Schinkenwurst…

West Vleteren, hapje bij het bier...

Er zijn nog wel slagers die hem zelf maken, maar het worden er minder. Schinkenwurst hoort meer thuis in de grotere vleesverwerkende industrie. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, mits het maar een fatsoenlijke vleesverwerkende industrie is. Onze worst kwam van Luxviande, de grootste vleesverwerker van Luxemburg. Ik heb nooit te klagen gehad over hun producten.

Schinkenwurst is een soort verzamelnaam voor worsten van varkensvlees waarbij grove stukken vlees (o.a. ham) door de farce worden verwerkt. Die farce kan uit allerlei bestaan. Soms doet het denken aan Plockworst, soms aan Lyoner, maar de farce is altijd fijn van struktuur. Alle Schinkenwurst die ik tot nu toe heb leren kennen was gekruid. En altijd was er knoflook in verwerkt, soms een vleugje, soms een overdaad.

Schinkenwurst in het Nederlans vertaald wordt Hamworst. Maar wat in Nederland onder Hamworst wordt verstaan dekt in het geheel de lading niet. Bij Nederlandse Hamworst moet je eerdere denken aan Boterhamworst, en dat is écht iets anders.

Mijn worst woog ruim vier ons. Ik nam hem mee naar het Vrijdagmiddagcafé van Vriend Jan. Ik sneed er mooie plakken van en stalde die uit op tafel. Ik dacht dat we er wel even mee toe konden. Het duurde echter geen vijf minuten voordat de laatste plak door een van de bezoekers naar binnen werd gewerkt. De worst is dan ook een uitstekende bierbegeleider.

© paul

Donderdagmarkt in Arlon…

 septfontaines hemelvaart 2009

Arlon (de schoone stad Aarlen) is hoofdstad van Belgisch Luxemburg. Je rijdt er doorgaans hard langs af en laat de stad dan letterlijk links liggen op weg naar Warme Zuiden.

Het is geen grote stad, beslist niet. Maar ze heeft grandeur. Het verzorgingsgebied van de stad is fors, zodat de voorzieningen verre de verwachtingen overtreffen. Voor Nederlanders doet de stad al heel Frans aan.

Ben je in de buurt op donderdag, dan moet ik je toch dringend aanraden even een autostop te maken. Donderdag is namelijk marktdag. Je vindt er dan produkten uit de omgeving, de Gaume, maar ook allerlei lekkers uit de Waalse Ardennen. Franse kooplui vind je er bij de vleet. Uit Bretagne, uit de Elzas, uit Lotharingen, uit de Comté. En dan die hammen uit Corsica, die hammen….

© paul

Kapucijners met spekjes en een Italiaans tintje…

kapucijners

Het seizoen is maar kort, je moet dus even goed opletten welke groentenleverancier ze verkoopt; “Hollandse kapucijners”. Jaren moesten we er naar zoeken en vragen maar ik moet zeggen dat er dit jaar op de Helmondse zaterdagmarkt een groot aanbod van deze mooie peulvruchten was. Zouden de groentenleveranciers toch eindelijk iets doen met onze vergeefse vragen naar…Goed, ze zijn nu te koop. Wij kochten superkwaliteit. Eén kilo (ongedopt) is dan ruim genoeg voor twee personen, wij eten er dan geen aardappelen of andere koolhydraten bij.

Ik bereidde de kapucijners zoals ik ook verse doperwtjes of de eerste kleine tuinboontjes klaarmaak. Heel simpel, een beetje afgekeken van hoe de Italianen dat doen met hun verse peulvruchten; smoren in wat olijfolie met weinig water geeft, vind ik, een mooie ronde smaak aan deze delicate verse peulvruchten. Het zout altijd pas ná het garen toevoegen, anders worden de schilletjes taai!

