Lang leve de “Kitchen Sink”…

wijn en eend 001

Ik vroeg me de hele ochtend al af waarom, bij het zien van de foto, de woorden “kitchen sink” almaar door mijn hoofd dwarrelden. Ik heb zelden de neiging om dingen anders te benoemen dan in de Nederlandse taal, en soms in mijn Brabants dialect. En als ik al eens buitenlands bezig, dan is dat doorgaans het Duits. Ten leste ben ik maar gaan Googelen op “kitchen sink”, en verdorie, ik had het meteen. Het kwam door de Kitchen Sink Press, de uitgeverij waar Robert Crumb zijn werk deels heeft onder gebracht. Gisteren heb ik nog lopen rommelen met een paar van zijn albums, vandaar! Mens, mens, je associeert onbewust toch wat af op een dag…

Enfin, terug naar onze “kitchen sink”. Je begrijpt het waarschijnlijk wel lezer, ik geef hier een demonstratie van het vernietigen van wat eens nobele wijn is geweest. De flessen van Mieke zijn intussen voor het merendeel gekeurd, en meteen maar overgeheveld naar de gootsteen. Van de écht belegen flessen was er niet één nog drinkbaar. Ook die mooie Pinot gris van Boeckel had het helemaal gehad, Je kon achter het bederf nog proeven wat voor een mooie wijn het ooit was. Wat zonde toch.

Ook van de jongere sloeberwijn konden enkele exempels linea recta de gootsteen in. Rest ons nog een fles rode Côtes du Ventoux en de twee zoete Bordeaux’s (Hoe schrijf je het meervoud van Bordeaux?) Aangezien die laatste twee flessen enige overlevingskans hebben bewaar ik ze maar voor een “gelegenheid”. Wie weet…

In the mean time Fowks:

KeepOnTruckin

© Robert Crumb/ Kitchen Sink Press

© paul

In den beginne…

swift

De openingszin van een verhaal, essay of roman is de belangrijkste zin uit het werkstuk, zei ooit Willem Frederik Hermans. Ik geloof hem graag (hoewel?).

Gisterenavond pakte ik een boek uit de kast, ik wilde Ellen iets laten zien of voorlezen. En op de eerste pagina van het eerste essay van die bundel stond: In den beginne was er cornedbeef in blik.

Het is de enige beginregel in de literatuur (die ik ken) die opent met eten of drinken. Hij is geschreven door Joseph Brodsky en kan gevonden worden in de essaybundel Het Verdriet en de Rede (Bezige Bij 1997). Brodsky verhaalt over zijn jeugd tijdens het beleg van Leningrad en de onvermijdelijke hongersnood die daarvan het gevolg was. Tegen het einde van het beleg was daar dan cornedbeef uit Amerika. Van het merk “Swift”. Het moet een hoop Russen het leven hebben gered. Als kind vergaapte hij zich aan het ingenieuze systeem van openen. “Dat sleuteltje waaromheen zich een smal reepje metaal oprolde ter opening van het blik was een openbaring voor een Russisch kind; wij zouden er een mes in gezet hebben.” ( ) “Ik keek destijds met grote ogen hoe mijn moeder het sleuteltje lostrok, het lipje omboog en in de opening van het sleuteltje stak en vervolgens het sleuteltje keer op keer om zijn as draaide, en was verbijsterd.”

Niet alleen voor een Russisch kind was dat wondertje een openbaring, ik herinner me eenzelfde ervaring toen mijn moeder aan de slag was met een blik boterhamworst.

Overigens, mocht de inhoud van de blikken Swift belangrijk zijn voor de inwoners van Leningrad, de blikjes “als object” gingen volgens de herinnering van Brodsky een eigen, tweede leven leiden. Het werden opbergplaatsen voor potloden, spijkers, filmrolletjes. Mettertijd nam hun waarde toe. In het ruilverkeer kon je voor één blikje een Duitse bajonet krijgen, een gesp van een matrozenriem, een vergrootglas.

