Runderstaart op z’n best (volgens mij)…

ossenstaart uit de oven
Ten overvloede: runderstaart, die koop je gewoon bij je slager. Het is prima vlees, doorgaans heeft je slager er al hapklare brokken van gemaakt. Je trekt er de beste soep van, en als stoofvlees laat het zich nauwelijks evenaren. Evenwel: een vragenrondje langs de vrienden en vriendinnen leert dat niemand, let wel: niemand, zich geroepen voelt om er een maaltijd mee te bereiden. Zonde toch, eeuwige zonde…

Enfin, je moet het allemaal maar zelf weten, wij blijven dat staartvlees met regelmaat eten, ook als soep. Ellen kocht het vandeweek, ik maakte het vandaag klaar. Ik gebruikte mijn eigen recept van 19 december van het afgelopen jaar. En ik werkte exact volgens mijn eigen beschrijving, maar…

Ik gebruikte een grotere pan en de temperatuur van de oven bleek hoger te staan. Ik moest dan ook twee maal wat vocht toevoegen. Da ‘s natuurlijk geen probleem, ik wil er alleen maar mee zeggen dat je je zaakjes wél in de gaten moet houden. Doe je dat, dan durf ik je blindelings succes te garanderen. Probeer het zelf…

Erbij een saus houdende pasta, genaamd Trottole. Espresso deden we vandaag niet, wel een stukje brie de meaux.

© paul

Carnaval 2014, het was weer een groot feest!

dinsdag
Tja, het zit er weer op, Carnaval 2014 was een fantastisch feest; we hebben gegeten, gedronken, gezongen en gedanst, we waren bij het concert op de damestoiletten bij Dientje, we zochten de Laotbloeiers en zaten tussendoor even in het zonnetje in de tuin.  We deden zelfs mee aan het concours Hiep Hiep en wonnen niet eens de hoofdprijs maar haalden wel de Krant! Kortom het was een geweldig feest, we hebben ons prima vermaakt!

Ik ben een beetje laat met mijn beschouwingen, normaal doen we dat op woensdag, vóór het Haringen happen. Dit jaar was alles even anders; we waren gisteren laat op voor ons doen. Andere jaren gaan we dan meteen opruimen, wassen, dweilen en de gevonden voorwerpen en pannen terug bezorgen. Gisteren was het even anders; ik had beloofd soep te maken voor de afterparty bij De Jongste Bediende. Er moest alleen nog even wat vlees gekocht worden, was de Slager op vakantie! Dan maar naar de slager in Erp. Die blijkt prima vlees te verkopen en uitstekende zelfgemaakte rookworst, maar goed, dat duurde en duurde en die soep moest nog klaar…

Uiteindelijk is het me gelukt om in drie uur tijd, 20 liter soep te maken, 6 liter tomatensoep met veel basilicum en 14 liter bonensoep met de Picassobonen uit de tuin van de Jongste Bediende.

tomaten

Voor de tomatensoep gebruikte ik één heel groot blik, water, wat bouillonblokjes en een fijngesnipperd uitje. Wat heel fijngesneden bleekselderij en blokjes knolselderij. Verder op smaak gebracht met flink peper en zout. Even aan de kook en dan veel balletjes van rundergehakt erin. Tot slot met gulle hand basilicum erbij. Prima soep, waarvan helaas géén foto!

De bonensoep maakte ik met ongeveer anderhalve kilo bonen (de avond ervoor in de week gezet) 4 grote preien, 1 knolselderij, 3 grote uien, 2 tenen knoflook, 3 rode pepers, 4 platte ribben, een flinke varkenshiel, 4 karbonades in stukjes gesneden, 3 rookworsten, peper, zout en wat bouillonblokken. Lekker, maar ook géén foto en van die haringen; ook al géén foto!

Nou ja, tussen het maken van de soep werden we nog even gebeld door iemand van het ziekenhuis; “Paul mocht nog wat eerder komen’, hij was welkom om half acht in de ochtend vandaag voor een kleine operatie aan zijn pols. Je snapt wel lezer dat wij de haringenparty vroeg verlaten hebben… Overigens is de operatie prima verlopen en Paul was om elf uur vanmorgen al weer thuis. Een paar dagen de hand in een mitella en het leed is geleden.

Vandaag een hele gewone maaltijd, witlof uit de oven, gebakken aardappeltjes en een flinke biefstuk voor mij. Die had ik wel verdient vond ik! Geen espresso toe vandaag; Paul neemt een pijnstiller en kijkt nog even tv, ik begin aan een nieuw boek. Ook fijn na al die dagen feesten.

