Lamsvlees, je ziet het nogal eens voorbij flitsen op dit web-log. Ik vind het lekker, Ellen is er ronduit dol op. We eten het gestoofd of gegrild, en in het geval van karbonaatjes gewoon gebakken in de pan. We betrekken ons lamsvlees nagenoeg altijd bij de Turkse slagerij van de firma Sabir in Helmond. De (drie) broertjes Sabir slachten zelf, benen uit en verwerken het vlees tot de delicaatste stukjes. Topvlees van Nederlands lam, en nog halal ook. Waarom zou je er ooit ergens anders om gaan?
Bij het stoven gaat het vlees “sec” in de pan en wordt na het aanbraden verder gegaard met smaakmakers en kruiderij, al naar gelang de eisen van het gekozen recept. De karbonaatjes drijven vaak enige uren in een marinade van olie, knoflook, kruiden en specerijen voordat ze in de pan of op de grill terecht komen. En die behandeling loont altijd de moeite.
En dan loop je ergens. En je ziet prachtig lamsvlees liggen, Iers lam. Het marineren is al voor je gedaan. En al is het tegen het princiepe van je partner (marineren doe je zelf!), toch schaf je dat vlees aan. Want je wilt eindelijk wel eens lamsvlees op Angelsaksische wijze, met mint en rozemarijn. Dat krijg je thuis nooit.
Een paar dagen geleden aten we het Ierse lam. Het was eigenlijk eerder jong schaap en er zat nogal wat vet aan. Maar door het lange marineren had het vlees de gewenste malsheid. De smaak van het vlees was prima. En die mint verraste me. Maar waarom had de traiteur nou toch zo’n hoop suiker gebruikt in de marinade? Eeuwig zonde…
Volgende keer doen we het weer gewoon zelf, dat marineren. Met lam van Sabir. Misschien met mint, maar in ieder geval zonder zo’n overdaad aan suiker.
We aten er broccoli en aardappeltjes uit de oven bij. En verder was er een glas eenvoudige Bordeuax en een kopje espresso toe.
© paul