Karbonades gestoofd in bier…

 

karbonaden in bier 006

Varkensvlees van onbesproken kwaliteit, dat heb je nodig. Je kunt het zo lekker klaar maken als je wilt, maar als de basis niet goed is kun je het schudden…

2 schouderkarbonades,
4 tenen knoflook,
1 ui,
33 cl bier (een pijpje),
een paar champignons,
1 laurierblad
peper en zout,
boter.

Ik wreef het vlees in met peper en zout en smolt een flinke klont boter in een braadpan. Ik bakte daarin de karbonades aan beide kanten mooi bruin. Intussen liet ik de in ringen gesneden ui uitzweten in boter, in een ander pannetje. Daar gingen vervolgens de knoflook en ook de paddenstoelen bij.
Tegen de tijd dat het vlees naar tevredenheid was gebruind stortte ik ui-knoflook-paddenstoelen erbij en overgoot het geheel met de inhoud van het flesje bier. In dit geval het Gerardusbier van de Gulpener Brouwerij. Het laurierblad mocht er nu ook bij.
Het vlees stoofde daarna nog anderhalf uur met gesloten deksel. Kort voor het opdienen legde ik de karbonades op een verwarmde schotel en dekte ze af met aluminiumfolie. Het vocht liet ik op een hoog vuur tot een derde inkoken. De saus die zo ontstond was nog nét vloeibaar. Binden was niet nodig.

Ik gebruikte dat Gerardusbier. Het was een gok, ik had er nog nooit mee gekookt. Het ging prima. De saus kreeg een licht bittere smaak, maar dat was beslist niet storend. Ellen vond dat wat wortel in de saus op zijn plaats zou zijn geweest als licht-zoete tegenhanger. Maar ik vond het best zo.
Een compromis voor de volgende keer zou zijn er wortelpuree bij te eten…
Dit recept is te maken met allerlei bieren. Steeds zal de smaak wat veranderen, naar gelang de soort van bier. Probeer maar…

© paul

Kersttip 7: Gordons Xmas Ale…

 

winterbier 001

Een groot deel van Nederland zag er de afgelopen dagen sprookjesachtig uit. De aangevroren mist toverde een kerstlandschap zoals je dat eigenlijk alleen van belegen prentbriefkaarten kent. Wat is dat toch, dat verlangen naar een witte kerst?

Enfin…, het Ministerie pakt dan ook maar eens romantisch uit. Snijdende wind en bittere koude trotserend maakten we gisterenochtend de sfeerprent-met-kerstbier, achter in onze tuin.

Kerstbieren worden er gebrouwen in Engeland, en dat al heel lang. In de jaren dertig van de vorige eeuw waaide dat gebruik over naar België en raakte erg populair. Je kunt intussen van een ware traditie spreken. En daar waar met name de grote Engelse brouwerijen de kwaliteit van hun kerstbieren lieten verslonzen of simpelweg verkwanselden omwille van brouwersgemak en geldelijk gewin, bleven de Belgische brouwers uitgelezen producten maken (de meeste dan toch). Tegenwoordig exporteert België zijn kerstbieren naar het Verenigd Koninkrijk. (Ik hoorde dat er in Engeland gelukkig zoiets als een kwaliteitsrivival aan de gang is. Het werd tijd.)

Gordon’s Xmas Ale is zo’n kwaliteitsproduct. Het wordt onder licentie in België gebrouwen voor John Martin. En hoe dat dan weer allemaal technisch en commercieel in elkaar steekt weet ik niet precies. Ik heb mijn aantekeningen en bierbijbel niet binnen bereik, dus houd ik me maar wat op de vlakte. Het kerstbier van Gordon is een zwaar bier, het bevat maar liefst 8,8% alcohol. Zoals je ziet is het prachtig donker van kleur. Je ruikt crèmige mokka, gebrande koffie, chocolade. De smaak is zowel vol, romig alsook fris. Je proeft vaag wat zwart fruit en slechts een zweem van zoet. De afdronk is lang en prettig bitter. Ik vind het wel wat weghebben van een topkwaliteit bokbier.

Het bier hoeft aan de kerstdis de wijn niet te vervangen, maar wat zou het een mooi aperitief zijn. Of  ‘s anderendaags, wanneer de gasten weer vertrokken zijn en de rust in huis is weergekeerd, bij het knapperend haardvuur enzoverder enzovoorts… Of in de loop van het jaar, want al wordt het bier speciaal voor de kerst gebrouwen, de restanten zijn vaak het hele jaar door verkrijgbaar. En het bier is er dan alleen maar beter op geworden.

