Gespieste kip…

flohmaart Echternach

Doorgaans grillen we kip op een rooster, met een vetvanger of een braadslee eronder. Je vult de kip met een citroen, wat knoflook en rozemarijn en je laat haar lekker haar gang gaan. Af en toe bedruipen en op het laatst bestrijken met een mengsel van olie, zeezout en knoflook. Reken op ruim een uur per kilo bij een temperatuur van 190 graden. Het afbakken kan eventueel onder de gril bij een hogere temperatuur. De dame mag dan buiten de oven onder aluminiumfolie nog even rusten. Komt ze daarna op tafel en wordt ze aangesneden dan waaieren de geuren van citroen, knof en rozemarijn door de ruimte. En het vlees heeft iets van de frisheid van de citroen aangenomen.

Waarom zou je een andere methode gebruiken, wanneer je standaard bereidingswijze zo goed bevalt? Gut, ik weet het niet… Maar eens in de zoveel tijd spies ik een kip op de keramieke braadstandaard. Waarschijnlijk omdat het er wel grappig of bijzonder uitziet.

Er zitten voor- en nadelen aan de methode. Je kunt de kip slechts een beetje vullen met smaakmakers, de lichaamsholte wordt voornamelijk gevuld door het keramiek. En wil je de buitenkant nog even bedekken met wat substantiële ingrediënten dan kom je bedrogen uit, ze rollen eraf en liggen te verpieteren in de lekbak. Wel druipt het vet optimaal uit het beest en krijgt het in de lekbak de smaak mee van wat je met moeite in de kip stopte. Dat mag toch een voordeel heten.

Enfin…, gisterenavond hadden we een voortreffelijke kip. Een Poule Noir, en nog bio ook. Ik spieste haar op de stenen knots. De dame behoefde in het geheel geen smaakmakers. Ze had het allemaal van haarzelf. Wat een geweldig beest…

We aten er een salade van aardappelen en boontjes bij.

Kopje espresso toe…

© paul

Ingemaakte paprika’s

ingemaakte paprika's

Vanmorgen kreeg ik onverwacht bezoek van onze campingburen Gerrie en Constant. Zij hadden een weekendje doorgebracht in Zuid Limburg en kwamen op de terugweg langs ons dorpje. Ze wisten ons adres niet precies maar och, in zo’n dorp… Echt puur toevallig kwamen ze Julia (van Eupotours) tegen en die wist natuurlijk wel waar wij wonen. Nou ja, we dronken gezellig koffie en kletsten wat over van alles en nog wat. Gerrie vertelde over de leuke markt die ze in Limburg bezocht hadden. Kilo’s paprika’s voor heel weinig geld. “Eigenlijk heb ik er veel teveel gekocht, wil jij er een paar”? Ja, graag, altijd leuk. Constant en Gerrie vervolgden hun reis naar hun huis in de Randstad en ik dook in de boeken om te zoeken naar een recept voor de paprika’s. Ik vond iets bij Elizabeth David. In haar boek “Een omelet en een glas wijn”, vertelt ze over een restauranthoudster in het Zuiden van Italië wiens specialiteit ingemaakte paprika’s waren. Deze vrouw, Mafalda, serveerde de ingemaakte paprika’s als antipasto. De repen paprika besprenkeld met wat olijfolie en bestrooid met peterselie en gehakte knoflook. Dat leek me wel wat! Elizabeth David houdt vervolgens een heel verhaal over hoe rijp en vlezig de paprika’s moeten zijn als je ze op deze manier inmaakt. Het is nu zo’n beetje de tijd. Koop hiervoor geen supermarkt paprika’s. Koop zoals Gerrie deed en flinke zak vol op de markt. Vaak een beetje vreemd van vorm en overrijp, die zijn het beste (en bovendien nog goedkoop ook).

paprika's

Paprika’s dus, gele of rode, als ze maar mooi vlezig en goed rijp zijn. Verder heb je wat zout nodig, een paar blaadjes basilicum en een paar goed afsluitbare potten met een schroefdeksel. Oja, en Engelengeduld!

