toen geen idee van…

Vandaag kan ik me wel iets voorstellen bij een alcoholisch hartverwarmertje. Dit is er zo één, een snoepje bijna; koffie met een glaasje Bénédictine en een flinke dot geklopte room erop. Wij besloten er onze maaltijd mee. In plaats van een dessert.

© ellen.