  • Voor twee personen
  • 1 kilo kapucijners, ongedopt
  • 1 teentje verse knoflook
  • 100 gram pancetta, in kleine blokjes gesneden
  • 2 eetleples olijfolie
  • wat water
  • zwarte peper
  • zout
  • wat platte peterselie

Verwarm de olie en smoor daarin de knoflook met de helft van het spek. Voeg de kapucijners toe, flink wat versgemalen zwarte peper en een paar lepels water. Smoor de erwtjes in ongeveer 10 minuten mooi beetgaar. Het vocht zal nu ook ongeveer verdampt zijn. Bak intussen de rest van de spekjes en strooi die over de kapucijners. Voeg eventueel wat zout toe en wat vers gehakte platte peterselie.

kapucijners

Kopje espresso toe!

© ellen

Hemelvaart in Septfontaines..

septfontaines hemelvaart 2009

We waren er weer even niet, maar dat had je natuurlijk al gemerkt. We vierden de afgelopen dagen ons traditionele Hemelvaartsweekend in Luxemburg.

Eupotours verscheen er op volle sterkte, en verder Sam en Zjak. Rian, Jeanne, Hijn en Ans waren er en ook Cees en Ute. Een gezelschap van vijftien mensen in totaal. Er gebeurde van alles en de avonturen waren niet van de lucht.

In het kader van dit web-log beperken we ons maar weer voornamelijk tot eten en drinken. Ellen kookte twee dagen voor het voltallig gezelschap, en verder genoten we een voortreffelijke maaltijd in het Portugees Restaurant in Wanhaff. Het voornemen is om het allemaal te beschrijven, en dat zal uiteindelijk ook wel gebeuren. Er is echter één grote handicap: onze computer gaf gisteravond de geest. Niet een beetje, maar heel waarschijnlijk heel definitief. Hoe het nu de komende dagen moet is nog niet helemaal duidelijk. Gelukkig is een deel van het vakantiegeld intussen binnen…

Op zondag reisde het merendeel van het gezelschap weer af richting Nededrland. Bleven over Ans, Hijn, Jeanne, Rian, Ellen en ik. Ellen maakte van de restanten van de voorgaande dagen nog een maaltijd voor ons zessen. Een goed gevulde spaghettisaus met mooie dunne sliertjes. Vooraf was er dan een piepklein hapje. Voor ieder een gevulde champignon en een steeltje bleekselder.

De vulling bestond uit gebakken rauwe ham, knoflook, ui en tomaat. En heel veel verse peterselie.

© paul

Ragout van champignons en ham…

 ragout 002

Ik kocht vandeweek een te ruime hoeveelheid ham voor bij de asperges. En aangezien ik de plakken dik had laten snijden, was het overschot verre van geschikt om te dienen als boterhambeleg. Maar goed, ik moest er toch iets mee. Ik besloot gisteren dan maar een ragout te maken van die ham, met paddenstoeletjes. Het recept is voor twee personen.

  • 2 ons (achter)ham in blokjes gesneden,
  • 1 doosje grotchampignons,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • olijfolie,
  • peper en zout uit de molen,
  • handje vers gehakte peterselie,
  • scheut room,
  • scheut water.

Verhit olie in een stoofpan en voeg de fijn gehakte ui en de gesnipperde knoflook toe. Laat dit even mooi glazig worden en voeg dan de fijn gesneden paddenstoelen toe. Laat die even mee bakken. Dan de ham erbij en een scheutje water. Flink peperen en spaarzaam zijn met zout (i.v.m. de ham). Laat nu alles met gesloten deksel een minuut of tien stoven. Voeg dan een scheut room toe en laat het vocht (zonder deksel) inkoken tot een smeuïge ragout ontstaat. De gehakte peterselie er op het laatst bij en het gerecht is klaar.

We aten de ragout met “kant-en-klare” spätzel. Ik kom daar later nog over te schrijven. Een flink bord gemengde sla completeerde de maaltijd. We dronken er een glas Barbera d’Asti bij van de nieuwe voorraad (12 flessen, wat een feest).

Koffie en een chocoladebonbon toe.