Ik zocht naar een plaatje van een blik Swift Cornedbeef (het merk bestaat nog steeds), maar ik vond niks bruikbaars. Wel zag ik bovenstaand ding van keramiek. This small narrow slab would have been used to display and slice the Swift’s brand of Corned Beef, aldus het bijschrift van de antikwaar die het object via internet te koop aanbiedt. Het zal wel zo zijn…

Ik draai de verwarming een graadje hoger en ga Brodsky lezen. Het boek ligt nu toch voor me op tafel.

© paul

Eendenborst met rode wijnsaus..

wijn en eend 013

Vandaag is voor Paul een beetje Feierabend, zijn vrije week begint vandaag. Tijd voor een mooi glas wijn en iets lekkers te eten. Die wijn, mijn beste lezer, je hoort er nog van… ik kan alvast wel verklappen dat de experimenten met de flessen van Mieke…nou ja,…Paul zal er nog wel over schrijven denk ik zo…

Dan maar iets lekkers te eten; eendenborst met rode wijnsaus (de rode wijn was gewoon uit onze eigen kelder).

Voor twee personen:

De eendenborst;

  • Een mooie eendenborst, ruim op tijd uit de koeling gehaald
  • zout en peper
  • wat olie

De saus;

  • 1 flinke sjalot, ragfijn gesneden
  • 1 klein klontje boter
  • 1 takje tijm
  • 1 kop bouillon
  • 1 kop rode wijn
  • 1 theelepel appelstroop
  • peper

De sjalot even zachtjes laten bruinen in de boter. Giet er dan de bouillon bij en de tijm. Laat dat inkoken tot zeker de helft van de hoeveelheid. Dan de rode wijn erbij en weer laten inkoken. Zeef de saus nu door een fijne zeef en voeg de appelstroop toe. Laat het geheel nog even inkoken en breng op smaak met wat peper.

Snijd de eendenborst kruislings op het vel in. Wrijf de velkant in met peper en zout en bak (de velkant eerst) mooi bruin in wat olie. Draai het vlees dan voorzichtig om (niet in prikken, gebruik een spatel ofzo) en bak de andere kant. Baktijden zijn moeilijk te zeggen. Dat hangt af van de dikte van het vlees, gewicht enzovoorts. Reken voor een flinke eendenborst ongeveer 10 minuten.

Laat het vlees dan zeker 5 minuten rusten, onder folie of in de warme oven, en snijd het in dunne plakjes. Serveer de plakjes eendenborst met de saus.

Wij aten er vandaag witlof bij en aardapppelpuree en gelukkig was er in ons eigen keldertje nog een mooi flesje wijn.

Kopje espresso toe met een stuk superpure chocolade.

© ellen.

Mosseltjes op zaterdag…

mosselen 011

Op zaterdag, en zeker dan in de late namiddag, verzamelt zich gewoonlijk een bont gezelschap aan onze keukentafel. Dat is traditie, dat is doorgaans aangenaam, het hoort er gewoon bij. Er wordt gedronken, er wordt gebuurt, de week wordt naar behoren afgesloten. Het tijdstip van bezoek maakt het wat ingewikkeld om iets met eten te plannen, of het zij dat het hele gezelschap wordt uitgenodigd om mee te eten.

Maar soms wordt het ook wat veel, al dat volk op zaterdag. We komen nu en dan niet aan onze broodnodige rust toe. Vandaag bonsjoerden we onze gasten dan ook maar op tijd de deur uit. Ellen ging vervolgens met een boek in bad liggen ontspannen. Ik ‘deed’ mijn krantje aan de keukentafel. Tegen de tijd dat Ellen er genoeg van had en aanstalte maakte een afsluitende douche te nemen begon ik aan een razendsnelle maaltijd. We aten mosseltjes.