© ellen.

Carnavale…

 

Toon

Carnaval, feest van herkenning, feest van vervreemding. Feest van het Zuiden, feest voor het Vasten. Feest van iedereen…

Wonderwel krullen er ondanks alles wat spookachtige rafelranden rond de grenzen van het feest; onwillekeurig  moet ik altijd even aan Nightmare on Elm Street denken?

© paul

Kerriesoep van Anita en broccolisoep met zalm…

broccolisoep met zalm
Natuurlijk wordt er veel gedronken met Carnaval, maar er moeten ook rustmomenten zijn en dan dient er natuurlijk ook wat gegeten te worden. Traditioneel gebeurt dat ‘rusten’ in ons huis. Vroeger, toen Paul zijn ouders nog in het huis woonden, gingen wij er snel tussen het feesten door even een bordje soep eten. Pauls moeder zat dan in de kamer met een boerenkiel aan op ons te wachten met soep en broodjes, op de achtergrond schalde een plaatje met Helmondse carnavalsmuziek. Ze genoot ervan als we zoveel mogelijk mensen meebrachten, iedereen was welkom. Ook fietsen werden veilig achter het huis geparkeerd en muziekinstrumenten mochten voor de nacht gestald worden. Toen Pauls moeder naar een kleinere woning verhuisde en wij het ouderlijk huis overnamen, hebben we ook de traditie overgenomen; soep, broodjes en een onderdak voor elkeen die even ‘rust’ nodig heeft. Wij wonen in het centrum van Gemert en ieder die met de fiets komt stalt die zo rond het middaguur achter ons huis. We drinken samen een pilsje of iets anders en vertrekken dan met een grote troep richting café’s. Tegen een uur of zeven verzamelen we en gaan naar huis om soep te eten en een beetje bij te komen van het grote feest. Er wordt gegeten, gezongen en gekletst, ieder is welkom.

Ook wat we eten is inmiddels een traditie geworden; op zondag soep. Kerriesoep van Anita en een pan soep naar wat ik bedenken kan. Op maandag eten we Limburgs zuurvlees, gemaakt door Neel en dinsdag wordt het Hachis Parmentier. Woensdag sluiten we af met soep en haringen maar dat gebeurt in het huis van Marleen en de Jongste Bediende.

Broccolisoep voor veel personen:

  • 6 liter water
  • bouillonblokken
  • 3 grote struiken broccoli
  • 1 kilo gefileerde zalm (zorg dat er geen graten meer inzitten, gevaarlijk voor mensen met een slok op!)
  • 4 grote aardappelen.

Snijd  de geschilde aardappelen in kleine blokjes en kook ze in het water met de bouillonblokken bijna gaar. Voeg dan de in stukjes gesneden broccoli toe en kook die gaar. Pureer met de staafmixer tot een mooie gebonden soep. Snijd de zalm in kleine stukjes en doe die bij de soep. Laat nog heel even garen. Breng de soep verder op smaak met peper en zout. Erbij een klodder zure room, en verderr broodjes, bruin brood, ham, kaas, worst en voor de vitaminen tomaat, komkommer en mandarijnen. Soms wil er wel eens iemand koffie toe!

© ellen.

 

Carnaval 2014…

kabouters 

Sneller kon het niet: de Statiefoto! Meestal maken we een foto van het hele gezelschap op zondagmiddag, maar altijd ontbreekt er wel iemand. Even weg, iemand tegengekomen en ergens blijven plakken, of, erger nog, moeten werken. Dit jaar besloten we het eens anders aan te pakken; gewoon een week vóór de carnaval, allemaal op de foto! Ja, en toen moest Paul werken! Nou wordt onze Hoffotograaf met het jaar beter dus dat was helemaal geen probleem; ze plakte Paul er gewoon tussen en klaar!

