De mars naar het einde van de Wereld; het slot…

IMG-20140704-WA0000
30-06-2014. De etappe ging van Logoso naar Finisterre, 30 kilometer.

Bewerking van het laatste stukje van Ans…
Ans schrijft (min of meer):

Voor de laatste keer werden we om 06.00 uur gewekt door het alarm van de wekker. Veel van de dagelijkse dingen van de afgelopen drie maanden doen we vandaag voor het laatst. Het geeft een dubbel gevoel, maar uiteindelijk zijn we heel tevreden.

Evenals de laatste twee dagen hebben we ook deze dag heerlijk gewandeld. De route trekt door een heerlijke vriendelijke omgeving en het is rustig op de Camino. Het landschap verandert weer; de dennenbomen zijn lager, het is rotsachtiger en we komen minder dorpjes tegen. We lopen de hele dag door open natuur. Op enig moment menen we de zee te zien…

Er staat een man aan het pad, onder een zeil want het regent een beetje. Hij verkoopt koffie, thee en snuisterijen. Het is een welkome ontmoeting, want na enige uren wandelen zijn we toe aan een verversing. Met elke kilometer neemt de behoefte aan sterke koffie substantieel toe. En nee zegt de man, dat wat jullie menen te zien is niet de zee…
IMG-20140630-WA0008

We hebben dus nog een aantal uren te gaan. Onderweg proberen we overal om verbinding te krijgen met het thuisfront, maar er is nergens een WIFI.

Om 04.00 uur lopen we moe maar voldaan Finisterre binnen. We halen gelijk maar ons diploma op, want ja, ook de Korte Camino van Santiago naar Finisterre lopen wordt beloond met een officieel document.

We duiken een café in en onder het genot van een glas Overwinningsbier keuvelen we na over die lange, lange tocht. Als snel gaat het gekeuvel over in een emotionele bespiegeling over drie enerverende en geweldige maanden. En eindelijk kan er gejankt worden…

En nog is de tocht niet over. De laatste drie kilometer van het plaatsje Finisterre naar het puntje van het Einde van de Wereld moeten nog geslecht worden. Op naar kilometerpaal NUL.

Broer Theo komt ons te gemoed, hij loopt de laatste drie kilometers mee. Het begint te miezeren, maar niets kan nu de pret nog drukken. Dan, op de plaats van de eindbestemming, staat Marianne ons op te wachten met Champagne. En alles voelt geweldig…
IMG-20140627-WA0003

De rugzakken liggen al in het bagagevak van de camper. Het voelt heel vreemd aan om de laatste kilometers te hebben gelopen. Het is volbracht, maar écht beseffen doen we het nog niet.

We zien je binnenkort lezer, onze thuisreis neemt een aanvang…

Groet en liefs, JAns Lopez.

 

Mierlose Zwarte…

kersen Ik werd door een leugenachtige middenstander onder valse voorwendselen naar Mierlo gelokt. Een half uur in de auto, bij tropische temperaturen. Mijn Oude Schicht bezat geen airco en met de ramen open waaiden de haren van mijn kruin.

Nee, het beloofde artikel had de Krentenweger niet, maar of ik misschien iets anders wilde proberen? Nee, ik wilde niks anders proberen. En ik liep met een kwaaie kop de deur uit…

