Perentaart met amandelspijs voor een nepverjaardag

IMG_8638

Jop had iets te vieren gisteren, een nepfeestje, zei hij zelf. Dat zit zo; gisteren ging Jop voor de laatste keer naar zijn groepje op de peuterspeelzaal. Volgende week mag hij naar de kleutergroep van de échte school. Op 13 februari wordt Jop vier jaar en hij mag dus iets eerder naar de grote school. Gisteren vierde hij samen met zijn juffen en de peuters alvast zijn verjaardag en zijn afscheid van de peutergroep. Een plechtig moment, zo jong en dan al afscheid nemen… Nou ja, ook bij een nepfeestje hoort een mooie papieren kroon, traktaties voor de peuters en dan thuis maar een taart. Elke reden om een taart te bakken is er één! Ik bakte een perentaart met amandelspijs. Een klein taartje ditmaal. Ik maak het deeg altijd in een wat grotere hoeveelheid, genoeg voor twee grote bodems van 30 cm, of één grote een twee kleine van 21 cm. Het deeg dat ik niet meteen gebruik vries ik in. Dat gaat prima en je kunt snel een taartje maken met dit ‘kant-en-klaar-deeg’.

  • Fonceerdeeg:
  • 250 gram basterdsuiker
  • 250 gram boter een half ei
  • 500 gram patent bloem
  • snuifje zout
  • 2 eetlepels 
  • 10 gram bakpoeder

Meng de zachte boter, de basterdsuiker, het zout , het ei en het water.
Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor.
Laat het deeg voor gebruik enige uren rusten in de koelkast. Vries het deeg dat je niet gebruikt verpakt in folie in.

Perentaart doorsnee 21 cm

  • 250 gram fonceerdeeg
  • 100 gram amandelspijs
  • 1 ei
  • 125 ml  crème fraîche
  • eventueel een eetlepel rum
  • 2 handperen
  • abrikozenjam/moes

Verwarm de oven voor op 200 graden. Rol het fonceerdeeg uit tot 2mm dikte en bekleed er een ingevette vlaaipan van 24 cm mee. Meng de amandelspijs en het losgeklopte ei. Werk er de crème fraîche door en de rum en roer tot een glad mengsel. Giet het mengsel op het deeg in de vorm. Schil de peren, snij het klokhuis eruit. Leg helften/kwarten peer in een cirkel in de taartvorm, bolle kant omhoog. Bak de taart 30 minuten in de voorverwarmde oven. Bestrijk de afgekoelde taart met warme abrikozenjam/moes.

Lekker met een kopje espresso!

© ellen.

Kabeljauw met bruine boter en kappertjes

IMG_8609

Joël, één van onze vrienden in het Luxemburgse dorpje waar ons huisje staat, is een echte visser. Hij vist in de buurt van het dorp in vijvers en snelstromende riviertjes op forel en brengt vele uren aan de waterkant door. Zo’n vispartijtje wordt altijd afgesloten met een hapje en vooral veel drankjes met zijn vissersmaten. Wij mogen, als we toevallig in het dorp zijn, altijd delen in de vangst. Prachtige zalmforellen weet Joël te vangen, heerliijk om te grillen of te pocheren. Voor Joël en zijn vrouw Nicole  geen toestanden in Benidorm, Blankenberge of Kreta; zij geven niets om vakanties. Nicole is het liefste gewoon thuis in haar eigen dorpje en Joël vindt dat best. Maar een paar keer per jaar gaat hij even verderop vissen. Niet in kleine Luxemburgse riviertjes maar in open water, in de zee… “Ha, das Mer, Hellen, das ist so schön, da vergess’ ich all meine Sorgen” .

Joël en een paar vrienden huren dan een kleine vissersboot met kapitein en gaan écht vissen ergens in de open wateren voor Denemarken. Ze vissen op Noordse kabeljauw. Dat vissen gaat een paar dagen zeer gedisciplineerd, de vangst wordt schoongemaakt, geproportioneerd, verpakt en ingevroren. Dan breekt het grote feest los en drinken de vissers tot ze geen vis of drank  meer kunnen zien…

Ik heb Joël meerdere malen thuis zien komen na zo’n festijn: total loss, dodelijk vermoeid, maar ook helemaal voldaan met zijn vangst. Hij drinkt dan nog een glaasje, samen met zijn Nicole en gaat dan zijn roes uitslapen… Nicole schikt dan de pakjes kabeljauw in de diepvries, voor later, voor hun eigen gezin, voor de familie, voor vrienden…

En zo kregen wij dit najaar geen forel maar echte kabeljauw. Vier mooie dikke filets van de staart, mét vel, ontgraat. Supervers. 