Klont boter in de pan. In blokjes gesneden wortel, knolselder en prei erbij en even laten fruiten. Dan de mosseltjes op de groenten storten en een flink glas witte wijn toevoegen. De mosselen op een hoog vuur laten garen, tussendoor een keer omscheppen. (Je ziet dan meteen hoelang de mosselen nog moeten.) Er is dan nog nét tijd om zelf mayonaise te maken. Is de mayonaise klaar, dan zijn de mosseltjes dat ook. De hele bereiding, inclusief groente snijden en mosselen nakijken, kostte nog geen kwartier. We dronken een eenvoudige Savignon blanc.

Ik zit intussen op mijn werk, Ellen is met Marleen naar het feest van Maja en Bram. De Jongste Bediende moet vanavond musiceren bij een of andere deftige gelegenheid in het Duitse Recklinghausen.

© paul

Sonnie, de weggelopen roti-pannenkoek

Sonnie, de weggelopen rotipannenkoek

Ik schreef al eerder dat er een flink aantal nieuwe kookboeken in onze brievenbus belandden. Eén ervan is dit prachtige pannenkoekenboek van Diana Dubois. “Sonnie, de weggelopen roti-pannenkoek” is een omdraaiboek. In het ene deel kun je lezen over de avonturen van Sonnie, een rotie-pannenkoek. Draai je het boek om dan kom je bij het receptendeel; Sonnie’s bakboek.

In het eerste deel gaat Sonnie op reis. Van Suriname reist hij helemaal naar Nederland. In het bijna fabelachtige verhaal ontmoet Sonnie onder andere de beroemde spin Anansi, de kraai Karel, de vos Bart en nog veel meer dieren. Eekhoorn Koos vertelt hem dat er een pannenkoekenwedstrijd wordt gehouden in de grote stad en Sonnie besluit dat hij daar naar toe wil. De pannenkoeken die hij aan het einde van zijn reis ontmoet zijn vanuit de hele wereld samengekomen. Galette, Blin, Crespelle, Baghrir en Okonomiyaki, allemaal zijn ze op weg naar de grote wedstrijd. Een mooi verhaal om voor te lezen of, voor de wat oudere kinderen om zelf te lezen.

Draai je het boek om dan kom je in het receptengedeelte, Sonnie’s bakboek voor de hele familie.

Sonnie's recepten

Dit deel opent met een voorwoord van Ronald Giphart. Vervolgens een reisleiding door het receptendeel, tips voor de kleine kok in de keuken en zelfs wat tips voor kleine koks met voedselallergie. Daarna de recepten, allemaal recepten voor pannenkoeken. Ik wist niet dat er zoveel soorten pannenkoeken bestonden! De pannenkoekenrecepten zijn ingedeeld in groepjes. Natuurlijk eerst de roti-pannenkoek en wat recepten met bijgerechten, daarna hoofdstukken met poffers, pannenkoeken, flensjes enzovoorts.

Diana Dubois heeft werkelijk uit heel de wereld pannenkoekenrecepten verzameld. En dat is wat dit boek ook zo bijzonder maakt. We eten allemaal, over heel de wereld pannenkoeken. Maar een kookboek met recepten voor pannenkoeken heb ik nog nooit gezien en al helemaal geen kookboek waar kinderen mee aan de slag kunnen.

Ieder hoofdstuk begint met een stukje geschiedenis een wetenswaardigheden. Zo weet ik nu dat het wereldrecord roti-pannenkoekenbakken op naam staat van de monnik Das uit India. Hij verzorgt samen met de Akshaya Patra Foundation maaltijden voor arme schoolkinderen. Zij bakken elke schooldag in één uur tijd 10.000 roti-pannenkoeken!

Bij elk recept een duidelijk lijstje met wat je klaar moet zetten; een koekenpan, maatbeker, beslagkom enzovoorts. Dan een lijsje met de ingrediënten en dan het recept, mooi en duidelijk omschreven.

Achter in het boek nog een lijstje met maten en gewichten, temperaturen, een lijst met moeilijke woorden en het receptenregister. Waren alle kookboeken maar zo duidelijk!