Prik de paprika op een lange vork of klem ze tussen een tang en rooster ze vervolgens helemaal zwart. Dat kan op een gaspit, je kunt ze ook op de bbq leggen. Ze moeten echt helemaal zwartgeblakerd zijn. Als de paprika’s afgekoeld zijn peuter je de zwarte schil eraf.
paprika's
Dat is echt een heel vervelend karweitje. Je bent er wel even mee bezig. Er mag echt helemaal geen zwart velletje meer te zien zijn.
Spoel dan de ontvelde paprika’s goed af onder stromend water en verwijder de zaden en zaadlijsten.
paprika's
Snijd de paprika’s in smalle repen van ongeveer 1 1/2 cm breed en leg de repen in schone potten. Ik gebuikte jampotjes van 250 ml inhoud. Ik had geen andere. Elizabeth David raadt aan om potten van een halve liter te gebruiken. Als de potten geopend zijn is de inhoud niet heel lang meer houdbaar. Daarom leek mij de keus voor 250 ml potjes niet slecht.
paprika's

Vul de potten goed af met de repen paprika en leg in elke pot een paar blaadjes basilicum. Voeg per pot een theelepel zout toe (voor 250 ml potten, gebruik je halve liters potten doe er dan twee theelepels zout bij. Sluit de potten en zet ze in een pan met water die groot genoeg is zodat de potten helemaal onder water staan. Breng het water aan de kook en laat het 15 minuten koken. Je kunt de ingemaakte paprika’s volgens David bewaren tot de volgende zomer.

Het is even werken, maar dan héb je ook wat!

© ellen.

 

De Argonne… (vakantieherinneringen).

vakantie zomer2013 St Menehould

We zwierven een paar dagen over de slagvelden van de Argonne, die vriendelijke Franse graanschuur tussen de Champagne en de Bourgogne. Nagenoeg de hele Eerste Wereldoorlog lag het front daar stil. Er liep een scheidslijn door de Argonne, men groef zich in. Vier jaar frontlinie, vier jaar loopgraven. Duitse loopgraven, Franse loopgraven… Soms slechts enkele tientallen meters van elkaar verwijderd.

We sjokten door de mansdiepe greppels. Het was er vredig, het was er warm. Maar het was er ook lemig. En je hoefde geen ziener te zijn om je voor te kunnen stellen hoe, bij de minste regenval, de hele zaak veranderde in een dikke brijige ondergrond waarin je wegzakte tot je enkels. Waar je geen tien stappen kon zetten zonder uit te glijden en met je snufferd in de pap te vallen.

En dan die onderkomens. Te klein om in te leven, maar nét te ruim om definitief in te creperen. Gestrekt slapen was niet mogelijk. Met geluk was er een houten brits waarop je in foetushouding even kon liggen. Meestal sliep je zittend. Het eten werd van achter het front aangevoerd. Zelf koken was geen optie; geen plaats, geen voorraad.  En stokte de aanvoer dan at je maar niet, soms dágen niet… Hemelwater verziekte je leven, drinkwater moest je vaak ontberen. Jezelf of je kleding wassen, jezelf scheren, je kon het vergeten. Je verspilde geen drinkwater…

De Eerste Wereldoorlog was ondanks de moderne methoden om grootschalig te vernietigen nog steeds een standenoorlog. Aan het oostelijk front, maar nauwelijks minder aan het westelijke. Je had het kanonnenvoer, het Duitse, het Engelse, het Belgische, het Franse proletariaat. Én je had de elite. Dat waren de Pruisische Junkers, de Britse Opperclass, de Franse Noblesse. Zij bepaalden voor een belangrijk deel het verloop van de oorlog, vaak tegen beter weten in. Je ziet het nu, honderd jaar na de wereldramp, nog terug.

vakantie zomer2013 St MenehouldKroonprins Wilhelm van Duitsland (niet de Keizer dus..) had de leiding over het 5e leger. En dat corps lag in de Argonne. En aangezien het front stabiel was (lees: onbeweeglijk vast lag!) werd er een commandopost gebouwd. Niet een loopgraaf, zelf niet een luxe. Nee, men bouwde een betonnen onderkomen, omringd door nog een aantal van die bunkers voor staf en gasten. Ver genoeg van het directe geweld, dat dan weer wel. En aangezien het om een Troonpretendent ging maakte men er iets moois van. Mét erkertje, mét open haardje; verschil moest er blijven! Wilhelm heeft er nauwelijks gebruik van gemaakt, hij was op andere plaatsen met andere zaken bezig. Maar niet met oorlog.

