Tian á la Elizabeth David…

Tian á la Elizabeth David

Ik ben een fan van de boeken van Elizabeth David (1913-1992). Paul schreef er al een over en haar recepten duiken regelmatig op in onze keuken en dus ook op dit weblog. Haar Lemmoncurd pie is één van onze favorieten. Ik was dus ook heel blij te lezen dat een van haar boeken opnieuw is uitgegeven. Ik ga het volgende week beslist kopen. Het tijdschrift Delicious publiceerde deze maand een artikel over Elizabeth David met een aantal van de recepten uit het boek. De Tian stond ons wel aan en gelukkig was ook alles wat ik ervoor nodig had gewoon in huis. Elizabeth zegt over dit gerecht: “Dit is een door mij verzonnen en sterk vereenvoudigde variant van de Tian, een boerengerecht uit de Provence. De Tian dankt zijn naam aan de ronde aardewerken schaal waarin hij wordt gemaakt. De ingredienten die worden gebruikt zijn sterkt afhankelijk van induviduele smaak en familietradities. Groene groenten en eieren zijn constante factoren, net als tomaten rijst en aaardappelen. De Tian wordt net zoals de Spaanse omelet of tortilla en de Italiaanse frittata heel vaak koud gegeten als onderdeel van een pick-nick of een zomerse lunch. Voor het mengen van de groente geldt dat de groenten het best warm kunnen zijnwanneer ze bij de losgeklopte eieren worden gevoegd. Verder is het van belang dat het mengsel zodra het klaar is in de ovenschaal wordt overgedaan, die dan meteen de warme oven ingaat. Als je het mengsel laat staan hebben de eieren de neiging naar boven te komen, zodat je een gerecht in twee lagen krijgt in plaats van één samengestelde, fraai gemarmerde koek”.

  • Tian dus van Elizabeth, voor vier personen:
  • 250 gram in de schil gekookte aardappelen
  • olijfolie
  • 500 gram verse spinazie
  • 6 ansjovisfilets
  • 6 eieren
  • 3 eetlepels geraspte kaas
  • Ik deed er ook nog een rood pepertje bij, voor wie van pittig houdt!

tian

Verwarmde oven op 150 graden. Pel de gekookte aardappelen en snijd ze in blokjes. Doe ze met de olijfolie in een aardewerken schaal met een doorsnee van 20 cm. Bestrooi ze met zout en peper en laat ze onafgedekt in de oven warm worden. Blancheer de spinazie 1 minuut en breng op smaak met wat zout. Hak de spinazie en voeg de knoflook en de gehakte ansjovisjes toe. Klop de eieren los. Doe de kaas erbij en de spinazie en tot slot de aardappelblokjes. Verhoog de oventemperatuur tot 190 graden, schep het mengsel in de schaal, besprenkel met wat olie en zet de schaal onafgedekt in de oven. Bak de Tian 25-30 minuten.

We aten er een lekkere entrecôte bij en natuurlijk was deze Tian veel te veel voor twee personen. De rest aten we de volgende dag koud als lunch en ‘savonds als borrelhapje.

Elizabeth Davids beste recepten. Uitgeverij Uniboek / Het Spectrum. € 39,99. ISBN 9789077330098.

© ellen.

Sucadelapjes van het Irish Angus rund…

stoofvlees met zilveruitjes

Je ziet ze ook vaker in de Nederlandse wei staan, die Angusrunderen. Prachtig zwart vee, wat aan de ruige kant. Er is overigens ook een rode lijn. Oorspronkelijk komt het ras uit Schotland. Het heet dan Aberdeen Angus, naar de omgeving en “oude” rassen waaruit dit vee in het midden van de negentiende eeuw is ontwikkeld. Maar het heeft zijn weg gevonden over de wereld. Het is een bij uitstek vleesras.

Ellen had sucadelapjes gekocht van Irish Angus, prachtig dooraderd vlees. Ik had me voorgenomen er iets speciaals van te maken. Ik zocht wat recepten bij elkaar en maakte een keuze. Maar steeds weer ontbrak het me aan één of meerdere ingrediënten en tijd of mogelijkheid om naar de winkel te gaan had ik niet. Ik heb dan uiteindelijk maar gekozen voor een eenvoudige en weinig spectaculaire oplossing met de spullen die ik wél in huis had. Uiteindelijk smaakte het er niet minder om. Voor twee personen:

 

  • 2 sucadelapjes (van elk twee ons),
  • 1 ui in ringen gesneden,
  • 2 tenen knoflook, grof gehakt,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • 2 gedroogde pepertjes,
  • tomatenpuree,
  • 1 glas rode wijn,
  • olijfolie,
  • 16 zilveruitjes,
  • 1 takje tijm,
  • peper en zout.