Heel mooi zijn ook de tekeningen van Diana van Dijk. Snoezige pannenkoekjes met Chinese hoedjes, op Oostenrijkse skies of met een lasso en cowboyhoed, ze zien er allemaal vertederend uit. Een bewuste keuze van Diana Dubois om het boek te illustreren met tekeningen in plaats van, vaak ontmoedigende glossy foto’s van de gerechten. “Mislukt je pannenkoek de eerste keer? Dat is helemaal niet erg. Begin dan gewoon opnieuw. Zo hebben beroemde koks het ook geleerd. Kom mee naar de keuken, bak en proef!”

Ik vind het altijd een beetje vervelend om boeken te verdelen in “kinderboeken” en “boeken voor volwassenen”. Alsof volwassenen geen plezier zouden kunnen beleven aan een kinderboek. Noem je dit een boek voor kinderen, ík heb het in ieder geval met veel plezier gelezen en zal er ook zeker wat recepten uit gaan maken. Kinderen vanaf ongeveer 12 jaar kunnen zelfstandig aan de slag met dit boek. Jongere kinderen kunnen met begeleiding ook al een heleboel van deze gerechten klaarmaken.

Kortom, een prachtig boek voor kinderen én volwassenen. Ik zou zeggen, hollen naar de winkel, die zijn toch weer eens op zondag open, en koop dat boek nog vóór Sinterklaas!

Sonnie de weggelopen roti-pannenkoek geschreven door Diana Dubois met illustraties van Diana van Dijk. Uitgeverij Dubois. ISBN 9789075812039. Te koop voor € 19,90.

© ellen.

Rode kool met appel…

rode kool

Er wordt de laatste tijd veel geschreven over verdwenen groenten en dan gaat het over pastinaak, schorseneren enzovoorts. Er dreigen echter nog veel meer groenten in het vergeetboekje te raken. Kool bijvoorbeeld. Je ziet ze al bijna niet meer in de supermarkt, gewoon een hele kool. Ze worden alleen nog voorgesneden aangeboden, verpakt in plastic zakjes. De meeste kinderen weten al niet meer hoe een hele kool eruit ziet. En ze zijn nog wel zo mooi die kooltjes. Ik kocht een kleine biologische rode kool op Bronlaak en stoofde het kooltje vandaag met wat appel en kruiden. We aten er een ragout bij van wilzwijn. Een mooi glas wijn erbij en we waren het samen helemaal eens; dit was een vorstelijke maaltijd. Dit kun je gerust met de kerstdagen aan je gasten voorzetten!

rode kool en rode kool

Rode kool voor vier personen;

  • een kleine rode kool
  • een klein klontje boter
  • 1 flinke goudreinet
  • 5 pimentkorrels
  • 3 kruidnagelen
  • 1 blaadje laurier
  • 1 theelepel kaneel
  • peper en zout
  • 2 eetlepels azijn, liefst appelazijn
  • 1 kop water
  • eventueel een lepeltje suiker

Verwijder het buitenste blad van de kool en snijd hem in vieren. Rasp dan de stukken kool heel fijn. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd er dunne plakjes van. smoor de plakjes appel even zachtjes in de boter. Voeg de rode kool toe en de kruiden. Roer alles goed om en giet het water erbij. Laat de kool zo zeker anderhalf uur stoven.

© ellen.

Wat er zoal uit de kelder kwam..

gekregen wijn...gootsteenwijn of...?

Mieke en Frans van de drukkerij hebben hun keldertje opgeruimd. Daarbij kwam allerlei overtollig drinkbaars te voorschijn. Bij een eerdere gelegenheid had Mieke al eens gevraagd of ik interesse had in hun restanten. Dat had ik. Gisteren ontmoetten we elkaar weer, op het feestje van Evert. (Van Evert en Neel namen we zo ook al eens een partij over.) Mieke had een grote tas bij met daarin twaalf flessen van allerlei aard. “Is het nog wat” vroeg ze. Ik wist het niet. Tijd en plaats waren er ook niet naar om de flessen aan een uitgebreid onderzoek te onderwerpen.