  • Twee mooie gefileerde stukken kabeljauw met vel
  • een flinke klont boter
  • peper en zout
  • twee eetlepels kappertjes
  • 2 ansjovisjes, fijngeplet
  • sap van een halve citroen

Wrijf de kabeljauwfilets in met peper en grof zout. Smelt de helft van de boter in een passende pan en bak de filets op de velkant ongeveer 4 minuten aan. Draai filets dan voorzichtig om en bak nog 1 minuut. Houd de filets warm en laat de rest van de boter even bruinen. Voeg ansjovisfilets en kappertjes toe en laat alles even doorwarmen. Breng verder op smaak met peper en eventueel zout. Giet de bruine botersaus over de vis. 

Wij aten er een stamppotje bij van aardappelen en rucola.

Kopje espresso toe.

© ellen. 

Rillettes van gerookte makreel

Rilette, Rilete, Rillettes: Karin, je weet wel, van ‘Koken zonder pakjes en zakjes’ legt hier haarfijn uit hoe Rillettes geschreven dient te worden; met dubbel ll, dubbel tt en een s tot slot. Goed dan hoeven we daarover dus geen discussie te voeren. Maar wat is het nu eigenlijk?

Rillettes van gerookte makreel...

Johannes van Dam schreef er het volgende over: Rillettes is een uitgesproken boerengerecht uit Frankrijk, het meest van varkensvlees, maar, afhankelijk van de streek, ook van gans, konijn, eend of zelfs kip. Het woord komt uit Touraine, van rille, wat in de middeleeuwen een strip spek betekende.  Het is altijd in veel vet- varkensvet, maar ook wel ganzenvet- gesmoord vlees dat tot dunne draden wordt getrokken in het vet en dat dan, met het vet tot een smeuïge massa mag stollen die je gebruikt als broodbeleg of hoe het je pleziert. Er zijn ook varianten met dikke stukken vlees en zelfs met foie gras erdoor. Daar is het idee van verwerking van moeilijk anders te gebruiken delen van varkens verdwenen en heeft de invalshoek van lekkerbek het overgenomen.

Och, wie wel eens in Frankrijk komt kent ze wel, die potjes bij de plaatselijke slager of van de betere supermarché met rillettes van eend, konijn, varken of wat dan ook. Wij mogen graag een paar van die potjes mee naar huis nemen. Ik heb ze eigenlijk nog nooit zelfgemaakt. Gewoon nooit aan gedacht, tot ik bij het programma Dagelijkse kost met de Belgische Chef Jeroen Meus een recept voorbij zag komen voor rilette van gerookte makreel, oei, Jeroen; Rillettes dus! Heel toevallig had ik een mooie gerookte makreel en ook nog een potje met eendenvet, overgebleven van de confit de canard. 

  • 200 gram gefileerde gerookte makreel
  • 75 gram ganzen- of eendenvet
  • een bosje bieslook, fijngehakt
  • sap van 1/2 citroen
  • peper en zout
  • wat cayennepeper
  • een glazen pot om het smeersel in te bewaren
Rillettes van gerookte makreel...

Doe de stukken makreel met het citroensap en de bieslook in de keukenmachine en laat die zachtjes even draaien. Als je geen keukenmachine hebt kan je de makreel ook met twee vorken uit elkaar trekken en fijnprakken. Gebruik géén staafmixer, dan wordt de massa te fijn. Er moet nog wat structuur overblijven. Smelt intussen het vet op een laag vuur tot het vloeibaar genoeg is om te mengen. Giet het vet bij de makreel en meng nog even goed door. Proef en breng verder op smaak met peper, zout en een snuifje cayennepeper. Schep de rillettes in een glazen pot en laat ze in de koelkast opstijven. Smeer de rillettes op mooie sneden wit brood. Het brood even roosteren is lekker.

Hierbij geen espresso, een glas witte wijn is prima!

© ellen.