Wrijf het vlees in met peper en zout. Verhit de olie in een stoofpan en bak het vlees aan weerskanten bruin. Neem het vlees uit de pan en bak in het achtergebleven braadvet de uienringen en de knoflook op een matig vuur tot ze mooi glazig worden. Doe dan het vlees terug in de pan, stort er de tomatenblokjes bij, de rode wijn, de tijm en de pepertjes. Doe de deksel op de pan en laat het geheel één uur stoven op een laag pitje. Na dat uur mogen de geschilde zilveruitjes erbij en een flinke kneep tomatenpuree. Laat het gerecht vervolgens op een laag vuurtje nog één uur stoven. Maak eventueel af met peper en zout. De bedoeling is dat de saus indikt en geleiachtig wordt. Blijft het te nat, dan op het laatst even op hoog vuur inkoken.

We aten het vlees samen met een aardappel-spinazietaartje, Ellen zal het nog beschrijven. We dronken er een verschrikkelijk mooie Côtes du Rhône bij bij. Kopje espresso toe.

© paul

De Paddenstoelenman van Arlon…

paddenstoelenman arlon

“Verdichtung”, ik ben er goed in. Ik schreef je enige tijd geleden over de Paddenstoelenkabouter wiens getruffeerde boter ik regelmatig kocht. Lang pluizig haar en een ruig baardje dichtte ik hem toe. Ik gaf hem een klein en mager postuur. Ik had een tamelijk duidelijk beeld van hem voor ogen, al had ik hem sinds jaren niet gezien.

Gisterenavond kwam Ellen dan ineens met een plaatje op de proppen. Ze had het opgediept uit een van de oude schoendozen die dienst doen als pre-digitale foto-archiefkast. En weer bleek dat mijn fantasie een loopje met me had genomen.

Het vreemde is dat ik onmiddellijk het vergeten beeld over mijn zelf ontworpen herinnering schoof. (Ja, zo was het!) En dat ik daarna nog nauwelijks terug kon halen hoe ik het mannetje al die jaren in gedachten had uitgetekend. Voer voor psychologen, een case-studie voor Dauwe Draaisma…

Ik las mijn artikel terug. Stond er mogelijk nog meer gefantaseer in? Het valt geloof ik wel mee. De paddenstoelen liggen netjes voor hem uitgestald, zowel de “wilde” als de gekweekte. De potjes met getruffeerde boter zijn duidelijk zichtbaar. En de gesprekken die we voerden zijn dan wel niet letterlijk zo verlopen, de strekking is correct.

Enfin…, Ellen is van zins om de fotocollectie op te schonen. Wie weet wat we nog tegenkomen. Ik ben blij dat ik mijn Paddenstoelenmannetje terug heb.

© paul

Bon Secours Myrtille (Bosbessenbier)…

bier

Van die eigenzinnige flesjes, met een te lange hals en een ouderwetse stop. De inhoud is 33 cl en ze zijn afgevuld met bier. Ik weet ze al jaren staan in de bierschappen van de Cora supermarkt ten zuiden van Arlon. En dat is dan ook de enige plaats waar ik ze van ken, ik zie ze verder nooit ergens. Ik loop er eigenlijk altijd achteloos aan voorbij, er is daar zoveel ander lekkers te vinden dat ik wél ken. Een geweldig pallet aan Belgische bieren, vooral Waalse. En onbekend maakt onbemind, dus die rare flesjes Bon Secours laat ik maar staan.

Nu wil het geval dat het Kind de laatste jaren steeds meer goesting heeft gekregen in fruitbieren. Wil ik haar een plezier doen dan schaf ik zo her en der wat aan. En dat valt me niet moeilijk, want fruitbieren hebben enorm aan populariteit gewonnen. Er bestonden altijd al de geweldige kriekenbieren uit de Zennevallei en uit West-Vlaanderen. Het merendeel van wat daar nu is bijgekomen hoeft van mij niet gemaakt te worden. De “moderne” fruitbieren overstijgen de status van bier met een scheut ranja niet. En áltijd té zoet. Maar goed, ieder zijn meug. Kennelijk loont het voor een hoop brouwerijen om een productielijn voor die kledder te starten.