Intussen heb ik de zaak wat beter bekeken. Vier flessen zullen hun inhoud (naar alle waarschijnlijkheid) prijs moeten geven aan de gootsteen. Witte wijn die de kleur heeft van rozé, en rozé die de kleur heeft van rode wijn, dan kun je het wel schudden. Ze zullen ook niet meer geschikt zijn om er wijnazijn van te maken. Jammer, want er zitten een paar kwaliteitsflessen bij.

Vijf flessen zijn van recente datum, ze ogen goed en zullen ongetwijfeld drinkbaar zijn. Het is allemaal gewoon spul, zeg maar sloeberwijn.

En dan zijn er drie flessen waar ik enige verwachting bij koester. Een tien jaar oude Bordeaux met bijschrift “moelleux”. Dat duidt op een wijn, gemaakt van overrijpe druiven. De wijn is van een natuurlijk zoet. Hij oogt wel erg donker, maar je weet het maar nooit.

Dan staat er een fles Souternes 1996 bij, de beroemde toetjeswijn uit de Bordeauxstreek. Een aantal Sauternes kunnen een respectabele leeftijd halen, waarom deze niet? Frans en Mieke hebben de flessen ten slotte altijd op keldertemperatuur bewaard.

Favoriet is de Pinot gris, jaargang 1995, van het wijnhuis Boeckel uit Mittelbergheim in de Elzas. Niet dat de kans héél groot is dat-ie nog goed is, alhoewel ze bij Boeckel ook bewaarwijnen produceren. Het aantrekkelijke vind ik vooral het oubollige, maar mooie etiket. En natuurlijk het feit dat wij ooit bij die wijnmaker aan huis zijn wezen kopen. Nostalgie dus…

Het zal nog wel duren voordat we weten hoe of dat het zit met al die wijnen. Je kunt ze niet “even” open maken om te controleren of ze goed zijn, en ze dan weer afsluiten en opbergen. Maar beleven we iets bijzonders aan deze of gene fles, we zullen erover schrijven.

gekregen wijn...gootsteenwijn of...?

© paul

De “Cuno 2009″…

CUNOwijncover0509

Wijngidsen van wijnschrijvers, je vindt ze steeds vaker. Er zijn er die laten je omfietsen voor een goede wijn, andere bevelen het beste aan voor minder dan vijf euro. Sommigen houden zich alleen met Frankrijk bezig, en weer anderen pretenderen de hele wereld te kennen als leverancier. Min of meer onafhankelijk zijn ze bijna allemaal. En nut hebben ze zeker. Je zult als niet-vinoloog voor de schappen van je super staan, je weet toch niet waar te beginnen? Zo’n gidsje helpt je dan prima om een verantwoorde keuze te maken.

En dan is er nu de Cuno 2009, nieuw-nieuw-nieuw aan het wijngidsen firmament, 1e jaargang, 1e editie. En zaten wij daar nu op te wachten? Ja, eigenlijk wel…

Het speciale aan deze gids is namelijk dat de geselecteerde wijnen allemaal in de prijsklasse zitten tussen de vijf en de tien euro. De “gevaarlijke” klasse. Voor de duurdere wijnen laat je je adviseren door een betrouwbare vriend, vriendin of wijnhandelaar. En onder de vijf euro heb je gewoonweg niet zo veel te willen. Het kost niks, en doorgaans is het dan ook niet zo heel veel. Maar juist die tussenklasse, daar wil het nog wel fout gaan. Je staat voor het wijnschap in je super en je wilt wat extra’s. Je geeft maar wat meer geld uit, want dan zal het ook wel beter en lekkerder wezen. En dat nu hoeft helemaal niet het geval te zijn. Het Ministerie liep, deze gedachtengang volgend, al menig blauwtje.

