Behalve de prachtige wijnen lag er in de schappen van de supermarché ook al wat wild. Ik kocht een mooi stukje van de bout van een jong wild zwijn en zette het vlees gisteren in een marinade van:
- 1 sjalot, fijngesneden
- 2 teentjes knoflook, geplet en grof gehakt
- 1 wortel, grof gesneden
- tijm, peterselie, laurier, peperkorrels
- wat rode wijnazijn
- een halve fles rode wijn.
Laat het vlees hier minstens 24 uur in staan. Haal dan het vlees uit de marinade en dep het goed droog. Verhit wat olijfolie en wat geklaarde boter in een pan en braad het vlees rondom snel bruin. Giet er een klein scheutje Kirsch over (flamberen in de caravan lijkt me niet verstandig, maar thuis kan dat wel) Blus dan af met wat van de gezeefde marinade. Laat het vlees dan rustig op een klein vuur garen. Reken op 90 minuten per kilogram. Bedruip het vlees steeds met het braadvocht.
Haal het vlees uit de pan en houd het warm onder folie. Bind de saus met een beetje bloem, of beter nog beurre manié.
Bak de paddenstoelen met wat spek en een fijngesnipperd uitje.
Snijd het vlees in dunne plakjes en dien op met de saus en de paddestoelen.
Wij aten er kleine aardappeltjes bij, hier uit de streek; La Ratte de Florenville, en wat gebakken paddestoelen.
Wijnadvies; een krachtige rode wijn. Wij ontkurkten nog één van de ‘losse’ flessen, een Margaux 2009, Chateau Deyrem Valentin.
Kopje espresso toe.
© ellen