Toen we onlangs in Arlon op zoek waren naar kerstbier voor Vriend Jan viel mijn oog op de flesjes Bosbessenbier van Bon Secours. Ze stonden wat verstopt tussen de blonde, de bruine en amber van dezelfde brouwerij. Toch maar een paar flesjes aangeschaft.

De proeverij leverde iets anders op dan ik verwachtte. In alle eerlijkheid, Het Kind vond het niks. Ik daarentegen was bijzonder aangenaam verrast. Het bier geurde overweldigend naar bosbessen. Niet naar bosbessensiroop, maar veel kruidiger en natuurlijker, alsof je rauwe bosbessen tussen duim en wijsvinger kapot drukte. De smaak was vol, wat vettig, absoluut niet zoet, maar bitter en een tikje zurig. Een perfect samengaan van goed bier en fruit. De afdronk had de lengte van een goede Bourgogne. Hier geen geknoei met limonadesiroop, deze drank was écht gemacereerd.

© paul

Risotto uit een pakje!

risotto

 

Uitgebreid ontbijten en koffiedrinken, de diverse weblogs bijlezen, zo luierden we door deze druilerige zondagmorgen. Bij Aan tafel met Tanja las ik een recept voor risotto met groene asperges en daar kreeg ik opeens verschrikkelijke zin in, maar natuurlijk waren er allerlei ingredienten even niet in huis. Risotto met groene asperges, daar heb je groene asperges voor nodig…Hoewel, opeens schoot me een zakje te binnen dat ik in een ver verleden eens bij de Lidl kocht; jazeker; risotto met groene asperges. Nu weten trouwe lezers wel dat ik helemaal geen fan ben van pakjes en zakjes maar soms ben ik gewoon nieuwsgierig en experimenteer wat.

risotto

 

Na lang zoeken vond ik het zakje ergens achter in één van de keukenkastjes. Het bleek minder kant-en-klaar dan ik dacht. In de gebruiksaanwijzing las ik gewoon de klassieke methode voor het koken van risotto. Ook de kooktijd is volgens de verpakking niet veel korter dan wanneer ik de risotto zelf maak. Het enige verschil is dat er in dit pakje gedroogde stukjes asperge en gedroogde peterselie aan de rijst zijn toegevoegd. Bouillon, olijfolie, kaas en eventueel witte wijn moet je zelf toevoegen. Proberen dus maar!

risotto

  • Bereiding letterlijk volgens het pakje:
  • Verhit 3 eetlepels olijfolie in een grote pan. Doe de inhoud van het zakje in de pan, braad het aan tot het goudgeel is en voeg eventueel naar smaak witte wijn toe.
  • Voeg geleidelijk ca. 800 ml bouillon toe en voeg zout toe. Ca. 16-18 minuten laten koken, regelmatig doorroeren.
  • Maak het geheel eventueel af met boter en parmezaanse kaas.

Ik gebruikte boter in plaats van olijfolie en roerde er, toen de risotto helemaal klaar was, nog een handjevol grijze garnalen door.

We proefden weinig terug van de groene asperges, misschien maar goed ook. De garnaaltjes waren lekker en de rijst had precies de goede consistentie. Soms valt zo’n pakje/zakje wel mee…

Kopje espresso toe.

© ellen.

Amandeltaartje met amarenakersen

amandeltaart met amarenekersen

Zaterdag is hier bezoekdag, dat begint zo’n beetje traditie te worden. Zo rond vier uur arriveert de Keizer van Monera en daarna komt de rest van de vriendenclub druppelsgewijs binnen. We drinken wat, we eten wat, we kletsen wat en verbeteren de wereld. Tijd om een echte maaltijd klaar te maken is er meestal niet. Ik begin er gewoon maar niet meer aan. Meestal bak ik een taartje en maak ik een flinke pan soep.