© paul

Pirosjki ofwel kleine vleespasteitjes…

pirosjki

Vandaag is Andy jarig. Moeilijk om je verjaardag te vieren midden in een verhuizing. Andy besloot dat hij toch een piepklein feestje wil vieren in het nieuwe huis. Gewoon een paar hangtafels, een pilsje, een glas wijn, ennuh iets te smikkelen…ik bedacht dat ik wel wat van die russische pasteitjes kon maken. Het recept staat al meerdere keren op dit weblog. Het deeg is altijd hetzelfde, met de vulling kan je eindeloos variëren.

Maak een soepel deeg van;

  • 300 gram bloem
  • 5 eetlepels melk
  • 125 ml yoghurt
  • 1 ei
  • 4 eetlepels zonnebloemolie
  • 1 zakje bakpoeder en een mespuntje zout
  • een losgeklopt ei om te bestrijken

Het deeg uitrollen tot een rechthoekige lap en daaruit kleine lapjes snijden van 9×6.

Maak vulling van;

  • 200 gram gehakt
  • 1 fijngesnipperde ui
  • 1 verkruimeld hardgekookt ei
  • wat nootmuskaat, een beetje fijngehakte peterselie, peper en zout.

Leg op de lapjes deeg een lepeltje vulling en vouw de lapjes met natte handen stevig op elkaar. Je kunt zo ongeveer 25 pasteitjes maken. Bestrijk ze dan met een losgeklopt ei en bak de pasteitjes in de voorverwarmde oven 25 minuten op 170 graden tot ze mooi bruin zijn.

© ellen.

Een sneetje merg…

schenkel 002

En zo was het dan toch weer een nieuw jaar geworden. Het Ministerie wenste een ieder in een eerder artikel al het allerbeste toe, maar voor hen die dat even niet gezien hadden: Gelukkig Nieuwjaar, Lezer…

Ik werkte van Oud op Nieuw, dus voor ons geen gezamelijk feest. Wel had Ellen een lekkere maaltijd gemaakt voor oudjaarsavond, zo werd het toch nog een beetje leuk. Ze maakte Ossobuco Milanese naar beproefd recept Erbij brood en een bord sla. En een glas voortreffelijke witte Bourgogne.

Ellen gebruikte grote kalfsschenkels, wat automatisch inhield dat ook de botten fors uitvielen. En die botten zaten boordevol merg. Ik kan me nauwelijks iets lekkerders voorstellen dan rundermerg. Goed gegaard heeft het alle smaken opgeslorpt van de bouillon die je ermee trok, of in dit geval van de gestoofde smaakmakers van de ossobuco. En dat samen met het eigene van het merg, wat zoetig, vol en vet. Dat merg eten we dan apart op een stukje brood, liefst besmeerd met goede boter. Een snuifje zout erover, en daarna een flinke draai met de pepermolen.

Het zijn calorieënbommen, dat wel. En ook als cholestorolleverancier worden ze slechts naar de kroon gestoken door gebakken hersenen. Maar je eet het dan ook niet dagelijks, en voor af en toe zal het wel geen kwaad kunnen…

In mijn jeugd was het merg altijd voorbestemd voor het gezinshoofd. Bij Ellen thuis was dat niet anders. Op het Ministerie wordt eerlijk gedeeld, wij hebben geen gezinshoofd…

© paul

Bloedworst…

bloedworst en paddestoelen 009

Vorige week opperde onze slager dat hij er van afzag om al bloedworst te
maken. Het beloofde nog veel te mooi weer te worden in het weekend. Gelukkig
veranderde hij bij nader inzien van gedachten. En zo lag zaterdag de verse
bloedworst in de vitrine. Het meisje achter de toonbank was stagière. Ze vond
het duidelijk ingewikkeld, het slagersbedrijf. De leuke dingen, zoals biefstuk
snijden, mocht ze niet doen. En ook voor de écht fijne vleeswaren kwam ze niet
in aanmerking. Restte haar het snijden van de boterhamworst en het vriendelijk
te woord staan van de klanten. Ellen vroeg om een ossenstaart. De stagière keek
erg verwonderd. “Bestaat dat echt?” Ja hoor, het bestond écht, en onze slager
had het gewoon op voorraad. Toen Ellen vervolgens van de verse bloedworst
bestelde griezelde het meisje een beetje. “Wordt dat echt gemaakt van…,
eh…?” “Ja hoor echt van eh…!” Het meisje wist zich vaag te herinnneren dat
ze vroeger voor haar opa wel eens…., maar dat ze dat maakten van eh… Nee,
dat had ze zich nooit gerealiseerd. Verder een erg vriendelijk en beleefd meisje
hoor.

