Pasteitjes van pie-deeg gevuld met gehakt

Vroeger maakte ik regelmatig kleine pasteitjes van pie-deeg, gevuld met gehakt krijg je dan een soort kruissing tussen een worstenbroodje en een sausijzenbroodje. Pie-deeg is niet zo knapperig als bladerdeeg of feuilletée. Je rolt het maar één keer uit terwijl bladerdeeg steeds opnieuw moet worden uitgerold. Zo krijg je bij bladerdeeg die mooie krokante laagjes. Wie haast heeft maakt gewoon pie-deeg, de snellere, eenvoudiger variant. Dit deeg is toch ook best heel smakelijk en je kunt het op allerlei manieren verwerken; vullen met gehakt of ragoût of in combinatie met vruchten of vruchtenmoes.

  • Voor het deeg:
  • 300 gram bloem
  • 150 gram ijkoude boter (boter!!!)
  • ongeveer 1 1/2 dl ijskoud water
  • 1 theelepel zout
  • Voor de vulling:
  • 350 gram biologisch half om half gehakt
  • 1 teentje knoflook
  • wat verse peterselie fijngehakt
  • peper,  zout en nootmuskaat
  • een flinke snee oud witbrood, even in wat melk weken

Maak een bergje van de bloem op de aanrecht. Meng er het zout door en hak vervolgens de boter in piepkleine stukjes door de bloem. Giet er dan met kleine beetjes tegelijk scheutjes water bij en meng alles snel tot je een mooie deegbal hebt. Zet het deeg onder folie in de koelkast en laat het daar een half uutje opstijven.

Meng het brood, de kruiden en de knoflook door het gehakt.

Rol het deeg uit tot een mooie dunne lap en verdeel die in stukjes van 8cm. Leg op elk stukje deeg een plukje van het gehakt. Bestrijk één rand van het deeg met water en vouw de pasteitjes dicht. Leg de pasteitjes met de dichtgevouwen rand naar onderen op een bakplaat. Bestrijk de pasteitjes met losgeklopt ei . Bak ze  in een voorverwarmde oven op 170 graden in ongeveer 40 minuten gaar en mooi bruin.

 

 

Varkenshaasje met Gorgonzolasaus

Beetje tuttig bijna, het komt niet meer voor in het vocabulaire van Foodculies; een varkenshaasje! Je zou bijna zeggen “Retro Eten”.  Het varkenshaasje wordt nog wel degelijk gebruikt in moderne recepten, maar dan altijd in stukken gesneden en tot makkelijke, malse, ‘magere’ brokjes verwerkt in “stoofpotjes”. Ik vind dat jammer, een miskenning voor een mooi stuk vlees. Saté van varkenshaas, jammer! Saté kun je veel beter maken van een stuk van de nek of de schouder van een varken, in ieder geval een wat meer dooraderde deel. Mits je een fatsoenlijk biologisch varken gebruikt natuurlijk  (maar dat staat eigenlijk altijd buiten kijf). En ook stoofpotjes zijn meer gebaat bij het gebruik van een wat minder mager soort vlees.

Een mooie varkenshaas moet je koesteren als een sjieke biefstuk. Niet in stukken snijden, niet platslaan. Netjes op kamertemperatuur laten komen, in ruim boter de  varkenshaas in z’n geheel rosé braden en opdienen met een lekkere romige saus.

De schrik voor een beetje vet in ons eten moet er maar eens uit! Laat gewoon de chips en de koekjes (vét en súiker!) een dag staan en je kunt met een gerust hart je varkenshaasje in roomboter braden en er een rijke saus bij serveren!

  • Voor twee personen: een kleine varkenshaas,
  • boter (échte boter, geklaard),
  • peper en zout.
  • Voor de saus:
  • 100 gram gorgonzola picante in kleine stukjes brokkelen,
  • wat room (gewoon volle room),
  • twee scheutjes witte wijn,
  • eventueel een lepeltje beurre manié om te binden,
  • peper zout hoeft niet, de kaas is al zout genoeg.

Verwarm de room en voeg de kaas toe. Laat de kaas rustig smelten. Voeg de wijn erbij en laat nog even zachtjes inkoken.

Bak het varkenshaasje in de hete boter aan alle kanten mooi bruin. Zet het vlees in de voorverwarmde oven en laat het daar nog even verder garen, (ongeveer 10 minuten).

Giet een klein scheutje witte wijn in de bakpan en roer de aanbaksels los. Doe dat bij de saus en warm die nog even door. Bind de saus eventueel met wat beurre manié.