Het kerstbier van Gordon mag best wat gekoeld gedronken worden, zo uit de koelkast vind ik het te koud. Alle mooie en intense tonen worden dan weggedrukt. En dat is doodzonde.

© paul

Vader Abt en St-Feuillien…

 

PEERTJES 002

Ik vertelde al eens van die herberg in de buurt van het Vlaamse plaatsje As. Ze schonken daar een keur aan bieren. Het meeste uiteraard uit de fles, maar toch ook een niet onbelangrijk aantal kwam uit de fust. Daaronder het hierboven getoonde kerstbier van de brouwerij St-Feuillien uit Le Roeulx. Een mooi, stevig bier. Wat caramelachtig, niet te zoet smaakte het, met een heel bijzondere geur van iets wat we niet thuis konden brengen. Iets kruidigs, of nee, eerder een specerij.

Het is een goede gewoonte om in de winter een speciaalbier bier te brouwen. Engelsen doen het, maar zeker ook onze Zuiderburen. Overal vind je Kerstbier in de schappen van super en slijter. En daar zitten waarlijk juweeltjes tussen. Ik kom er nog op terug…

Ik wijs je dan meteen maar op een nieuwe link, onder het kopje Wijn, bier en spiritualiën, in de linkercolom van het web-log. Het heet Vader Abt en door daarop te klikken met de muis kom je op een site die geheel gaat over Trappisten-bieren. De moeite van het lezen waard.

Rodenbach…

 

rodenbach 005

Zie of hoor ik het woord “rodenbach”, ik maak er in gedachten meteen “Konijntje in Rodenbach” van. (Zoals ik bij “lam” eigenlijk altijd denk: “lamsbout met knoflook”.)

Rodenbach wordt al heel lang geschonken op het Ministerie, hoewel om onbegrijpelijke reden de laatste jaren wat minder. En er wordt ook al heel lang met Rodenbach gekookt. Het is een Vlaamse bier en wordt gebrouwen door de brouwerij met dezelfde naam: Rodenbach. En wel sinds 1820, en dat zonder onderbreking. De brouwerij staat in Roesselare in Westvlaanderen.

Het type bier heeft officieel geen naam. Noem het: Vlaamse rode ale, of Roodbruine oude ale, of Vlaamse zure ale. Bij Rodenbach thuis noemen ze het simpelweg Westvlaams rood. Het is een bier van de hoge gisting, en er wordt geen tarwemout gebruikt, maar een mengeling van roodachtige gerstenmouten. Die zorgen voor de complexiteit van smaak en geur en natuurlijk voor die mooie rood-bruine kleur.

Het bier heeft een intense smaak, licht zoet-zurig en fuitig. De geur is een perfekt samengaan van zoet-zuur fruit en een zachte zweem gist. Heel in de verte ruik je wat caramel. Dat alles komt ook weer in de smaak terug. Het is een vol bier met een waardige afdronk. Rodenbach als frisse dorstlesser kent zijn weerga niet. Je drinkt het dan fors gekoeld (bij een graad of vier).

Rodenbach Grand Cru wordt op dezelfde manier gebrouwen, maar dat bier lagert twee volle jaren op eikenhouten vaten. De smaak wordt nog intensiever en het zoet dringt verder naar de achtergrond, ten faveure van het rinsig zuur. (Raar maar waar: des te ouder, des te frisser.) Ook de geur intensiveert. Een prettige vorm van hooi-broei, dat is wat ik ruik. Dit frisse, maar o zo statige bier drink je bij keldertemperatuur of net iets warmer. Té koud is dood in de pot, je verpest dan alles wat er mooi aan is.

Rodenbach leent zich uitstekend om mee te koken Rodenbach Grand Cru doet dat ook, maar is tevens een waardige begeleider van een mooie maaltijd. Reken maar dat er een hoop pretentieuze rommelwijn is die ik onmiddellijk inruil tegen een statig glas Grand Cru. Mijn maaltijd zal er alleen maar bij winnen..

© paul

Konijn in Rodenbach Grand Cru…

 

konijn in rodenbach 002
Konijn in Rodenbach, een Vlaams gerecht. Veel verschillende versies van dit traditionele Vlaamse gerecht doen de ronde. Uitgebreide beschrijvingen, korte grootmoeders-taal, culie-probeersels, alles kom je tegen.
Iedere kok met een beetje liefde voor het konijn en vooral liefde voor Rodenbach, dat prachtige Belgische bier, maakt van de combinatie iets moois. Twee schitterende ingrediënten, die ook nog eens prachtig samengaan!
Dit recept is niet moeilijk, en eenmaal op tafel, heel feestelijk. Het is een echte klassieker, ik maak het al vanaf dat ik met koken begon. En nu dus met Grand Cru. Misschien een idee voor de Kerstdagen?