Kerstkoekjes; walnotenkoekjes…

IMG_8359

Ieder jaar zo rond eind november krijg ik van de Duitse site Essen und Trinken recepten voor Weihnachtsplätzchen in mijn mailbox. Echte kerstkoekjes in allerlei maten en soorten. Ik bakte al eerder kerstkoekjes
met deze recepten, er staan er verschillende op onze site. Ik kreeg dit jaar van een aantal vrienden zakken met walnoten, het is kennelijk een zeer goed notenjaar. Het recept voor deze walnotenkoekjes kwam dus goed van pas.

  • voor ongeveer 50 koekjes
  • 250 gram walnoten, gedopt
  • 300 gram bloem
  • 1,5 theelepel bakpoeder
  • 1 vanillepeul
  • wat geraspte nootmuskaat
  • 250 gram zachte boter
  • 100 gram poedersuiker
  • 1 mespuntje zout
  • rodebessengelei

100 gram walnoten grof hakken en 50 gram in de keukenmachine fijnmalen. Meng dat door de bloem, de rest van de walnoten is voor de garnering. Dan het merg uit de vanillepeul schrapen en in een kom samen met met de nootmuskaat, boter, poedersuiker met de kneedhaken van de handmixer mengen. De bloem toevoegen en alles tot een mooi deeg kneden. Het werkvlak met bloem bestuiven en daarop het deeg kort met de hand tot een bal kneden. Vorm dan twee rollen deeg van ongeveer 35 cm lang en laat die in folie in de koelkast 30 minuten rusten.

IMG_8368

Verwarm intussen de oven voor op 180 graden (hete lucht 160 graden). Snijd van de deegrollen kleine plakjes van 1 cm en vorm die tot balletjes. Leg de deegballetjes op een bakplaat en druk daarin een halve walnoot. Tip  wat bessengelei op de koekjes en bak ze in de voorverwarmde oven in 12 minuten gaar.

Je kunt de koekjes in blikken trommels tussen lagen bakpapier bewaren. Ze blijven dan ongeveer 6 weken houdbaar, tenminste dat zegt het recept. Hier blijven ze nooit zolang liggen. Zes dagen is al lang!

Lekker met een kopje espresso!

Meer recepten voor kerstkoekjes; tik in het zoekvenster op de site kerstkoekjes

© ellen.

Stoofpotje van wildzwijn

Stoofpot van wildzwijn...

We waren een paar dagen in Luxemburg. Ons huisje moest nog winterklaar worden gemaakt. Door alle verjaardagen en feestjes kwam het er maar niet van maar vorige week vonden we toch eindelijk een paar dagen tijd… We keken niet naar het weerbericht en vertrokken donderdagmorgen. Een waterig zonnetje scheen nog even tot we bij het huisje arriveerden. Daarna begon het te regenen en dat hield niet meer op! Nou ja, daar kan je je heel druk over maken, je kunt er van balen of je kunt je er bij neerleggen. We hadden een paar mooie boeken bij ons, kaarsjes aan en alvast het Weihnachtsoratorium in de cd speler zorgden voor een lekker knus sfeertje. Laat het dan maar regenen! Natuurlijk moesten we er zo af en toe even uit, Hond Jaros leest niet en wilde ook wel wat vermaakt worden maar na telkens een drijfnat rondje door het dorp had ook Hond Jaros vrede met zijn verblijf in het warme huisje. Een andere bron voor vermaak in Luxemburg zijn voor ons toch altijd nog de grote supermarkten; tijdens superhete zomers lekker koel en bij slecht weer lekker warm. We komen er altijd wel iemand tegen die we kennen om een praatje mee te maken en het aanbod, nou ja, niet te beschrijven… Zeker nu zo rond de feestdagen pakt men uit. Super de luxe producten, delicatessen waarvoor wij in Nederland naar hele speciale winkels in de grote steden moeten liggen hier gewoon in het schap. Rekken vol met alle soorten foie gras van kleine stukjes tot kiloverpakkingen, al dan niet Bio en diervriendelijk. Flessen wijn waar je een maandsalaris voor neer moet tellen, in alle gangen stands met luxe cadeauartikelen, het kan niet op. Ook wij lieten ons verleiden tot wat lekkernijen, een kwartelpootje, een paar cocquilles, een lekker taartje van Namur en alles wat nodig is om een winterse stoofpot klaar te maken. Ik maakte een stoofpot op ‘Italiaanse’ wijze met vlees van wild zwijn. Voor twee personen wat veel, maar de restanten gingen de volgende dag grif op bij de lunch.