We aten maandag vroeg op de middag de bloedworst. Met een gebakken appeltje
en een kloddertje rinse appelstroop van onbesproken gedrag. De smaak was goed.
Ik had de slager alleen nog willen zeggen dat er van ons gerust wat meer spekjes
in hadden gemogen. Maar de slager is nu even op vakantie.

© paul

Duitse worstjes…

paul 034

Worstjes? Ik verzamel ze!
Ik maakte je al eerder deelgenoot van mijn liefde voor worsten en worstjes. Kom ik ze tegen, en heb ik maar enigszins het idee dat ze
kwaliteit hebben, ik zal ze aanschaffen. En door de jaren heen weten de vrienden
en vriendinnen mij in mijn hobby te ondersteunen. Altijd is er wel iemand die
tijdens de vakantie of op een “grote” reis iets voor me op de kop tikt. Ik zeg
dank en laat het me smaken…

Zorgvuldig liet ik de plastic zak door het huis slingeren, ik had de opdruk
van naam en adres nodig om dit artikeltje te schrijven. En zo zwierven er nog
wel wat “aantekeningen” door het huis.
Tot Ellen het zat was en duchtig
opruimde.
“Ook die plastic zak uit Trier?” “Ja, ook die plastic zak uit
Trier!”
Ik rommelde wat mismoedig in het kastje met oude tassen en ander
verpakkingsmateriaal, maar het was tevergeefs…
Wel kwam ik weer van alles
tegen dat te samen tot de start van een nieuwe verzameling zou kunnen
leiden.
En zo ging het altijd. Ik ben een notoire verzamelaar, zo een die
binnen de kortste keren verzuipt in zijn eigen rotzooi.

Met die worstverzameling gaat het overigens anders. Die vernietig ik zelf,
simpel door ze op te eten.
Vorig jaar at ik de laatste vakantieworst rond 7
september, dit jaar twee dagen later.

We waren vandezomer een paar maal in Duitsland, hét worstenland bij uitstek.
Ruim 300 soorten worden er Bundesweit aangeboden. Van eenvoudige knackwost tot
hoogst delicate worstjes van wild en truffel.
Ik loop me er altijd weer te
vergapen.

De worstjes van de foto vond ik in Trier, de meest noordelijke keizerstad van
het Romeinse Rijk, en toch o zo Duits. Karl Marx werd er geboren.
Naam en
adres van de slager zijn nu dus even zoek, en zo ook de namen van de worstjes.
Maar enkele details weet ik me nog te herinneren.
Sta je met je rug naar de
Porta Negra en loop je richting de oude binnenstad dan passeer je na een goede
vierhonderd meter aan je linkerkant een klein slagerswinkeltje met een twee
kleine uitstalramen. Het linkse ligt vol gestapeld met worsten.
De worsten
maken ze zelf, en dat doen ze al een goede twee honderd jaar. Ze gebruiken het
vlees van scharrelvarkens uit de Eiffel.