Voor twee personen;
2 achterbouten van een tam koijn
wat boter of olijfolie
1 ui, grof gesneden en 1 teentje knoflook geplet en gehakt
1 winterwortel, geschild en in blokjes gesneden
1 flesje Rodenbach Grand Cru. Niet te vervangen door iets anders!!!!
1 bosje tijm, liefst uit de Provance (nogmaals dank Willy, voor die mooie bos tijm, dit is één van de gerechten waar deze tijm helemaal tot zijn recht komt!)
eventueel wat bouillon
eventueel wat beurre manié om de saus te binden

Braad de konijnenbouten even lichtbruin in boter of olie. Voeg ui, wortel en knoflook toe en smoor ze zachtjes even mee.
Doe er dan een flesje Rodenbach Grand Cru bij, breng het geheel aan de kook, voeg de tijm toe en stoof dan op een laag vuur nog ongeveer 2 uur.
(Het vlees moet echt helemaal gaar zijn en bijna van de botjes vallen)
Je kunt zo nodig, een klein beetje bouillon toevoegen.
De bedoeling is dat er nog wat vocht over is.
Neem dan de bouten uit de pan en bind de saus eventueel met wat beurre manié.

Dien de konijnenbouten op met een paar stukjes van de ui en wortel en een schepje saus.

Wij aten er een puree bij van aardappelen en knolselderij;
400 gram knolselderij en 600 gram aardappelen, schillen en in stukken snijden. Gewoon samen koken met wat zout en als ze gaar zijn, afgieten en door de pureeknijper of met de pureestamper fijnstampen. Een flinke klont boter of een scheut olijfolie erdoor roeren.
En spruitjes gewoon kort gekookt met een klontje boter erover en wat nootmuskaat.
Wij dronken er natuurlijk een glas Rodenbach Grand Cru bij.

espresso toe.
© ellen.

Orval…

 

meivakantie 2007 011

Sinds jaar en dag beschouw ik het Waalse Trapistenbier Orval als het beste bier ter wereld. Ik heb daar goede reden voor en ik ben beslist niet de enige die dat vindt.

Hoe is het dan mogelijk dat je op het web-log nog nooit een stukje hebt aangetroffen over Orval? Lezer, ik weet het niet. Al diverse keren heb ik me ertoe gezet een artikel te maken, het lukt almaar niet. En dat terwijl het toch niet zo ingewikkeld is. Ik weet wat ik vind, en ik weet ook waarom. Ik heb informatie genoeg over de achtergronden en er slingert ergens in huis nog wel een aardig plaatje dat als illustratie kan dienen. Het moet er zo onderhand maar eens van komen. Misschien in het weekend?

Ik geef je maar vast een voorschotje. Ellen maakte dit voorjaarjaar de bovenstaande foto in Arlon (de Schoone Stad Aarlen) in Belgisch Luxemburg. Het was niet bij Café Suisse, maar dat andere. Weet je wel, aan dat plein in de boven-binnenstad, net onder de stadsabdij, achter de messenwinkel. Ach hoe heet het ook al weer?…

In dat café wordt de Orval ook in verouderde staat aangeboden. Het bier leent er zich namelijk toe om een jaar of vijf na te rijpen op de fles. Het is geen officieel brouwerij-beleid, maar een aktie van de waard zelf. Ik ken geen ander café waar ze dat ook doen, maar ons werd verzekerd dat er in de omgeving van Orval-Florenville-Arlon nog wel een paar te vinden zijn.

Vergelijk je Orval met een mooie jonge Bourgognewijn, dan is een vijf jaar oude Orval zoiets als een Chambertin Grand Cru. Reken maar dat je dan iets hebt!

© paul

Kerstbier van La Rulles…

la rulles

“Ik ga beslist de andere bieren van La Rulles proberen,” zo besloot ik zo besloot ik mijn artikel van 22 september. En aldus geschiedde. Op onze zoektocht naar de prachtaardappel uit Florenville waren we zo dicht in de buurt van de brouwerij dat het zonde zou zijn om niet even aan te wippen.

Het plaatsje Rulles licht iets ten westen van de weg Arlon-Florenville, in Begisch Luxemburg. Er stroomt een riviertje af naar de Semois, en dat heet la Rulles. En hoe toepasselijk, de brouwerij heet dus: La Rulles.