  • 400 gram wild zwijn, in grove stukken
  • 1 flinke ui, fijngesneden
  • 2 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 kleine winterwortel, in blokjes
  • wat tijm
  • 1 eetlepel tomatenpuree
  • 5 jeneverbessen
  • 3 kruidnagelen
  • peper en zout
  • een klont boter
  • 1 glas rode wijn

Verhit de boter in een stoofpannetje en braad daarin de stukken vlees rondom bruin aan. Haal het vlees uit de pan en stoof de uien en de knoflook in dezelfde pan. Voeg de stukjes wortel toe en bak ze even mee. Dan de tomatenpuree er bij en ook even meebakken. Blus af met de rode wijn en warm even door. Voeg er dan het vlees bij en de kruiden. Breng verder op smaak met peper en zout en laat zo ongeveer anderhalf uur stoven. De stooftijd is afhankelijk van het soort vlees. 

Spätzle...

Wij aten er rode kool bij en Spätzle. De Spätzle zijn in Luxemburg een geliefde begeleiding van wildschotels. Ik maakte ze niet zelf, we kochten ze bij een goede traiteur. 

Kopje espresso toe.

© ellen.

Tong met grijze garnalen

Tong met garnalen...

Op de zaterdagmarkt in Helmond lagen prachtige zeetongen tegen een redelijke prijs. Ze zijn tijden erg schaars, en dus duur geweest. Ook de viswijzer raadde het kopen van zeetong af. Maar nu er diverse visserijen op Noordzeetong MCS gecertificeerd zijn kunnen we deze tong weer gerust eten. Ook de Hollandse of grijze garnalen worden op dit moment tegen zeer redelijke prijzen aangeboden. Koop ze ongepeld en trek van de schillen die je na het pellen overhoud een mooie bouillon . 

Ik besloot de tong heel klassiek klaar te maken naar een oud recept van Wina Born. Het stond in één van de eerste kookboeken die we kochten. Hoe het boek precies heette weet ik niet meer, ik heb het lang geleden weggedaan omdat de receptuur toch wel erg verouderd was. Ik weet nog dat het gerecht Zandvoortse of Noordwijkse tong heette. Ik herinner me nog dat Mevrouw Born koffieroom in plaats van room gebruikt! Tja, ik lees dat merkwaardige verschijnsel ook terug in het boek van Onno en Charlotte Kleyn “LuiLekkerLand”:

Vanaf de jaren 60 wordt Frankrijk populair als vakantieland. Wina Born, Hugh Jans en verslaggever in den vreemde Jan Brusse bezingen de sfeer en de Franse keuken. Daarin is room een belangrijk ingrediënt, vaak in de vorm van creme fraiche, licht aangezuurde en daardoor dik geworden room. Die is er in Nederland niet. Gek genoeg suggereren receptenschrijvers dikwijls niet om ongezoete slagroom te gebruiken, maar zure room of koffieroom, dat typisch Nederlandse product. Beide roomsoorten bevatten 20 % vet en zijn daarmee ongeschikt voor warme bereidingen, omdat ze zullen schiften.

Room dus in onze saus vandaag en géén koffieroom! En als we dan toch bezig zijn; als er staat boter, bedoel ik ook boter en geen margarine of iets dergelijks.

  • Voor 2 personen
  • 2 Noordzeetongen
  • 500 gram ongepelde grijze of Hollandse garnalen. Zelf pellen en met de schillen een bouillon maken zie de link hierboven
  • een flinke klont boter
  • 1 fijngesneden sjalot
  • 1 glas droge witte wijn
  • bouillon van de schillen
  • 175 ml room
  • peper en zout en een klein kneepje tomatenpuree
  • een beetje bloem.

Maak eerst de Saus: smelt een deel van de boter in een sauspan en smoor daarin de sjalot even zachtjes aan. Blus af met de witte wijn en laat flink inkoken. Voeg eenzelfde hoeveelheid bouillon toe en laat weer inkoken. Doe er dan de room bij en laat nog even inkoken. Breng de saus op smaak met peper, zout en tomatenpuree. Voeg dan de helft van de garnalen toe (de rest kan je gebruiken in de bisque of gewoon lekker opsmullen) en warm de saus nog héél even door.