Haal het vlees uit de oven en laat het even rusten. Snijd het in dikke plakken en dien op met de saus.

Wij aten er spinazie bij en gekookte kleine aardappeltjes.

Kopje espresso toe!

Natuurlijk blijft er dan weer saus over; daarover morgen…

© ellen.

 

Nog allemaal achterstallig onderhoud…Verse zuurkool met gerookt spek en worst uit Montbéliard…

Verse, rauwe zuurkool is bijna verdwenen. Je vindt in elke super pakjes met zuurkool; met witte wijn, met kruiden enzovoorts, maar gewoon rauwe zuurkool, zó uit het vat is, in mijn dorp, niet meer te koop. Jammer, ik voeg graag zelf de smaken toe. Tijdens onze vakantie in Luxemburg kocht ik een aantal gerookte worsten uit de Jura/Comté bij de Cora Supermarché. Zij hebben een speciale afdeling met Regionale/Artisanale producten. Tot mijn vreugde stond daar naast de worsten en de stukken spek een grote schaal met verse, rauwe zuurkool. Ik kocht een kilo van de zuurkool en ook nog een stuk gerookt spek.

Ik vind deze zuurkool zo lekker dat ik er thuis gewoon rauw, al plukken van eet, heerlijk! Je kunt het als salade verwerken maar je kunt de zuurkool ook gewoon bereiden voor een stamppotje of zoals men in de Elzas doet; een Choucroute Royale. Voor de Choucroute Royale wordt de zuurkool gestoofd met verschillende stukken , gepekeld of gerookt vlees, spek, gerookte worsten en wat ganzenvet en geserveerd met gekookte aardappelen. Machtig! Ik maakte een wat minder zware versie met alleen worst en spek en maar één lepel vet.

  • Voor vier personen:
  • 750 gram zuurkool
  • vier gerookte worsten gehalveerd
  • een stuk gerookt spek in vier plakken verdeeld
  • 5 jeneverbessen, 5 zwarte peperkorrels, blaadje laurier
  • een eetlepel ganzenvet of eendenvet (wie dat te erg vindt neemt een lepeltje boter)
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 glas Riesling
  • water

Smelt het vet in de pan en smoor daarin de uiensnippers. Voeg de zuurkool toe, de kruiden, het spek en de stukken worst. Giet de Riesling erover en nog wat water tot alles voor de helft met vocht bedekt is. Stoof de zuurkool zo ongeveer 1 uur heel zachtjes. Je kunt er op het laatst nog een klein glaasje Kirsch aan toevoegen. In de Elzas doen ze dat vaak om deze toch wat zware kost, iets te verlichten.

Dien op met gekookte aardappelen en maak na de maaltijd een flinke wandeling!

© ellen.

 

 

Eten op de camping deel twee; Lamsboutje á la Elizabeth David

lamsboutje
Ik schreef al in een eerder artikeltje dat ik maar één boek meenam op vakantie naar Luxemburg. Dat was het boek “Een dame in de keuken” van Elizabeth David. Paul kocht het voor mij via de Ramskrant geloof ik, voor slechts € 5,-. Van harte aanbevolen dat boek. Het leest als een roman en er staan nog prima recepten in ook.

De Jongste Bediende was jarig tijdens onze vakantie in Luxemburg en als er iets is waar je hem een echt plezier mee kunt doen dan is dat wel een lamsboutje. Thuis braad ik lamsbouten gewoon in de oven. De kernthermometer geeft precies aan of het vlees rosé, á point of anders is. In de caravan heb ik geen oven, geen kernthermometer en dan wordt het dus wat ingewikkelder om het vlees mooi rosé te braden. Ik las in het boek van Elizabeth David een recept voor een wat ouder lam. Dat wordt echt gaar gestoofd in cognac dat leek me een goed alternatief.

Ander probleem was dat het boutje nét niet in de pan paste…

lamsbout

Gelukkig hebben we een goede ijzerzaag…stukje van het pootje af en klaar! Elizabeth gebruikt in haar recept dikke plakken van de bout. Ik braadde de hele bout aan één stuk. Het boutje dat ik gebruikte woog ongeveer 1400 gram.