Zoals je ziet is het echt een kleine brouwerij. In 2000 werd er met brouwen op commerciële basis begonnen. De opbrengst was 13.000 liter. Intussen wordt de jaaropbrengst voor 2007 geraamd op 150.000 liter. In de toekomst zal de totale capasiteit van de brouwerij een goede 255.000 liter bedragen, meer gaat niet. Meer willen ze ook niet… Drie mensen vinden vast emplooi in de brouwerij.

luxherfst 027 luxherfst 030

De brouwerij is keurig verzorgd, het kantoor een rommeltje. Aan de overkant van de weg staat een bouwval. Eens was het een arbeiderswoning, nu is het verkooppunt ten behoeve van de privé-bezoeker. “Wilt U de voordeur open laten staan? We hebben geen licht hier binnen” vroeg de verkoper ons vriendelijk.

We schaften een paar flessen Triple aan, één fles Brune en twee flessen van het alom geprezen Kerstbier. Dat laatste is door de Deense Bierliefhebbers Federatie uitgeroepen to het beste bier ter wereld voor het jaar 2005.

Over de Triple stak ik al de loftrompet. Maar dat Kerstbier, dat Kerstbier… Het zou elke liefhebber van traditionele bieren verboden moeten zijn om met de eindejaarsfeesten niet minsten één fles te nuttigen danwel uit te schenken voor zijn of haar dierbare gasten. Prachtig bruin bier van de hoge gisting dat kersenzwart flonkert wanneer je het voor een vlammetje houdt. Een heerlijke geur die moeilijk te omschrijven is, maar ontegenzeglijk past bij herfst en winter. De smaak is vol en toch fris. Heel ver op de achtergrond proef je iets zoets, of nee, eerder iets rins. De afdronk is prominent en lang.Een bier dat bij menig Kerstmaal niet zou misstaan. Je betaalt voor een fles van 70 cl een goede € 4,- . Het bier is bij mijn weten niet in Nederland te koop en ook in Vlaanderen moet je er al voor naar een speciaalzaak. In het zuidoosten van België vind je het iets gemakkelijker. In Arlon bijvoorbeeld wordt het op diverse plaatsen aangeboden, onder anderen in een paar supermarkten. Kom je het bier tegen, koop het dan. Het zal je niet teleurstellen.

Het mannetje dat je op elk etiquet prominent toelacht heet Marcel le Rullot en is een ontwerp van de Waalse illustrator Palix.

© paul

De Koning Drinkt…

 

Gisteren kocht ik bij een krantenkiosk in Helmond vijf deeltjes van de aloude stripverhalenreeks SUSKE EN WISKE .
Het waren facsimile-uitgaven, gedrukt naar de originele Vlaamse uitgaven uit de jaren veertig en vijftig. Zelfs het papier was “na-oorlogs”, en beslist niet houtvrij. Twee bladzijden in rode inkt, twee bladzijden in blauwe. De prijs was ook “na-oorlogs”, namelijk € 1,- per stuk.

De Koning Drinkt is het vierde verhaal uit de reeks. Lambik komt in deze geschiedenis niet voor, Jerom bestaat nog niet en Tante Sidonia wordt slechts vertegenwoordigd door een middeleeuwse voorgangster.

Via een toverspiegel komen Suske en Wiske in de middeleeuwen terecht, in het land van Koning Poefke. Koning Poefke is ziek, zijn hofartsen weten zich geen raad.
Maar zo niet Suske en Wiske. Die stellen even de juiste diagnose want: “In ons tijdperk zijn dokters er veel op vooruit gegaan… Wel 100 franc per visiet, hoor!”
Het is Wiske die het als eerste doorheeft: “Mijne heren, de toestand is kritiek! De koning lijdt aan de vreselijkste ziekte, die een man kan kwellen!… Zijne Majesteit heeft een Droge Lever!!!”
Onze helden weten echter raad. Ze brouwen een ketel van het beste Belgische bier en: “Onderuit! Hier is het levenselixir! Een fonkelende Export!!”
Enfin, juist voordat de koning het loodje legt gieten onze helden het vocht in de majesteitelijke  keel en wat denk je: De koning is genezen. Zo zit dat!
Dan volgt er nog een heel verhaal van intriges, draken, spoken, vijandelijke legers en ware doodsverachting. Maar daar gaat het allemaal niet meer om.
Nee, het is die Droge Lever waar ik blijf steken. 