Gisteren maakte ik een taartje met amandelmeel en amarenakersen. Een bijzonder smakelijke soort kersen. Ze worden verkocht in blikjes, meestal in een dikke siroop. Ik kocht ze bij de Sligro.

amarenakersen

  • 175 gram amandelmeel
  • 175 gram fijne suiker
  • 175 gram boter
  • 175 gram zelfrijzend bakmeel
  • 2 eieren
  • 1 blikje amarenakersen op siroop

Smelt de boter au bain marie. Voeg suiker, amandelmeel, bakmeel en de eieren toe en meng met de mixer op de laagste stand tot je een mooi egaal deeg hebt. Giet de helft van het deeg in een ingevette bakvorm. Laat de kersen goed uitlekken en bewaar de siroop. Leg de kersen op de eerste deeghelft en dek af met de rest van het deeg. Zet de bakvorm in de voorverwarmde oven en bak het taartje op 160 graden in 60 minuten gaar. Laat het gebak afkoelen en serveer puntjes taart met een schep van de siroop erover.

© ellen.

Stoofpotje van wildzwijn…

wildzwijn met rode kool

Ik moet nog steeds een en ander opschrijven over het eten tijdens onze vakantie in Luxemburg en vooral het stoofpotje van wildzwijn dat ik voor Jan en Ans maakte. Ans wilde graag het recept, dus bij deze!

De Cora supermarkten in Zuid-Belgie verkopen uitstekend gefokt wild uit de Ardennen en ik bedacht dat het wel makkelijk zou zijn om een stoofpotje te maken op de dag dat Jan en Ans zouden arriveren. Je kunt zo’n stoofpot goed in voren klaarmaken. Ik kocht een mooi stuk wildzwijn van ongeveer 1 kilo. Een prachtig mals stuk van de fricandeau gesneden.

  • 1 kilo wildzwijn in blokjes gesneden
  • 1 ui en 2 teentjes knoflook, fijngesneden
  • 1 winterwortel in stukjes
  • 2 kruidnagelen
  • 5 jeneverbessen
  • tijm, laurier, peper en zout
  • een scheut eau de vie
  • een glas rode wijn
  • een kneepje tomatenpuree
  • wat bouillon

wildzwijn met rode kool

Braad de stukken vlees rondom bruin in hete boter. Bak ui en knoflook even mee en blus af met de eau de vie. Voeg de wortel en de kruiden toe en giet er het glas wijn over. Laat het vlees zo ongeveer anderhalf uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe.

Wij aten er rode kool bij en een sausje met mierikswortel en aardappelpuree. Die aardappelpuree was nog even een probleem toen bleek dat we geen stamper of knijper in de caravan hadden. Nou ja, dan maar gewoon met een vork geprakt. Een prima resultaat evengoed!

Het sausje met mierikswortel beschrijf ik apart.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Mierikswortelsaus…

mierikswortelsaus

Vlak voor wij op vakantie gingen kocht ik op de Helmondse markt een flinke mierikswortel. Een mooi stevig exemplaar uit Stiermarken in Oostenrijk, één van de Europees beschermde teelgebieden voor mierikswortel. Zonde om weg te gooien, dus gewoon meegenomen naar Luxemburg.

mierikswortel

Mierikswortel is een heftig kruid, scherp van smaak en bij het raspen rollen de tranen over je wangen. (werkt prima als je verkouden bent, je neus klapt meteen open). Ik heb er dat graag voor over want ik ben dol op de smaak van deze pittige wortel. Lekker gewoon geraspt over een mooie biefstuk of in een sausje verwerkt bij een wildstoofpot. Een goede mierikswortel is in plastic verpakt. Verwijder alleen een klein stukje plastic en schil de mierikswortel rondom. Schaaf of rasp er dan af wat je nodig hebt en sluit het plastic weer om de wortel. In de koelkast kun je de wortel dan wel een week of langer bewaren.

mierikswortel

Voor het sausje neem je een klein bekertje crème fraiche en drie eetlepels geraspte mierikswortel. Goed mengen en klaar!

© ellen.

Knolselderpuree…

knolselderijpuree met aardappel á  la Bocuse 006 Knolselder, wat moet je ermee? Het is de vraag die ik me iedere keer weer stel wanneer ik zo’n knol gekocht heb. Ik gebruik knolselder doorgaans als smaakmaker bij mosselen. Verder gaat-ie om dezelfde reden in de te trekken bouillon. Een enkele keer verrijk ik er de aardappelpuree mee. En dat was het dan wel. Vaak blijft er van die knol de helft liggen, onder in de groentenla van de koelkast. En met het vergaan van de tijd wordt die halve knol een knolletje, tot-ie zover is ingedroogd dat ik hem in de compostbak deponeer. En altijd vind ik dat weer zonde.