Cuno van ‘t Hoff is wijnjournalist en beheert een wijnweb-log. En nu is hij dus ook schrijver van een wijngids. Hij maakte er flink werk van. Hij proefde ruim 2000 wijnen en selekteerde er 250 die waardig bevonden werden om te vermelden. En dat is dan meteen één van de aardigheden van deze gids, je hoeft je niet door allerhande slechte recenties te lezen. Alle geselecteerde wijnen zijn goed. Wel heeft van ‘t Hof zo zijn eigen voorkeuren, en die worden dan in een puntensytheem uitgedrukt. “Goed-beter-prima-top”.

De geselecteerde wijnen zijn in heel Nederland te krijgen, en wel op plaatsen waar iedereen komt. Van Albert Heijn tot HEMA, van slijter tot wijnspeciaalzaak. Elke wijn heeft van van ‘t Hof een eigen SMS code meegekregen. Je tikt de code in en je krijgt onmiddellijk op je scherm te zien waar het dichtsbijzijnde verkoopadres is. (Moderne tijd mensen, ook in de wijnerij…)

Per geselecteerde wijn wordt vermeld: naam, land van herkomst, alcoholpercentage, prijs, kleur, type, afsluiter, kwalificatie op de schaal van Cuno en of-ie wel of niet biologisch is. En verder is elke wijn omschreven volgens het systheem: proeven & ruiken en wat erbij te eten.En apart worden de aroma’s nog eens opgesomd. Elke wijn is erbij afgebeeld (of althans dan toch de fles).

Het boek heeft oblong formaat, precies zoals de foto hierboven, maar dan iets groter. Je steekt het zo in je binnenzak, wat op zich een groot voordeel is. Je neemt het gewoon mee naar de winkel. Het is geheel in kleur uitgevoerd, belettering en bladspiegel zijn prima. De stijl van schrijven is niet helemaal de mijne, maar hij is wel duidelijk en van deze tijd. Tussen de hoofdstukken zitten steeds een pagina met wetenswaardigheden en een paginagrote foto. Wie fotografeerde wordt niet vermeld. Het geheel is uitstekend verzorgd.

Wil je jezelf plezier doen met een goede en betaalbare wijn, dan is deze gids een prima instument om tot een verantwoorde keuze te komen. En zoek je een december-kado voor een wijnliefhebber dan komt dit boekje beslist in aanmerking. Het kost € 13,50, de prijs van een goede fles wijn. Wij op het Ministerie hebben er ons voordeel al mee gedaan.

  • Cuno 2009
  • Uitgeverij Kosmos
  • ISBN 978 90 215 3553 1
  • Prijs € 13,50

© paul

Sucadelapjes met zilveruitjes en rode wijn…

sucadelapjes met zilveruitjes en rode wijn

Wij hebben het deze weken verschrikkelijk druk en dan blijkt maar weer eens dat je goed moet organiseren als je toch iets lekkers wil eten én ook nog een beetje verantwoord wil inkopen. Wij eten meestal biologisch vlees, dat bewaren we in de diepvries. Dat betekent dus dat we s’morgens al moeten nadenken wat er s’avonds gegeten moet gaan worden. In drukke tijden gaat dat nogal eens mis. Gewoon vergeten, geen zin om er vroeg in de morgen al over te denken en ga zo maar door…

Soms wordt het dan maar afhaalchinees, pizza. Andere keren snelt een van ons naar de slager en koopt maar iets snel te bereiden. Lamskarbonaadjes, een entrecôte.

Zo had ik dat ook vandaag bedacht. Deze vrijdag was voor mij een extra werkdag. Op mijn weg naar huis even naar de super en de slager…Wat groenten, wat snel te bereiden vlees. Jammer, helaas, waren de lamskarbonaadjes op en moest ik een andere keuze maken. Zonder goed na te denken kocht ik sucadelapjes. Een smakelijk stukje vlees daar niet van, maar dat moet wel zeker anderhalf uurtje stoven! Stom want ik had verschrikkelijke honger. Thuisgekomen dus snel het vlees aangebraden, wijn erbij, kruiden erbij enzovoorts. En tegen de honger een stukje worst, een stukje kaas dan maar vast, en een glas wijn erbij om te onthaasten, Feierabend ten slotte!