Kruid de tongen met peper en zout en bestuif ze heel licht met bloem. Verhit de boter in een passende bakpan en bak de tongen aan beide kanten bruin en gaar. Reken ongeveer drie minuten voor elke kant.

Serveer met de saus en een partje citroen.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Zelfgemaakte tomatensoep met Turkse gehakballen

Image

Vorig jaar kreeg ik van Neel een paar tomatenplanten. 
Prima pruimtomaten, lekker vol van smaak.  Ze had ze zelf opgekweekt en had veel teveel plantjes. Ik plantte ze niet in de volle grond maar in potten zodat de planten in de zomervakantie dicht bij het huis in de schaduw konden staan. (ons Kind verzorgd in de vakantie trouw huis en haard, maar de planten schieten er wel eens bij in…) De planten overleefden de vakantie wonderwel en we plukten kilo’s tomaten tot aan de herfstvakantie. Er hingen nog wat groene tomaten die ik gebruikte om chutney mee te maken en daarna vergaten we de planten… Eind november ging wat er nog aan planten over was in de biobak. Punt uit. Maar tot mijn verrassing ontsproot er dit zonnige voorjaar opeens een tomatenplant tussen de stenen, zo ongeveer op de plek waar vorig jaar de potten hebben gestaan. Een Bonusplant noemden we het. De Bonusplant groeide en groeide, prima weer voor tomaten. Helaas was de plant nauwelijks te temmen en zeker niet te ondersteunen met stokken of iets dergelijks. “Gooi toch weg” zei Paul, “die overleeft de zomer niet”. Ik probeerde het toch maar; een bloempot onder de bijna rijpe vruchten en een beetje gammele constructie met een paar stokken… Ach, een bloedhete zomer volgde… Toen we na zes weken thuiskwamen waren veel planten behoorlijk verdroogd in onze tuin en ik had weinig hoop dat die Bonustomaat nog in leven zou zijn. Nou ja, verrassing, de plant was nog groter, springlevend en vol met mooie rode, rijpe tomaten! Tijd voor soep! 

Voor ongeveer twee liter soep: 

  • 1 kilo rijpe pruimtomaten
  • 1 grote sjalot, heel fijn gesneden
  • 2 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 eetlepels tomatenpuree (liefst tripio uit de tube)
  • 300 gram köfte, Turks lamsgehakt met kruiden. Verkrijgbaar bij Turkse slagers. Je kunt ook rundergehakt gebruiken en het zelf kruiden
  • 2 liter groentenbouillon
  • een scheutje olijfolie
  • wat oregano
  • peper en zout

Snijd de tomaten kruislings in en blancheer ze heel even in kokend water. Je kunt er het velletje nu makkelijk afpellen. Snijd de tomaten in kleine stukjes. Verhit de olijfolie in een soeppan en smoor daarin de sjalot en de knoflook zachtjes aan. Voeg de tomatenpuree toe en laat die even meesmoren. Doe er dan de stukjes tomaat bij en laat ze even meesmoren. Voeg dan de bouillon en kruiden toe. Laat de soep 15 minuten zachtjes koken en draai intussen ballen van het gehakt. “Gróóóte ballen Oma, die zijn lekker!” En Jop heeft gelijk; grote ballen moeten er in deze soep! 

Intussen is het half november en ik heb de laatste tomaten geplukt van de Bonusplant. Ze zijn nog niet allemaal rood, maar ik laat de laatste kilo’s rijpen in de vensterbank. Daar kan in nog wel een pannetje soep mee maken!

(Wie goed kijkt ziet een klein Buxusrupsje op een van de tomaten. Buxusrupsen lusten alleen maar Buxus, gelukkig!)

© ellen.

Kip met sinaasappel; een recept uit “Luilekkerland” van Onno en Charlotte Kleyn.