Op de terugweg, nog voordat ik aan het eind van de bebouwde kom was, zag ik het bordje staan: Kersen € 4,–.
“Mierlose Zwarten”, schoot het door mijn hoofd. Ik stopte meteen, mijn sjacherijn verdween als sneeuw voor de zon.
Half ruraal Nederland mag dan aanspraak maken op de titel, ik ken maar één Kersendorp. En dat is Mierlo! (Voor mijn streekgenoten: de Udense Zwarte is niets anders dan een Mierlose Zwarte met een andere naam…)
Ik volgde de pijl die wees naar het zandpad langs een arbeiderswoning. Op de achteruit stonden een stuk of zeven hoogstam-kerselaars. Ik wilde al aankloppen bij het schuurtje, maar ik werd door een vriendelijke bromstem gesommeerd om door te lopen naar de bomen. Toen pas zag ik de man en vrouw, op houten ladders bezig met kersen afhalen.
Als ik wilde kopen, dan klauterde de kwieke zestiger wel even naar omlaag, zo gaf hij me te verstaan. Ik liet de man naar beneden komen. Ik sprak het woord kersen uit in mijn eigen dialect. De man moest lachen: “Gij bent nie van hier!” En Mielose Zwarten? Nee, daar kon hij me nog niet aan helpen.
“Kijk, hier hangen ze,” zei hij, “proef maar eens.” En hij plukte wat en stak me een handje kersen toe. Ze smaakten voortreffelijk. Honingzoet met een heel fijn zuurtje op de achtergrond en ze oogden diep karmijnrood.
“Nog een dag of vijf in de volle zon, dan zijn ze pas écht zwart.” zei de man, “voor die tijd verkoop ik ze niet…”
Wel kon ik Late Meikersen krijgen, die moesten er nu af. Het was het type kersen dat ook wel morellen wordt genoemd, of krieken. Prachtig donker rood-bruin. Klein van vorm, maar zoeter dan zoet en vol van smaak. Met de hand gelezen, er zat niet één fout exemplaar bij. En natuurlijk kocht ik…
Onderweg snoepte ik volop van het fruit, en bij thuiskomst zaten mijn handen onder de paarse vlekken. Dat was me geloof ik al in geen vijftig jaar meer overkomen.
En in Mierlo bidt het Kersenechtpaar elke avond een rozenhoedje. Dat er toch in godesnaam de komende dagen géén regen mag vallen. “Want dan zijn ze naar de klote, beste man…”
© paul
*Dit is een bewerking van een artikel uit 2010.

De mars naar het einde van de Wereld, etappe 2…

IMG-20140630-WA0006
29-06-2014. De etappe ging van Negreira naar Logoso, 36 kilometer.

Deze voorlaatste dag laat ik Ans zelf aan het woord. Ans schrijft:

Gisterenavond met Peter een pelgrimsmaal gebruikt en met hem een laatste drankje gedronken. Gezellig.

Vanmorgen vroeg uit de veren en na een simpel ontbijtje op pad. Hele mooie route door bossen en over onverharde paden. Heuvel op en heuvel af. Niet de meest makkelijke paden, maar wel erg mooi. Veel dennenbossen en eucalyptusbomen, ruikt lekker. Grote veehouderijen en maisvelden. Ook kleine dorpjes met keuterboeren.
IMG-20140630-WA0003

Het weer is wisselvallig en soms moet de regencape aan. Onderweg enkele onbekende medepelgrims ontmoet. Een lekkere bocadillo omelet gegeten en bikkelen maar. De omgeving verandert, meer stenen en rotsen, ook weer meer vergezichten.

In Olveiroa besloten we om nog vier kilometer verder te lopen naar Logoso, het ging goed en het scheelt morgen een uur.

In Logoso een bed geboekt in een herberg genaamd O’ Logoso, heel prima. Ons Peregrinabiertje gedronken, kei lekker. Daarna een restaurant opgezocht, een stukje verder, en een heerlijk pelgrimsmaal gegeten. Gezellig nog wat zitten buurten met Belgen en een Duitse jongen.
IMG-20140629-WA0000

Voetbal kunnen we niet zien, want ze hebben geen abonnement of zoiets. Jan houdt ons van thuis uit op de hoogte van de stand. In onze herberg nog een overwinningsbiertje gedronken en dan gauw naar bed. De laatste nacht met z’n tweeën in een herberg!!!! Wel vreemd allemaal, maar het voelt goed. Morgen Finisterre…

Wordt vervolgd…

(© paul)

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Melk is vurrukkulluk…

Een grote, zware en witte M, geplaatst in een rond blauw vlak. Eenieder die de jaren vijftig en zestig een klein beetje bewust heeft meegemaakt herkent het onmiddellijk. Melk! Een beeldmerk, sterk als een zeesleper. En associaties met: Joris Driepinter, Melkbrigadiertjes, mouwinsignes, schoolmelk en de slogan: “Ach moet het, drie glazen melk per dag dat doet het!” (Wij zijn altijd een volk van dichters geweest…)

Het affiche, hier afgebeeld, herinner ik me evenwel niet. En dat, terwijl het toch wonderschoon is. Eenvoudig, maar effectief. Ontworpen in de grafische traditie van Sandberg en Bruna. En hoogst modern. Josef Horsman maakte het in 1965. Ik weet verder niks van de man. Ik houd me aanbevolen voor welke informatie dan ook!