  • Lamsboutje voor zes personen:
  • Lamsboutje van ongeveer 1400 gram
  • olijfolie
  • zeker 15 tenen knoflook
  • rozemarijn, peper en zout
  • een flink glas cognac
  • een glas witte wijn
  • wat water
  • alufolie

Maak op een aantal plaatsen met een scherp mesje een inkeping in het boutje en stop daar een teen knoflook en wat rozemarijn in. wrijf het boutje in met peper en zout. Verwarm de olie en braad de bout rondom bruin. Voeg de rest van de hele knoflooktenen toe en bak ze even mee. Blus af met de cognac (voorzichtig in de caravan niet flamberen, thuis kan dat wel maar zet de afzuigkap dan even uit!) Laat even bruisen en giet er dan wat witte wijn over. Voeg nog wat water toe en vouw dan de folie zorgvuldig over het vlees zodat er zo weinig mogelijk dampen ontsnappen. Sluit de pan en laat de bout in ongeveer anderhalf uur garen. (Afhankelijk hoe jong het lam is).

Voordeel van het bedekken met de folie is dat er nog minder sappen ontsnappen. Je kunt gerust even iets anders gaan doen (bijvoorbeeld een aperatiefje drinken in het campingcafé). Als het gerecht klaar is blijft er een kleine hoeveelheid mooi geconcentreerde saus over.

Wij aten er puree bij en sperzieboontjes.

Toe espresso mét cognac natuurlijk!

© ellen.

 

De Pörkölt van de Jongste Bediende…

ppp 

Tijdens een bezoek op maandagavond kondigde de Jongste Bediende aan dat hij pörkölt ging maken. Hij had er nog een paar vragen over. En nadat Ellen die naar beste vermogen had beantwoord en hem ook nog een zakje gerookt paprikapoeder ter hand stelde (voor het beste resultaat), nodigde Marleen ons spontaan uit om te komen eten. De Jongste Bediende leek er even mee in te zitten, maar hij vermande zich snel. We waren welkom.

Woensdagavond genoten we dan van de schotel. Het beste rundvlees, smeuïg gesmoord in de beste paprika. Pikant (letterlijk en figuurlijk) was de toevoeging van een kneepje Harissa uit de tube. Daar kunnen de Hongaren een puntje aan zuigen.

Erbij aardappelpuree met knolselder en spercieboontjes. Bonbons toe. Goeie wijn overigens ook…

Wij zijn trots op onze Jongste Bediende…

Spitskool met gerookte worst uit Montbeliard

worst uit Montbeliard

Bij de Cora supermarché kocht ik in de herfstvakantie een paar mooie gerookte worsten uit de Jura en de Franche Comté. Ze zijn beroemd die worsten uit dit gebied, en terecht! Wie ooit een vakantie in de stille dorpjes hoog in de Jura doorgebracht heeft kent de allesoverheersende geur van deze gerookte worsten. Het water loopt je in de mond…

De worsten worden traditioneel gerookt op houtschilfers van naaldhout en zijn gevuld met varkensvlees met knoflook. Ze zijn ideaal om toe te voegen aan stoofpotten, bijvoorbeeld choucroute royale.

De voorzitter van de Worstclub zei het al: “Biefstuk smaakt overal zo’n beetje hetzelfde, maar worst smaakt overal anders”. En dat is ook zo, de worsten uit de Jura hebben een hele typische rooksmaak, heerlijk. Ik was dan ook blij verrast dat ze bij de Cora te koop waren deze herfst.

Vandaag maakte ik spitskool met worst uit Montbeliard. Een mooi vers spitskooltje behoeft weinig gedoe. Je kunt het kort koken, blancheren, roerbakken enzovoorts.

  • Voor twee personen;
  • Een kleine spitskool
  • twee goeie gerookte worsten
  • water
  • zout en peper

Was de kool, verwijder eventueel lelijke buitenbladeren en snijd de kool in de lengte in vieren. Verwijder de stronken en snijd de kwarten in fijne reepjes. Zet de worsten op met licht gezouten water en breng ze aan de kook. Voeg de kool erbij en blancheer ongeveer 10 minuten. Giet af en serveer de kool samen met de worsten op een schotel. Geef er aardappelpuree bij.

Kopje espresso toe.

 

Eten op de camping deel een; Boeuf Bourguignon

eten op de camping

Ik moet even een flinke inhaalslag maken. Het was hier de laatste weken zo druk dat er nauwelijks tijd overbleef voor het weblog, terwijl er toch van alles en nog wat te melden valt. Onze herfstvakantie brachten we door in Luxemburg en daar is nog wel een en ander over te schrijven.

