Onze vrienden Bram en Marja maken op dit moment een rondreis door Indonesië. Niet zomaar een vakantiereisje zal het worden maar een echte (her-) ontdekking van het land. Bram is geboren op de Molukken en op jonge leeftijd met zijn ouders naar Nederland geëmigreerd. Na de toen gebruikelijke opvangtijd in een aantal ‘kampen’ in Nederland belandde de familie in Helmond. Later, nadat hij zijn Marja, een echte ‘Blanda’, ontmoette, gingen ze samen in Marja geboorteplaats Gemert wonen.
Het is de eerste keer dat Bram terugkeert naar zijn geboorteland. Best spannend allemaal. Ze zullen onder andere bij familieleden van Bram logeren op de Kai- of Kei-eilanden en op Celebes. Marja heeft van haar Molukse schoonmoeder koken geleerd (wij schreven al eerder over de heerlijke gerechten die Marja op tafel tovert). Voor Marja is deze reis een uitdaging om haar kennis van de Indonesische keuken aan te vullen en uit te breiden. Wij zijn heel benieuwd naar hun avonturen en vooral met wat voor mooie recepten Marja thuis zal komen. Marja en Bram zijn voor vrienden te volgen op Facebook.
Tja, wat dat met ons eten te maken heeft? Niet zoveel. Mijn kennis van juist de Indonesische keuken is niet bijzonder groot. Ik maak weleens wat nasi of een keertje saté ofzo, maar veel verder gaat mijn kennis niet. Ik besloot dus onlangs maar eens een fatsoenlijk kookboek aan te schaffen: “De complete Indonesische keuken”, van Lonny Gerungen. Met mijn gedachten bij Bram en Marja in dat verre land besloot ik een gerecht uit het boek van Lonny te maken. De ingrediënten kun je kopen bij een Toko. Als je in onze buurt woont kun je ook op de Helmondse zaterdagmarkt terecht bij de kraam van Don Mario.
Ik maakte Nasi Goreng met flink wat trassie en verder koos ik een rundvleesgerecht uit Sumatra; Pindang tulang. Ik paste het gerecht een beetje aan (kan ik niet laten) dus het is iets anders dan Lonny beschrijft. Het smaakte ons ondanks de aanpassingen prima!
- 1 kilo runderrib, in blokjes
- water
- 2 sjalotjes
- 4 teentjes knoflook
- 5 gedroogde lomboks
- 1 stukje djahé van ongeveer 3 cm
- 1 stukje kunyit van ongeveer 3 cm
- 1 stukje laos ook 3 cm
- 2 tomaten
- 3 bosuitjes
- 1 serehstengel
- 3 eetlepels plantaardige olie
- 5 blaadjes salam
- 2 eetlepels ketjap manis
Breng het water aan de kook en laat het vlees hierin in ongeveer 2 uur gaarkoken. Pel de sjalotjes en de knoflook en snijd ze fijn. Snijd de lomboks doormidden en snijd ze dan in dunne reepjes. Snijd de geschilde djahé, kunyit en laos in reepjes en de tomaten in kleine partjes. Knip het bovenste deel van de sereh en leg een knoop in de stengel. Snijd de bosuitjes in stukjes. Verhit de olie en fruit hierin de sjalotjes en de knoflook. Doe er de kunyit, djahé, laos en sereh bij en roerbak een paar minuten. Voeg het vlees toe en wat van het kookvocht. Doe er de lomboks, tomaten, bosuitjes, de salamblaadjes en ketjap bij, voeg zout naar smaak toe en laat alles nog 3 minuten doorsudderen.
Met dank aan Lonny.
© ellen.