Ik heb de uitdrukking al járen niet meer gehoord of gelezen. Met een Droge Lever wordt bedoeld dat je  ál te lang verstoken bent geweest van drank. Alcoholhoudende drank. Het zal ongetwijfeld een Vlaamse uitdrukking zijn, hoewel de Dikke van Dale daar geen speciale melding van maakt.
Het was de vaste uitdrukking van Opa Jehan, wanneer hij na een barre fietstocht vanuit Helmond bij ons thuis op de stoep afstapte. De man kreeg dan een flesje bier en knapte zienderogen op. Opa Jehan was een matig drinker.
Opa Pauwke, die had áltijd last van een droge lever…

© paul

Gerardus Wittems Kloosterbier…

 

bier en buffels 011

Vorige week vrijdag dronk ik het voor het eerst. Ik weet niet of het al lang bestaat, mijn omgeving noch ik kenden het.
Gerardus Wittems Kloosterbier.
Ik nam het bier mee naar een vrolijk vrijdagmiddagtreffen bij Vriend Jan, we richtten een bescheiden proeverij in.
“Verrassend goed!”  Dat was het oordeel van de deelnemers.
Het is een bier van de hoge gisting. Mooi donker van kleur. Bruin, nijgend naar rood.
Het ruikt wat gistig en ook naar caramel.
De smaak is fris maar vol, met een bijzondere rinse ondertoon. Zoet en zuur in prima balans. Ook caramel valt er te proeven. Een rijp en vol bier met een lange, prettig bittere afdronk. Stevig en mild tegelijk. Een aanrader!

Het bier komt van de Gulpener Bierbrouwerij .
Geen grote brouwerij is dat, wel één van de beste van ons landje. Alle grondstoffen die ze verwerken komen uit het het Limburgs Heuvelland en zijn milieuvriendelijk geproduceerd. Alleen al daarom neemt de brouwerij een bijzondere plaats in in het vaderlands scala.
Naast het notoire Pilsner brouwen ze ook een aantal speciaalbieren. Het is niet altijd mijn smaak wat ze daar maken, maar het is wél altijd goed. Hun Bokbier behoort tot mijn absolute favorieten. En vanaf nu dus ook het Gerardus Kloosterbier.

Het Kloosterbier zou volgens de brouwerij een getrouwe copie zijn van het donkere bier dat de Redemptoristen tot 1952 in hun klooster in Gulpen-Wittem brouwden. Een deel van de opbrengst van  het bier komt ten bate van de historische bedevaartskerk Gerardus Majella in Wittem. Het Rijke Roomse Leven en alcohol hebben het altijd al goed met elkaar kunnen vinden…
Vriend Jan is er overigens van overtuigd dat ik het bier in eerste instantie koos omwille van het plaatje van Gerardus Majella. En het is waar lezer, dat plaatje (en die heilige) speelden in onze jeugd een prominente rol.
De Keizer van Monera kende het al. Niet het bier, maar Wittem.
Hij is er in zijn jeugd een aantal keren op bedevaart geweest.

© Paul

La Rulles Triple…

 

11 mei 2007 012

Weken heb ik lopen zoeken, maar ik vond mijn proef-aantekeningen niet terug. Ik had het intussen allang opgegeven. En nu sloeg ik een oude agenda open, en ja hoor, daar waren ze dan. De foto zat nog ergens in het archief, die heb ik er maar snel bij gezocht.

Het gaat over bier van een nog jonge brouwerij: La Rulles. De brouwerij is gevestigd in het plaatsje Rulles, iets ten noordwesten van Arlon in Belgisch Luxemburg, aan de E411. De brouwerij bestaat nog maar sinds een jaar of acht. Het brouwen vindt op kleine schaal plaats,  je treft het bier buiten de Gaume-streek nauwelijks aan. Het was voor mij de eerste keer dat ik het dronk. Van de vijf soorten die de brouwerij uitgeeft koos ik voor de triple. Ik heb genoten.

Een zacht bier van de hoge gisting dat narijpt op de fles. Het is mild bitter van smaak. De smaak is aangezet met thijm en honing. De afdronk is zacht maar lang. De triple geurt mooi, een beetje naar hooi, een beetje naar gist. Het kriebelt aangenaam in je neus. Een fors alcoholgehalte heeft het bier: 8,5 %. Dat het op de foto wat troebel oogt komt omdat ik het depot altijd mee uitschenk, ik vind dat lekker. Al met al een aanwinst in de lange rij triple-bieren die België te bieden heeft. Ik ga beslist de andere bieren van La Rulles proberen.

© paul