Intussen is het bijna zondagmiddag. In afwachting van de aankomst van het eerste Feestvolk gaan we nog even achter in de tuin zitten, mét Hond Jaros, mét een glas Bubbels. De zon schijnt overvloedig, het is er warm…

© Ellen-Paul

Citroenboontjes met bleekselderij en appel volgens Mevrouw Meijer…

boontjes met bleekselder en appel Mevrouw Meijer onderhield een kookrubriek voor NRC-Handelsblad vanaf 1973 tot ergens in het jaar 1987. Haar schrijfsels resulteerden in een kookboek (hoe kan het ook anders) getiteld De Avontuurlijke Keuken. Verder publiceerde ze over de Turkse keuken, over vegetarisch eten en (van geheel andere aard) over haar gedeelde kampervaringen met Anne Frank. Berthe Meijer overleed in 2012, ze was 74 jaren oud. Van haar Avontuurlijke Keuken bezitten wij de vierde druk, jaargang 2008, de eerste druk verscheen in 1988. Ik schafte ons exemplaar heel fortuinlijk aan in de ramsj, alweer enige jaren terug. Een rondje internet leert me dat het boek tegenwoordig gewild is en de prijzen de oorspronkelijke uitgaven overstijgen. De Avontuurlijke Keuken biedt een goede 600 recepten. Na nagenoeg elk recept volgt een menusuggestie, waarvan alle onderdelen weer teug te vinden zijn in het boek. Verder zijn de recepten gerangschikt naar de maand waarin ze het meest actueel zijn. De recepten zijn allemaal gemakkelijk na te koken en bieden toch aanzienlijk meer dan de gestampte pot. Al met al zou je probleemloos een jaar uit dit boek kunnen koken zonder ook maar een moment verveeld te raken. Mijn heer en meester Johannes van Dam schreef met warme liefde en grote waardering over Mevrouw Meijer. Als dat geen aanbeveling is… Vanavond kookte ik een bonengerecht na. Natuurlijk rommelde ik wat met de receptuur, maar dat hoort ook zo. Ik kookte voor twee personen.

  • 200 gram gedroogde citroenbonen (eventueel witte bonen), een nacht tevoren in de week gezet in ruim water zonder zout,
  • 2 eetlepels boter,
  • vers gemalen peper,
  • vers gemalen nootmuskaat,
  •  2 eetlepels room,
  • 250 gram bleekselderij,
  • 1 goudrenet,
  • 1 vers pepertje,
  • beetje limoensap,
  • zout.

Kook de bonen gaar met zoveel water dat ze onder staan. Doe er een lepel boter bij, vers gemalen peper, het gesnipperd vers pepertje en de nootmuskaat. De kooktijd beloopt doorgaans ongeveer twee uur, maar controleer tussentijds, bij sommige soorten bonen gaat het veel sneller. De bedoeling is dat aan het eind van de gaartijd het vocht grotendeels verdampt is. Voeg dan pas zout en slagroom toe. Laat de bonen vervolgens heel zachtjes doorpruttelen. Verhit de andere lepel boter. Daarbij gaan de fijngesnipperde selderij en de grof gesnipperde appel. Laat ze mooi uitzweten, niet te lang, ongeveer een minuut of zes. Schep de groenten vervolgens door de bonenschotel en voeg enkele druppels limoensap toe en verwonder je over hoe geweldig die smaken van appel, boon en selder zich samenvoegen. Dien heet op. Erbij bijvoorbeeld gegrilde lamskarbonades…

  • Tis en blijft gedoe met die bonen. Alle rassen en soorten reageren verschillend, elkeen heeft zijn eigen wel- en kooktijd. Afgezien van enkele algemeenheden is geen generaal advies voor te geven, je zult het zelf proefondervindelijk moeten uitvinden.

© paul

Kip met olijven en tomaat

kip tomaat en olijven
Meestal kook ik op zaterdag voor een groot gezelschap, ik moet nog steeds schrijven over het “stapeleten” van vorige week zaterdag, het komt er maar niet van. Druk, druk, druk. Je houd het tegoed beste lezer. Vandaag eerst over de kip die we gisteren aten, gewoon voor twee personen. Hoewel; Ik kocht poten van de Zwarte kip, Poulet Noir stond er op het etiket. Een label Rouge kip met regio-aanduiding. Omdat ik de poten ingevroren kocht had ik er geen erg in dat ze zo groot waren. Eigenlijk was één poot genoeg voor twee personen. Nou ja, ik besloot er een stoofpot van te maken dan is er in ieder geval genoeg saus voor een mooie restverwerking.