Wel weet ik iets over dat vreemde rode woord dat van het papier knalt. Het leven is vurrukkulluk heet de roman van Remco Campert uit 1961. Het boek is een fraaie beschrijving van het levensgevoel van jongeren in die dagen en werd een groot succes. Dit affiche wil op dat succes meeliften door het typerende woordje “vurrukkulluk”.

Na publicatie van de roman kreeg Campert veel aanbiedingen van reclamebureaus. Hij zegt daar zelf over: “Dat had iets verleidelijks, omdat er ontzettend veel geld omging in die wereld. Maar ik dacht: als ik dat doe, ben ik reddeloos verloren. Godzijdank heb ik het niet gedaan, al heb ik het woord “vurrukkulluk” kunnen verkopen. Voor driehonderd gulden, aan de Nederlandse Melkactie. Belachelijk mee opgelicht natuurlijk.” Pas later, in de jaren negentig, verkocht Campert de hele zin aan Brands Bieren. Er verscheen een televisiespotje dat eindigde met: “Het leven is vurrukkulluk.”

Ik heb voor dit artikeltje fors gecopiëerd uit de bronnen van Geheugen van Nederland. Klik even door naar hun site voor nog een paar juweeltjes.

© paul

 

De mars naar het einde van de Wereld, etappe 1…

IMG-20140628-WA0007
28-06-2014. De etape ging van Santiago de Compostella naar Negreira, 22 kilometer.

Er zijn een aantal Camino’s, pelgrimswegen, die naar Santiago de Compostella leiden. Er is er maar één die vertrekt vanuit die stad. Het is de korte camino naar Cabo Finisterre, het eind van de wereld…

De naam is een afgeleide van het Latijnse Finis Terrae wat letterlijk vertaald Eind van de Wereld oplevert. Zo dachten de Romeinen, die ook dit deel van de wereld koloniseerden, erover. Ze waren overtuigd van het feit dat de westelijke wereld tot aan het einde van dit schiereiland reikte en niet verder.

Er bestaan verschillende verklaringen voor het feit dat de tocht naar Finisterre het sluitstuk vormt van de Camino de Santiago. Het zou kunnen zijn dat Cabo Finisterre (Cabo Fisterra in het Galicisch) de plaats was die de Kelten Ara Solis noemden. Een plaats waar ze hun heidense zonnencultus bedreven, en die in latere tijden werd omgebogen tot een christelijke rite. Een andere reden was mogelijk de aanname dat op deze plaats de vermoorde Jacubus aan land werd gebracht door zijn dicipelen, in het jaar 44 na Christus. Of misschien wilden de pelgrims gewoon de zee zien, ze waren van zover gekomen en dit was waarschijnlijk de enige mogelijkheid in hun leven om de overweldigingen van de oceaan te ondergaan…
IMG-20140628-WA0004Enfin, hoe het ook zij, voor onze pelgrims was deze zaterdag weer gewoon een werkdag. Om 07.00 uur ging de wekker en terwijl de wandelaars bezig waren met hun ochtendrituelen maakte Theo een ontbijt met brood, eieren en sterke koffie. Het had de hele nacht geregend.

Bij het vertrek vanaf de camping viel het hemelwater met bakken uit de lucht. De cape moest aan, want tijd om te wachten op het einde van de buien was er niet. Met openbaar vervoer (de bus van 08.00 uur) vertrokken Ans en Jan naar de kathedraal om vanaf die plek de tocht naar Finisterre op te pakken.

De wandelaars liepen nog binnen de stadsgrens van Santiago toen het ophield met regenen. De lucht brak niet echt open, maar het was droog bij een aangename temperatuur. De dag ontpopte zich als een prima wandeldag.

De etappe trok door eucaliptusbossen die nog nadropen van de regenbuien. De omgeving oogde groen en fris, de wandelaars waanden zich weer in de relatieve rust van Frankrijk. Er waren niet veel pelgrims op de route zodat er niet voortdurend olá, olá gescandeerd behoefde te worden, het was heerlijk rustig en lekker wandelen.