Ik nam slechts één boek mee, veel tijd om te lezen zou er toch niet zijn in een gezelschap van 12 mensen en vier honden dacht ik zo. In zo’n groot gezelschap glippen de uren zomaar weg. Douchen, ontbijten, afwassen, de hondjes uitlaten en de ochtend is al voorbij… Dan volgen natuurlijk de dagelijkse boodschappen en dan is het alweer tijd voor de middagwandeling en daarop aansluitend het apperatief…

En dan de avondmaaltijd; voor 12 personen koken in een caravan valt niet mee. De ruimte is beperkt, we hebben slechts vier kookpitten en een aanrecht met ongeveer 60 cm werkvlak. Gelukkig staat het verblijf van Eupotours recht tegenover onze caravan. Daar is het binnen iets groter en kunnen we, als we allemaal een beetje inschikken, met 12 personen eten. Bovendien bezit Eupotours ook nog eens vier kookpitten en een koelkast. Koken is dan dus een kwestie van goed plannen en veel heen en weer rennen. Natuurlijk raakt daarbij onze hele huisraad door elkaar. Soms hebben wij nog vier vorken en twintig messen over, of zijn bij Eupotours opeens alle wijnglazen verdwenen. Aan het eind van de vakantie trekken we gewoon een uurtje uit om alles weer op de juiste plaats te krijgen…Tafelkleden en dekschalen daar doen we niet aan, gewoon de pan op tafel. Ieder heeft ook zo zijn vaste rol; Paul maakt de flessen open, Hijn is de proportioneur, Neel ruimt alles op, ik kook, Jeanne regelt de financien en de kinderen die moeten afwassen! Boodschappen doen we altijd samen. Iedereen heeft wel wat te zoeken in de grote supermarché’s. Iedere dag een volle kar. 12 mensen eten en drinken een enorme hoeveelheid en de koelkasten kunnen niet meer bevatten dan leeftocht voor één dag.

En wat we dan eten? Dat wordt tijdens het ontbijt democratisch besloten maar verandert in de loop van de dag nog een aantal keren en als we dan uiteindelijk in de supermarkt zijn besluiten we gewoon weer iets geheel anders klaar te maken…

In dit geval aten we Boeuf Bourguignon, erbij aardappelpuree met knolselderij en rode kool. Toe zelfgemaakte chocoladepudding met slagroom gemaakt door Flora en Ans.

  • Boeuf Bourguignon voor 12 personen
  • 2600 gram rundvlees (succade of de schouder is prima) in flinke dobbbelsten gesneden
  • een stuk ontijtspek in blokjes gesneden
  • 4 grote uien, fijngesneden
  • 4 wortelen
  • 6 tenen knoflook,
  • 2 laurierbladeren, wat tijm, selderie en peterselie
  • olijfolie
  • peper en zout
  • 1 1/2 fles Bourgogne (ik gebruikte in dit geval een andere wijn; een Julienas, die smaakte ons prima en was in de reclame…)

Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. (Bij zo’n hoeveelheid bak ik telkens een portie in een grote koekenpan). Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een andere koekenpan en doe er de uien bij. Als de uien mooi aangefruit zijn dan mogen ze samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Giet een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Voeg de uien bij het vlees en giet er vervolgens de rest van de wijn bij. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en wat peper en zout.

© ellen.

 

Ministerieuze ontmoeting met onze lezers in Luxemburg…

ontmoetting met Anneke

“Bent U Paul van het Ministerie?”

Wij zijn nog steeds in Luxemburg, gisteren arriveerden Ans, de ega van Jan, samen met De Jongste Bediende en Marleen. We vermaken ons prima. Gisteren hebben we lekker gegeten, een bezoekje aan het Campingcafé gebracht, en natuurlijk nog wat geroddeld en geborreld…

Vandaag was het tijd voor de serieuze boodschappen. Er moest dringend wijn ingekocht worden, Marleen had een pepermolen nodig, Jan moest zijn voorraad Rochefort aanvullen, Ans wilde worst voor de winterse stoofpotten, De jongste Bediende moest nog een paar Olifanten een pootje lichten en ik, ik wilde nu toch eindelijk de Bonuspunten van mijn Cactuskaart verzilveren!!!

Op naar de Supermarché dus! In alle vroegte vertrokken we. Eerst naar de Cora in Turpange voor de worsten uit de Gaume, zuurkoolspek en bier. Daarna naar de Cactus supermarché in Bertrange voor de wijn. Tegen de tijd dat we bij de Cactus waren hadden we al flinke trek en besloten we een broodje Krustenschinken te nuttigen. Paul niet, die ging voor de oesters, 6 stuks met wat brood, boter en een glas witte wijn. Paul slobberde net zijn laatste oester naar binnen toen hij aangesproken werd; “Bent U Paul van het Ministerie?” Ja, dat was hij. De vrouw die hem aansprak bleek een Nederlandse lezer van ons weblog. Ze vertelde dat ze een weekendje in Luxemburg was, met haar partner, en dat ze van te voren op ons weblog opgezocht had wat er zoal in Luxemburg te doen was. Ze zocht nog het adres van de Corasuper in Bertrange…

Wat Leuk! Zomaar een fan te ontmoeten in het buitenland, mét een lijstje van adresjes, van Meneer Fisch tot onze favoriete supermarché…

Marleen fotografeerde de ontmoetting. Anneke, leuk dat we je ontmoet hebben. Nog een fijn weekend in Luxemburg!