Het was Clausewitz (een Pruisische militair en wetenschapper) die het duidelijk verwoordde: Oorlog is een voortzetting van politiek met andere middelen. Het resultaat lezer, zal  altijd hetzelfde zijn…vakantie zomer2013 St Menehould

© Ellen-Paul

 

 

Eten en geweten… Dilemma op je bordje

AGV, maar toch...
Ik stond vandaag in de super voor het rek met eieren en ik wist het echt niet meer… Welk ei komt nou van een kip die echt een fatsoenlijk leven gehad heeft? Vrije uitloop, Scharrel, Rondeel, Maisscharrel, Polderkip… en ga zo maar door. Ik weet het echt niet meer! Ik probeer zo goed mogelijk inkopen te doen. Let op afstanden, Foodmiles, diervriendelijke teelt; maar wat is juist? De sperzieboontjes uit Nederland smaakten vorige week niet echt. Slap, flauw. Ik las dat de boontjes uit Kenia, ja juist: kilometers foodmiles, heel milieuvriendelijk geteeld worden én dat de telers in Kenia er ook een goed bestaan aan over houden…

Nou dan maar eens boontjes uit Kenia gekocht. Ze zagen er bovendien prachtig uit. Erbij biologische krieltjes (uit Nederland). Ik zou ze in de schil even voorkoken en dan bakken. Om de maaltijd compleet te maken een karbonaadje van de Sumiranboerderij, dan weet ik in ieder geval zeker dat het varken een goed leven heeft gehad en fatsoenlijk voer gegeten heeft! Zelf gezien!

Conclusie van deze weldoordachte maaltijd: het vlees was prima (overigens gebakken in geklaarde Belgische boerderijboter), de boontjes waren flauw van smaak en de aardappeltjes smaakten nergens naar.

Hoe kan het toch dat smaken steeds meer vervlakken? Tomaten smaken waterig, perziken zijn knoer-hard en zurig, peren zijn vooral melig… ga zo maar door!

Ja natuurlijk, het is wel mogelijk om fatsoenlijk eten te bemachtigen maar dan ben je echt een dag bezig om de noodzakelijke boodschappen bij elkaar te zoeken.

Ik ben de afgelopen weken misschien wel erg verwend; in Luxemburg vind ik, gewoon in de Supermarché, precies wat ik wens: mooi rijp fruit, biologisch vlees, alle soorten kip ( met een fatsoenlijke achtergrond, d.w.z. een vrij leven, goed voer enzovoorts), eieren waarvan ik zeker weet dat de kippen een goed leven hebben gehad en goed voer aten (hoe-en-wat staat duidelijk op de verpakking).  Duur? Ja, dat dan weer wel. Maar dat wisten we al, als je echt lekker en verantwoord wilt eten hangt daar doorgaans ook een prijskaartje aan!

Soms denk ik wel eens “Waarom pikken we dit, waarom zeggen we niet met z’n allen dat onze Supermarkten de boom in kunnen met hun slechte, smakeloze producten.

En de specialisten? In ons dorp Gemert is nog één echte slager, één bakkerij en twee bakkers die hun brood aangeleverd krijgen, en één groentehandelaar. De kleine middenstand is al jaren geleden ‘genekt’ door de vijf grote supermarkten,  Vreemd genoeg zijn er zeker 8 kappers in ons dorp! Het is maar waar je je prioriteiten legt!

© ellen

 

Zelfgemaakte spinazieravioli

zelfgemaakte spinaziepasta
Het was een rommelig weekje, ik moest werken op mijn vrije dagen en had vrij op een dag dat ik normaal werk. Ik werkte ook een halve dag en dan blijven er van die rare tussenuren over, te kort om echt iets te ondernemen, te lang om helemaal niets te doen. Meestal experimenteer ik dan maar wat in de keuken. Zo maakte ik woensdag maar weer eens zelf pasta. Ik vind dat altijd een prettig klusje waar je lekker bij kan wegdromen. Heel onthaastend! Ik wilde dit keer ook groene pasta en gebruikte spinazie om de pasta te kleuren en extra smaak te geven. Met de vulling van ravioli kun je eindeloos variëren; verschillende soorten kaas, vlees of vis. alles is mogelijk. Dit keer maakte ik een vegetarische vulling  met spinazie, ricotta en Parmezaanse kaas. Erbij een saus met pittige gorgonzola.