De bewegwijzering was goed, maar voor de rest diende alles weer zelf opgelost te worden. Slaapplaats vinden, maaltijden ook, aantekeningen maken voor het dagboek, plaatsnamen noteren, enfin… In feite ging alles zijn gewone gangetje, alsof er in het geheel geen Santiago de Compostella was gepasseerd.
IMG-20140628-WA0005

Na 22 kilometer besloten Ans en Jan dat het mooi was geweest. Wilden ze verder trekken dan leek de kans niet denkbeeldig dat ze Peter aus Hamburg zouden mislopen.

Met Peter aus Hamburg liepen de wandelaars in Frankrijk een tijdje samen. Zes weken geleden zagen de pelgrims elkaar voor het laatst. Peter nam een andere route. Hij was intussen al in Finisterre geweest en liep nu een pad richting Portugal waar hij bij Carlos uit Porto op bezoek zou gaan. De gelegenheid voor Ans, Jan en Peter om elkaar nog eenmaal gedag te zeggen was te mooi om te laten schieten. Voor de nacht was er geboekt bij een particuliere herberg.

Intussen verkenden Marianne en Theo de Atlantische kust en zwierven de komende dag wat rond in de buurt. Telefonisch werd het contact onderhouden.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Gebakken mosseltjes…

gebakken mosselen

Laatst merkte iemand op dat ze het zo vervelend vindt dat ze altijd met mosselen blijft zitten na een maaltijd. Vervelend? Ik vind het jammer dat ik er meestal géén overhoud. Want overgebleven mosseltjes staan garant voor een smakelijke lunch de volgende dag. De hele ochtend loop ik me er dan op te verheugen. En heb ik ze gegeten dan kan mijn middag niet meer stuk…

Haal na de mosselmaatijd de overgebleven beestjes uit de schelpen en zet ze in de koelkast. Ze blijven een paar dagen goed. Voordat je ze gaat klaarmaken bestuif je ze met bloem. Verhit dan olie of boter in een koekenpan en laat de mosseltjes snel bruin worden. Temper het vuur en laat ze nog wat pruttelen tot ze ook van binnen warm zijn. Gewoon eentje proeven en je hebt een graatmeter. Een likje mayonaise erbij is prima. En ook al is het midden op de dag, drink er een koel glas witte wijn bij.

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, rustdag…

jacobus
27-06-2014. Santiago, rondje om de Kathedraal.

Een Hipster denk je dan, een hipster op de Gay Pride.  Baardje, kèk hoedje, namaakborstjes, sjieke jurk, romeinse sandalen, ontbloot been… Hij wordt begeleid door een Voetbal-engeltje; oranje sjerp, rood-wit-blauwe vleugeltjes. Die gast van Donders heeft zijn best gedaan om die twee figuren een beetje leuk te kleden. Denk je dan…

Maar niets is minder waar: dit is Jacobus de Meerdere, in Spanje Santiago genaamd. Van de honderden afbeeldingen die ik de afgelopen maanden van de Heilige bekeken heb is dit verreweg de vreemdste. Ik heb mijn stinkende best gedaan om uit te zoeken hoe het zit met dat ontbloot been, ik vind het nergens terug, ook niet op enige andere afbeelding; wie het weet mag het zeggen, graag zelfs. Ellen denkt overigens dat links van de man een kleine mol zit. Hoe vaak ik haar ook vertel dat het een hondje is en dat Jacobus vaak met die metgezel wordt afgebeeld, ze gelooft me niet. (Een mol heeft geen zichtbare oren Ellen!)

Deze Jacobus staat te pronken in de Kerk van de Witte Maagd in het plaatsje Agoncillo. Op 31 mei stapten Ans en Jan aan hem voorbij. Ze bezaten die dag zoveel energie dat ze kozen voor een verdere halteplaats. Hadden ze dat niet gedaan en zouden ze, naar het oorspronkelijk plan, een slaapplaats geboekt hebben in Agoncillo dan was de kans groot dat ze deze Santiago in levenden lijve zouden ontmoeten. Enfin, dat is geschiedenis…

