27-06-2014. Santiago, rondje om de Kathedraal.
Een Hipster denk je dan, een hipster op de Gay Pride. Baardje, kèk hoedje, namaakborstjes, sjieke jurk, romeinse sandalen, ontbloot been… Hij wordt begeleid door een Voetbal-engeltje; oranje sjerp, rood-wit-blauwe vleugeltjes. Die gast van Donders heeft zijn best gedaan om die twee figuren een beetje leuk te kleden. Denk je dan…
Maar niets is minder waar: dit is Jacobus de Meerdere, in Spanje Santiago genaamd. Van de honderden afbeeldingen die ik de afgelopen maanden van de Heilige bekeken heb is dit verreweg de vreemdste. Ik heb mijn stinkende best gedaan om uit te zoeken hoe het zit met dat ontbloot been, ik vind het nergens terug, ook niet op enige andere afbeelding; wie het weet mag het zeggen, graag zelfs. Ellen denkt overigens dat links van de man een kleine mol zit. Hoe vaak ik haar ook vertel dat het een hondje is en dat Jacobus vaak met die metgezel wordt afgebeeld, ze gelooft me niet. (Een mol heeft geen zichtbare oren Ellen!)
Deze Jacobus staat te pronken in de Kerk van de Witte Maagd in het plaatsje Agoncillo. Op 31 mei stapten Ans en Jan aan hem voorbij. Ze bezaten die dag zoveel energie dat ze kozen voor een verdere halteplaats. Hadden ze dat niet gedaan en zouden ze, naar het oorspronkelijk plan, een slaapplaats geboekt hebben in Agoncillo dan was de kans groot dat ze deze Santiago in levenden lijve zouden ontmoeten. Enfin, dat is geschiedenis…
De legende: Jacobus de Meerdere was een apostel in het gevolg van Jesus Christus. Na de dood van Christus vertrok Jacobus naar het Iberisch schiereiland om er te prediken voor de heidenen. In het jaar 40 na Christus echter verscheen hem de Moedermaagd en ze beval Jacobus om zijn werk voort te zetten in Judea. Jacobus gehoorzaamde en predikte 4 jaren in het Heilig Land, rondtrekkend als pelgrim, tot hij werd gearresteerd en ter dood gebracht door Herodes. Volgelingen brachten het lichaam dan weer naar Spanje, waar het op een geheime plaats werd begraven. Het graf raakte in vergetelheid en pas in de 8e eeuw werd het terug gevonden. Een geheimzinnige ster duidde de plaats aan. Over het graf werd een kapel gebouwd, later een kerk, en nog later een kathedraal, de Kathedraal van Santiago de Compostella.
Jacobus wordt in Spanje ook vaak te paard afgebeeld. Hij heet dan Santiago Matamoros. Volgens de legende was Koning Ramiro I van Asturië in het jaar 844 in een oorlog gewikkeld met een Morenleger, Ramiro was aan de verliezende hand. Daar verscheen plots een onbekende ruiter op het slagveld. Hij stortte zich doldriest in het gevecht en keerde het tij. De onbekende ruiter bleek niemand anders te zijn dan Jacobus de Meerdere, die daarna de Morendoder werd genoemd.
Er doen nog talloze legenden de ronde, allemaal verhalen waarin Jacobus een wonderbaarlijke rol speelt. In Spanje is Jacobus ongekend populair. Een keur aan kerken, basilieken en kathedralen is aan hem gewijd, de hele pelgrimsweg ook. Jacobus is patroonheilige van Spanje. Ook een hele trits van beroepsgroepen koos hem tot patroon. De hoedenmakers, de kousenmakers en de dierenartsen, om er maar een paar te noemen. En natuurlijk is Jacobus de beschermer van de pelgrims.
Spreekt men over Jacobus dan bedoelt men nagenoeg altijd Jacobus de Meerdere. Er bestaat ook een Jacobus de Mindere, dat was een broer van Jezus Christus; hij speelt in de Katholieke Kerk een bijrol.
In de Kathedraal van Compostella draait alles om Jacobus de Meerdere. Hij wordt er op allerhande manieren afgebeeld en in de crypte onder de kathedraal bewaart men het reliekschrijn.
Ans en Jan bezochten de pelgrimsmis in de kathedraal. En ze hadden geluk, want juist tijdens deze dienst liet men de Botafumeiro zwaaien. De eerste keer dat ik dat zag was in een documentaire over de schrijver Cees Nooteboom; hij leidde de kijkers door de kathedraal en het ritueel met het wierookvat werd breed uitgemeten. Ik wist niet wat me overkwam. Ans en Jan zagen de ceremonie dus in het echt. Maar wil jij het meemaken lezer, dan zul je het moeten doen met het Youtubefilmpje Botafumeiro.
Het was een echte vakantiedag voor Ans en Jan. Ze sliepen uit, deden een wasje en ontbeten met Marianne en Theo. Eindelijk at men weer eens iets anders dan de boterham met jam; het werd die ochtend gebakken eieren met spek…
Dan vertrokken de wandelaars met het openbaar vervoer naar het hart van de stad. Informatie over de tocht naar de Atlantische kust moest worden opgehaald, het was snel gebeurd. Vervolgens ontplooide zich een dag van rondlummelen, een beetje cultuur doen en een aantal terassen bezoeken. En in de vroege avond dan die pelgrimsmis in de kathedraal.
Bij de dienst troffen de wandelaars een aantal medepelgrims, volk dat op een of andere manier de afgelopen maanden een rol in hun leven had gespeeld. Er viel een hoop te delen, maar ook ging men elkaar verlaten. Dat was emotioneel en heel hartverwarmend schrijft Ans.
Na afloop namen Ans en Jan de bus terug naar de camping waar de maaltijd werd gebruikt met Marianne en Theo. Men ging wéér te laat naar bed.
© paul
Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>
Lieve Ans en Jan,
van harte gefeliciteerd met het bereiken van Santiago! Super zoals jullie dat gedaan hebben met elkaar en een bijzondere ervaring in het leven. En ja dan nog even door naar Finisterre om de tocht te voltooien. Het wordt straks nog echt afkicken om die beentjes niet meer zo intensief te gebruiken en te genieten van de vrijheid.
Lieve Paul en Ellen,
Hartelijk dank voor jullie mooie verhalen!!!
Dat is ook hard werken geweest. Jullie hebben ook een geweldige prestatie geleverd! Heel speciaal dat jullie dat hebben gedaan.
Tot gauw ziens allemaal en fijn als we jullie weer een knuffel kunnen geven.
Groetjes Hélène
De afgebeelde heilige met ontbloot been is Rochus (1293-1327) hij tilt zijn onderkleed op, om een vlek op zijn dij te tonen, waar de pest zich gewoonlijk openbaart.
Hij reisde door Europa zich wijdend aan het bijstaan van de pestlijder, van wie hij de beschermheilige is.
Hij wordt vergezeld van inderdaad zijn hond, hij kan de schelp dragen, insigne van de pelgrim, een engel waakt over hem.
Hij verdeelt zijn rijkdom onder de armen en staat dus de zieken bij in het gasthuis.
In 1485 werden Rochus’ overblijfselen naar Venetië overgebracht, waar men de Scuola di San Rocco stichtte, een broederschap die onder het patronaat van de heilige zorgde voor de zieken.
Uit: Hall’s Iconografisch handboek