Ik vroeg me de hele ochtend al af waarom, bij het zien van de foto, de woorden “kitchen sink” almaar door mijn hoofd dwarrelden. Ik heb zelden de neiging om dingen anders te benoemen dan in de Nederlandse taal, en soms in mijn Brabants dialect. En als ik al eens buitenlands bezig, dan is dat doorgaans het Duits. Ten leste ben ik maar gaan Googelen op “kitchen sink”, en verdorie, ik had het meteen. Het kwam door de Kitchen Sink Press, de uitgeverij waar Robert Crumb zijn werk deels heeft onder gebracht. Gisteren heb ik nog lopen rommelen met een paar van zijn albums, vandaar! Mens, mens, je associeert onbewust toch wat af op een dag…
Enfin, terug naar onze “kitchen sink”. Je begrijpt het waarschijnlijk wel lezer, ik geef hier een demonstratie van het vernietigen van wat eens nobele wijn is geweest. De flessen van Mieke zijn intussen voor het merendeel gekeurd, en meteen maar overgeheveld naar de gootsteen. Van de écht belegen flessen was er niet één nog drinkbaar. Ook die mooie Pinot gris van Boeckel had het helemaal gehad, Je kon achter het bederf nog proeven wat voor een mooie wijn het ooit was. Wat zonde toch.
Ook van de jongere sloeberwijn konden enkele exempels linea recta de gootsteen in. Rest ons nog een fles rode Côtes du Ventoux en de twee zoete Bordeaux’s (Hoe schrijf je het meervoud van Bordeaux?) Aangezien die laatste twee flessen enige overlevingskans hebben bewaar ik ze maar voor een “gelegenheid”. Wie weet…
In the mean time Fowks:
© Robert Crumb/ Kitchen Sink Press
© paul