De legende: Jacobus de Meerdere was een apostel in het gevolg van Jesus Christus. Na de dood van Christus vertrok Jacobus naar het Iberisch schiereiland om er te prediken voor de heidenen. In het jaar 40 na Christus echter verscheen hem de Moedermaagd en ze beval Jacobus om zijn werk voort te zetten in Judea. Jacobus gehoorzaamde en predikte 4 jaren in het Heilig Land, rondtrekkend als pelgrim, tot hij werd gearresteerd en ter dood gebracht door Herodes. Volgelingen brachten het lichaam dan weer naar Spanje, waar het op een geheime plaats werd begraven. Het graf raakte in vergetelheid en pas in de 8e eeuw werd het terug gevonden. Een geheimzinnige ster duidde de plaats aan. Over het graf werd een kapel gebouwd, later een kerk, en nog later een kathedraal, de Kathedraal van Santiago de Compostella.
IMG-20140628-WA0002

Jacobus wordt in Spanje ook vaak te paard afgebeeld. Hij heet dan Santiago Matamoros. Volgens de legende was Koning Ramiro I van Asturië in het jaar 844 in een oorlog gewikkeld met een Morenleger, Ramiro was aan de verliezende hand. Daar verscheen plots een onbekende ruiter op het slagveld. Hij stortte zich doldriest in het gevecht en keerde het tij. De onbekende ruiter bleek niemand anders te zijn dan Jacobus de Meerdere, die daarna de Morendoder werd genoemd.

Er doen nog talloze legenden de ronde, allemaal verhalen waarin Jacobus een wonderbaarlijke rol speelt. In Spanje is Jacobus ongekend populair. Een keur aan kerken, basilieken en kathedralen is aan hem gewijd, de hele pelgrimsweg ook. Jacobus is patroonheilige van Spanje. Ook een hele trits van beroepsgroepen koos hem tot patroon. De hoedenmakers, de kousenmakers en de dierenartsen, om er maar een paar te noemen. En natuurlijk is Jacobus de beschermer van de pelgrims.

Spreekt men over Jacobus dan bedoelt men nagenoeg altijd Jacobus de Meerdere. Er bestaat ook een Jacobus de Mindere, dat was een broer van Jezus Christus; hij speelt in de Katholieke Kerk een bijrol.

In de Kathedraal van Compostella draait alles om Jacobus de Meerdere. Hij wordt er op allerhande manieren afgebeeld en in de crypte onder de kathedraal bewaart men het reliekschrijn.

Ans en Jan bezochten de pelgrimsmis in de kathedraal. En ze hadden geluk, want juist tijdens deze dienst liet men de Botafumeiro zwaaien. De eerste keer dat ik dat zag was in een documentaire over de schrijver Cees Nooteboom; hij leidde de kijkers door de kathedraal en het ritueel met het wierookvat werd breed uitgemeten. Ik wist niet wat me overkwam. Ans en Jan zagen de ceremonie dus in het echt. Maar wil jij het meemaken lezer, dan zul je het moeten doen met het Youtubefilmpje Botafumeiro.

 

Het was een echte vakantiedag voor Ans en Jan. Ze sliepen uit, deden een wasje en ontbeten met Marianne en Theo. Eindelijk at men weer eens iets anders dan de boterham met jam; het werd die ochtend gebakken eieren met spek…

Dan vertrokken de wandelaars met het openbaar vervoer naar het hart van de stad. Informatie over de tocht naar de Atlantische kust moest worden opgehaald, het was snel gebeurd. Vervolgens ontplooide zich een dag van rondlummelen, een beetje cultuur doen en een aantal terassen bezoeken. En in de vroege avond dan die pelgrimsmis in de kathedraal.

Bij de dienst troffen de wandelaars een aantal medepelgrims, volk dat op een of andere manier de afgelopen maanden een rol in hun leven had gespeeld. Er viel een hoop te delen, maar ook ging men elkaar verlaten. Dat was emotioneel en heel hartverwarmend schrijft Ans.