Mandagavond kwam de Jongste Bediende op de mosselen. Ik had ze simpel klaar gemaakt, met look en knolselderij. Ellen en de Jongste Bediende vinden de mosselen op deze manier het lekkerst, dus ik liet het zo. Ik maakte nog een pot mayonaise die stijf stond van de knoflook, en erbij knapperig stokbrood. Alles ging op. De soep die dat mosselpotje opleverde heb ik gisteren gegeten, verrijkt met een lenteuitje, wat Chinese bonen en een peut Surinaamse sambal.

Nu zit ik dus alleen nog met ruim een halve knol selderij. Ik heb een deel van gisteravond besteed aan het navlooien van onze kooklectuur. Het viel allemaal wat tegen. Alle receptuur lijkt op de dingen die ik al deed met knolselder. Uiteindelijk bleven er drie recepten over. Niet erg afwijkend, maar elegant in hun eenvoud. Ik ga ze de komende week alle drie maken, ik zal ze met naam en toenaam beschrijven.

Voor vandaag putte ik uit De Nieuwe Franse Keuken van Paul Bocuse (Culinaire Boekerij, Kosmos). Zoals gezegd, het is geen spectaculair recept, het uiteindelijk gerecht is dat wel. Heel fijntjes, heel delicaat. Bocuse noemt het Purée de céleri-rave. Ik bewerkte het recept naar eigen bereidingswijze en de hoeveelheid is voor twee personen.

  • 300 gram schoongemaakte knolselderij,
  • 150 gram aardappel,
  • 50 gram boter,
  • zure room,
  • nootmuskaat,
  • peper en zout.

Versnijdt de schoongemaakte knolselderij in kleine dobbelsteentjes. Schil de aardappelen en versnijd ze, maar niet zo fijn als de knolselderij, ze zijn anders te snel gaar en koken tot pap voordat je selder gaar is. Zet de groenten op in licht gezouten water en kook ze gaar. Maak daarna een puree van de groenten, met de knijper, de stamper of desnoods met de vork. Bij voorkeur niet machinaal. Roer de boter door de puree en voeg zoveel zure room toe totdat de puree de gewenste consistentie krijgt. Kruiden met nootmuskaat en peper, en eventueel wat zout. Dien warm op.

** Je kunt de puree ook maken van alleen knolselder, maar houd er rekening mee dat het gerecht dan aan de natte kant wordt. De aardappelen geven in dít recept de perfecte binding.

We aten er een stukje vlees bij en verse snijbonen. kopje espresso toe.

© paul

Weer thuis…

bourgogne

Diefles Petrus hebben we wijselijk laten liggen. En ook deze is het dus niet geworden. Niet dat het geen mooie Bourgogne zou zijn, want dat was het wel. Maar er waren andere soortgenoten in dezelfde prijsklasse die we lekkerder vonden. We proefden er in totaal een stuk of zes, en dat was geen straf. De flessen liggen voor een deel al op hun plaats in de kelder, tegen de tijd dat ze daar weer uitkomen zal ik ze wel beschrijven.

We zijn weer terug, de najaarsvakantie is gedaan. Hond Max maakte het prima op zijn logeeradres, maar wekte (gelukkig) de indruk zijn thuisbasis niet geheel te zijn vergeten. Alle verzorgers, beheerders en behoeders van huis, hond en haard danken wij uit de grond van ons hart. In onze afwezigheid kreeg de keukenvloer geheel onverwacht een glansbeurt. Als een spiegel! Geweldig Peet!

De rest van de verhalen hoor je in de loop van de week wel.

Ellen reisde vanochtend af naar haar biebje, ik heb nog een week vrij. Ik had mezelf een strak en uitgebreid programma opgelegd, maar ergens in de loop van de ochtend raakte ik al zo ver achter op mijn schema dat ik er nu maar helemaal de brui aan geef. Ik rammel er dit stukje uit en wandel nog even met hond Max naar het postkantoor. Daarna is het alweer tijd om de potten en pannen klaar te zetten. Marleen vertrok vanochtend voor haar baas naar Engeland, dus de Jongste Bediende zit een paar dagen alleen. Ik nodigde hem dan maar op de mosselen. Vindt-ie lekker.

© paul