  • Kip met sinaasappel...Altijd leuk als je thuiskomt van vakantie en er liggen pakjes klaar, zeker als één van die pakjes een mooi boek bevat. Ik bestelde vóór we vertrokken het nieuwe boek van Onno en Charlotte Kleyn; Luilekkerland. 400 jaar koken in Nederland. Het boek is tijdens onze vakantie afgeleverd. In de hectiek van het thuiskomen, spullen opbergen, familie en vrienden bezoeken kwam het er niet van om meer dan een vluchtige blik in het boek te werpen. Ik ga het boek lezen en zal er dan een uitgebreide recensie over schrijven. Toen ik het boek opensloeg vielen er twee promotiekaarten uit met aan de ene kant een illustratie uit het boek en op de andere kant een recept. “Kip met sinaasappel”, las ik, “UIT EENEN SEER SCHOONEN ENDE EXCELLENTEN COC-BOEC” (1593). We hadden toevallig al dagen zin in kip  Er was nog niets gepland voor het avondeten deze zondag en we moesten toch nog boodschappen doen, dus besloten we gewoon zonder verdere voorkennis van het boek en de recepten dit gerecht te gaan maken. Sinaasappels waren er nodig en een grote braadkip en wit zuurdesembrood, Port en boter waren nog op voorraad. We vonden bij onze Blauwe XXL grutter een mooie Label Rouge braadkip van 1550 gram, sinaasappels en brood. Ik geef je niet de hele tekst bij het recept. Het boek is zeer de moeite waard om zelf aan te schaffen. Wij volgden gewoon de aanwijzingen van de schrijvers. Kip met sinaasappel...
  • een grote braadkip van meer dan 1,5 kilo (Label Rouge of biologisch)
  • 4 sinaasappels
  • 100 gram boter
  • 50 ml tawny port (liefst 10 year old)
  • 8 stevige sneden wit zuurdesembrood

Verwarm de oven voor op 180 graden. Zout de kip van binnen en van buiten en laat 5 minuten staan. Pel één van de sinaasappels en stop de partjes in de kip samen met een stukje van de schil en de helft van de boter. Smeer met de rest van de boter de buitenkant van de kip in. Leg haar met de borst omhoog in een net passende ovenschaal en zet haar in de oven. Draai na 5 minuten de temperatuur terug naar 160 graden en laat de kip zo 1 uur en 15 minuten braden. Bedruip elke 10 minuten met het braadvocht. Haal de kip uit de oven en houd haar achterover zodat het braadvocht uit de buikholte in de schaal loopt. Leg de kip op een plank, losjes afgedekt met alufolie. Laat haar zeker 20 minuten rusten. Pers intussen de sinaasappels uit. Roer de aanbaksels in de braadschaal los en doe het vocht in een sauspan. Verhit en voeg de port en het sinaasappelsap toe. Kook flink in maar proef af en toe of het niet te zout wordt. Rooster intussen de sneden brood in de nog warme oven en schik ze op een dienschaal. Snijd de kip in stukken en leg ze op het brood. Bekroon met de saus.

Wij waren zeer verrast door deze kip, lekker! Een frisse salade erbij, meer is niet nodig. Gaan we beslist nog eens maken. Natuurlijk was de hoeveelheid veel teveel voor ons tweetjes. De volgende dag maakte ik ragôut van de restanten.

Later beslist meer over dit boek.

Uit het hoofdstuk ‘Vogels’ in: Onno en Charlotte Kleyn, Luilekkerland. 400 jaar koken in Nederland. Gebonden, geïllustreerd, 288 pagina’s. 24,99. ISBN 9789462987395.

© ellen.

Schiaccia con l’uva; druivenbrood

IMG_7162De druivenstruik bij ons Luxemburgse stekje stond er prachtig bij toen we weer naar huis vertrokken maar de druiven waren nog niet rijp. Het is een witte consumptiedruif en altijd vrij laat eetbaar, begin oktober ongeveer. Ik moet zeggen dat we er zelden iets van kunnen oogsten, meestal zijn we er even niet en hebben de vogels alles op vóór we kunnen plukken. Ach, misschien gaat het dit jaar lukken. In het Luxemburgse Tageblat stond deze week een artikel over de wijndruiven aan de Moezel. Het gaat prima met de druiven en men verwacht een excellente oogst! Men verwacht zeker een maand eerder dan normaal te kunnen oogsten. Eind augustus begint men al met de Pinotdruiven, gevolgd door de druiven voor de crèmants de Rivaner en Auxerrois en zoals altijd, lest best de Riesling. Het enige wat er nog kan gebeuren zijn rampzalige hagelbuien. Laten we hopen dat de wijnboeren daarvan verschoond blijven.