  • 2 biologische kippenpoten
  • olijfolie
  • 2 sjalotten, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden
  • een scheut droge witte wijn
  • klein blikje tomatenstukjes
  • 6 chilipepertjes
  • een stuk of tien zwarte olijven
  • een eetlepel tomatenpuree
  • wat gedroogde oregano
  • wat gehakte basilicum
  • peper en zout

Verhit de olie in een stevige braadpan en braad daarin de kip rondom bruin aan. Doe de sjalot en knoflook erbij en bak ze even mee. Voeg de pepertjes toe en blus dan af met de witte wijn. Dan de tomatenstukjes, de tomatenpuree, de olijven en de oregano toevoegen. Stoof de kip nu zeker anderhalf uur op lage temperatuur. Dit soort kippen zijn vaak wat vetter dan de plofexemplaren. Het vet komt vrij bij langzaam stoven. Je kunt het vet er makkelijk afscheppen. Kook dan de saus nog even in en strooi er vlak voor het opdienen wat verse basilicum over.

Wij aten er fusilli bij, een mooie handgemaakte pasta en, natuurlijk vergeten het handige “maatje” te gebruiken, ook dat was teveel.Mooi voor de restverwerking.

De restverwerking:

Pluk het overgebleven vlees van de botjes en snijd het fijn. Beboter een ovenschaal en schik daarin het vlees en de pasta. Giet de saus erover en bewaar deze extra maaltijd in de diepvries. Prima om achter de hand te hebben voor een drukke dag. De schaal dan ontdooien, bestrooien met Parmezaanse kaas en 40 minuten in de oven. Twee maaltijden in één, mooi toch?

Poulet Noir, die onthouden we; prima smaak, heerlijk stevig vlees! Aanbevolen!

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Bloesem van wilde appeltjes…

bloesem

Je kunt er dus écht niet meer omheen: lente

En wacht maar eens lezer, tot ik je de Japanse appelbloesems laat zien… Ik schreef dat in een vorig artikeltje. Nou lezer, asjeblief. Heb ik teveel gezegd? Mooi zijn ze, of niet soms? En niet alleen in het erkertje van onze boekenkast staan ze te pronken, in het plantsoen aan de Ruyschenberghstraat, waar ik ze bietste, zijn ze ook open gegaan. Gewoon in de vrije natuur.

Ellen verraste me gisteren met een fles whisky. Goed gekozen, een van mijn favoriete merken. Laphroaig heet deze, gemaakt onder en met de rook van Port Ellen.

Ik heb de fles in tact gelaten, ik moest vannacht immers werken en het staat zo raar om met een whiskykegel voor je broodheer te verschijnen.

Maar zo meteen, terwijl de grouwheid van de dageraad langzaam oplost in het licht van de dag, en jij nog ligt te doezelen in je warme bed, dan lezer, dan open ik de fles en schenk me een glas in van dat vloeibaar goud. Ik zet me in de zwarte fouteuil en ga een uurtje naar die bloesem zitten staren. En daarna slaap ik een gat in de dag. Nog één nacht te gaan…

© paul

Mosselen op Bretonse wijze…

mosselen á la Normandie

Soms, als door een dwangmatige speling van het lot, stapelen de toevalligheden zich op tot het geen toevalligheden meer zijn. Je zult het fenomeen beslist kennen, ik beleefde het onlangs weer.

In mijn geval begon het met een recept in de kookrubriek van Janny van der Heijden in het Eindhovens Dagblad, vorige week. Ze schreef over mosselen, bereid in Bretonse cider. Binnen het tijdsbestek van een goede dag kwam ik de combinatie mosselen en cider nóg drie maal tegen. En ik ben er stellig van overtuigd dat de diverse bronnen niets met elkaar van doen hebben of hadden. Enfin, zoveel toeval noopt tot stellingname, en ik had nog twee flessen cider liggen dus…

In het schap bij mijn buurtsuper, de AH-om-de-hoek, lagen geen mosseltjes op de vertrouwde plaats. Ik vroeg aan het meisje-van-vis-en-vlees hoe dat kwam. Ze vertelde me dat het seizoen voorbij was. Het seizoen voorbij? Januari-februari is juist hartstikke seizoen! Ze verwees me dan maar naar de verantwoordelijke inkoper. Die, op zijn beurt, wist te vertellen dat AH op de “nieuwe oogst” zit te wachten. Nieuwe oogst? Midden in het seizoen? Gekker moet het, geloof ik, niet worden… Ik ben mijn mosseltjes dan maar (probleemloos) in en andere super gaan kopen (een goed gesorteerde visboer is ons dorp niet rijk). Voor twee personen:

  • 2 kilo mosselen,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 sjalot,
  • 1 venkelknol,
  • 1 flinke hand ves gehakte peterselie,
  • 1 flink glas cidre-brut,
  • 1 ferme klont (Bretonse) boter,
  • 1 flinke gulp (Bretonse) room,
  • peper en zout.