Voor de pasta;

  • 300 gram pastameel
  • een snuifje zout
  • drie eieren (bewaar één eiwit om de ravioli mee vast te plakken).
  • 2 eetlepels spinazie, even geblancheerd. Heel goed uit laten lekken  en dan heel fijn hakken.

Kneed eierdooiers, zout, spinazie  en pastameel door elkaar tot je een mooie deegbal hebt en laat die even rusten onder folie. Verwerk/kneed het deeg dan verder in de pastamachine of rol het met de hand uit tot een mooie dunne lap.

  • Maak de vulling van:
  • 250 gram spinazie
  • 200 gram ricotta
  • 2 eidooiers
  • 150 gram vers geraspte Parmezaanse kaas
  • wat zout, peper en nootmuskaat

De spinazie even blancheren in kokend water en goed uit laten lekken. Druk het vocht er zoveel mogelijk uit en hak de spinazie fijn. Meng dan alle ingrediënten tot een zalvige massa.

  • en voor de saus;
  • 1 sjalot zeer fijngesnipperd
  • 1 klein klontje boter
  • scheutje witte wijn
  • 100 gram gorgonzola
  • een flinke scheut room
  • vers gehakte platte peterselie
Verwarm de boter en laat daarin de sjalotjes even uitzweten. Blus af met de witte wijn en laat inkoken. Giet er de room bij en breng langzaam aan de kook. Brokkel de gorgonzola in de room en laat de kaas smelten. Breng de saus verder op smaak met peper, en eventueel wat zout. Kook de saus nog even wat in en strooi er wat vers gehakte platte peterselie over.

Maak pastadeeg en steek er rondjes uit met een doorsnee van 7 centimeter. Leg op ieder plakje deeg een lepeltje van de vulling. Bestrijk de randen met losgeklopt eiwit, en leg er een rondje deeg op. Druk de randen goed aan en leg de ravioli op een schone doek.

zelfgemaakte spinaziepasta

Kook de ravioli in ruim water ongeveer 5 minuten. Ze zijn gaar als ze boven drijven! Schep ze met een schuimspaan uit de pan en leg ze op voorverwarmde borden. Giet er wat van de saus over en dien snel op.

Geef vooraf een mooie groene salade met tomaatjes.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Linzen “di Castelluccio di Norcia”…

linzen uit Castelluccio di Norcia

De laatste opruimronde in onze kelder verstoorde de natuurlijke ordening der dingen. De kelder ziet er netjes uit, daar niet van, maar voor een deel is niet meer te achterhalen welke spullen wanneer werden aangeschaft, repectievelijk via welke gulle gever de zaken in de kelder belandden. Ik houd het erop dat deze linzen tot ons kwamen via Ans en Alex, meegebracht van een Italiëreis.

Lenticchia di Castelluccio di Norcia, zo luidt de volledige naam. Linzen uit het gebied van Castelluccio, een kerkdorp van de gemeente Norcia in Umbrië, op de grens met de Marken.

De linzen genieten een geografische herkomstbenaming. Dat betekent ook dat er voorwaarden zijn gesteld aan de productie en verwerking. Ze worden geoogst in augustus, maar pas eind september te koop aangeboden. De linzen worden traditioneel geteelt. Sommige internetbronnen vermelden dat de teelt biologisch zou zijn. Ik heb daar geen aanwijzingen voor gevonden.

Wel vonden we een overdaad aan lofbetuigingen voor de Lenticchia di Catelluccio di Norcia. Intussen kunnen we die uit eigen bevinding bevestigen. We vonden deze peulvruchtjes zelfs lekkerder dan de door ons zo gewaardeerde linzen uit Puy. Ze smaken romig, lijkt het wel…

Vanavond aten we die wonderlinzen. Ik beschrijf in grote lijnen hoe we ze klaar maakten. De receptuur is afgestemd op twee personen. Maak je meer dan moet je wat rommelen met hoeveelheden ingrediënten. Maar wees gerust lezer, het wijst zichzelf.