Hier thuis hebben we vijf struiken met blauwe consumptiedruiven. Meestal zo rond half september kunnen we daarvan de eerste druiven plukken. Toen we zondag thuiskwamen leken ze al mooi op kleur en na even proeven bleek dat het merendeel al helemaal rijp en zoet is. Ik plukte vanmorgen een vergiet vol en besloot nog maar een keer dat lekkere druivenbrood te maken. Een recept van Antoinette van Italiaans koken met Antoinette. Gebruik hiervoor kleine blauwe druiven, liefst recht van de struiken geplukt. Een vlaaivorm van 30 cm doorsnee. IMG_7154

  • 400 gram bloem 00
  • 7 gram droge gist (1 zakje)
  • 300 ml lauw water
  • 2 eetlepels  + 2 eetlepels olijfolie en een beetje om de vorm in te vetten
  • 1 theelepel zout
  • 800 gram blauwe druiven
  • 100 gram fijne suiker

Los de gist op in 2 eetlepels water en twee eetlepels olie. Zeef de bloem en maak er een kuiltje in. Giet daarin het gistmengsel. Kneed de gist door de bloem en voeg beetje bij beetje water toe tot je een mooi samenhangend deeg hebt. Kneed alles even flink door en zet het deeg dan op een tochtvrije warme plek en laat het ongeveer anderhalf uur rijzen tot je het dubbele volume hebt.

Vet het bakblik goed in en verdeel de helft van het deeg over de bodem. Verdeel de helft van de druiven over het deeg en bestrooi met de helft van de suiker. Leg daarop de tweede helft van het deeg en verdeel de rest van de druiven erover. Bestrooi met de rest van de suiker en druppel er wat olijfolie over. Bak het druivenbrood in een voorverwarmde oven op 180 graden  ongeveer 45 minuten.

Een prima manier om de eerste geoogste druiven te verwerken.

Je kunt het brood warm of koud eten,  lekker met een kopje espresso erbij.

© ellen.

Het Ministerie wordt 13 jaar en telt haar zegeningen…

Crémant Poll Fabaire, Spirit of Schengen, Luxembourg...
Vandaag 13 jaar geleden plaatste Ellen het eerste stukje op wat toen nog een weblog heette, en daarmee was het Ministerie van Eten en Drinken geboren.

Ik las er de oude jubileumstukjes bij eerdere verjaardagen van het Ministerie nog eens op na, en echt lezer, ik heb het allemaal al gezegd. Niet één keer, maar -tig keren. Laat ik me vandaag dan ook maar een beetje beperken, het is te warm om lang in een heet kot achter de computer te zitten.

  • De zegeningen:
  • Op (of rond) 5 augustus 2005 richtte Ellen het Ministerie van Eten en Drinken op. Een weblog (later website) over eten, drinken en andere genoegens. Een paar weken later ben ik mee gaan schrijven.
  • Inmiddels verschenen er in totaal drieduizendzevenhonderdzevenenzeventig (3.777) artikelen, groot en klein. Wisselend van kwaliteit, dat zeker, maar altijd geschreven met de beste intenties.
  • Achttienhonderdzesenzeventig (1876) keer verscheen er een reactie van een lezer onder de artikelen, waarvoor onze oprechte dank. De reacties via Facebook zijn niet meer te tellen…
  • Een goede duizend (1000) lezers weten ons intussen elke dag te bereiken. Dat vinden wij enorm veel en we zijn daar dan ook onwaarschijnlijk trots op.
  • Al het beeldmateriaal komt uit eigen camera(s). Ook wisselend van kwaliteit, maar het wordt almaar beter.
  • De website wordt niet vervuild met commerciële reclames of andersoortige ongein, en dat zal zo blijven, het is een principezaak. Dat wat we goed vinden prijzen we naar eigen inzicht de hemel in, het slechte is zelden de moeite waard om over te schrijven.
  • Wij gaan nog wel een tijdje door lezer, zoveel is zeker…

Enfin, ons feestje vieren we vandaag op de zogenaamde Kermis van Ansembourg. We nodigen een klein select gezelschap uit om met ons een maaltijd te gebruiken bij de Zwitserse kraam. Voortreffelijke kaasfondue en een glas sprankelende wijn. Enfin…

© ellen-paul