Spoel de mosselen in koud water, verwijder de eventuele baarden van de schelpen en controleer op kapotte exemplaren en zandmosselen. (Ook deze keer had ik er eentje te pakken..)

Smelt de klont boter in de mosselpan en fruit daarin de fijngesnipperde ui, knoflook en sjalot op niet te hoog vuur. Wanneer het geheel glazig is geworden mag de in fijne stukjes gesneden venkelknol erbij. Peper uit de molen erover, zuinig met zout. Even de vlam hoog en dan het geheel minstens 10 minuten zachtjes laten stoven op matig vuur. Wanneer de venkel zacht is kunnen de mosselen, de cider en een deel van de peterselie toegevoegd worden. Gaar de mosselen vervolgens op hoog vuur. Dat duurt slechts een minuut of vier, vijf. Schud of schep de mosselen tussendoor een á twee keer om, zodat alle schelpen de kans krijgen om zich te openen. Giet de mosselen af als alle schelpen open zijn.. Vang het vocht op door een zeef. Zet de mosselen warm weg. Neem een deel van het mosselvocht en kook het snel in, bewaar de rest van het vocht voor later. Voeg de room toe en laat nog even doorkoken. Voeg de rest van de peterselie erbij. Schep de saus wanneer die dik genoeg is over de mosselen en dien op. Erbij knapperig brood.

    • Opmerkingen:
    • De cider die je gebruikt hoeft niet persé uit Bretagne te komen. Wel dient hij droog te zijn (brut)… Bedoeld wordt de cider zoals die in West-Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk als begeleider van de maaltijd wordt gedronken, droog en rins.
    • Het inkoken en saus maken moet snel gebeuren, anders zijn je mossels koud, en dat is eeuwig zonde. Mijn saus dikte niet snel genoeg in, dus ik gebruikte wat Johannesbroodmeel voor binding.
    • De toevoeging van die venkelknol is een waar aha-erlebnis. Knol en mossel gaan wonderbaarlijk goed samen, ze versterken elkaars smaakeigenschappen. Beslist uitproberen!

DSC_0009

  • Aardig en wel, die saus over de mosselschelpen, maar uiteindelijk eet je het gerecht het best zoals de foto aan de kop van het artikel toont: peuter een aantal mosseltjes uit de schelp, doop ze in de saus of schep saus, venkel en mossel op een lepel en schuif die smaakbom in je mond.
  • Gebruik niet teveel vocht voor de saus. Bewaar de rest om een dag later prima mosselsoep te maken. Je kunt het vocht ook invriezen, zodat je een uitstekende  bouillon hebt voor de bereiding van een saus bij je toekomstige visschotel.
  • Drink er een glas cider bij…

© paul

 

Lente?!..

sneeuwklokje

Het schiet maar niet op met dat artikel over de mosselen op Bretonse wijze. En ook nu zal het er weer niet van komen, ik word teveel in beslag genomen door de roman Stoner van John Williams. Misschien vannacht…

En ook Ellen heeft een hoop te beschrijven, bij voorbeeld de Mexicaanse stapelmaaltijd van laatstleden zaterdag… Maar ja, Ellen stelde zich ten doel de eerste vijf romans van Nele Neuhaus te herlezen in haar lange vrije weekend en dan blijft er weinig tijd over voor andere luxe… Ellen leest snel, maar ze bleef dan toch steken bij deel vijf: Wer Wind sät… Ach, heb een beetje geduld met ons lezer en het komt allemaal op z’n pootjes terecht, je zult het zien.

Intussen wil het maar niet winteren, mijmert de Keijzer van Monera in een toegeeflijke bui; benen languit gestrekt onder onze keukentafel, nippend aan de koffie. Ik doe er een schepje bovenop: in de tuin staan de rozen nog te bloeien, ze hebben geen winterstop gehad, de viooltjes ook niet. Terwijl de voorjaarsgasten zich in alle glorie aandienen. De krokussen, de hyacinten, het onkruid

De sneeuwklokjes van hierboven bietste ik uit de tuin van de Nonnen van Nazareth, gelegen midden in ons dorp. En wacht maar eens lezer, tot ik je de Japanse appelbloesems laat zien. Die staan intussen te bijna-bloeien in het erkertje van onze boekenkast…

En tijdens een wandeling door de Pandelaarse Kampen weet ik het zeker, ik ruik het: er zit Lente in de lucht!

© paul