Voor vier personen;

  • vier sucadelapjes, aan één kant ingesmeerd met grove mosterd
  • wat olijfolie
  • 1 glas stevige rode wijn
  • 1/2 kop bouillon
  • 20 zilveruitjes, gepeld
  • laurier, kruidnagel, peper en zout

Verhit de olie en bak het vlees even snel aan beide kanten bruin. Blus af met de wijn en voeg de kruiden toe. Laat het geheel zo 1 uurtje zachtjes sudderen. Doe er dan de zilveruitjes bij en stoof nog ruim 30 minuten door. Haal de deksel van de pan en stoof nog even zodat de saus wat kan indikken.

Wij aten er vandaag brocolli en gekokte aardappeltjes bij.

En natuurlijk een kopje espresso toe.

Ik vraag me wel eens af hoe anderen dat doen, werken, boodschappen, plannen, koken en dat alles toch smakelijk en een beetje verantwoord, zonder al te veel gestress???

@ ellen.

Chateau Martinon 2007, Entre-Deux-Mers…

zalm 012

De wijn lag alweer een aantal maanden in ons keldertje. We hadden hem ten geschenke gekregen van Mariëlla Beukers als wederdienst. In mijn gedachten was Entre-Deux-Mers een hele simpele bulkwijn, maar Mariëlla gaf er hoog over op, en zij kon het weten…

Het gebied “Entre-Deux-Mers” dankt zijn naam niet aan twee zeeën zoals de naam suggereert, maar aan het feit dat het gebied ligt ingeklemd tussen twee grote waterstromen, de Dordogne en de Gironne. Het is een immens wijnbouwgebied, de grootste wijnregio van de Bordeaux. Wanneer je een fles rode wijn koopt met de classificatie Appellation Bordeaux Contrôlée, is de kans groot dat die uit dat gebied komt. In mindere mate geldt dat ook voor witte wijn met dat opschrift. Staat Entre-Deux-Mers tussen de A en de C, dan gaat het altijd om witte wijn uit die streek.

Al eeuwen lang kwamen er goede wijnen uit dat gebied, maar zoals dat gaat, op enig moment ging men kiezen voor kwantiteit, ten koste van kwaliteit. (Net als in de Elzas, net als in Luxemburg, net als…, vul maar in.) En aan die praktijk dankt de Entre-Deux-Mers zijn wat negatieve reputatie. Flauw en wat zoetjes…

Gelukkig kwam ook hier weer een kentering. Moderne productiemethoden én consumenten die steeds kritischer werden, én de concurentie van de “Nieuwe Wereld” waren onder anderen drijfveren voor de Franse wijnboeren om het anders te gaan doen. Zo ook in dat gebied tussen Garonne en Dordogne. Anders snoeien en oogsten, zorgvuldige vinificatie en genoegen nemen met een lagere opbrengst. Dat alles heeft de kwaliteit danig opgekrikt.

Mariëlla had laten weten dat de wijn, wat haar betrof, geen jaar hoefde te wachten op consumptie. Hij zou van het lageren niet beter worden. We besloten dan maar om niet langer te wachten, maar openden onze fles bij de vismaaltijd van afgelopen weekend. Voor schaal- en schelpdieren zou deze wijn de ideale begeleider zijn, maar die hadden we even niet. Wel hadden we uitstekende zalm. De combinatie bleek een prima keuze.

Over de wijn zelf mag vermeld worden dat die fris en fruitig smaakte, lichtjes rook naar bloemetjes, maar vooral toch naar grapefruit. De kleur was aangenaam groenig geel.En nog een behoorlijke afdronk ook. We waren er méér dan tevreden over.

Mariëlla schreef over deze wijn op haar eigen web-log, je leest dat hier terug..

© paul