Na afloop namen Ans en Jan de bus terug naar de camping waar de maaltijd werd gebruikt met Marianne en Theo. Men ging wéér te laat naar bed.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Tartaar van nieuwe haring met wat rode biet en appel

tartaar van nieuwe haring, biet en appel
Dit was een hele stille zaterdag, voor ons doen tenminste… De Jongste Bediende en Marleen zijn een weekendje weg met hun wandelvrienden ( hoewel, zag ik daar de auto van onze eigen Bediende al om acht uur bij de Super geparkeerd staan? Wandelen, pff, hij wel!) Ook Het Kind en Andy hadden andere bezigheden vandaag. Alleen de Keizer van Monera kwam even langs en klaagde zijn leed. Die stilte kwam ons wel evengoed uit. Paul werkt nog een paar nachtjes en dan is het wel fijn om op te staan in een rustig huis. Samen met Vriend Jan genoten we in alle rust van de zaterdagmaaltijd; mooi glas bier voor Jan, koffie voor Paul en een hapje voor ons drieën… Ondertussen konden we zo eens bespreken wanneer de wandelaars weer in ons dorp arriveren, of we dan een vlag uithangen of een paar ballonnen opblazen, of… Nou ja, misschien lezen ze wel mee. Ik verklap niks!

Vriend Jan is gek op haring; maatjes, oude, nieuwe, met of zonder uitjes, maakt niet uit. Een haringtartaartje voor Jan vandaag.

  • Voor drie personen:
  • 3 haringen
  • 3 sneetjes Brabants roggenbrood
  • 2 gekookte bietjes, heel fijn snijden. Beleg het roggenbrood met een passend plakje biet, de rest heel fijn hakken
  • 1 appel, schillen. Snijd drie heel dunne plakjes uit het midden van de appel en de rest zeer fijn snijden. (besprenkel met citroensap om verkleuren te voorkomen)
  • 1 kleine sjalot, heel fijngesneden
  • wat zwarte peper
  • 2 eetlepels crème fraiche
  • kneepje citroensap

Het is wel handig als je van die metalen ringen hebt om een ‘taartje in op te bouwen, heb je die niet dan snijd je het brood en de bietjes ongeveer gelijk en stapel je de tartaar erop. Heb je wel van die mooie ringen dan gaat het als volgt:

Stans met de ring een mooi rond plakje uit het roggenbrood. Snijd de bietjes in hele dunne plakjes en bekleed daarmee het brood. Maak vervolgens de tartaar: verwijder het staartje van de haring (hond Jaros is er gek op) en hak de vis in piepkleine stukjes. Hak ook de rest van de bietjes en de appel in heel kleine stukjes. Meng in een kom de haring, bietjes, appel, sjalot met wat citroensap en de crème fraiche. Een beetje zwarte peper uit de molen erover en proef. Misschien wil je wat meer peper of wat meer citroensap.

Schep dan de tartaar in de ringen op het brood en de plakjes biet. Licht aandrukken, de ringen verwijderen en garneren met een dun plakje appel.

© ellen.

 

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 90: Grande Finale…

IMG-20140627-WA0000
26-06-2014. De etappe ging van Pedrouzo naar Santiago de Compostella! 20 kilometer.

Boven dit artikel over de laatste etappe had natuurlijk een kopfoto moeten prijken van de pelgrims terwijl ze aankwamen bij de Kathedraal van Santiago de Compostella. Toch heb ik besloten om te openen met wéér een Jacobsschelp, Ellen wees me op de symbolische inhoud van het plaatje.

Al die schelpen die ik de afgelopen maanden als illustratie gebruikte, hadden natuurlijk een symbolische waarde, zelfs de grashark van Saint Sever, en ze waren me allemaal lief. Maar deze hier oogde speciaal. In tegenstelling tot al die andere Jacobsschelpen was hij volmaakt rond, een gesloten cirkel. De afbeelding toonde een voorafspiegeling van wat er deze dag ging gebeuren. Een cirkel werd gesloten, een reis kwam ten einde, een taak was volbracht. Ans en Jan arriveerden in Santiago…
IMG-20140627-WA0001

De schoenen zijn gestrikt, de herberg wordt verlaten, de stad is nog in diepe slaap, een snel ontbijt en de laatste etappe neemt een aanvang. Iets degelijks schreef Ans die ochtend in alle vroegte bij de eerste foto die ze naar het thuisfront stuurde.