  • 150 gram linzen,
  • spek in dunne reepjes,
  • 2 uien,
  • 1 teen knoflook,
  • 8 kerstomaatjes,
  • peterselie, laurier, tijm,
  • peper en zout.

Spoel en was de linzen in water. Zet ze vervolgens op in een pan met koud water, samen met een ui, de peterselie, de laurier en de tijm en breng het geheel aan de kook. Laat de linzen een klein halfuur zachtjes koken. Kontroleer of ze gaar genoeg zijn (let op dat ze niet te zacht worden). Giet de linzen af in een zeef en verwijder de kruiden en de ui.

Bak in een ruime pan het spek (voeg als het spek erg mager is wat olijfolie toe). Wanneer het mooi bruin is haal je het uit de pan. In het achtergebleven vet bak je de tweede ui, die je in ringen hebt gesneden, en de fijngehakte knoflook. Wanneer ui en knoflook mooi glazig zijn voeg je de gehalveerde kerstomaatjes toe. Laat alles een paar minuten zachtjes stoven. Schep eventueel een teveel aan spekvet uit de pan. Stort daarna de linzen in de pan en verwarm het geheel. De spekjes erdoor en het gerecht kan op tafel.

Dit recept is natuurlijk te maken met elke soort linzen, zelfs met die uit blik. Maar doe jezelf een onvergetelijk plezier lezer, en ga achter die linzen uit Castelluccio aan. Je hebt dan iets onvergetelijks.

Wij aten er een stukje varkensgebraad bij, meer hoefde het niet te zijn.

Kop espresso toe.

linzen_right

© paul

Wim Keizers…

carnaval zondag

Een zonovergoten nazomerdag was het. Een koele bries maakte de dag acceptabel. We namen gisteren afscheid van Wim.

Wim bezweek vorige week alsnog aan de Grote Sloper, na lang en moedig weerstand te hebben geboden. Al was de afloop van de strijd vooraf bekend, het eind kwam toch aan als een verpletterende dreun, en het kwam te snel. Wim was zesenvijftig jaar oud.

We liepen de deur niet plat bij elkaar, maar bijna twintig jaar waren we overburen van Wim en Mirjam. Een praatje op de stoep of op de hoek van de straat, de notoire groet, nu en dan een bezoek, een enkele keer wederzijds op feest. Drie schattige meisjes hadden ze, we zagen ze opgroeien tot de vrouwen die ze nu zijn.

Wim laat een gapend gat achter, hoe kan het anders. Zijn opgewektheid, zijn gulle lach, zijn altijd-vriendelijkheid, zijn weergaloos gevoel voor humor. Er zat geen spat kwaad in die man. Iedereen, maar dan ook iedereen, werd na weer een slopende Carnavalsnacht op de eieren genodigd. Het halve dorp maakte er gebruik van…

Wim trommelde. Bij het Jachthoorn- en Trompetterkorps sloeg hij aanvankelijk de grote trom. Maar verder timmerde hij op alles wat geluid maakte; Mirjam en de kids werden er soms hoorndol van. Op deze web site verscheen steevast op Carnavalszondag een plaatje van Wim. Mét trom en Trompetterkorps. Een aantal jaren op rij…

Onze droefenis valt in het niets vergeleken bij het verdriet van Mirjam, de Kinderen en al die andere familie, vrienden en vriendinnen die dichter bij Wim stonden. Woorden van troost schieten altijd tekort, maar we leven met jullie mee..

Liefs, Ellen en Paul…

Vreemde marinade…

marinade grafsteen Hond Max

Tja, dit lijkt wel… Raad maar eens beste lezer…
In een degelijke pan… het zou zomaar een goed stuk vlees kunnen zijn, dat zou je ook verwachten hier op deze site…
Niets van dit alles; in mijn pan ligt vandaag een monumentje voor Hond Max! Gekker moet het niet worden zal je zeggen, maar laat het mij even uitleggen: De Kids van Eupotours waren tijdens onze gezamenlijke vakantie in Luxemburg nog diep onder de indruk van het overlijden van Hond Max. Zij wilden graag iets moois maken voor op het graf van Max. Ze zochten een mooie steen uit en zijn vervolgens een dag bezig geweest om de naam, geboorte- en sterfdatum van Hond Max op de steen te beitelen. Er kwam ook nog een mooie bloem bij en een lamskarbonaadje (dat vond hij lekker..)
monumentje voor Hond Max

