Gulyás, Pörkölt, Tokány en Paprikás, de vier traditionele Hongaarse paprikagerechten. De eerste twee zijn wat boers, de laatste twee iets verfijnder. Wat ze gemeen hebben is de basis: vet (vaak reuzel), uien en paprika. Door de verschillen van de bijkomende ingrediënten leveren ze toch weer geheel andere gerechten op. In het weekend aten we Pörkölt, vandaag maakte ik Paprikás met kippenvlees. Het recept voldoet voor vier personen.
- 750 gram (biologische) kippenborst,
- 2 eetlepels boter,
- 1 eetlepel olie,
- 2 uien,
- 2 tenen knoflook,
- zout en peper,
- 1 eetlepel milde paprikapoeder,
- 1 glas witte wijn,
- 1 kop gevogeltebouillon,
- 2 paprika’s
- 1 bekertje zure room (200 gram),
- 1 eetlepel gehakte peterselie.
Snijd het vlees in flinke dobbelstenen. Verhit de boter en de olie (die combinatie kan wat meer warmte hebben dan boter alleen) en bak het vlees op hoog vuur tot het aan alle kanten bruin is. Onderwijl het vlees peperen en zouten. De heel fijn gehakte uien kunnen nu toegevoegd en dan ook de genipperde knoflook. Het vuur kan wat getemperd worden. Wanneer uien en knoflook mooi glazig zijn geworden bestuif je het geheel met het paprikapoeder. Haal de pan van het vuur en roer het gerecht goed om, zodat alles rood van de paprika is. Blussen met wijn, en de pan weer terug op het vuur zetten. Dan de bouillon erbij. De paprika’s, geschild en in fijne blokjes gesneden, kunnen nu in de pan. Het gerecht heel even aan de kook laten komen en dan het vuur laag. Het geheel moet dan nog een kwartier stoven met de deksel op de pan. Roer helemaal op het laatst de zure room erdoor en dien op. Wat peterseliesnippers maken het gerecht af.
- Opmerkingen achteraf:
- Ik gebruikte kippenborst, maar andere delen van de kip kunnen ook. Het is alleen wat gedoe om ze met bot en al in het goede formaat te hakken (en de botjes kunnen dan splinteren).
- Wanneer je borstvlees gebruikt kun je dat ook vóór het bakken bestuiven met meel, het vlees blijft dan iets sappiger.
- Ook kun je het vlees uit de pan nemen wanneer je uien en paprika laat stoven. Ook dat om te voorkomen dat het borstvlees niet te droog wordt. Ik heb dat niet gedaan, ik vind het nogal wat gedoe, en mijn vlees was beslist niet té droog.
- Ik geef in het recept een kwartier stooftijd aan (nadat de paprika is toegevoegd), mijn paprikás stoofde aanmerkelijk langer, dat deed het gerecht geen schade.
- Je kunt de schil van de paprika’s verwijderen door ze boven een vuurtje te roosteren, ik gebruikte gewoon een dunschiller. Gaat ook prima.
- Het recept zoals ik het (min of meer) gebruikte komt van Martina Meuth en Bernd Neuer-Duttenhofer (WDR Essen und Trinken).
Marleen en de Jongste Bediende zaten aan de keukentafel terwijl ik kookte. En aangezien er toch genoeg was nodigde ik ze maar uit mee te eten. We namen er een bordje sla bij, aardappelpuree en goed brood. We dronken een witte Spaanse en er was kaas en Café Bénédictine toe.
© paul