© ellen.

Varkensvlees met Orvalsaus

karbonaden in orvalsaus

Tja, wat kon ik nou anders maken na zo ‘n bier-expeditie… Biersaus natuurlijk!

Ik ben vandaag niet meegegaan naar de brouwerijen, ik was moe, doodmoe, een dagje lekker uitrusten leek me wel een goed idee. Jan en Paul  kregen een boodschappenlijstje mee en gingen op pad. Ze zouden zorgen voor karbonaadjes, room, en bier natuurlijk… Dat vlees, dat viel niet mee. Er wordt hier wat anders geslacht dan in Nederland en Paul kon geen slager vinden die het gewenste vlees, schouderkarbonade, kon leveren. Dan maar iets anders; een soort T-bone, maar dan van het varken. Ik prefereer schouderkarbonaden omdat die wat meer dooraderd zijn en je ze echt kunt stoven in de saus, zonder dat ze droog worden. Het vlees dat Paul meebracht was alleen geschikt om snel te bakken dus maakte ik de saus apart en voegde later de braadjus toe aan de saus.

  • Orvalsaus:
  • 1 flinke ui in dunne ringen gesneden
  • boter
  • bloem
  • bouillon
  • peper en zout
  • 1 theelepel mosterd
  • 1 laurierblad
  • 1/2 flesje Orvalbier
  • room

Smoor de uienringen zachtjes in de boter. Doe er de mosterd bij, strooi  er wat bloem over en roer goed om. Blus af met de Orval en roer tot je een gladde massa hebt. Voeg dan wat bouillon toe en laat even inkoken. Doe er dan een flinke scheut room bij en het laurierblad. Laat even inkoken en breng op smaak met peper en zout. Bak intussen de karbonaden snel om en om bruin. Haal het vlees uit de pan en roer de aanbaksels los met wat water. Voeg dat vocht bij de saus en roer nog even goed door.

Wij aten er fusilli lunghi paesani bij, een hand gemaakte, lange gedraaide pasta en salade van tomaten (coeur de boeuf) met broccoli (restje van gisteren) en mozarella. Beetje peper en zout erover en een scheutje olijfolie.

Kopje espresso toe in het café op de camping, mét een borreltje én de laatste roddels uit het dorp!

© ellen.

Wildzwijn met kastanjeboleten

wildzwijn met paddestoelen en wijn...

Behalve de prachtige wijnen lag er in de schappen van de supermarché ook al wat wild. Ik kocht een mooi stukje van de bout van een jong wild zwijn en zette het vlees gisteren in een marinade van:

  • 1 sjalot, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en grof gehakt
  • 1 wortel, grof gesneden
  • tijm, peterselie, laurier, peperkorrels
  • wat rode wijnazijn
  • een halve fles rode wijn.

Laat het vlees hier minstens 24 uur in staan. Haal dan het vlees uit de marinade en dep het goed droog. Verhit wat olijfolie en wat geklaarde boter in een pan en braad het vlees rondom snel bruin. Giet er een klein scheutje Kirsch over (flamberen in de caravan lijkt me niet verstandig, maar thuis kan dat wel) Blus dan af met wat van de gezeefde marinade. Laat het vlees dan rustig op een klein vuur garen. Reken op 90 minuten per kilogram. Bedruip het vlees steeds met het braadvocht.

Haal het vlees uit de pan en houd het warm onder folie. Bind de saus met een beetje bloem, of beter nog beurre manié.

Bak de paddenstoelen met wat spek en een fijngesnipperd uitje.

Snijd het vlees in dunne plakjes en dien op met de saus en de paddestoelen.

Wij aten er kleine aardappeltjes bij, hier uit de streek; La Ratte de Florenville, en wat gebakken paddestoelen.

Wijnadvies; een krachtige rode wijn. Wij ontkurkten nog één van de ‘losse’ flessen, een Margaux 2009, Chateau Deyrem Valentin.

Kopje espresso toe.

© ellen