We bewaarden de stenen (het zijn er twee geworden; één met datum en één met versiering, zorgvuldig. We zoeken een passend moment op de stenen op het grafje te plaatsen. Vriend Hennie, beeldhouwer, kwam ook nog even langs tijdens de vakantie en bewonderde de stenen. Volgens vriend Hennie moesten de stenen een nachtje in de karnemelk om de porositeit tegen te gaan. Weersomstandigheden hebben dan minder invloed op de steen en de inscripties zullen minder snel verweren.

…vandaar deze vreemde marinade…

© ellen.

Pruimenchutney

jam en chutney

Ik schreef net al over de frambozenjam op de camping, thuisgekomen kreeg ik van Marleen blauwe pruimen uit hun boomgaard. Daar maakte ik dus ook weer een paar potten jam van. Vandaag hadden we wel zin in een wandeling en plukten meteen hier en daar wat bramen; precies 1250 gram bramen. Goed voor 6 potjes jam. Lekker, dat wel, maar eigenlijk eten wij zelden jam… Nou ja, een aardig cadeautje om weg te geven. Toen ik met de bramenjam bezig was zei Paul dat er ook nog wat pruimen in de koelkast lagen. “kan je die er niet bij doen? Of maak er nog eens van die lekkere chutney van zoals we vroeger wel deden.” Een goed idee, chutney eten we zelf wel graag en deze smaakt prima bij winterse grove zelfgebakken paté.

Je kunt deze chutney beter niet in een wijde jampan maken, het kookt dan te snel in en de massa wordt te dik. Neem een gewone roestvrijstalen pan met deksel.

 

  • 3 1/2 dl ciderazijn
  • 500 gram bruine basterdsuiker
  • 1 theelepel mosterdpoeder
  • 1/2 theelepel gemalen kaneel
  • 1/2 theelepel zout
  • 1/2 theelepel chilipoeder
  • 125 gram pruimen, de pitten verwijderen en in stukjes snijden
  • 500 gram appels, geschild en zonder klokhuis, fijngehakt
  • 150 gram rozijnen
  • 175 gram uien, fijngehakt
  • 250 gram tomaten, fijngehakt

Meng de azijn met de suiker en de kruiden en verhit het mengsel tot het kookpunt. Doe er de appels, tomaten, uien, pruimen en rozijnen bij en breng opnieuw aan de kook. kook de chutney, steeds roerend met een houten lepel. Als de vloeistof teveel verdampt kun je een deksel op de pan leggen. Na ongeveer 30 minuten heeft de chutney de juiste dikte. Schep het in warme schone potten en sluit ze direct af.

Lekker bij paté maar ook bij geroosterd varkensvlees.

© ellen.

Jam, jam, jam…

jam
Ik geloof dat ik nog nooit in één zomer zoveel jam gemaakt heb als dit jaar. Het begon al tijdens onze vakantie in Luxemburg. Waar een paar jaar geleden het grote beukenbos helemaal omwaaide tijdens een storm, groeien nu allemaal andere planten en struiken. Omdat er nu veel licht op deze plek is staat het er vol met frambozenstruiken. Dit jaar konden we er voor het eerst een flinke vergiet vol wilde frambozen oogsten. Daar moet natuurlijk meteen iets mee gedaan worden, dus snel potjes gekocht en suiker en hup in de bloedhete caravan frambozenjam gemaakt. Met geleisuiker; 1250 gram vruchten en 500 gram geleisuiker aan de kook brengen. 2 minuten flink doorkoken en klaar. De kids hielpen mee de potjes vullen en hebben ook prachtige etiketten gemaakt.

frambozenjam,koken op de camping

Best leuk werk zo op vakantie… ventilator erbij en het was goed te doen…
We hadden eigenlijk ook teveel aardbeien gekocht op de markt maar net niet genoeg voor een pan jam. Ik deed er een perzik bij en een paar abrikozen tot het gewicht samen 1250 gram was en dat leverde ook nog een paar potten jam op.

frambozenjam

© ellen.