Er waren 20 kilometers te gaan, het weer was prima en het lopen kostte geen enkele moeite. Regelmatig werd er gestopt bij uitspanningen en terrassen, overal trof men goede vrienden en vage bekenden. Een klein feestje van herkenning. Maar uiteindelijk liepen Ans en Jan de route getweeën, daar stonden ze op. Dit was hun zaak, ze hadden er verder niemand bij nodig…

Ans zegt: Toen we het bord Santiago zagen gaf dit ons een “doel bereikt” gevoel. Yes, gehaald!  We realiseerden ons ook dat de lange weg naar Santiago ons eigenlijke doel was geweest. Dat onbeschrijfelijk goed gevoel is nauwelijks te verwoorden. We voelen ons rijk en gelukkig…

Bij het Internationaal Jacobsgenoodschap moest dan het diploma worden opgehaald. Het was er druk, het kostte twee uren wachttijd in een lange rij pelgrims. Het goede aan dat wachten was wel het hernieuwde contact met de talloze pelgrims die de afgelopen maanden regelmatig het pad kruisten. Een hartelijk weerzien, afgewisseld met de melancholie van het afscheid en een gedeeld gevoel van samen iets belangrijkst te hebben bereikt. En het was goed zo…

Ook bezochten Ans en Jan het Nederlands Jacobsgenoodschap. Daar kregen ze te horen dat ze nummer 917 en 918 waren van de Nederlandse pelgrims die sinds mei 2014 in Santiago aankwamen. Evenwel sprak het Genoodschap met gepaste trots haar waardering uit over de prestatie van onze wandelaars. Want geloof maar niet dat er veel pelgrims waren die de tocht écht helemaal, en dan ook nog eens in één ruk, hadden gemaakt.

Hierna zochten de wandelaars Marianne en Theo op, om samen dan de Kathedraal te gaan bekijken. Ze zouden er nog een paar maal terug komen.

En toen moest er natuurlijk gefeest worden. Het overwinningsbier dronk men in een eufore stemming en aansluitend werd het pelgrimsmaal genoten. Vervolgens vertrokken de pelgrims met Marianne en Theo naar de camping. De kampeerbus was berekend op zes personen en daarin zou de komende dagen worden gelogeerd. We sliepen zonder snurkers schrijft JAns Lopez…
IMG-20140627-WA0003

Ik schreef het je al eerder lezer, de wandelaars bedachten zich met een toegift, ze lopen de drie dagmarsen tot aan de Atlantische Oceaan. We zullen er verslag van blijven doen, dus ik geef je een goede reden om de komende dagen het Ministerie te blijven bezoeken. Er was so-wie-so geen reden om het Ministerie niét te bezoeken…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Zandmossel…

mosselen

Ik leerde er vandaag een woord bij: verwaterpercelen. Het heeft van doen met mosselkweek en -vangst.

Het gaat allemaal ongeveer zo: de mosselkweker annex mosselvisser zet mosselzaad uit op de door hem gepachte gronden. Na twee jaar is de mossel groot genoeg om te worden geoogst. Via de veiling wordt de mossel verkocht aan de mosselhandelaar. Die laat zijn gekochte partij uitzetten op de verwaterpercelen en daar blijven de mosselen ongeveer een week. Dat verblijf op de verwaterpercelen dient ertoe de mossel kans te bieden zich schoon te spoelen. Na die week worden de mosselen opgehaald, met de hand gesorteerd en verpakt in zakken of de overbekende plastic bakken.

Wanneer je dus mosselen koopt mag je er eigenlijk vanuit gaan dat ze schoon zijn, en dat is ook zo (baarden hebben ze tegenwoordig ook nauwelijks). Toch blijf ik ze altijd één voor één nakijken. Het is niet veel werk en je kunt er een hoop ellende mee voorkomen. Met duim en wijsvinger probeer je de twee schelpen van de mossel van elkaar te drukken. Lukt dat dan heb je een dood beest of schelpen gevuld met zand. Je gooit de schelpen weg. Het gebeurt eigenlijk nooit dat ik een dode mossel tref. Zandmosselen, met slik of modder gevulde schelpjes, willen er nog wel eens bij zitten. Zoek je ze er van tevoren niet uit dan verpest je je maaltje. Bij het omscheppen tijdens de kook verspreid je het zand over de schone mosselen. Tandgeknars is je deel. Het resterend kookvocht zal nooit meer soep worden dankzij de vervuiling. Vandeweek onderschepte ik weer zo’n zandmossel, net op tijd…

.© paul