Het worstje op de voorgrond, dat vierkante, oogt het minst spectaculair. En
de smaak heeft wel iets weg van een doorsnee bierworstje. Behalve dan dat het
milder, voller en sappiger is. En écht bijzonder is de toevoeging van anijs aan
de farce.
Linksachter ligt het restant van wat een respectable bloedworst
was. Mild, sappig, tikje lever en veel marjoraan. En veel spekjes erin, die door
de tijd de smaak van de andere ingrediënten helemaal hebben opgeslobberd. Een
beste bloedworst.
Die wat grauwe, grijzige worst rechts, dat is er zo een die
ik bijschrijf in het Grote Boek van Wereldwosten. Waarlijk één van de culinaire
hoogtepunten van dit jaar. (“Worst als culinair hoogtepunt?” “Jazeker lezer,
worst als culinair hoogtepunt!” )
Er zit flink wat lever in, en nog andere
“Innereien”. Verder mager varkensvlees en een beetje buikspek. Heel licht
gerookt werd de worst, en daarna gedroogd. De smaak is veredeld met kruiderij,
maar ik durf niet te gokken wat het is.
De worst is wat rul, maar heel
sappig. De worst leent zich er, geloof ik, niet voor om ergens in te verwerken.
Gewoon zo eten, al dan niet met een stuk brood.

Het is niet zo erg dat ik naam en adres van die Worstenkoning kwijt ben. Ik
weet waar hij woont en ik zal hem nog vaker bezoeken. Wij komen regelmatig in
Trier, het is er goed toeven.
Je eet er uitstekend en ze branden er eerste
klas spiritualiën. Een deel van de jaarlijkse wijnopberngst van de Moezel wordt
er verhandeld en je kunt op talloze plaatsten snoepen van de nieuwe oogst. Er
zijn wijnfeesten en er zijn appelfeesten, er is een indrukwekkend Gallo-romeins
museum.
Trier is een flaneerstad, een slenterstad én, ik zei het al, Karl
Marx werd er 190 jaar geleden geboren. Zijn huis staat er nog.

© paul

Grillfest…

luxemburg juli 2008 029

Nog een paar nachten werken en mijn vacantie begint. En in welke uithoek van
Europa we uiteindelijk ook zullen belanden, onze vacantie begint in Luxemburg,
zoveel is zeker. We gaan in ieder geval de kermis van Ansembourg meemaken en ook enkele grilfeesten staan op het
programma.

Het grillen van vlees is ontzettend populair in Luxemburg,. Het hoort bij elk
zomerfeest, bij elk dorpsfestijn, bij elke markt of treffen. En ook in
huiselijke kring wordt ieder samenzijn, ieder feestje een “Grillfest”.

Dat geldt overigens niet alleen voor Luxemburg, maar voor de hele regio. In
de aan Luxemburg grenzende Vogezen heet het gewoon (op z’n Frans) “grillfest”.
In het Duitse Saarland noemt men het “Schwenkbraten”. (Dit naar de manier van
grillen.)

En wat ik nu zo aardig vind is dat er doorgaans niet gekozen wordt voor
goedkoop supermarktvlees (dus bio-industie), maar voor de kwaliteit van de
plaatselijke slager. Want het is een ieders eer te na dat er iets op het vlees
is aan te merken. En aan de lange “biertafels” hoor je de gasten altijd openlijk
hun mening verkondigen over vlees en kwaliteit van bereiden. (En vergelijken met
het vorige feest in dat-en-dat dorp, bij die-en-die gelegenheid.)

De keuze van het gebodene op een Grillfest is gering. Het gaat dan om
metworstachtige worstjes, Metti’s genaamd. En om Türinger worsten, die sinds één
jaar van Europa geen Türinger meer mogen heten omdat ze niet uit Türingen komen.
(En dus nu naar fantasienamen luisteren als Grilli, Grillwurst of Festwurst.) De
worsten komen altijd met harde broodjes.

Maar het belangrijkste gerecht is natuurlijk de “Kottlett”. Gemarineerde
schouderkarbonade van goede kwaliteit. De receptuur van de marinade wil nog wel
eens verschillen, maar paprikapoeder en majoraan mogen niet ontbreken. Een
enkele keer krijg je je vlees met aardappel en salade (Gromperen an Salot) maar
doorgaans komt het met platte sneden brood. Die dienen dan (net als in de
middeleeuwen) eerder als servet en handbeschermer dan als onderdeel van de
maaltijd.

Sommigen drinken er witte wijn bij, maar het meest geliefd is toch een glas
Luxemburgs pilsnerbier. Goed getapt en in een glas van écht glas…

hemelvaart 010

© paul